Details



Externe links:

Justel
Reflex

Overzicht pdf



Titel:

16 MAART 1803. - Wet van 25 ventôse jaar XI op het notarisambt. (NOTA : art. 18quinquies gewijzigd met ingang op een onbepaalde datum bij W2020-04-30/03, art. 16, 026; Inwerkingtreding : onbepaald ) (NOTA : art. 9-10 gewijzigd tot 03-06-2020 door W2020-04-30/03, art. 10-11, 026; Inwerkingtreding : 04-05-2020)(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 07-09-2006 en tekstbijwerking tot 28-05-2024)



Inhoudstafel:

TITEL I. - Notarissen en notariële akten.
Afdeling I. - Ambt, ambtsgebied en plichten van de notarissen.
Art. 1, 1bis, 2-7
Afdeling II. - Akten en vorm van de akten; minuten, grossen, uitgiften en repertoria.
Art. 8-18, 18bis, 18ter, 18quater, 18quinquies, 18sexies, 19-30
TITEL II. - (Organisatie van het notarisambt). <W 1999-05-04/03, art. 13, 1°, Inwerkingtreding : 01-01-2000>
Afdeling I. - [1 Getal en spreiding van de kantoren, boekhouding en verzekering van de notarissen]1
Art. 31-34, 34bis, 34ter
Afdeling II. - Vereisten om tot notaris benoemd te worden en wijze van benoeming.
Art. 35, 35bis, 36-38, 38bis, 39-49
Afdeling IIbis. [1 - De toegevoegde notaris]1
Art. 49bis, 49ter, 49quater
Afdeling III. - [1 Uitoefening van het notarisambt in vennootschap]1
Art. 50-53
Afdeling IV. - (Overdracht van minuten en andere bestanddelen van het notariskantoor). <W 1999-05-04/03, art. 32, Inwerkingtreding : 01-01-2000>
Art. 54-62
Afdeling V. - (Plaatsvervanging). <Ingevoegd bij W 1999-05-04/03 art. 38, Inwerkingtreding : 01-11-1999>
Art. 63-67
TITEL III. - (Beroepsorganisatie). <W 1999-05-04/03, art. 39, Inwerkingtreding : 01-11-1999 (KB 26-10-1999, art. 1, BS 30-10-1999)>
Afdeling I. - (Genootschappen van notarissen). <Ingevoegd bij W 1999-05-04/03, art. 39, Inwerkingtreding : 01-11-1999 (KB 26-10-1999, art. 1, BS 30-10-1999)>
Art. 68-75
Afdeling II. - (Kamers van notarissen). <Ingevoegd bij W 1999-05-04/03, art. 40, Inwerkingtreding : 01-11-1999 (KB 26-10-1999, art. 1, BS 30-10-1999)>
Onderafdeling 1. - (Bevoegdheden). <Ingevoegd bij W 1999-05-04/03, art. 40, Inwerkingtreding : 01-11-1999 (KB 26-10-1999, art. 1, BS 30-10-1999)>
Art. 76, 76bis, 77
Onderafdeling 2. - (Organisatie - Vertegenwoordiging). <Ingevoegd bij W 1999-05-04/03, art. 4, Inwerkingtreding : 01-11-1999 (KB 26-10-1999, art. 2, BS 30-10-1999)>
Art. 78-82
Art. 82 TOEKOMSTIG RECHT
Art. 83-85
Onderafdeling 3. - (Adviesprocedure). <Ingevoegd bij W 1999-05-04/03, art. 41, Inwerkingtreding : 01-11-1999 (KB 26-10-1999, art. 1, BS 30-10-1999)>
Art. 86-89
Afdeling III. - (Nationale Kamer van notarissen). <Ingevoegd bij W 1999-05-04/03, art. 41, Inwerkingtreding : 01-11-1999 (KB 26-10-1999, art. 1, BS 30-10-1999)>
Art. 90-92
Afdeling IV. - (Nietigverklaring en verhaal). <Ingevoegd bij W 1999-05-04/03, art. 41, Inwerkingtreding : 01-11-1999 (KB 26-10-1999, art. 1, BS 30-10-1999)>
Art. 93-94, 94bis
TITEL IV. [1 - Tucht, bewarende en ondersteunende maatregelen.]1
Afdeling I. [1 - Bewarende en ondersteunende maatregelen opgelegd door de kamer van notarissen.]1
Art. 95-97, 97bis
Afdeling II. [1 - Organen bevoegd voor de vervolging in tuchtzaken.]1
Art. 97ter, 97quater, 98
Afdeling IIbis. [1 - Procedure voor de vervolging in tuchtzaken.]1
Art. 98bis, 99-103
Afdeling IIter. [1 - Gevolgen van de tuchtstraf ten aanzien van de plaatsvervanging.]1
Art. 104-107
Afdeling III.
Art. 108-111
Afdeling IV.
Art. 112-113
TITEL V. - (Algemene bepalingen). <Ingevoegd bij W 1999-05-04/03, art. 43, Inwerkingtreding : 01-11-1999 (KB 26-10-1999, art. 1, BS 30-10-1999)>
Art. 114-117, 117bis, 118-121



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:





Artikels:

TITEL I. - Notarissen en notariële akten.
Afdeling I. - Ambt, ambtsgebied en plichten van de notarissen.
Artikel 1.Notarissen zijn openbare ambtenaren, aangesteld om alle akten en contracten te verlijden waaraan partijen de authenticiteit van overheidsakten moeten of willen doen verlenen, de dagtekening ervan te verzekeren, ze in bewaring te houden en er grossen en uitgiften van af te geven.
  (Onder voorbehoud van de rechten der openbare overheid zijn alleen zij bevoegd om onroerende goederen, renten en hypothecaire schuldvorderingen openbaar te verkopen. De toewijzing mag niet dan aan de hoogst- en laatstbiedende geschieden.) <W 16-04-1927, art. 1, BS 27-04-1927>
  [1 De notaris licht elke partij altijd volledig in over de rechten, verplichtingen en lasten die voortvloeien uit de rechtshandelingen waarbij hij betrokken is en geeft aan alle partijen op onpartijdige wijze raad.
   Onder voorbehoud van de rechten der openbare overheid en behoudens andersluidende wettelijke bepaling is de notaris bevoegd voor de waarmerking van gedematerialiseerde gegevens en documenten, in het bijzonder op het vlak van de herkomst van de gegevens en documenten, en om er gewaarmerkte afschriften of uittreksels van af te leveren, al dan niet in gedematerialiseerde vorm, die de conformiteit bevestigen met het oorspronkelijk gegeven of document. De notaris is tevens bevoegd om, al dan niet in gedematerialiseerde vorm, de identiteit en de elektronische of manuele handtekening van personen te waarmerken. De in dit lid bedoelde waarmerkingen vereisen geen authentieke akte en zijn niet onderworpen aan de wettelijke en reglementaire bepalingen betreffende de notariële akten.]1
  ----------
  (1)<W 2019-05-05/19, art. 110, 025; Inwerkingtreding : 29-06-2019>

Art. 1bis. [1 § 1. Het notarisambt kan worden uitgeoefend als notaris-titularis overeenkomstig artikel 45, als toegevoegde notaris overeenkomstig de artikelen 49bis en 49ter of als geassocieerde notaris met een notaris-titularis overeenkomstig artikel 52, § 2.
   De notaris-titularis en de geassocieerde notaris oefenen hun ambt uit als zelfstandigen. De toegevoegde notaris oefent het ambt uit als loontrekkende.
   § 2. Behoudens uitdrukkelijke afwijking of verduidelijking zijn de bepalingen van deze wet die gelden voor de notarissen, zowel van toepassing op de notarissen-titularis, als op de geassocieerde en toegevoegde notarissen.
   Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing voor de bepalingen die zijn voorgeschreven door of krachtens andere wetgevende teksten betreffende de bevoegdheid en de opdrachten van de notarissen en alle reglementaire bepalingen met betrekking tot de uitoefening van het notarisambt, met inbegrip van de notariële deontologie en tucht.
   In afwijking van het eerste lid zijn de bepalingen van Titel II slechts van toepassing op de toegevoegde notaris voor zover dit uitdrukkelijk bepaald is.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij W 2022-11-22/06, art. 2, 034; Inwerkingtreding : 01-01-2023>


Art.2.<W 1999-05-04/03, art. 2, Inwerkingtreding : 01-01-2000> Notarissen worden aangesteld tot de leeftijd van [1 zeventig]1 jaar.
  Een jaar voor het bereiken van deze leeftijdsgrens worden [2 de notarissen-titularis]2 als ontslagnemend beschouwd zodat met de procedure om te voorzien in hun vervanging een aanvang kan worden genomen.
  Een [2 notaris-titularis]2 die voordien zijn ontslag indient, wordt vanaf de aanvaarding als ontslagnemend beschouwd. Deze ontslagnemende notaris kan, wanneer dit hem wordt toegestaan, zijn ambt uitoefenen tot de eedaflegging van zijn opvolger of tot de kennisgeving van het koninklijk besluit waarbij zijn standplaats wordt opgeheven.
  ----------
  (1)<W 2017-07-06/24, art. 163, 018; Inwerkingtreding : 03-08-2017>
  (2)<W 2022-11-22/06, art. 3, 034; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art.3.Zij zijn verplicht hun [1 ambt]1 te verlenen wanneer zij daartoe worden verzocht.
  ----------
  (1)<W 2022-11-22/06, art. 4, 034; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art.4.Iedere notaris moet [1 kantoor]1 houden in de standplaats hem door de (Koning) aangewezen. Bij overtreding wordt hij als ontslagnemend beschouwd; dientengevolge kan de (...) Minister van Justitie, na advies van de rechtbank, (aan de Koning) voorstellen hem te vervangen. <W 09-04-1980, art. 1, § 1, 1°, BS 06-05-1980>
  [2 De standplaats van de notaris is de gemeente. Wanneer het grondgebied van de gemeente over verschillende gerechtelijke kantons is ingedeeld, dan is de standplaats van de notaris het deel van de gemeente gelegen in een specifiek gerechtelijk kanton. In geval van fusie of wijziging van gemeentes wordt de standplaats van de notaris de volledige gefusioneerde of nieuwe gemeente, in voorkomend geval beperkt tot een specifiek gerechtelijk kanton.]2
  ----------
  (1)<W 2017-07-06/24, art. 164, 018; Inwerkingtreding : 03-08-2017>
  (2)<W 2022-11-22/06, art. 5, 034; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art.5.<W 1999-05-04/03, art. 3, Inwerkingtreding : 01-01-2000, met uitzondering van § 1, Inwerkingtreding : 01-11-1999 (KB 26-10-1999, art. 1, MB 30-10-1999)> § 1. Notarissen oefenen hun ambt uit binnen het gerechtelijk arrondissement waarin hun standplaats gelegen is. De notarissen met standplaats [1 in de kantons [2 Limburg]2, [3 Spa]3, [2 het eerste kanton Verviers]2 en het tweede kanton Verviers]1 of in het gerechtelijk arrondissement Eupen oefenen evenwel hun ambt uit [1 in de hier genoemde gebiedsomschrijvingen]1.
  [4 In de gevallen waarin de wet de verschijning via videoconferentie met het oog op een gedematerialiseerde akte toelaat, verschijnen de partijen virtueel binnen het ambtsgebied van de instrumenterende notaris.]4
  § 2. Notarissen mogen niettemin akten verlijden buiten hun ambtsgebied in de gevallen dat de partijen enkel door persoonlijke verschijning kunnen optreden in de akte en zij in de akte de verklaring afleggen dat zij fysiek [4 of juridisch]4 niet in staat zijn zich te verplaatsen naar het kantoor van de instrumenterende notaris.
  ----------
  (1)<W 2013-12-01/01, art. 125, 010; Inwerkingtreding : onbepaald en uiterlijk op 01-04-2014, zie W 2014-05-08/02, art. 119, 014; Inwerkingtreding : 01-04-2014>
  (2)<W 2017-12-25/08, art. 2,1°,3°, 021; Inwerkingtreding : 01-06-2018>
  (3)<W 2017-12-25/08, art. 2, 2°, 021; Inwerkingtreding : onbepaald en uiterlijk op 01-01-2020>
  (4)<W 2022-11-22/06, art. 6, 034; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art.6.<KB213 1935-12-13/30, art. 1> Het is de notaris verboden :
  1° (zijn bediening uit te oefenen buiten zijn ambtsgebied, behalve in de in artikel 5, § 2, bedoelde gevallen;) <W 1999-05-04/03, art 4, A), Inwerkingtreding : 01-01-2000>
  2° (een kantoor of een [1 antenne]1 te hebben buiten zijn standplaats, behoudens het geval bedoeld in artikel [1 52, § 1 en § 1/1]1;) <W 1999-05-04/03, art 4, B), Inwerkingtreding : 01-01-2000>
  3° zich van een stroman te bedienen voor handelingen die hij niet zelf mag verrichten;
  4° in de akten die hij verlijdt, zijn klerken te laten optreden anders dan om zich sterk te maken voor een bepaald persoon of ingevolge een algemene of bijzondere schriftelijke lastgeving;
  5° in enigerlei hoedanigheid in te staan of zich borg te stellen voor de leningen die hij gelast is vast te stellen;
  6° zelf of door een tussenpersoon handel te drijven;
  7° zelf of door een tussenpersoon zaakvoerder, gemachtigd bestuurder of vereffenaar te zijn van een [2 nijverheids- of handelsonderneming]2;
  8° (zelf of door een tussenpersoon bestuurder te zijn [2 ...]2 van een nijverheids- of handelsonderneming, tenzij hij daartoe vergunning heeft gekregen van de minister van Justitie;) <W 1999-05-04/03, art 4, C), Inwerkingtreding : 01-01-2000>
  9° op eigen naam of door een tussenpersoon fondsen die hij in bewaring ontvangen heeft, te eigen bate te beleggen;
  10° biljetten of schuldbekentenissen te laten ondertekenen, waarin de naam van de schuldeiser oningevuld is gebleven;
  [2 11° een akte te verlijden zonder geprovisioneerd te zijn.]2
  De in 7° en 8° vermelde verbodsbepalingen zijn niet van toepassing op de mandaten in verenigingen of instellingen in verband met zijn beroep.
  ----------
  (1)<W 2017-07-06/24, art. 165, 018; Inwerkingtreding : 03-08-2017>
  (2)<W 2022-11-22/06, art. 7, 034; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art.7. <W 09-04-1980, art. 1, § 1, 2°, BS 06-05-1980> Het ambt van notaris is, behoudens de onverenigbaarheden als bedoeld in het Gerechtelijk Wetboek, de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973 en de bijzondere wetten, onverenigbaar met het ambt van ontvanger der directe of indirecte belastingen en het ambt van commissaris van politie.

Afdeling II. - Akten en vorm van de akten; minuten, grossen, uitgiften en repertoria.
Art.8.<KB213 1935-12-13/30, art. 1> De notarissen mogen geen akten verlijden waarin zij zelf [2 of een andere notaris van het kantoor]2, [2 de echtgenoot of wettelijk samenwonende of de bloed- of aanverwanten]2, in de rechte lijn zonder onderscheid van graad, en (in de zijlijn tot en met de [1 tweede]1 graad), [2 van één van deze notarissen]2 partij zijn of waarin enige bepaling [2 ten voordele van deze personen]2 voorkomt. <W 01-03-1950, art. 2, BS 15-03-1950> <W 1999-05-04/03, art. 5, Inwerkingtreding : 01-01-2000>
  De bovenstaande bepaling geldt niet voor de notulen van de algemene vergadering van aandeel- of obligatiehouders van een [2 vennootschap met beperkte aansprakelijkheid]2, tenzij [2 in het eerste lid bedoelde persoon]2 lid van het bureau, bestuurder, [2 ...]2 commissaris of vereffenaar van de vennootschap is. <W 01-03-1950, art. 2, BS 15-03-1950>
  ----------
  (1)<W 2017-07-06/24, art. 166, 018; Inwerkingtreding : 03-08-2017>
  (2)<W 2022-11-22/06, art. 8, 034; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art.9.[1 § 1. De akten worden verleden voor één of meer notarissen. Behoudens de gevallen waarin is voorzien in de aanstelling van de notaris door de rechtbank, kan elke partij vrij een notaris aanwijzen.
   Wanneer een notaris tegenstrijdige belangen of de aanwezigheid van onevenwichtige bedingen vaststelt, vestigt hij hierop de aandacht van de partijen en deelt hen mee dat elke partij de vrije keuze heeft om een andere notaris aan te wijzen of zich te laten bijstaan door een raadsman. De notaris maakt hiervan melding in de notariële akte.
   § 2. Twee notarissen die gehuwd of wettelijk samenwonend zijn met elkaar, bloed- of aanverwant zijn in een bij artikel 8 verboden graad of in hetzelfde kantoor het notarisambt uitoefenen, mogen niet samen eenzelfde akte verlijden zoals bedoeld in artikel 10, eerste lid.
   Wanneer een akte voor meerdere notarissen wordt verleden, moet de naam van de notaris in wiens kantoor het repertorium wordt gehouden waarin de minuut ervan wordt ingeschreven, worden vermeld.
   § 3. [2 Een akte kan ook op afstand worden verleden voor twee of meer notarissen, waarbij de partijen of hun vertegenwoordiger of gemachtigde en de andere tussenkomende personen fysiek verschijnen voor de notaris van hun keuze en via videoconferentie het verlijden van de akte bijwonen, na akkoord van alle betrokkenen. In dat geval kan de akte worden verleden in gedematerialiseerde vorm overeenkomstig artikel 18quinquies, § 2, 2° tot 5°, ongeacht het voorwerp van de akte. De verschijnende partijen en tussenkomende personen die niet voldoen aan de vereisten van artikel 18quinquies, § 2, 2°, of, indien de akte op papier wordt verleden, die niet bij de minuuthouder aanwezig zijn, worden vertegenwoordigd bij volmacht bij de ondertekening van de akte.
   De akte kan tevens worden verleden in gedematerialiseerde vorm overeenkomstig de in het eerste lid vermelde bepalingen door één notaris die alleen instrumenteert, voor zover de partijen of hun vertegenwoordiger of gemachtigde en de andere tussenkomende personen fysiek verschijnen voor deze notaris.
   Het eerste en het tweede lid zijn niet van toepassing op het verlijden van testamenten in authentieke of internationale vorm, herroepingen daarvan of contractuele erfstellingen bij afzonderlijke akte, die op papier moeten worden verleden.]2
   § 4. De gerechtelijke opdrachten waarmee een notaris van het kantoor wordt belast, kunnen van rechtswege en zonder nieuwe aanwijzing, uitgevoerd worden door de andere notarissen van het kantoor.
   Wanneer de aangestelde notaris het kantoor verlaat, worden de gerechtelijke opdrachten waarmee hij was belast verder uitgevoerd door de andere notarissen van het kantoor, behalve indien de notaris die het kantoor verlaat zijn ambt en gerechtelijke opdrachten verderzet binnen dezelfde standplaats zonder onderbreking van zijn benoeming of aanstelling.]1
  ----------
  (1)<W 2022-11-22/06, art. 9, 034; Inwerkingtreding : 01-01-2023>
  (2)<W 2024-03-28/60, art. 1, 036; Inwerkingtreding : 08-04-2024>



Art.10.[1 De akte moet worden verleden door twee notarissen wanneer één van de partijen niet in staat is te ondertekenen of niet kan ondertekenen, blind of doofstom is.
   Het internationaal testament wordt verleden voor een of meer notarissen, bijgestaan door twee getuigen.
   De getuigen moeten de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt en kunnen ondertekenen.
   Mogen geen getuigen zijn, de notaris die het notarisambt uitoefent in hetzelfde kantoor als de instrumenterende notaris, noch de echtgenoot, de wettelijk samenwonende, de bloed- of aanverwanten in een bij artikel 8 verboden graad, de klerken en de personeelsleden, hetzij van één van deze notarissen, hetzij van één van de partijen. Echtgenoten of wettelijk samenwonenden mogen geen getuige zijn bij eenzelfde akte.
   Daarenboven mogen de legatarissen, ten welken titel ook, hun echtgenoot of wettelijk samenwonende, hun bloed- of aanverwanten in een bij artikel 8 verboden graad, noch hun personeelsleden, bij een internationaal testament, als getuige optreden.]1
  ----------
  (1)<W 2022-11-22/06, art. 10, 034; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art.11. <W 2007-03-01/37, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 24-03-2007> De naam, voornamen, plaats en datum van geboorte en woonplaats van de ondertekenende partijen moeten de notaris bekend zijn of hem worden aangetoond met in de akte te vermelden bewijskrachtige identiteitsbewijzen of hem in de akte worden geattesteerd door twee hem bekende personen, die de vereiste hoedanigheid bezitten om instrumentair getuige te zijn.

Art.12.<W 1999-05-04/03, art. 9, Inwerkingtreding : 01-01-2000> [2 Alle akten vermelden de naam, de [5 ...]5 voornaam en de standplaats van de notaris die ze [3 verlijdt]3. [5 ...]5 De partijen worden in de akte vermeld met hun naam, gevolgd door hun voornamen, hun plaats en datum van geboorte en hun woonplaats. De partijen die beschikken over een rijksregisternummer of aan wie een identificatienummer van het bisregister werd toegekend in uitvoering van artikel 4, § 2, van de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid, worden tevens met dit nummer vermeld, behoudens wanneer de akte wordt verleden buiten het kantoor van de notaris en het nummer niet beschikbaar is op het voorgelegde identiteitsbewijs. Ingeval de waarmerking op basis van de identiteitskaart gebeurt, volstaan de eerste twee voornamen in de plaats van de opname van alle voornamen. De voornamen worden vermeld in de volgorde waarin zij voorkomen in het stuk op grond waarvan de identificatie is gebeurd.]2 [4 Van comparanten die enkel als vertegenwoordiger of gemachtigde optreden, of die enkel bijstand verlenen, dienen enkel de naam, voornamen en woonplaats te worden vermeld. Wanneer de [5 vertegenwoordiger of gemachtigde]5 een medewerker is van een notariskantoor, in die hoedanigheid aangesteld, kan de vermelding van de woonplaats van de [5 vertegenwoordiger of gemachtigde]5worden vervangen door een keuze van woonplaats op de zetel van het notariskantoor.]4
  De akten vermelden eveneens de namen, de gebruikelijke voornamen en de woonplaats van de in de artikelen 10 en 11 bedoelde getuigen, alsook de plaats waar en de datum waarop de akten worden verleden. [4 Voor de akten die worden verleden in gedematerialiseerde vorm, is de datum van de akte de datum die is vervat in de elektronische handtekening van de notaris en is de plaats van de akte de plaats waar zij wordt ondertekend door deze notaris.]4
  ([4 De]4 bedragen die het voorwerp uitmaken van een betalingsverplichting worden voluit geschreven). De volmachten van de contractanten worden aan de minuut gehecht [5 , uiterlijk voor de neerlegging van de akte in de in artikel 18 bedoelde Notariële Aktebank]5. In het geval dat de instrumenterende notaris de minuut van gezegde volmacht bewaart, [5 indien hij het brevet of de uitgifte ervan reeds aan een akte van zijn ambt gehecht heeft of indien de gedematerialiseerde minuut of het gedematerialiseerd afschrift van de volmacht is opgenomen in de Notariële Aktebank]5, moet de volmacht niet aan de minuut worden gehecht. <W 2007-03-01/37, art. 5, 2°, 003; Inwerkingtreding : 24-03-2007>
  De akte wordt toegelicht. De vermeldingen bedoeld in het eerste lid en [3 in]3 het tweede lid worden altijd integraal voorgelezen, alsook de wijzigingen die werden aangebracht aan het vooraf meegedeelde ontwerp van de akte.
  De akte wordt steeds integraal voorgelezen in de gevallen bedoeld in artikel 10, alsook wanneer het ontwerp van de akte niet tijdig aan de partijen en aan de tussenkomende personen voorafgaandelijk meegedeeld werd.
  Het ontwerp van de akte wordt, behoudens andersluidende verklaring aangebracht door een partij, geacht tijdig te zijn ontvangen wanneer de partijen deze minstens vijf werkdagen voor het verlijden van de akte hebben [3 meegedeeld]3.
  Van de toelichting van de akte, van de datum waarop de partijen in voorkomend geval vooraf kennis hebben gekregen van het ontwerp van de akte en van de gedeeltelijke of integrale voorlezing van de akte wordt in het slot van de akte melding gemaakt.
  ----------
  (1)<W 2009-05-06/03, art. 18, 007; Inwerkingtreding : 29-05-2009>
  (2)<W 2013-12-21/26, art. 38, 011; Inwerkingtreding : 10-01-2014>
  (3)<W 2017-07-06/24, art. 169, 018; Inwerkingtreding : 03-08-2017>
  (4)<W 2021-07-12/01, art. 25, 030; Inwerkingtreding : 25-07-2021>
  (5)<W 2022-11-22/06, art. 11, 034; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art.13.<W 10-07-1951, enig art., BS 22-07-1951> [2 § 1.]2 [1 Notariële akten worden onuitwisbaar, leesbaar, zonder verkortingen, witte vakken, gapingen of tussenruimten opgemaakt, onverminderd de artikelen 971 tot 998 en 1001 van het Burgerlijk Wetboek betreffende de testamenten; op ieder enkel of dubbel blad van een akte die meer dan één blad beslaat, wordt vermeld welk nummer het heeft. Deze vermelding wordt geparafeerd of getekend door alle ondertekenaars van de akte, tenzij hun paraaf of handtekening reeds op het blad voorkomt; een en andere onder verantwoordelijkheid van de notaris en op straffe van 2,50 euro geldboete te zijnen laste.]1
  [1 De Koning schrijft, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de nodige maatregelen voor om de onveranderlijkheid, de vertrouwelijkheid en de bewaring van notariële akten te waarborgen [2 en kan bijkomende nadere regels bepalen voor de opmaak van de akten die in gedematerialiseerde vorm mogen worden verleden]2.]1
  [2 § 2. Met uitzondering van de oprichting van een stichting via testament, kunnen de authentieke [3 oprichtings- of wijzigingsakten]3 van rechtspersonen in gedematerialiseerde vorm worden verleden [3 , al dan niet op afstand]3. De bepalingen van [3 artikel 18quinquies, § 2, 1° tot 6°]3, zijn van toepassing op deze akten en de Koning kan bijkomende nadere regels van opmaak en bewaring bepalen.
   [3 ...]3 Het elektronisch platform dat hiervoor ter beschikking wordt gesteld, wordt beheerd door de Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat.
   De partijen bij een [3 in het eerste lid bedoelde akte]3 die de hoedanigheid hebben van burger van een EU-lidstaat, kunnen bovendien gebruik maken van elk ander elektronisch identificatiemiddel dat hetzij is uitgegeven op grond van een stelsel voor elektronische identificatie dat door België is goedgekeurd, hetzij is uitgegeven in een andere lidstaat en ten behoeve van de grensoverschrijdende authenticatie is erkend overeenkomstig artikel 6 van Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt en tot intrekking van Richtlijn 1999/93/EG, voor zover dit identificatiemiddel een gelijkwaardig niveau van identificatie en authenticatie mogelijk maakt als de identificatiemiddelen vermeld in artikel 18quinquies, § 2, 2°. Zij tekenen in dat geval de akte met een gekwalificeerde elektronische handtekening die wordt gegenereerd via het in het tweede lid bedoelde elektronisch platform. Huidig lid is eveneens van toepassing op de volmachten in gedematerialiseerde vorm die worden verleend door dezelfde personen met het oog op de ondertekening van [3 een in het eerste lid bedoelde akte]3, wanneer deze de authentieke vorm aannemen.
   In de gevallen bedoeld in het tweede en het derde lid, kan de notaris de fysieke verschijning van een partij eisen:
   1° indien er redenen zijn om te vermoeden dat er identiteitsfraude is gepleegd;
   2° indien dit noodzakelijk is om de naleving te controleren van de regels aangaande de handelingsbekwaamheid van de partij of aangaande haar bevoegdheid om de rechtspersoon voor wiens rekening zij optreedt te vertegenwoordigen.
   § 3. Wanneer een gedematerialiseerde minuut wordt aangevuld met latere voet- of kantmeldingen, bijvoegingen of aanhechtingen, geschieden deze aanvullingen onder de vorm van een afzonderlijke toevoeging van de melding of het stuk onder het NABAN-nummer van de akte in de Notariële Aktebank. Indien de toevoeging het repertoriumnummer van de akte betreft, volstaat de toevoeging hiervan als metagegeven bij de akte.]2
  ----------
  (1)<W 2009-05-06/03, art. 19,1°,2°, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
  (2)<W 2021-07-12/01, art. 26, 030; Inwerkingtreding : 01-08-2021>
  (3)<W 2022-11-22/06, art. 12, 034; Inwerkingtreding : 26-06-2023>

Art.14. (De akten worden ondertekend door de partijen, de getuigen en de notaris. Van de ondertekening wordt melding gemaakt in het slot van de akte.) <W 16-12-1922, enig art., BS 22-12-1922>
  Indien de partijen niet kunnen tekenen of daartoe niet in staat zijn, maakt de notaris in het slot van de akte melding van hun verklaringen dienaangaande.

Art.15. Renvooien of bijvoegingen mogen, behoudens de hierna bepaalde uitzondering, slechts op de kant van de akte geschreven worden; zij worden zowel door de notarissen als door de andere ondertekenaars getekend of geparafeerd, op straffe van nietigheid van die renvooien of bijvoegingen. Indien een renvooi wegens zijn omvang aan het slot van de akte moet geplaatst worden, moet het niet alleen getekend of geparafeerd worden, zoals de renvooien op de kant, maar ook nog uitdrukkelijk goedgekeurd door de partijen, op straffe van nietigheid van het renvooi.

Art.16.Overschrijvingen, tussenregels en bijvoegingen in het lichaam van de akte zijn niet geoorloofd; de over- of tussengeschreven woorden alsmede de bijgevoegde woorden zijn nietig. Indien er woorden moeten worden doorgehaald, moet dit op zodanige wijze geschieden dat hun getal op de kant van dezelfde bladzijde of aan het slot van de akte kan vermeld worden en goedgekeurd gelijk de renvooien op de kant; alles op straffe van [1 1,25 euro]1 geldboete ten laste van de notaris, van schadeloosstelling en zelfs van afzetting in geval van bedrog. (NOTA : lezen 1,25 euro als bedoeld in art. 3 W 2000-06-26/42)
  [1 Uiterlijk vóór de [3 hypothecaire overschrijving van de akte]3 of, indien het een akte betreft die niet aan deze formaliteit van overschrijving is onderworpen, vóór de registratie ervan, kan de instrumenterende notaris, onder zijn verantwoordelijkheid, verbeteringen of aanvullingen aanbrengen aan de voet van de minuut om een materiële vergissing of vergetelheid recht te zetten, zonder afbreuk te doen aan de draagwijdte van de overeenkomst. Elke latere uitgifte van de akte vermeldt deze verbeteringen of aanvullingen.]1
  ----------
  (1)<W 2013-12-21/26, art. 80, 011; Inwerkingtreding : 01-04-2014>
  (2)<W 2022-11-22/06, art. 13, 034; Inwerkingtreding : 01-01-2023>
  (3)<W 2023-12-22/05, art. 3, 035; Inwerkingtreding : 08-01-2024>

Art.17.
  <Opgeheven bij W 2022-11-22/06, art. 14, 034; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art.18.[2 § 1. Een gedematerialiseerd afschrift van elke akte die is verleden overeenkomstig de bepalingen van artikel 13, [3 § 1,]3 eerste lid, wordt bewaard in een daartoe bestemde Notariële Aktebank die wordt beheerd door de Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat. Het gedematerialiseerd afschrift moet binnen de termijn die is voorgeschreven voor de aanbieding ter registratie, overeenkomstig artikel 32 van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten van de akte worden neergelegd en opgenomen in de Notariële Aktebank. Dit afschrift heeft dezelfde bewijswaarde als de eerste uitgifte van de minuut op papier.
   Deze bepaling geldt niet voor testamenten, herroepingen van testament en contractuele erfstellingen bij afzonderlijke akte.
   Minstens eenmaal per jaar wordt in opdracht van de Nationale Kamer van notarissen een audit uitgevoerd van de Notariële Aktebank, onder meer met betrekking tot de conformiteit met de wettelijke vereisten, de integriteit en de technische aspecten ervan. De Nationale Kamer van notarissen brengt verslag uit aan de minister van Justitie over de resultaten van de audit en de gevolgen die de beheerder van de Notariële Aktebank er aan geeft.
   § 2. De Koning bepaalt, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, op advies van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, ingericht door de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens, en na advies van de Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat, met eerbiediging van artikel 23 en van artikel 458 van het Strafwetboek, de wijze waarop en de voorwaarden waaronder de Notariële Aktebank wordt ingericht, beheerd en georganiseerd, de toegang ertoe en de modaliteiten van opstelling van de gedematerialiseerde afschriften.
  ----------
  (1)<Hersteld bij W 2013-12-21/26, art. 81, 011; Inwerkingtreding : 01-04-2014>
  (2)<W 2019-05-05/19, art. 111, 025; Inwerkingtreding : 29-06-2019>
  (3)<W 2021-07-12/01, art. 27, 030; Inwerkingtreding : 01-08-2021>

Art. 18bis. [1 De in authentieke vorm verleden testamenten, herroepingen van testament en contractuele erfstellingen bij afzonderlijke akte, worden binnen de vijftien dagen na het verlijden van de akte enkel ingeschreven in de Notariële Aktebank, zonder dat een gedematerialiseerd afschrift wordt neergelegd.
   Een gedematerialiseerd afschrift van de in het eerste lid vermelde akten zal worden neergelegd in de Notariële Aktebank die beheerd wordt door de Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat bij de aanbieding ter registratie van de akte.]1
  ----------
  (1)<W 2019-05-05/19, art. 112, 025; Inwerkingtreding : 29-06-2019>


Art. 18ter.[1 In de Notariële Aktebank worden tevens neergelegd en bewaard :
   1° alle gegevens en documenten die door de notaris samen met een uitgifte van een notariële akte waarop zij betrekking hebben, dienen te worden aangeboden aan of neergelegd bij een overheidsinstantie;
   2° het registratierelaas en, in voorkomend geval, de gelijkaardige afzonderlijke berichten met betrekking tot regionale registratierechten van de overeenkomstig artikel 18 en 18bis in de Notariële Aktebank neergelegde akten;
   3° in voorkomend geval, het relaas of bewijs van de vervulling van een hypothecaire formaliteit van de overeenkomstig artikel 18 in de Notariële Aktebank neergelegde akten;
   4° latere meldingen op en bijvoegingen of aanhechtingen aan de overeenkomstig artikel 18 en 18bis in de Notariële Aktebank neergelegde akten.
   De Koning bepaalt, na advies te hebben ingewonnen van de minister van Financiën, de modaliteiten van de neerlegging, de bewaring en de toegang tot de gegevens en documenten bedoeld in het vorige lid.
   De Notariële Aktebank geldt als authentieke bron voor de in het eerste lid bepaalde gegevens en documenten.
   De plannen die ingevolge aanhechting of neerlegging deel uitmaken van overeenkomstig de artikelen 18, 18bis en 18ter in de Notariële Aktebank neer te leggen akten, moeten niet opgenomen worden in deze Notariële Aktebank, op voorwaarde dat in een verklaring in de akte of in een ondertekende verklaring onderaan de akte, de partijen of de instrumenterende notaris in hun naam:
   1° bevestigen dat ze opgenomen zijn in de databank van plannen van afbakening van de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie, zonder nadien te zijn gewijzigd;
   2° de referte ervan in deze databank vermelden.]1
  [2 Voor de akten die in gedematerialiseerde vorm verleden worden, geldt de vermelding van de in het vierde lid bedoelde referte als aanhechting of neerlegging in de gevallen waarin deze zijn vereist.]2
  ----------
  (1)<W 2019-05-05/19, art. 113, 025; Inwerkingtreding : 29-06-2019>
  (2)<W 2022-11-22/06, art. 15, 034; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art. 18quater. [1 Voor de financiering van de inrichting en het onderhoud van de Notariële Aktebank, zoals bepaald door artikel 18, wordt een vergoeding aangerekend naar aanleiding van de neerlegging, waarvan de hoogte en de betalingsformaliteiten worden bepaald door de Koning na overleg in de Ministerraad.]1
  ----------
  (1)<W 2019-05-05/19, art. 114, 025; Inwerkingtreding : 29-06-2019>


Art. 18quinquies.[1 § 1. In afwijking van de artikelen 9, § 3, [2 13, § 1, en 20]2 kunnen de volmachten, met inbegrip van de zorgvolmachten bedoeld in artikel 490 van het Burgerlijk Wetboek, die krachtens de wet in authentieke vorm moeten worden verleden, [2 worden verleden in gedematerialiseerde vorm, op afstand of niet, overeenkomstig]2 de hierna volgende bepalingen.
   § 2. De volgende bepalingen zijn van toepassing op deze authentieke volmachten in gedematerialiseerde vorm :
   1° de partijen verschijnen voor de notaris [2 , fysiek en/of]2 via een videoconferentie, waarbij de voorschriften van artikel 1, derde lid, en van deze afdeling worden nageleefd, behoudens hetgeen in paragraaf 1 wordt vermeld;
   2° de partijen identificeren zich en ondertekenen de akte elektronisch aan de hand van een elektronische identiteitskaart als bedoeld in artikel 6 van de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters, de identiteitskaarten, de vreemdelingenkaarten en de verblijfsdocumenten, of van een digitale itsme ID; het gebruik van het rijksregisternummer is daarbij toegestaan. De Koning kan, op advies van de Koninklijke Federatie van het Belgisch notariaat, een of meer alternatieve middelen erkennen die een gelijkwaardig niveau van identificatie en authenticatie mogelijk maken en die beantwoorden aan de vereisten voorgeschreven door de artikelen 3, punten 11 en 12, en 26 van verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt en tot intrekking van Richtlijn 1999/93/EG;
   3° de notaris ondertekent de in gedematerialiseerde vorm verleden akte aan de hand van een elektronische identiteitskaart als bedoeld in artikel 6 van de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters, de identiteitskaarten, de vreemdelingenkaarten en de verblijfsdocumenten [3 of van elke andere overeenkomstig 2° toegelaten gekwalificeerde elektronische handtekening]3;
   4° op de minuut van deze in gedematerialiseerde vorm verleden akte zijn de voorschriften van de artikelen 18 en 18ter en van het in uitvoering van deze bepalingen genomen koninklijk besluit van 18 maart 2020 houdende de invoering van de Notariële Aktebank naar analogie van toepassing;
   5° de notaris is niet verplicht om de minuut te bewaren van deze in gedematerialiseerde vorm verleden akte nadat hij de bevestiging ontvangen heeft van de deponering van de akte in de Notariële Aktebank; de Notariële Aktebank geldt als authentieke bron voor de in gedematerialiseerde vorm verleden akten die erin opgenomen zijn;
   6° voor de toepassing van deze bepalingen is het van geen belang indien sommige of alle betrokken partijen bij de akte zich fysiek bevinden buiten het ambtsgebied van de notaris;
   7° de volmacht kan een medewerker van het notariskantoor dat zal worden gelast met het verlijden van de akte waarvoor de volmacht is bestemd, aanwijzen als lasthebber.
   § 3. De volmachten die krachtens de wet onderhands mogen worden opgesteld en die bestemd zijn om te worden aangewend voor de vertegenwoordiging bij een authentieke akte mogen in elektronische vorm worden aangeleverd mits zij elektronisch ondertekend zijn overeenkomstig de geldende voorschriften terzake.
   Met het oog op de aanhechting van deze volmachten aan de authentieke akte overeenkomstig artikel 12, derde lid, zal door de notaris een eensluidend verklaard afschrift van deze elektronisch ondertekende volmacht worden opgemaakt op papier overeenkomstig artikel 1, vierde lid.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij W 2020-04-30/03, art. 6, 026; Inwerkingtreding : 04-05-2020>
  (2)<W 2021-07-12/01, art. 28, 030; Inwerkingtreding : 01-08-2021>
  (3)<W 2022-11-22/06, art. 16, 034; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art. 18sexies.[1 In geval van identificatie van de personen in de akte en de notaris aan de hand van een elektronisch identificatiemiddel, in de gevallen waar de wet de akte in gedematerialiseerde vorm toelaat, evenals bij waarmerking van de identiteit overeenkomstig artikel 1, vierde lid, is het gebruik van hun rijksregisternummer door de instrumenterende notaris en, in zijn hoedanigheid van beheerder van het hiertoe aangewende platform, door de Koninklijke Federatie van het Belgisch notariaat toegestaan.
   Indien het gebruikte elektronisch identificatiemiddel, dat moet beantwoorden aan de vereisten voorgeschreven door artikel 1 van uitvoeringsverordening (EU) 2015/1502 van de Commissie van 8 september 2015 tot vaststelling van minimale technische specificaties en procedures betreffende het betrouwbaarheidsniveau voor elektronische identificatiemiddelen overeenkomstig artikel 8, lid 3, van Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt en tot intrekking van Richtlijn 1999/93/EG, geen foto bevat, is het de notaris en de Koninklijke Federatie van het Belgisch notariaat tevens toegestaan de foto op te halen in het Rijksregister met het oog op een correcte identificatie overeenkomstig de artikelen 1, vierde lid, en 11 [2 , evenals, in voorkomend geval, in de officiële registers van de andere landen voor zover de wetgeving van deze landen dit toelaat]2.
   De gegevens bedoeld in het eerste en het tweede lid, worden bewaard tot twintig jaar na de identificatie van de partijen door de notaris en worden vervolgens gewist.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij W 2020-12-20/02, art. 21, 029; Inwerkingtreding : 24-12-2020>
  (2)<W 2021-07-12/01, art. 29, 030; Inwerkingtreding : 01-08-2021>

Art.19.Alle notariële akten leveren bewijs op in rechte en zijn in het gehele (Rijk) uitvoerbaar. [1 De uitvoerbare kracht strekt zich uit tot alle verbintenissen die zijn aangegaan in de akte.]1 <W 09-04-1980, art 1, § 1, 6°, BS 06-05-1980>
  In geval van strafvordering wegens valsheid wordt de uitvoering van de van valsheid betichte akte niettemin geschorst door het arrest waarbij de Kamer van inbeschuldigingstelling (de zaak naar het Assisenhof verwijst of, ingeval van correctionalisering van het misdrijf, door de uitspraak van het gerecht dat de zaak naar de correctionele rechtbank verwijst); in geval van valsheidsincident kan de burgerlijke rechtbank, al naar de ernst van de omstandigheden, de uitvoering van de akte voorlopig schorsen. <W 09-04-1980, art 1, § 1, 7°, BS 06-05-1980>
  (Wanneer in een notariële akte wordt verwezen naar een vroeger verleden akte, zijn beide akten samen uitvoerbaar, mits zij voldoen aan [1 artikel 12, en mits in de meest recente akte bovendien de uitdrukkelijke, onvoorwaardelijke en specifieke verklaring van partijen wordt opgenomen, waarin zij]1 bevestigen dat beide akten één geheel vormen om samen [1 uitvoerbaar te zijn]1.) <W 1999-05-04/03, art. 10, Inwerkingtreding : 01-01-2000>
  ----------
  (1)<W 2017-07-06/24, art. 170, 018; Inwerkingtreding : 03-08-2017>

Art.20.De notaris is verplicht de minuut te bewaren van alle akten die hij verlijdt.
  Onder deze bepaling vallen echter niet de verklaringen betreffende het in leven zijn van personen, de volmachten, akten van bekendheid, kwijtingen van pachtgelden, huurgelden, lonen, pensioenuitkeringen en rentetermijnen, en andere eenvoudige akten die volgens de wet in brevet mogen worden uitgegeven.

Art. 20. (TOEKOMSTIG RECHT)  De notaris is verplicht de minuut te bewaren van alle akten die hij verlijdt.  [1 De notaris is niet verplicht om de minuut te bewaren van een in gedematerialiseerde vorm verleden akte nadat hij de bevestiging ontvangen heeft van de deponering van de akte in de in artikel 18 bedoelde Notariële Aktebank. De Notariële Aktebank geldt als authentieke bron voor de akten die erin opgenomen zijn.]1  [2 ...]2
  ----------
  (1)<W 2009-05-06/03, art. 21, 007; Inwerkingtreding : onbepaald >
  (2)<W 2013-12-21/26, art. 82, 011; Inwerkingtreding : 01-04-2014>

Art.21.[1 Alleen de notaris die de minuut bewaart, heeft het recht grossen en uitgiften af te geven; niettemin mag elke notaris afschriften uitreiken van akten die bij hem als minuut zijn neergelegd.
   Indien meer dan één notaris het ambt uitoefent in hetzelfde kantoor hebben zij, in afwijking van het eerste lid, elk het recht grossen en uitgiften af te geven van de akten opgemaakt door de andere notarissen van het kantoor of door hen in bewaring gehouden.
   Van de in de Notariële Aktebank opgenomen akten in gedematerialiseerde vorm, kunnen uitgiften en grossen enkel worden afgeleverd door de notarissen die hun ambt uitoefenen in het kantoor waarin het repertorium voorgeschreven door artikel 29, waarin deze akten zijn ingeschreven, wordt gehouden.
   Onverminderd het eerste tot het derde lid, is elke notaris steeds bevoegd om de eensluidendheid te waarmerken van afschriften van onderhandse documenten, ongeacht of deze in het kantoor opgemaakt zijn of niet.]1
  ----------
  (1)<W 2022-11-22/06, art. 17, 034; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art.22.<KB246 22-02-1936, art. 2, BS 29-02-1936> De notaris mag geen minuut uit handen geven, behalve in de gevallen bij de wet bepaald of krachtens een vonnis.
  Moet hij een [1 papieren minuut uit handen geven, waarvan geen gedematerialiseerd afschrift is opgenomen in de Notariële Aktebank bedoeld in artikel 18]1 dan laat hij daarvan een fotografische afdruk maken en deze wordt, na vergelijking met het origineel door de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg, die daarvan proces-verbaal opmaakt, in de plaats gesteld van de minuut tot dat deze wordt teruggegeven; de notaris mag er grossen of uitgiften van afgeven, met vermelding van het opgemaakte proces-verbaal. [1 Deze formaliteit is niet vereist wanneer een gedematerialiseerd afschrift van de minuut is opgenomen in de Notariële Aktebank, hetwelk als basis mag gebruikt worden voor de afgifte van grossen of uitgiften. Het proces-verbaal van de voorzitter van de rechtbank maakt dan enkel melding van de overhandiging van de minuut.]1
  [1 Moet hij een minuut in gedematerialiseerde vorm uit handen geven, dan wordt de rechterlijke beslissing hiertoe betekend aan de Koninklijke Federatie van het Belgisch notariaat, als beheerder van de Notariële Aktebank, met aanzegging aan de notaris. De toegang tot de gedematerialiseerde minuut neemt de vorm aan van een tijdelijk consultatierecht van de rechter of de door hem aangewezen deskundige in de Notariële Aktebank en nazicht van de maatregelen die werden genomen ter vrijwaring van de onveranderlijkheid en de wettelijke bewijswaarde van de akte.]1
  ----------
  (1)<W 2022-11-22/06, art. 18, 034; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art.23. De notaris mag evenmin zonder een beschikking van de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg uitgiften afgeven noch mededeling van een akte doen anders dan aan de onmiddellijke belanghebbende personen, hun erfgenamen of rechtverkrijgenden, op straffe van schadevergoeding, 100 frank geldboete en, in geval van herhaling, schorsing in zijn ambt gedurende drie maanden; behoudens evenwel de uitvoering van de wetten en verordeningen op het registratierecht en die betreffende de akten welke openbaar moeten worden gemaakt in de rechtbanken.> (NOTA : lezen 2,50 als bedoeld in art. 3. W 2000-06-26/42)

Art.24. In geval van dwanguitgifte wordt proces-verbaal opgemaakt door de notaris die de akte in bewaring heeft, tenzij de rechtbank die de uitgifte beveelt, deze taak opdraagt aan een van haar leden, een andere rechter of een andere notaris.

Art.25.Alleen de grossen worden in uitvoerbare vorm afgegeven; zij hebben hetzelfde hoofd en slot als de grossen van de vonnissen van de rechtbanken.
  (Bij de uitgifte of de grosse van een akte waarin wordt verwezen naar een vroeger verleden akte, moet een kopie van laatstgenoemde akte gevoegd worden.) <W 1999-05-04/03, art. 11, Inwerkingtreding : 01-01-2000>
  (Uitgiften en grossen kunnen worden ondertekend met een [1 gekwalificeerde elektronische handtekening in de zin van artikel 3.12. van verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt en tot intrekking van Richtlijn 1999/93/EG]1. In voormeld geval is de afdruk van het zegel bepaald in artikel 27 niet vereist.
  Behoudens andersluidende wettelijke bepaling, moeten de stukken die aan de minuut gehecht worden, niet opgenomen worden in de uitgifte, indien het gaat om een uitgifte ondertekend zoals bepaald in het derde lid, mits deze uitgifte onderaan vermeldt welke stukken aan de minuut gehecht zijn. In dit geval moet de kopie zoals bepaald in het tweede lid, niet gevoegd worden bij de grosse of uitgifte.) <W 2004-12-27/30, art. 272, Inwerkingtreding : 10-01-2005>
  ----------
  (1)<W 2018-09-20/14, art. 17, 022; Inwerkingtreding : 20-10-2018>

Art.26.Op de minuut maakt de notaris melding van de aangifte van een eerste grosse aan elk van de belanghebbende partijen; op straffe van afzetting mag hij hun geen tweede grosse afgeven dan krachtens een beschikking van de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg, welke beschikking aan de minuut gehecht moet blijven.
  [2 De aflevering van een grosse in elektronische vorm overeenkomstig artikel 25, derde lid, neemt de vorm aan van een inschrijving en neerlegging in een centraal register der grossen, dat wordt beheerd door de Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat. Van de op papier afgeleverde grossen wordt tevens melding gemaakt in dit register onder de vorm van een inschrijving. De doelstelling van dit register bestaat erin de afgifte van grossen in elektronische vorm aan de personen bedoeld in artikel 23 die belang hebben bij het opstarten van een procedure van gedwongen uitvoering mogelijk te maken, en toereikende maatregelen te nemen om zich te behoeden voor het gevaar van meervoudige gedwongen uitvoering van dezelfde schuldvordering.
   De toegang tot het centraal register der grossen staat open voor de notarissen in de uitoefening van hun ambt, de in artikel 23 bedoelde personen en de gerechtsdeurwaarders die gelast worden met de gedwongen tenuitvoerlegging van de akte. De modaliteiten, de wijze en de voorwaarden van inrichting, beheer, organisatie en raadpleging van het register worden bepaald door de Koning. Te dien einde zal de Koning onder meer kunnen bepalen welke identiteitsgegevens van de hiervoor vermelde toegangsgerechtigde personen dienen te worden bewaard met de inschrijving van de grosse, evenals van de instrumenterende notaris of gelaste gerechtsdeurwaarder. Hij zal tevens bepalen welke gegevens over de akte of grosse dienen te worden bewaard als zoekcriteria en om de gerechtsdeurwaarder toe te laten te beoordelen of de grosse nog uitvoerbaar is.
   De termijn voor het bewaren van de grossen en inschrijvingen door het centraal register der grossen, stemt overeen met de bewaringstermijn van de akten zelf, zoals bepaald in artikel 62, eerste lid.]2
  (2)<W 2022-11-22/06, art. 19, 034; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art.27.Ieder notaris moet een eigen zegel of stempel hebben met zijn [1 naam, de vermelding "Notaris" en zijn standplaats]1 alsook (het Rijkswapen) naar een eenvormig model. <W 09-04-1980, art. 1, § 1, 8°, BS 06-05-1980>
  De grossen en uitgiften van zijn akten dragen een afdruk van dat zegel.
  ----------
  (1)<W 2022-11-22/06, art. 20, 034; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art.28.(De notariële akten worden gelegaliseerd wanneer dit vereist is om ze te kunnen doen gelden buiten het grondgebied van het Rijk.) <W 10-07-1951, enig art., BS 22-07-1951>
  [1 De legalisatie wordt verricht door de minister van Buitenlandse Zaken.]1
  ----------
  (1)<W 2014-04-25/23, art. 95, 013; Inwerkingtreding : 24-05-2014>

Art.29.De notaris houdt repertorium van alle akten die hij verlijdt.
  (Wanneer de akte evenwel voor meerdere notarissen wordt verleden, wordt zij alleen ingeschreven in het repertorium van de notaris die de minuut bewaart [2 ...]2 .) <W 1999-05-04/03, art. 12, Inwerkingtreding : 01-01-2000>

Art. 29. (TOEKOMSTIG RECHT)  De notaris houdt repertorium van alle akten die hij verlijdt. [1 Hij houdt dit repertorium hetzij op papier hetzij op de gedematerialiseerde wijze die is vastgesteld door de Nationale Kamer van notarissen in een door de Koning goedgekeurd reglement.]1  (Wanneer de akte evenwel voor meerdere notarissen wordt verleden, wordt zij alleen ingeschreven in het repertorium van de notaris die de minuut bewaart [2 ...]2.) <W 1999-05-04/03, art. 12, Inwerkingtreding : 01-01-2000>
  ----------
  (1)<W 2009-05-06/03, art. 24, 007; Inwerkingtreding : onbepaald >
  (2)<W 2013-12-21/26, art. 83, 011; Inwerkingtreding : 01-04-2014>

Art.30. <Opgeheven bij KB64 1939-11-30/33, art. 290>

TITEL II. - (Organisatie van het notarisambt).
Afdeling I. - [1 Getal en spreiding van de kantoren, boekhouding en verzekering van de notarissen]1   ----------   (1)
Art.31.[1 Het getal en de spreiding van de notariskantoren in een arrondissement, evenals de standplaatsen ervan worden door de Koning derwijze bepaald dat er niet meer dan één notaris is per 9 000 inwoners.
   Vermindering van het aantal plaatsen met toepassing van het eerste lid geschiedt naar gelang van de vacatures; een plaats die openvalt in een arrondissement waar het aantal hoger is, kan evenwel niet worden opgeheven dan op eensluidend en met redenen omkleed advies van de tuchtkamer en van de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg. Die adviezen moeten ingewonnen telkens wanneer er een plaats openvalt en binnen een termijn van één maand na de aanvraag worden uitgebracht.
   Het aantal ingevulde plaatsen per gerechtelijk arrondissement kan nooit minder bedragen dan het aantal plaatsen bepaald met toepassing van het eerste lid, verminderd met één.
   De [4 ...]4 notarissen, die geen titularis zijn, worden niet begrepen onder het aantal notarissen dat met toepassing van het eerste en het tweede lid wordt vastgesteld.
   Voor de bepaling van het aantal notarissen worden de kantons [2 Limburg]2, [3 Spa]3, [2 het eerste kanton Verviers]2 en het tweede kanton Verviers en het gerechtelijk arrondissement Eupen geacht maar één arrondissement te vormen.]1
  ----------
  (1)<W 2013-12-01/01, art. 126, 010; Inwerkingtreding : onbepaald en uiterlijk op 01-04-2014>
  (2)<W 2017-12-25/08, art. 3, 1°, 3°, 021; Inwerkingtreding : 01-06-2018>
  (3)<W 2017-12-25/08, art. 3, 2°, 021; Inwerkingtreding : onbepaald en uiterlijk op 01-01-2020>
  (4)<W 2022-11-22/06, art. 21, 034; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art.32. Er mag niet worden overgegaan tot opheffing of vermindering van plaatsen dan ten gevolge van overlijden, ontslag of afzetting.
  (De besluiten tot opheffing of vermindering van plaatsen worden bij uittreksel in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt.
  Bij de oprichting van een standplaats of indien er tot een benoeming van een notaris-titularis moet worden overgegaan, of zodra een notaris als ontslagnemend wordt beschouwd als bepaald in artikel 2, alsmede bij overlijden of afzetting van een notaris, wordt de vacature bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.) <W 1999-05-04/03, art. 15, Inwerkingtreding : 01-01-2000>

Art.33.<KB213, 1935-12-13/30, art. 2> Ieder notaris moet boek houden van al hetgeen hij ontvangen en uitgegeven heeft naar aanleiding van een akte of een verrichting van zijn ambt dan wel voor rekening van cliënten of lastgevers.
  (Voor het geval dat notarissen hun [3 ambt]3 uitoefenen [3 binnen een professionele notarisvennootschap]3, wordt er één enkele boekhouding op naam van de vennootschap gevoerd.) <W 1999-05-04/03, art. 16, 1°, Inwerkingtreding : 01-01-2000>
  [3 Voor het geval dat notarissen hun ambt uitoefenen als toegevoegde notaris van een notaris-titularis, fysieke persoon, wordt er één enkele boekhouding op naam van de notaris-titularis gevoerd.]3
  [1 De boeken worden bewaard tot het verstrijken van het tiende jaar na de datum van afsluiting.]1
  Uit die boekhouding moet te allen tijde de toestand van het kantoor onmiddellijk kunnen worden gekend.
  [2 Teneinde de toestand van het kantoor te allen tijde onmiddellijk te kennen, verzamelt de Nationale Kamer van notarissen de boekhoudinformatie bedoeld in het eerste lid, op een elektronische en permanente wijze en niet beperkt in de tijd. Deze gegevens worden bewaard tot het verstrijken van het tiende jaar na de datum van verzameling.
   De aldus verzamelde gegevens worden verwerkt door de Nationale Kamer van notarissen die toezicht houdt op het naleven van de boekhoudkundige verplichtingen van de notaris. In het kader van dit toezicht kan de Nationale Kamer van notarissen alle noodzakelijke maatregelen nemen met een preventief of dwingend doel, onverminderd de bevoegdheid van de kamer van notarissen.
   De Nationale Kamer van notarissen kan een recht van toegang en verwerking toekennen van noodzakelijke gegevens aan de betrokken kamer van notarissen zodat deze haar wettelijke opdracht kan uitoefenen.
   De Nationale Kamer van notarissen bewaart de informatie met betrekking tot de toegang tot de gegevens tien jaar vanaf de toegang.
  [3 ...]3]2
  [1 ...]1
  Het toezicht op de boekhouding wordt bij koninklijk besluit geregeld.
  ----------
  (1)<W 2017-07-06/24, art. 171,1° en 3°, 018; Inwerkingtreding : 03-08-2017>
  (2)<W 2017-07-06/24, art. 171,2°, 018; Inwerkingtreding : 01-01-2020>
  (3)<W 2022-11-22/06, art. 22, 034; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art.34.[1 § 1. Elke notaris maakt een onderscheid tussen zijn eigen gelden en derdengelden.
   De gelden die notarissen in de uitoefening van hun beroep ontvangen ten behoeve van cliënten of derden worden gestort op een of meer rekeningen geopend op hun naam of op naam van hun notarisvennootschap, met vermelding van hun of haar hoedanigheid. Deze rekening of rekeningen worden geopend overeenkomstig de door de Nationale Kamer van notarissen vast te stellen regels.
   De notaris verhandelt gelden van cliënten of derden via deze rekening. Hij verzoekt cliënten of derden steeds om uitsluitend op deze rekening te betalen.
   Het beheer van deze rekening berust uitsluitend bij de notaris, onverminderd de aanvullende regels inzake verhandeling van gelden van cliënten of derden vastgesteld door de Nationale Kamer van notarissen.
  [3 Indien in het kantoor één of meer toegevoegde notarissen het ambt uitoefenen, maken zij voor de toepassing van dit artikel gebruik van de rekeningen geopend op naam van de notaris-titularis of, in geval van een professionele notarisvennootschap, op naam van de professionele notarisvennootschap.]3
   § 2. De in § 1 bedoelde rekeningen omvatten de derdenrekeningen en de rubriekrekeningen.
   De derdenrekening is een globale rekening waarop gelden worden ontvangen of beheerd die naar cliënten of derden moeten worden doorgestort.
   De rubriekrekening is een geïndividualiseerde rekening geopend met betrekking tot een bepaald dossier of voor een bepaalde cliënt.
   § 3. De derdenrekening en de rubriekrekening zijn rekeningen die zijn geopend bij een door de Nationale Bank van België op grond van de wet van [2 25 april 2014 op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen en beursvennootschappen]2 vergunde instelling of de Deposito- en Consignatiekas en die minstens voldoen aan de volgende eisen :
   1° de derdenrekening en de rubriekrekening mogen nooit een debetsaldo vertonen;
   2° op een derdenrekening of een rubriekrekening mag geen krediet, in welke vorm ook, worden toegestaan; die rekeningen kunnen nooit tot zekerheid dienen;
   3° elke schuldvergelijking, fusie of bepaling van eenheid van rekening tussen de derdenrekening, de rubriekrekening en andere bankrekeningen is uitgesloten; nettingovereenkomsten kunnen op deze rekeningen geen toepassing vinden.
   De Nationale Kamer van notarissen kan aanvullende regels inzake de verhandeling van gelden van cliënten of derden vaststellen.
   § 4. Behoudens uitzonderlijke omstandigheden stort de notaris de op zijn derdenrekening ontvangen gelden zo vlug mogelijk door aan de bestemmeling.
   Ingeval de notaris om gegronde redenen de gelden niet binnen de bij het reglement van de Nationale Kamer van notarissen bepaalde termijn en uiterlijk binnen [2 vier]2 maanden na de ontvangst ervan aan de bestemmeling kan overmaken, stort hij ze op een rubriekrekening.
   Onverminderd de toepassing van dwingende rechtsregels, is het tweede lid niet van toepassing indien het totaal van de bedragen ontvangen voor rekening van eenzelfde persoon of bij gelegenheid van eenzelfde akte of eenzelfde verrichting of per dossier [2 10 000]2 euro niet te boven gaat. [2 ...]2
   § 5. Alle sommen, ongeacht het bedrag ervan, die door de gerechtigde niet zijn teruggevorderd noch aan hem zijn overgemaakt twee jaar [2 vanaf de dag dat geen enkele akte of overeenkomst nog moet worden opgesteld in het dossier]2 naar aanleiding waarvan zij door de notaris werden ontvangen, worden door deze laatste in de Deposito- en Consignatiekas gestort. De termijn wordt geschorst zolang deze sommen het voorwerp uitmaken van een rechtsgeding.
   Die deposito's worden ingeschreven op naam van de gerechtigde, die door de notaris wordt aangewezen. Zij worden door de Deposito- en Consignatiekas ter beschikking van de gerechtigde gehouden tot het verstrijken van de termijn bedoeld in artikel 25 van het koninklijk besluit nr. 150 van 18 maart 1935 tot samenschakeling van de wetten betreffende de inrichting en de werking van de Deposito- en Consignatiekas en tot aanbrenging van wijzigingen daarin krachtens de wet van 31 juli 1934]1
  ----------
  (1)<W 2013-11-22/13, art. 1, 009; Inwerkingtreding : 01-06-2014>
  (2)<W 2017-07-06/24, art. 172, 018; Inwerkingtreding : 03-08-2017>
  (3)<W 2022-11-22/06, art. 23, 034; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art. 34bis. <Ingevoegd bij KB213 1935-12-13/30 art. 12> De effecten en geldswaardige papieren aan toonder die aan de notaris zijn toevertrouwd naar aanleiding van een akte of een verrichting van zijn ambt, worden binnen drie maanden, voor rekening van de eigenaar, onder een afzonderlijke rubriek bij een openbare of particuliere instelling in open bewaring gegeven, overeenkomstig door de Koning te stellen regels.)

Art. 34ter.[1 Iedere notaris die zijn ambt uitoefent buiten een notarisvennootschap is gehouden een verzekering burgerlijke aansprakelijkheid aan te gaan via een door de Nationale kamer van notarissen goedgekeurde verzekeringsovereenkomst die ten minste het bedrag van vijf miljoen euro moet waarborgen.]1
  [2 Het eerste lid is niet van toepassing op de toegevoegde notaris wiens professionele activiteit verzekerd wordt door de verzekering burgerlijke aansprakelijkheid van de notaris aan wie hij wordt toegevoegd.]2
  ----------
  (1)<Hersteld bij W 2014-04-25/23, art. 131, 013; Inwerkingtreding : 24-05-2014>
  (2)<W 2022-11-22/06, art. 24, 034; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Afdeling II. - Vereisten om tot notaris benoemd te worden en wijze van benoeming.
Art.35.<W 1999-05-04/03, art. 19, Inwerkingtreding : 01-01-2000> § 1. Ieder jaar benoemt de Koning een bepaald aantal kandidaat-notarissen.
  § 2. Na het advies van elke benoemingscommissie voor het notariaat [5 en van de Nationale Kamer van notarissen]5 ingewonnen te hebben, stelt de Koning ieder jaar het aantal te benoemen kandidaat-notarissen, per taalrol, vast. Dit aantal wordt vastgesteld door de Koning op basis van het aantal te benoemen notarissen-titularis, op basis van het aantal aangewezen plaatsvervangende notarissen, in functie van het aantal laureaten van vroegere sessies die nog niet geassocieerd [5 , aangesteld of benoemd zijn en op basis van de behoefte aan geassocieerde en toegevoegde notarissen]5. Het totale aantal mag niet [5 lager]5 zijn dan [5 120]5. De taalrol wordt bepaald door de taal van het diploma van licentiaat [5 of master]5 in het notariaat [3 of, in het geval bedoeld in artikel 35bis, door de keuze voor een taalrol in het kader van de indiening van het dossier]3.
  Het koninklijk besluit bedoeld in het eerste lid wordt jaarlijks in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt samen met een oproep tot kandidaatstelling.
  § 3. Om tot kandidaat-notaris te worden benoemd, moet de betrokkene :
  1° [2 Belg of onderdaan zijn van een lidstaat van de Europese Unie]2 en in het genot van de burgerlijke en politieke rechten;
  2° houder zijn van het stagecertificaat, bedoeld in artikel 36, § 4 [3 of van het bekwaamheidscertificaat bedoeld in artikel 35bis]3;
  3° voorkomen op de definitieve lijst, bedoeld in artikel 39, § 5, vierde lid.
  § 4. Om het notarisambt te kunnen uitoefenen moet de kandidaat-notaris, hetzij benoemd worden tot notaris-titularis overeenkomstig artikel 45, hetzij zich associëren met een notaris-titularis overeenkomstig artikel 52, § 2 [5 , hetzij aangesteld worden als toegevoegde notaris overeenkomstig artikel 49ter]5.
  [4 De benoeming of aanstelling als notaris maakt van rechtswege een einde aan elke andere benoeming of aanstelling als notaris.]4
  [5 § 5. Een notaris die werd benoemd vóór de inwerkingtreding van deze afdeling kan aan de Koning de machtiging vragen om het statuut van kandidaat-notaris aan te nemen op voorwaarde dat hij eervol ontslag uit zijn ambt heeft verkregen.
   Het koninklijk besluit houdende machtiging heeft uitwerking op de dag van bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.
   De notaris die krachtens het tweede lid het statuut van kandidaat-notaris aanneemt, wordt niet in aanmerking genomen voor het bepalen van het aantal overeenkomstig paragraaf 2 te benoemen kandidaat-notarissen.]5
  ----------
  (1)<W 2009-10-23/08, art. 2, 006; Inwerkingtreding : 26-11-2009>
  (2)<W 2011-11-14/12, art. 2, 008; Inwerkingtreding : 20-02-2012>
  (3)<W 2017-07-06/24, art. 173, 018; Inwerkingtreding : 03-08-2017>
  (4)<W 2020-07-31/03, art. 74, 027; Inwerkingtreding : 17-08-2020>
  (5)<W 2022-11-22/06, art. 25, 034; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art. 35bis.[1 § 1. Om het bekwaamheidscertificaat te verkrijgen, moet de betrokkene voorafgaandelijk de taalrol kiezen waarop hij wil ingeschreven worden en een dossier indienen bij de minister van Justitie dat het bewijs bevat dat de betrokkene :
   1° met succes een postsecundaire studiecyclus met een minimumduur van drie jaar voltijds of een gelijkwaardige duur deeltijds in een universiteit of in een instelling voor hoger onderwijs of in een andere instelling met een gelijkwaardig opleidingsniveau en, in voorkomend geval, de vereiste professionele vorming bovenop deze studiecyclus, die betrekking heeft op het recht, heeft volbracht en die de diploma's, attesten of andere titels kan voorleggen die de uitoefening van het notarisambt toelaten in de betrokken lidstaat;
   2° ofwel als notaris benoemd werd door een officieel overheidsbesluit van een andere lidstaat, er werkzaam is onder de titel van notaris, beschikt over de notariële zegel verleend door die Staat en niet geschorst werd in de uitoefening van zijn ambt als notaris, hetzij beschikt over een door de benoemende overheid van een andere lidstaat afgeleverde bewijs dat de overeenkomstig de bepaling onder 1° voorgelegde diploma's, attesten of andere titels de toegang in die lidstaat openstellen tot de benoeming tot het notarisambt door een officieel overheidsbesluit dat hem tevens machtigt over de notariële zegel verleend door die lidstaat te beschikken.
   Na controle en bevestiging van de volledigheid van de documenten en bewijsstukken wordt het dossier door de minister van Justitie overgemaakt aan de benoemingscommissie voor het notariaat van de taalrol die werd gekozen door de betrokkene.
   § 2. Na kennisname van het dossier kan de betreffende benoemingscommissie, indien zij dit noodzakelijk acht, een bekwaamheidstest opleggen als compensatiemaatregel om de kennis van het nationale recht na te gaan, die wordt verantwoord door het feit dat de omstandigheden waarin het ambt wordt of kan worden uitgeoefend in de betrokken lidstaat niet identiek of gelijkwaardig zijn aan deze in België, en dat dit verschil de noodzaak verklaart van een specifieke vorming die betrekking heeft op materies die wezenlijk verschillen van deze die gedekt zijn door de vorming die de betrokkene aantoont.
   Na controle en validatie van de documenten en bewijsstukken en, in voorkomend geval, na het volbrengen van de bekwaamheidstest bedoeld in het eerste lid, wordt het bekwaamheidscertificaat afgeleverd door de betreffende benoemingscommissie.
   § 3. Het huishoudelijk reglement bedoeld in artikel 38, § 11, kan de verdere modaliteiten bepalen van de procedure vermeld in § 2.]1
  ----------
  (1)<W 2017-07-06/24, art. 174, 018; Inwerkingtreding : 03-08-2017>

Art.36.<W 1999-05-04/03, art. 21, Inwerkingtreding : 01-01-2000> § 1. [2 Om een stagecertificaat te verkrijgen, moet de betrokkene als hoofdactiviteit een stage van ten minste drie volledige jaren verrichten in één of meer notariskantoren, gedurende minstens 30 uur per week en in het bezit zijn van het eindverslag over de stage, overeenkomstig artikel 37, § 5, vijfde lid.]2
  Onverminderd het bepaalde in het vorige lid mag voor een maximale duur van één jaar de stage ook worden verricht :
  1° in een of meer notariskantoren in het buitenland;
  2° [1 in een kantoor van de Administratie Rechtszekerheid ]1;
  3° [1 ...]1;
  4° als assistent aan de faculteit voor rechtsgeleerdheid van een universiteit;
  5° bij de balie;
  [2 6° in een juridische functie bij een notariële instelling of organisatie.]2
  § 2. De stage kan pas ingaan nadat de betrokkene het diploma van licentiaat [2 of master in het notariaat heeft behaald en is ingeschreven op het stagetableau van de Nationale Kamer van notarissen. De tweede voorwaarde geldt niet in geval van § 1, tweede lid]2.
  De Nationale Kamer van notarissen kan een afwijking aangaande de aanvangsdatum van de stageperiode toestaan indien de betrokkene gedurende minstens vijf jaar als [2 hoofdactiviteit]2 een juridische functie in een of meer notariskantoren heeft uitgeoefend [2 en, hetzij het diploma, zoals bepaald in § 2, eerste lid behaald heeft na de voornoemde periode van vijf jaar, hetzij het diploma, zoals bepaald in § 2, eerste lid, behaald heeft tijdens de voornoemde periode van vijf jaar en zich heeft ingeschreven op het stagetableau van de Nationale Kamer van notarissen binnen één maand na het behalen van dit diploma. Indien de betrokkene zich niet binnen deze maand heeft ingeschreven moet nog minstens één jaar stage gevolgd worden vanaf de inschrijving op het stagetableau]2.
  § 3. [2 De stage dient verricht te worden binnen een periode van vijf jaar en kan voor een maximale duur van twee jaar onderbroken worden.]2
  § 4. De duur van de stage moet blijken uit de attesten opgesteld [2 en ondertekend]2 door de stagemeester(s).
  [2 Deze attesten worden aan de stagiair afgegeven. De stagiair maakt een afschrift over aan de Nationale Kamer van notarissen.]2
  Na ontvangst van de stageattesten en controle van hun overeenstemming met de in dit artikel vermelde voorwaarden reikt de Nationale Kamer van notarissen aan de stagiair een stagecertificaat uit.
  [2 De stage eindigt bij het verkrijgen van het stagecertificaat.]2
  ----------
  (1)<W 2018-07-11/07, art. 123, 020; Inwerkingtreding : 30-07-2018>
  (2)<W 2022-11-22/06, art. 26, 034; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art.37.[1 § 1. In elk genootschap van notarissen wordt een stagecommissie opgericht die de stagemeesters opvolgt evenals de stagiairs die als hoofdactiviteit een juridische functie uitoefenen in een Belgisch notariskantoor met het oog op het bekomen van een stagecertificaat en hun stage verrichten in de betreffende provincie.
   De stagecommissie volgt de vooruitgang van de stage en stuurt bij waar nodig op grond van de volgende criteria:
   1° het stageprogramma opgesteld door de Nationale Kamer van notarissen;
   2° het inzicht van de stagiair in de werking van een notariskantoor;
   3° de geschiktheid van de stagiair voor het ambt.
   De stagecommissie hoort de stagiairs minstens één maal per jaar en telkens er een wijziging van stagemeester is, alsook aan het einde van de stageperiode.
   De houders van een stagecertificaat kunnen ook vragen één keer per jaar gehoord te worden.
   § 2. De stagecommissie bestaat minstens uit zes leden die worden aangewezen door de kamer van notarissen voor een eenmalig hernieuwbare termijn van drie jaar.
   De stagecommissie wijst onder haar leden, voor de duur die zij zelf bepaalt, een voorzitter aan.
   § 3. De stagecommissie duidt voor iedere stagiair een coach aan, die een notaris, erenotaris of kandidaat-notaris moet zijn, die als vertrouwenspersoon optreedt en een brugfunctie heeft tussen stagemeester, stagiair en stagecommissie.
   § 4. Een mandaat in een stagecommissie of de functie van coach is onverenigbaar met:
   - een mandaat binnen een benoemingscommissie voor het notariaat;
   - een mandaat binnen een adviescomité.
   § 5. De stagecommissie onderzoekt tijdens de hoorzittingen de vooruitgang van de stage nadat minstens twee leden ervan afzonderlijk eerst de stagemeester en vervolgens de stagiair hebben gehoord.
   Een lid van de stagecommissie onthoudt zich in de volgende gevallen:
   1° indien het lid zich ten opzichte van de stagiair in een graad van verwantschap of aanverwantschap bedoeld in artikel 8, bevindt;
   2° indien het lid werkgever van de betrokkene is of geweest is of indien de stagiair effectief met hem heeft samengewerkt.
   De stagecommissie stelt voor iedere stagiair na elke hoorzitting een verslag over het verloop van de stage op.
   Het verslag over het verloop van de stage wordt overgezonden aan de stagiair, de stagemeester en de coach binnen de maand na de hoorzitting. De eventuele opmerkingen moeten binnen de maand na de verzending van het verslag overgezonden worden aan de stagecommissie en aan de bestemmelingen van het verslag.
   De stagecommissie maakt een eindverslag over de stage op. Het eindverslag alsook de eventuele opmerkingen [2 worden bij aangetekende zending verzonden aan de stagiair]2. Een exemplaar van het eindverslag, samen met de eventuele opmerkingen wordt [2 op verzoek overgemaakt aan het adviescomité dat er rekening mee houdt bij het uitbrengen van een advies]2. De benoemingscommissie voor het notariaat kan mededeling vragen van het verslag bij het onderzoek van een kandidatuur voor de functie van notaris.
   § 6. Wanneer een stagiair zijn stage verder zet in een notariskantoor gelegen in een andere provincie, wordt zijn stagedossier aan de stagecommissie van die provincie overgezonden.
   § 7. De leden van de stagecommissies, van de kamers van notarissen en hun aangestelden die kennis hebben van de inhoud van het dossier, en de coach zijn tot geheimhouding verplicht. Artikel 458 van het Strafwetboek is op hen van toepassing.
   § 8. De Nationale kamer van notarissen bepaalt de regels inzake de samenstelling, werking en organisatie van de stagecommissies.
   Alle werkingskosten van de stagecommissies, met inbegrip van de door hun leden ontvangen vergoedingen, komen voor rekening van de genootschappen.]1
  ----------
  (1)<W 2018-12-21/09, art. 202, 024; Inwerkingtreding : 10-01-2019>
  (2)<W 2022-11-22/06, art. 27, 034; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art.38.<Opnieuw opgenomen bij W 1999-05-04/03, art. 22, Inwerkingtreding : 01-10-1999> § 1. Er wordt een Nederlandstalige en een Franstalige benoemingscommissie voor het notariaat opgericht.
  § 2. Elke commissie bestaat uit acht werkende en acht plaatsvervangende leden van Belgische nationaliteit. De Nederlandstalige benoemingscommissie is bevoegd voor :
  1° de rangschikking van de meest geschikte kandidaten voor een benoeming tot kandidaat-notaris, waarvan de taal van het diploma van licentiaat [5 of master]5 in het notariaat het Nederlands is [3 of die hebben gekozen voor een inschrijving op de Nederlandse taalrol overeenkomstig artikel 35bis]3;
  2° de rangschikking van de kandidaten voor een benoeming tot notaris-titularis met standplaats in de provincies Antwerpen, Limburg, Oost-Vlaanderen, West-Vlaanderen en Vlaams-Brabant;
  3° [3 het afleveren van het bekwaamheidscertificaat bedoeld in artikel 35bis]3.
  De Franstalige benoemingscommissie is bevoegd voor :
  1° de rangschikking van de meest geschikte kandidaten voor een benoeming tot kandidaat-notaris, waarvan de taal van het diploma van licentiaat [5 of master]5 in het notariaat het Frans is [3 of die hebben gekozen voor een inschrijving op de Franse taalrol overeenkomstig artikel 35bis]3;
  2° de rangschikking van de kandidaten voor een benoeming tot notaris-titularis met standplaats in de gerechtelijke arrondissementen die deel uitmaken van de provincies Henegouwen, Luik, Luxemburg, Namen en Waals-Brabant;
  3° [3 het afleveren van het bekwaamheidscertificaat bedoeld in artikel 35bis]3.
  § 3. De Nederlandstalige en Franstalige benoemingscommissie vormen samen de verenigde benoemingscommissies. De verenigde benoemingscommissies zijn bevoegd :
  1° voor de rangschikking van de kandidaten voor een benoeming tot notaris-titularis met standplaats in een van de tweetalige vredegerechtskantons van het gerechtelijk arrondissement Brussel, bedoeld in artikel 43, § 12, tweede lid, van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken;
  2° [2 ...]2
  3° voor het opstellen van het programma van de vergelijkende toelatingsproef, bedoeld in artikel 39, § 2;
  4° om adviezen en voorstellen te doen over de algemene werking van het notariaat.
  § 4. Elke benoemingscommissie is als volgt samengesteld :
  1° drie notarissen [2 of twee notarissen en één erenotaris]2, waarvan er één minder dan vijf jaar [5 als notaris-titularis benoemd is op het ogenblik van de aanvang van zijn mandaat]5, uit drie verschillende genootschappen;
  2° één [5 ...]5 notaris die geen titularis is;
  3° één magistraat in functie gekozen uit de zittende magistraten van de hoven en rechtbanken en de magistraten bij het openbaar ministerie;
  4° een docent of een hoogleraar in de rechten aan een faculteit voor rechtsgeleerdheid van een Belgische universiteit, die geen notaris, kandidaat-notaris of geassocieerde notaris is;
  5° twee [5 leden niet-notarissen]5 met een voor de opdracht relevante beroepservaring.
  Voor elk lid wordt een plaatsvervanger aangewezen die aan dezelfde voorwaarden voldoet.
  § 5. De kandidaten voor een mandaat in een benoemingscommissie mogen in de loop van hun mandaat de leeftijdsgrens voor het uitoefenen van het ambt van notaris niet overschreden hebben.
  De werkende leden van de benoemingscommissies die notaris [2 of erenotaris]2 zijn en hun plaatsvervangers worden respectievelijk aangewezen door de leden van de algemene vergadering van de Nationale Kamer van notarissen naargelang zij tot de Nederlandse of de Franse taalrol behoren.
  (De overige werkende leden en hun plaatsvervangers worden [1 , door de Kamer van volksvertegenwoordigers]1 aangewezen met een tweederde meerderheid van de uitgebrachte stemmen.) <W 1999-05-04/04, art. 2, Inwerkingtreding : 01-10-1999 (KB 24-09-1999, art. 1, BS 01-10-1999)>
  Elk lid wordt volgens zijn taalrol aangewezen voor de ene of de andere benoemingscommissie. De taalrol wordt voor notarissen [2 of erenotarissen]2 door de taal van hun diploma van licentiaat [5 of master]5 in het notariaat bepaald; (voor docenten en hoogleraren, door de taal van de gemeenschap bevoegd inzake onderwijs, voor de universiteit waar zij benoemd zijn. Indien deze docenten en hoogleraren benoemd zijn in universiteiten die onder de bevoegdheid vallen van verschillende gemeenschappen, geldt de taal van de gemeenschap waarbij zij hun hoofdopdracht hebben). Ten minste één lid van de Franstalige benoemingscommissie of een plaatsvervanger, moet het bewijs leveren van de kennis van het Duits overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 43, § 13, tweede lid, en 43quinquies van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken. <W 2004-07-16/32, art. 2, Inwerkingtreding : 30-07-2004>
  § 6. Een mandaat in een benoemingscommissie is onverenigbaar met :
  1° een mandaat in de Nationale Kamer van notarissen, in een kamer van notarissen, in een [5 stagecommissie]5 bedoeld in artikel 37 of in een adviescomité bedoeld in artikel 38bis;
  2° de hoedanigheid van procureur des Konings;
  3° een mandaat in de Hoge Raad voor de Justitie of in de Adviesraad van de magistratuur;
  4° een bij verkiezing verleend politiek mandaat.
  Het mandaat houdt van rechtswege op indien :
  1° een onverenigbaarheid ontstaat bedoeld in het eerste lid;
  2° een lid de hoedanigheid verliest om zitting te kunnen hebben in een benoemingscommissie;
  3° een lid zich kandidaat stelt voor een benoeming tot notaris of kandidaat-notaris.
  § 7. [2 De leden van de benoemingscommissies hebben zitting voor een termijn van vier jaar, waarbij om de twee jaar de mandaten van de helft van de werkende en de helft van de plaatsvervangende leden wordt vernieuwd [4 ...]4]2. [4 ...]4
  [4 De leden nemen hun mandaat op op 1 juli van het jaar waarin de mandaten worden hernieuwd.
  [5 De samenstelling van de benoemingscommissies wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad. Deze bekendmaking geldt als installatie.
   De uittredende leden houden zitting tot het verstrijken van de mandaattermijn en in ieder geval tot de bekendmaking bedoeld in het derde lid.]5
   Een uittredend lid is niet onmiddellijk herkiesbaar. Niemand mag gedurende meer dan twee termijnen deel uitmaken van de benoemingscommissie.]4
  Elk lid kan op zijn verzoek van zijn mandaat worden ontheven door de voorzitter van de benoemingscommissie.
  Het werkend lid dat van zijn mandaat wordt ontheven, wordt van rechtswege opgevolgd door zijn plaatsvervanger, die het mandaat uitdient. De voorzitter verzoekt om de aanwijzing van een nieuwe plaatsvervanger die het mandaat uitdient van het plaatsvervangend lid, dat hetzij werkend lid geworden is, hetzij van zijn mandaat werd ontheven.
  § 8. Elke benoemingscommissie kiest uit haar werkende leden, bij gewone meerderheid, voor een éénmalige hernieuwbare termijn van twee jaar, een voorzitter en een vice-voorzitter die in voorkomend geval de voorzitter vervangt, alsmede een secretaris. De voorzitter en de vice-voorzitter mogen niet beiden notaris [2 , geassocieerd notaris of erenotaris]2 zijn.
  Het voorzitterschap van de verenigde benoemingscommissies wordt beurtelings bekleed voor een termijn van twee jaar door de respectieve voorzitters van de benoemingscommissies. [5 ...]5
  § 9. Om geldig te kunnen beraadslagen en beslissen, moet de meerderheid van de leden van de benoemingscommissie aanwezig zijn. In geval van afwezigheid of verhindering van een werkend lid, treedt zijn plaatsvervanger op. De beslissingen worden bij gewone meerderheid van stemmen genomen. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter van de benoemingscommissie, of van de vice-voorzitter die hem vervangt, doorslaggevend.
  Om geldig te kunnen beraadslagen en beslissen, moet bij de verenigde benoemingscommissies een meerderheid van de leden van elke benoemingscommissie aanwezig zijn. De beslissing wordt genomen bij gewone meerderheid van stemmen. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter van de verenigde benoemingscommissies doorslaggevend.
  § 10. Het is de leden van een benoemingscommissie verboden deel te nemen aan een beraadslaging of een beslissing waarbij zij een persoonlijk of rechtstreeks belang hebben of indien :
  1° een lid zich ten overstaan van een kandidaat in een graad van verwantschap bedoeld in artikel 8, bevindt;
  2° een lid betreffende een kandidaat een advies heeft verleend voor de benoeming waarover het gaat of lid is geweest van een adviesverlenende instantie als bedoeld in artikel 39, § 3;
  3° een lid werkgever is of was van een kandidaat of gezag over hem uitoefent of heeft uitgeoefend op professioneel vlak.
  § 11. De nadere regels voor de werking van de benoemingscommissies (...) worden bepaald door de Koning. De benoemingscommissies kunnen een huishoudelijk reglement opstellen dat dient goedgekeurd te worden door de Koning. <W 2007-05-23/35, art. 6, 004; Inwerkingtreding : 30-06-2007>
  [2 § 11/1. De benoemingscommissies beschikken over een beperkt secretariaat, waarvan de personeelsformatie bepaald wordt door de Kamer van volksvertegenwoordigers, op voorstel van de benoemingscommissies.
   Voor de aanwerving van hun personeel kunnen zij een beroep doen op de parlementaire instellingen, de andere dotatiegerechtigde instellingen en de overheidsinstellingen, waarmee zij een samenwerkingsovereenkomst kunnen afsluiten. Eventueel kan een bijkomende detacheringsvergoeding worden toegekend.]2
  (§ 12. Voor de werking van de benoemingscommissies wordt een dotatie uitgetrokken op de algemene uitgavenbegroting van het Rijk. Bijgestaan door het Rekenhof, onderzoekt de Kamer van volksvertegenwoordigers de gedetailleerde begrotingsvoorstellen van de benoemingscommissies, keurt ze goed en controleert de uitvoering van hun begroting, onderzoekt en keurt daarenboven de gedetailleerde rekeningen goed.
  De benoemingscommissies hanteren voor hun begroting en rekeningen een schema dat vergelijkbaar is met het schema van de begroting en rekeningen van de Kamer van volksvertegenwoordigers.) <W 2007-05-23/35, art. 6, 004; Inwerkingtreding : 30-06-2007>
  ----------
  (1)<W 2014-01-06/63, art. 20, 012; Inwerkingtreding : 25-05-2014>
  (2)<W 2016-04-27/08, art. 2, 016; Inwerkingtreding : 21-05-2016>
  (3)<W 2017-07-06/24, art. 175, 018; Inwerkingtreding : 03-08-2017>
  (4)<W 2018-11-23/06, art. 2, 023; Inwerkingtreding : 16-12-2018>
  (5)<W 2022-11-22/06, art. 28, 034; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art. 38bis.<Ingevoegd bij W 1999-05-04/03, art. 22, Inwerkingtreding : 01-11-1999 (KB 26-10-1999, art 1, BS 30-10-1999)> Er bestaat één adviescomité van notarissen per provincie, dat belast is met het uitbrengen van adviezen ten behoeve van de benoemingscommissies.
  Voor de toepassing van deze wet wordt het grondgebied van de tweetalige vredegerechtskantons van het gerechtelijk arrondissement Brussel, bedoeld in artikel 43, § 12, tweede lid, van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken, beschouwd als een elfde provincie.
  Elk adviescomité is als volgt samengesteld:
  1° vier notarissen waarbij, indien het genootschap meerdere gerechtelijke arrondissementen omvat, [1 het adviescomité minstens één lid per arrondissement bevat]1;
  2° één kandidaat-notaris ingeschreven op het tableau.
  De leden notarissen worden aangewezen door de betrokken kamers van notarissen. Minstens één van hen moet lid zijn van de kamer.
  Van het adviescomité voor Brussel-Hoofdstad dienen twee notarissen behorend tot de Franse en twee behorend tot de Nederlandse taalrol deel uit te maken.
  De leden kandidaat-notarissen worden aangewezen door de minister van Justitie op voordracht van een representatieve vereniging van licentiaten in het notariaat. Over de representativiteit van deze vereniging wordt door de Koning beslist ondermeer op basis van het aantal leden ervan.
  Het lid kandidaat-notaris van het adviescomité voor Brussel-Hoofdstad behoort afwisselend tot de Nederlandse en tot de Franse taalrol.
  Voor elk lid wordt op dezelfde wijze een plaatsvervanger aangewezen.
  De leden van een adviescomité hebben zitting voor een termijn van één jaar en hun mandaat is maximaal driemaal hernieuwbaar.
  Het is de leden van een adviescomité verboden deel te nemen aan een beraadslaging of een beslissing waarbij zij een persoonlijk of rechtstreeks belang hebben of indien :
  1° een lid zich ten opzichte van de kandidaat in een graad van verwantschap bedoeld in artikel 8, bevindt;
  2° een lid werkgever is of is geweest van de kandidaat of gezag over hem uitoefent of heeft uitgeoefend op professioneel vlak.
  De werking van de adviescomités wordt bepaald door de Nationale Kamer van notarissen.
  De Koning bepaalt uniforme standaarden waaraan de adviezen die betrekking moeten hebben op de bekwaamheid en geschiktheid van de kandidaat, moeten voldoen.
  ----------
  (1)<W 2022-11-22/06, art. 29, 034; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art.39.<Opnieuw opgenomen bij W 1999-05-04/03, art. 22, Inwerkingtreding : 01-01-2000> § 1. De houder van een stagecertificaat bedoeld in artikel 36, § 4 [2 of van een bekwaamheidscertificaat bedoeld in artikel 35bis]2, die kandidaat-notaris wil worden, moet, op straffe van verval, zijn kandidatuur bij een ter post aangetekende brief bij de minister van Justitie indienen binnen een termijn van één maand na de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad van [4 de oproep tot kandidaatstelling]4 bedoeld in artikel 35, § 2, tweede lid.
  Om ontvankelijk te zijn, moet iedere kandidaatstelling voor een benoeming tot kandidaat-notaris de door de Koning bepaalde bijlagen bevatten.
  § 2. Elke kandidaat die aan de voorwaarden van artikel 35, § 3, 1° en 2°, voldoet, wordt volgens zijn taalrol verwezen naar de ene of de andere benoemingscommissie bedoeld in artikel 38, § 1.
  Elke benoemingscommissie moet de voor de uitoefening van het notarisambt noodzakelijke kennis, maturiteit en praktische bekwaamheden van de kandidaten beoordelen en de meest geschikte kandidaten rangschikken op basis van hun bekwaamheid en geschiktheid. De rangschikking wordt opgemaakt op grond van een vergelijkend examen dat bestaat uit een schriftelijk en een mondeling gedeelte en op grond van een onderzoek van de adviezen. Tot het mondeling gedeelte worden slechts die kandidaten toegelaten die op het schriftelijk gedeelte minstens 60 % van de punten [4 in totaal hebben behaald en minstens 60 % van de punten op de drie algemene onderdelen zoals voorzien in het vierde lid]4. Het mondeling gedeelte wordt afgenomen vooraleer de leden van de benoemingscommissie kennis kunnen nemen van de adviezen. Op het mondeling gedeelte moet de kandidaat minstens 50 % van de punten hebben behaald.
  Het schriftelijk en het mondeling gedeelte tellen in gelijke mate mee voor de berekening van de einduitslag van het vergelijkend examen.
  Het programma [4 en het reglement van het schriftelijk en mondeling gedeelte worden]4 opgesteld door de verenigde benoemingscommissies. [4 ...]4
  [4 Het programma van het schriftelijk gedeelte bestaat uit vier evenwaardige onderdelen, waaronder één onderdeel in een door de kandidaat gekozen materie uit het rechtspersonenrecht, het familie- en familiaal vermogensrecht of het vastgoedrecht. De kandidaat vermeldt zijn keuze in de aanvraag tot deelname aan het vergelijkend examen.
   Twee van de vier onderdelen zijn gemeenschappelijk voor het vergelijkend examen georganiseerd door de Nederlandstalige en Franstalige benoemingscommissies.
   Het programma en het reglement worden bij ministerieel besluit door de minister van Justitie, na advies van de Nationale Kamer van notarissen, goedgekeurd en in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt.]4
  § 3. Binnen vijfenzeventig dagen na de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad van [4 de oproep tot de kandidaten]4 bedoeld in artikel 35, § 2, tweede lid, nodigt de benoemingscommissie de kandidaten die toegelaten worden tot het mondeling gedeelte uit. Tezelfdertijd verzoekt de benoemingscommissie de minister van Justitie om schriftelijke en gemotiveerde adviezen over deze kandidaten in te winnen bij :
  1° de procureur des Konings van het arrondissement waar de kandidaat zijn woonplaats heeft met betrekking tot de vraag of de kandidaat veroordelingen heeft opgelopen en of er een strafonderzoek hangende is [1 , in dat arrondissement of elders in het Rijk]1;
  2° het adviescomité van notarissen van de provincie waar de kandidaat zijn beroepsactiviteit in het notariaat uitoefent of het laatst heeft uitgeoefend.
  Deze adviezen dienen binnen [4 dertig]4 dagen na het verzoek door de adviesverlenende instanties [3 ...]3 te worden overgezonden aan de minister van Justitie. Het adviescomité zendt gelijktijdig een afschrift van zijn advies bij een ter post aangetekende brief aan de betrokken kandidaat.
  § 4. De kandidaat kan binnen [4 tien]4 dagen na de verzending van het afschrift, zijn opmerkingen over dat advies bij een ter post aangetekende brief gelijktijdig aan de adviesverlenende instantie en aan de minister van Justitie overzenden.
  § 5. De benoemingscommissie maakt binnen zestig dagen na de oproep tot de kandidaten voor het mondeling gedeelte een voorlopige rangschikking op van de meest geschikte kandidaten op basis van de resultaten van het schriftelijk en mondeling gedeelte.
  De minister van Justitie zendt de gevraagde adviezen over aan de voorzitter van de benoemingscommissie nadat deze laatste hem de voorlopige rangschikking heeft overgezonden.
  De benoemingscommissie kan beslissen om de betrokkene die opmerkingen heeft overgezonden, nogmaals te horen in toepassing van § 4.
  Na het onderzoek van de adviezen gaat de benoemingscommissie over tot een definitieve rangschikking van de kandidaten en zendt de lijst van de gerangschikte kandidaten ter benoeming over aan de minister van Justitie samen met een gemotiveerd proces-verbaal dat ondertekend wordt door de voorzitter en de secretaris van de betrokken benoemingscommissie. De benoemingscommissie voegt hierbij ook de dossiers van de gerangschikte kandidaten. [4 Tegelijkertijd zendt de voorzitter van de benoemingscommissie een afschrift van de lijst aan de gerangschikte kandidaten.]4 Er worden maximaal zoveel kandidaten gerangschikt als er vacante plaatsen zijn van kandidaat-notaris, zoals vermeld in het koninklijk besluit dat bekendgemaakt is in het Belgisch Staatsblad, overeenkomstig artikel 35, § 2, samen met de oproep tot kandidaatstelling voor de betrokken vergelijkende toelatingsproef.
  § 6. De Koning benoemt de betrokkenen tot kandidaat-notaris binnen de maand na de overzending van de definitieve lijst met de gerangschikte kandidaten. Deze benoemingen worden in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt.
  § 7. De gegadigde die niet tot kandidaat-notaris is benoemd, kan zich de volgende jaren opnieuw kandidaat stellen.
  § 8. Elke kandidaat kan, mits schriftelijk verzoek gericht aan de benoemingscommissie, binnen acht dagen afschrift krijgen van het gedeelte van het proces-verbaal dat uitsluitend op hem en op de benoemde kandidaten betrekking heeft.
  ----------
  (1)<W 2015-07-17/59, art. 2, 015; Inwerkingtreding : 06-09-2015>
  (2)<W 2017-07-06/24, art. 176, 018; Inwerkingtreding : 03-08-2017>
  (3)<W 2021-11-28/01, art. 2, 031; Inwerkingtreding : 10-12-2021>
  (4)<W 2022-11-22/06, art. 30, 034; Inwerkingtreding : 01-09-2023>

Art.40. <Opnieuw opgenomen bij W 1999-05-04/03, art. 22, Inwerkingtreding : 01-01-2000> De kandidaat-notarissen worden opgenomen op het in artikel 77 bedoelde tableau. De kandidaat-notaris die op dit tableau voorkomt, is onderworpen aan het gezag van de beroepsorganen van de notarissen.

Art.41.<Opnieuw opgenomen bij W 1999-05-04/03, art. 22, Inwerkingtreding : 01-01-2000> § 1. Wanneer een kandidaat-notaris sedert ten minste zes maanden zijn voornaamste beroepsactiviteit niet meer in een notariskantoor uitoefent, wordt zijn inschrijving op het in artikel 77 bedoelde tableau door de kamer van notarissen weggelaten. De kandidaat-notaris kan evenwel om ernstige redenen vragen dat zijn inschrijving op het tableau wordt gehandhaafd. De kandidaat-notaris wordt gehoord.
  De beslissing van de kamer van notarissen wordt met redenen omkleed en binnen één maand wordt er kennis van gegeven aan de kandidaat-notaris. Deze laatste kan, binnen een termijn van één maand na de kennisgeving, tegen die beslissing bij een ter post aangetekende brief beroep instellen bij de Nationale Kamer van notarissen.
  Het directiecomité bedoeld in artikel 92, § 1, hoort de kandidaat-notaris en doet binnen twee maanden na de instelling van het beroep, uitspraak. Van de met redenen omklede beslissing wordt binnen de kortst mogelijke tijd kennis gegeven aan de kandidaat-notaris en de betrokken kamer.
  § 2. De kandidaat-notaris die zijn beroepsactiviteit in een notariskantoor beëindigt, kan de kamer van notarissen om de weglating van zijn inschrijving op het tableau verzoeken.
  § 3. Een kandidaat-notaris die met toepassing van § 1 of § 2 weggelaten is van het tableau kan op elk ogenblik aan de kamer van notarissen van het rechtsgebied waar hij opnieuw zijn voornaamste beroepsactiviteit in een notariskantoor uitoefent, zijn wederinschrijving vragen. Tegen een weigering is beroep mogelijk bij de Nationale Kamer van notarissen overeenkomstig de regels bepaald in § 1.
  [1 § 4. De kandidaat-notaris die niet op het tableau ingeschreven is, mag de titel van kandidaat-notaris niet voeren.]1
  ----------
  (1)<W 2022-11-22/06, art. 31, 034; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art.42. <Opgeheven bij W 1999-05-04/03, art. 23, Inwerkingtreding : 01-01-2000>

Art.43.<Opnieuw opgenomen bij W 1999-05-04/03, art. 24, Inwerkingtreding : 01-01-2000> § 1. Om tot notaris benoemd te worden moet de betrokkene tot kandidaat-notaris benoemd zijn. [1 De kandidaat-notaris die benoemd werd op grond van zijn deelname aan het vergelijkend examen ingericht door de benoemingscommissies voor het notariaat na het behalen van het bekwaamheidscertificaat bedoeld in artikel 35bis, voldoet aan de vereiste van artikel 43, § 10, van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken op grond van de taalrol van de benoemingscommissie die hem gerangschikt heeft na dit vergelijkend examen. Hij is niet vrijgesteld van de naleving van de voorwaarden opgelegd door artikel 43, § 10 tot 13, van dezelfde wet.]1 De kandidaat-notaris die postuleert voor een vacante standplaats moet, op straffe van verval, zijn kandidatuur bij een ter post aangetekende brief bij de minister van Justitie indienen binnen een termijn van één maand na de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad van het bericht bedoeld in artikel 32, derde lid. Bij deze brief zijn de door de Koning bepaalde bijlagen gevoegd.
  § 2. Alvorens tot benoeming wordt overgegaan, dient binnen vijfenveertig dagen na de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad van het bericht bedoeld in artikel 32, derde lid, door de minister van Justitie het gemotiveerd schriftelijk advies over de kandidaten te worden gevraagd aan :
  1° de procureur des Konings van het arrondissement waar de kandidaat zijn woonplaats heeft, met betrekking tot de vraag of de kandidaat veroordelingen heeft opgelopen en of er een strafonderzoek hangende is;
  2° het adviescomité van notarissen van de provincie waar de kandidaat zijn beroepsactiviteit in het notariaat uitoefent of het laatst heeft uitgeoefend.
  Deze adviezen dienen binnen negentig dagen na voornoemde bekendmaking in het Belgisch Staatsblad, door de adviesverlenende instanties [2 ...]2 te worden overgezonden aan de minister van Justitie en in afschrift bij een ter post aangetekende brief te worden gestuurd aan de kandidaten waarop ze betrekking hebben. Aan de minister van Justitie wordt een afschrift gestuurd van het bewijs van deze aangetekende zending.
  Binnen een termijn van honderd dagen na voornoemde bekendmaking in het Belgisch Staatsblad of uiterlijk binnen een termijn van vijftien dagen na de kennisgeving van het advies, kunnen de kandidaten, bij een ter post aangetekende brief, hun opmerkingen aan de adviesverlenende instantie en aan de minister van Justitie overzenden.
  ----------
  (1)<W 2017-07-06/24, art. 177, 018; Inwerkingtreding : 03-08-2017>
  (2)<W 2021-11-28/01, art. 3, 031; Inwerkingtreding : 10-12-2021>

Art.44.<Opnieuw opgenomen bij W 1999-05-04/03, art. 24, Inwerkingtreding : 01-01-2000> § 1. Uiterlijk binnen dertig dagen na het verstrijken van de termijn bedoeld in artikel 43, § 2, derde lid, zendt de minister van Justitie aan de bevoegde benoemingscommissie voor elke kandidaat een benoemingsdossier over. Dit benoemingsdossier bevat :
  1° de kandidatuur met de bijlagen bedoeld in artikel 43, § 1;
  2° de schriftelijke adviezen.
  § 2. De benoemingscommissie hoort de kandidaten en maakt vervolgens een rangschikking op van de drie meest geschikte kandidaten. Indien de benoemingscommissie advies moet uitbrengen over minder dan drie kandidaten, wordt de lijst beperkt tot de enige kandidaat of de enige twee kandidaten.
  De rangschikking gebeurt op grond van criteria die betrekking hebben op de bekwaamheid en de geschiktheid van de kandidaat voor het uitoefenen van het ambt van notaris.
  [2 De kandidaat moet, behoudens overmacht, aanwezig zijn op de hoorzitting waarop hij, per aangetekend schrijven dat minstens een week op voorhand werd verstuurd, werd uitgenodigd.]2
  § 3. Van de rangschikking wordt een gemotiveerd proces-verbaal opgemaakt, dat door de voorzitter en de secretaris van de benoemingscommissie wordt ondertekend. Indien een kandidaat met eenparigheid van stemmen als eerste wordt gerangschikt, wordt daarvan melding gemaakt.
  Binnen dertig dagen na het verstrijken van de termijn bedoeld in § 1, zendt de voorzitter van de benoemingscommissie de lijst met de gerangschikte kandidaten en het proces-verbaal over aan de minister van Justitie en een afschrift van de lijst aan de gerangschikte kandidaten. De Koning benoemt de notaris op voordracht van de minister van Justitie [1 onder de door de benoemingscommissie gerangschikte kandidaten]1.
  Elke kandidaat die niet benoemd werd, kan, mits schriftelijk verzoek gericht aan de benoemingscommissie, inzage en afschrift krijgen van het gedeelte van het proces-verbaal dat uitsluitend op hem en op de benoemde kandidaat betrekking heeft.
  § 4. De leden van een benoemingscommissie zijn tot geheimhouding verplicht. Artikel 458 van het Strafwetboek is op hen van toepassing.
  ----------
  (1)<W 2017-07-06/24, art. 178, 018; Inwerkingtreding : 03-08-2017>
  (2)<W 2022-11-22/06, art. 32, 034; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art.45.(De Koning) benoemt de [1 notarissen-titularis]1 en wijst in de aanstellingsakte hun vaste standplaats aan. <W 09-04-1980, art. 1, § 1, 11°, BS 06-05-1980>
  ----------
  (1)<W 2022-11-22/06, art. 33, 034; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art.46. De aanstellingsakte wordt, (...), gericht aan de rechtbank van eerste aanleg binnen het rechtsgebied waarvan de notaris zijn standplaats heeft. <W 09-04-1980, art. 1, § 1, 12°, BS 06-05-1980>

Art.47.De notaris moet, op straffe van verval, binnen twee maanden na zijn benoeming, ter terechtzitting van de rechtbank waaraan de aanstellingsakte is gericht, de eed afleggen die de wet aan alle openbare ambtenaren oplegt, alsook dat hij zijn ambt nauwgezet en eerlijk zal vervullen.
  [1 ...]1
  [1 Hij is gehouden het proces-verbaal van eedaflegging te laten registreren ter griffie van de rechtbank van eerste aanleg van zijn standplaats.]1
  ----------
  (1)<W 2017-07-06/24, art. 179, 018; Inwerkingtreding : 03-08-2017>

Art.48. Hij mag zijn ambt niet uitoefenen voordat hij de eed heeft afgelegd.

Art.49.[1 Alvorens zijn ambt te aanvaarden, moet de notaris zijn handtekening en paraaf neerleggen ter griffie van de rechtbank van eerste aanleg van zijn standplaats.]1
  ----------
  (1)<W 2017-07-06/24, art. 180, 018; Inwerkingtreding : 03-08-2017>

Afdeling IIbis. [1 - De toegevoegde notaris]1   ----------   (1)
Art. 49bis.[1 § 1. Een kandidaat-notaris aangewezen door de minister van Justitie als toegevoegde notaris overeenkomstig artikel 49ter, § 3, tweede lid, oefent zijn ambt uit met het statuut van loontrekkende op basis van een arbeidsovereenkomst met een andere notaris, natuurlijk persoon, of met een professionele notarisvennootschap.
   § 2. De toegevoegde notaris kan zijn ambt slechts in één kantoor uitoefenen. Het aantal toegevoegde notarissen per kantoor mag niet hoger zijn dan het aantal notarissen-titularis van het kantoor plus één.
   Naast de wettelijke en deontologische onverenigbaarheden, kan hij, behoudens als plaatsvervanger, geen enkele functie in een ander notariskantoor uitoefenen.
   § 3. Behoudens andersluidende wettelijke bepaling heeft de toegevoegde notaris dezelfde bevoegdheden, rechten en plichten als de andere notarissen van het kantoor waarin hij is aangesteld.]1
  ----------
  (1)<W 2022-11-22/06, art. 35, 034; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art. 49ter.[1 § 1. In de zin van de huidige wet wordt begrepen onder standplaats van de toegevoegde notaris:
   - in geval van uitoefening van het ambt als toegevoegde van een notaris die zijn ambt uitoefent als natuurlijk persoon, de standplaats van deze laatste;
   - in geval van uitoefening van het ambt als toegevoegde van een professionele notarisvennootschap, de zetel van deze vennootschap.
   De akten die worden verleden door de toegevoegde notaris worden ingeschreven in het repertorium van de notaris-titularis of, in geval van een associatie, in het repertorium geopend op naam van de professionele notarisvennootschap.
   § 2. De arbeidsovereenkomst en haar latere wijzigingen worden schriftelijk opgemaakt, onder opschortende voorwaarde van goedkeuring door de kamer van notarissen van de standplaats van de notaris-titularis of, ingeval van associatie, van de zetel van de professionele notarisvennootschap.
   De kamer van notarissen onderzoekt de overeenkomsten op hun wettelijkheid wat betreft de uitoefening van het notarieel ambt en hun verenigbaarheid met de regels van de deontologie. De betrokken notarissen en kandidaat-notarissen kunnen tegen een negatieve beslissing van de kamer van notarissen beroep instellen bij de Nationale kamer van notarissen, volgens de procedure voorzien in artikel 94bis.
   Overeenkomsten die ten definitieve titel worden gesloten of zelfs stilzwijgend worden uitgevoerd, zonder goedkeuring van de kamer van notarissen, kunnen worden nietig verklaard en kunnen aanleiding geven tot een tuchtstraf.
   De arbeidsovereenkomst verduidelijkt de voorwaarden van zijn vergoeding, die billijk en proportioneel dient te zijn, zonder dat dit deel van de overeenkomst moet worden voorgelegd aan de bevoegde kamer van notarissen.
   In geen geval kan de arbeidsovereenkomst afbreuk doen aan de deontologische regels van het notarisambt. De toegevoegde notaris beoordeelt zelf in volledige onafhankelijkheid of een akte of een opdracht waarmee hij wordt gelast in strijd is met de wettelijke of deontologische regels.
   § 3. Het verzoek tot aanstelling van een toegevoegde notaris met het oog op de uitoefening van het ambt, wordt gezamenlijk door de notaris of notarissen van het kantoor samen met de kandidaat voor de aanstelling, tot de minister van Justitie gericht. Bij dit verzoek worden het bewijs van de inschrijving van de kandidaat op het tableau dat wordt bijgehouden door een kamer van notarissen en van de goedkeuring door de kamer van notarissen van de overeenkomst bedoeld in paragraaf 2 gevoegd.
   Voor zover aan de wettelijke voorwaarden is voldaan, keurt de minister van Justitie het verzoek goed en stelt hij de kandidaat-notaris in het betrokken kantoor aan als toegevoegde notaris. Deze aanstelling wordt door een bericht in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt.
   Alvorens zijn ambt uit te oefenen, handelt de aangestelde toegevoegde notaris overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 47, 48 en 49, tenzij hij in het arrondissement deze formaliteiten reeds heeft vervuld.
   § 4. De toegevoegde notaris werkt onder toezicht en verantwoordelijkheid van de notaris-titularis of van de geassocieerde notarissen. De notaris-titularis van het kantoor of, in geval van een professionele notarisvennootschap, de rechtspersoon, is aansprakelijk voor de professionele activiteit die voor zijn rekening wordt uitgevoerd door de toegevoegde notaris, onverminderd de bepalingen van artikel 18 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.
   De ambtelijke bevoegdheden van de toegevoegde notaris worden geschorst gedurende de periode dat er geen notaris-titularis, geassocieerd of plaatsvervangend notaris actief is in het kantoor.
   § 5. Ingeval van ontslag of stopzetting van het ambt van de betrokkene als toegevoegde notaris wordt dit ontslag of stopzetting door een bericht in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt door de minister van Justitie. Met het oog op deze bekendmaking lichten de notaris-titularis of, in geval van een associatie, alle vennoten gezamenlijk de bevoegde kamer van notarissen hiervan in. De kamer van notarissen brengt onverwijld de minister van Justitie op de hoogte.
   De hervatting van het ambt vereist een nieuwe aanstelling.
   § 6. De overeenkomstig paragrafen 3 en 5 in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakte berichten vermelden de datum vanaf wanneer de aanstelling of het einde van de aanstelling tot toegevoegde notaris uitwerking zullen hebben. Bij gebrek aan vermelding van een datum van uitwerking, zal dit van rechtswege geschieden op de tiende dag na de dag van bekendmaking.
   De aanstelling tot toegevoegde notaris kan evenwel pas uitwerking hebben nadat de betrokkene overeenkomstig § 3, derde lid van dit artikel, de verplichtingen van de artikelen 47, 48 en 49, heeft vervuld indien deze datum later is dan de datum bedoeld in het eerste lid.]1
  ----------
  (1)<W 2022-11-22/06, art. 36, 034; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art. 49quater.
  <Opgeheven bij W 2016-04-27/08, art. 3, 016; Inwerkingtreding : 21-05-2016>

Afdeling III. - [1 Uitoefening van het notarisambt in vennootschap]1   ----------   (1)
Art.50.[1 § 1. Een notaris kan, alleen of in associatie, zijn ambt uitoefenen in een vennootschap.
   Deze vennootschap moet de vorm aannemen van een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid of een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid.
   De notaris blijft nochtans persoonlijk titularis van het notarisambt.
   De notarissen mogen hun ambt, noch geheel noch gedeeltelijk, buiten de notarisvennootschap uitoefenen behalve in het geval dat zij optreden als plaatsvervanger. [5 Zij kunnen slechts deel uitmaken van één notarisvennootschap.]5
   § 2. Associaties kunnen worden gevormd door :
   1° notarissen waarvan de standplaats gelegen is in hetzelfde gerechtelijk arrondissement [2 en die lid zijn van hetzelfde genootschap; de notarissen met standplaats in de kantons [3 Limburg]3, [4 Spa]4, [3 het eerste kanton Verviers]3 en het tweede kanton Verviers, kunnen evenwel ook associëren ofwel met notarissen waarvan de standplaats in het gerechtelijk arrondissement Eupen gelegen is, ofwel met notarissen waarvan de standplaats in het gerechtelijk arrondissement Luik gelegen is]2;
   2° kandidaat-notarissen die zijn opgenomen op het tableau bijgehouden door een kamer van notarissen, op voorwaarde dat de associatie minstens één notaris-titularis bevat;
   3° vennootschappen waarvan de aandelen toebehoren aan de onder 1° en 2° genoemde personen en waarvan het kader wordt bepaald door de Nationale kamer van notarissen, met dien verstande dat eenzelfde persoon niet tegelijk kan deelnemen aan de associatie via deze vennootschap en als natuurlijke persoon.
   § 3. De notarisvennootschap heeft tot enig doel het uitoefenen, al dan niet in associatie, van het ambt van notaris. Zij mag geen andere goederen bezitten dan die omschreven in artikel 55, § 1 [2 ...]2.
   § 4. De aansprakelijkheid van de vennoten is beperkt tot hun inbreng.
   De aansprakelijkheid van de notarisvennootschap is beperkt tot een bedrag van vijf miljoen euro. De notaris blijft hoofdelijk aansprakelijk met de vennootschap voor de overtredingen die hij heeft begaan met bedrieglijk oogmerk of met het doel om schade te berokkenen, zonder afbreuk te doen aan het verhaalrecht van de vennootschap ten aanzien van de notaris.
   De notarisvennootschap is gehouden een verzekering burgerlijke aansprakelijkheid aan te gaan via een door de Nationale kamer van notarissen goedgekeurde verzekeringsovereenkomst die het in het tweede lid bepaalde maximum moet waarborgen.
   § 5. [5 De oprichtingsakte en de statuten van de notarisvennootschap, en, in voorkomend geval de aandeelhoudersovereenkomst, het huishoudelijk reglement of enig ander document betreffende de werking van de notarisvennootschap, evenals de wijzigingen daarvan, met inbegrip, in voorkomend geval, van de dissociatieovereenkomst worden aangenomen onder de opschortende voorwaarde van goedkeuring door de kamer van notarissen van de zetel van die vennootschap.]5
   De kamer van notarissen onderzoekt de akten op hun wettelijkheid en verenigbaarheid met de regels van de deontologie. De betrokkenen kunnen tegen een negatieve beslissing van de kamer van notarissen beroep instellen bij de Nationale kamer van notarissen.
   Overeenkomsten die ten definitieve titel worden gesloten of zelfs stilzwijgend worden uitgevoerd, zonder goedkeuring van de kamer van notarissen, kunnen worden nietig verklaard en kunnen aanleiding geven tot een [5 ...]5 tuchtstraf.]1
  [5 § 6. Een notarisvennootschap kan alleen aandelen, obligaties en inschrijvingsrechten uitgeven. Zij zijn verplicht op naam. Er kunnen geen soorten aandelen gecreëerd worden.]5
  ----------
  (1)<W 2014-04-25/23, art. 133, 013; Inwerkingtreding : 24-05-2014>
  (2)<W 2017-07-06/24, art. 181, 018; Inwerkingtreding : 03-08-2017>
  (3)<W 2017-12-25/08, art. 4, 1°, 3°, 021; Inwerkingtreding : 01-06-2019>
  (4)<W 2017-12-25/08, art. 4, 2°, 021; Inwerkingtreding : onbepaald en uiterlijk op 01-01-2020>
  (5)<W 2022-11-22/06, art. 37, 034; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art.51.<Opnieuw opgenomen bij W 1999-05-04/03, art. 28, Inwerkingtreding : 01-01-2000> § 1. [3 De oprichtingsakte van de notarisvennootschap]3 bevat de statuten en regelt onder meer de bestanddelen van het vennootschapsvermogen, de rechten die elke vennoot daarin verkrijgt en zijn aandeel in het inkomen, de regels en voorwaarden voor de uittreding van een vennoot en de rechten en plichten van de gewezen vennoten. [3 De oprichtingsakte van de notarisvennootschap]3 regelt in het bijzonder de wijze waarop de geassocieerde notaris die geen titularis is, in voorkomend geval wordt vergoed wanneer hij zijn ambt neerlegt [2 ...]2, alsook de aanwijzing van de notaris-titularis die het repertorium bedoeld in § 6 zal bewaren.
  Onder notaris-titularis wordt verstaan de notaris aan wie de Koning, overeenkomstig artikel 45, een vaste standplaats aangewezen heeft.
  § 2. De benaming van de vennootschap wordt steeds gevolgd door de vermelding " geassocieerde notarissen " [1 of "notarisvennootschap"]1. [1 ...]1
  De zetel van de vennootschap is gevestigd in de standplaats van de notaris-titularis of van een van de notarissen-titularis.
  § 3. [1 a) De [3 ...]3 bestuurders van de notarisvennootschap mogen enkel één of meer notarissen zijn, die hun ambt uitoefenen in die notarisvennootschap en/of een of meer vennootschappen [2 waarvan de enige aandeelhouder een notaris is die zijn beroep uitoefent in de notarisvennootschap, en die aangeduid wordt als vaste vertegenwoordiger voor de uitoefening van dit mandaat]2.
   b) Tenzij de vennootschap wordt ontbonden of haar [3 voorwerp]3 wordt gewijzigd, is overdracht van aandelen onder levenden of overgang ervan wegens overlijden, slechts toegelaten aan een vennoot, de door de Koning als opvolger van een vennoot benoemde notaris of een nieuwe vennoot. De instemming van de overige vennoten is evenwel vereist voor de overdracht van aandelen of de overgang ervan aan een vennoot of aan een nieuwe vennoot.
   Bij gebreke van instemming zijn de vennoten ertoe gehouden zelf de aandelen van hun vroegere vennoot over te nemen middels de betaling van de vergoeding bepaald in artikel 55, § 3, b) [3 , tenzij de statuten voorzien in een mogelijkheid tot overname ten laste van het vennootschapsvermogen]3.]1
  § 4. [3 Iedere notaris van de notarisvennootschap beschikt over één stem.]3 Er is eenparigheid vereist voor iedere wijziging van [3 de oprichtingsakte]3.
  § 5. [3 ...]3
  § 6. [1 In het geval van een associatie, worden de akten ingeschreven in een enkel repertorium dat op naam van de notarisvennootschap staat. Dit repertorium wordt bewaard samen met de daarin ingeschreven akten door de notaris-titularis die is aangewezen in [3 de oprichtingsakte]3 van de vennootschap [2 op de zetel van de vennootschap]2.
   Bij gebrek aan overeenstemming, komen de minuten [3 , repertoria en archieven van de akten die worden verleden tijdens de associatie]3 toe aan de notaris van de notarisvennootschap die het laatst benoemd werd als notaris-titularis [3 ...]3.
   Wanneer de in het eerste lid bedoelde notaris-titularis geen vennoot meer is, of in geval van ontbinding van de vennootschap, worden die akten en repertoria zo spoedig mogelijk overgedragen aan een andere notaris-titularis, van de vennootschap overeenkomstig de vorige leden of, bij gebreke, aan de nieuw benoemde notaris-titularis. De procureur des Konings wordt onmiddellijk op de hoogte gebracht van deze overdracht.
   In geval van ontbinding van de vennootschap wordt haar boekhouding toevertrouwd aan de notaris-titularis die is aangewezen in [3 de oprichtingsakte van de vennootschap, en bij stilzwijgen van de oprichtingsakte, aan de notaris-titularis bedoeld in het tweede lid]3 van de vennootschap.]1
  [3 Onverminderd het eerste tot het vierde lid behouden de notarissen die deel uitgemaakt hebben van de notarisvennootschap of die vennoot waren op het moment van de ontbinding ervan een recht op toegang tot de door hen verleden minuten en de repertoria, archieven en boekhouding van de notarisvennootschap in het kader van de vrijwaring van hun rechten van verdediging in een procedure.]3
  § 7. [3 ...]3
  ----------
  (1)<W 2014-04-25/23, art. 134, 013; Inwerkingtreding : 24-05-2014>
  (2)<W 2017-07-06/24, art. 182, 018; Inwerkingtreding : 03-08-2017>
  (3)<W 2022-11-22/06, art. 38, 034; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art.52.<W 1999-05-04/03, art. 29, Inwerkingtreding : 01-01-2000> § 1. [2 Een notaris die zijn beroep wenst uit te oefenen met een of meer notarissen die een andere standplaats hebben, moet een antenne behouden in zijn standplaats, behoudens hetgeen bepaald in paragraaf 1/1.
   De notaris kan, in afwijking van artikel 4, voor de duur van de associatie, kantoor houden in elke antenne van de associatie.
   In elke antenne wordt de notariële dienstverlening op een volwaardige wijze georganiseerd. Dit houdt in dat de notaris of minstens één juridisch gekwalificeerde medewerker aanwezig is in de antenne, die minstens zestien uur per week open is, verspreid over vier dagen. De Nationale Kamer van notarissen stelt de algemene regels van deze dienstverlening vast.]2
  [2 § 1/1. Notarissen die een andere standplaats hebben binnen eenzelfde gemeente en binnen het grondgebied van eenzelfde gerechtelijk kanton, die hun beroep wensen uit te oefenen in associatie, moeten hun kantoor overbrengen naar de standplaats van één van hen voor de duur van de associatie.
   § 1/2. In geen geval mag een associatie meer dan twaalf notarissen uit vijf standplaatsen omvatten.]2 [3 De toegevoegde notarissen worden niet in rekening gebracht bij de bepaling van dit quotum.]3
  § 2. Het verzoek tot associatie met een kandidaat-notaris met het oog op de uitoefening van het ambt, wordt gezamenlijk door de notarissen samen met de kandidaat-notaris, tot de minister van Justitie gericht. Bij dit verzoek wordt [3 de door de kamer van notarissen goedgekeurde oprichtingsakte]3 bedoeld in artikel [1 50, § 5]1 , gevoegd.
  [3 ...]3
  Voor zover aan de wettelijke voorwaarden is voldaan, keurt de minister van Justitie de associatie goed en stelt hij de kandidaat-notaris in de betrokken professionele vennootschap aan als geassocieerde notaris. Deze aanstelling wordt door een bericht in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt.
  Alvorens zijn ambt uit te oefenen, handelt de kandidaat-notaris overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 47, 48 en 49, tenzij hij het notarisambt reeds uitoefent in het arrondissement of tenzij hij in het arrondissement deze formaliteiten reeds heeft vervuld.
  Zolang hij vennoot blijft in de vennootschap waarin hij is aangesteld, heeft de kandidaat-notaris dezelfde bevoegdheden, alsook dezelfde rechten en plichten als de notaris-titularis.
  Zolang hij vennoot blijft, mag de notaris-titularis geen melding maken van zijn hoedanigheid van titularis.
  [2 ...]2
  § 3. [2 De vennootschap kan worden ontbonden door beslissing bij eenparigheid van de vennoten.]2
  [2 § 4. De mededeling van de vorming of uitbreiding van een associatie tussen notarissen-titularis wordt gezamenlijk door de notarissen tot de minister van Justitie gericht, die overgaat tot bekendmaking ervan door een bericht in het Belgisch Staatsblad. Hierbij wordt [3 de door de kamer van notarissen goedgekeurde oprichtingsakte]3 bedoeld in artikel 50, § 5, gevoegd.
   Het einde van de aanstelling tot geassocieerde notaris in een professionele vennootschap, het uittreden van een vennoot of het einde van een associatie wordt door een bericht in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt door de minister van Justitie. Met het oog op deze bekendmaking lichten alle vennoten gezamenlijk de kamer van notarissen van de provincie waarin de associatie is gevestigd, hiervan in. De kamer van notarissen brengt onverwijld de minister van Justitie op de hoogte.
   § 5. De overeenkomstig paragraaf [3 2, tweede lid en paragraaf]3 4 in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakte berichten vermelden de datum vanaf wanneer de vorming of de uitbreiding van de associatie, het einde van de aanstelling tot geassocieerde notaris, het uittreden van een vennoot of het einde van de associatie uitwerking zullen hebben. Bij gebrek aan vermelding van een datum van uitwerking, zal dit van rechtswege geschieden op de tiende dag na de dag van bekendmaking.
   Indien, in geval van aanstelling tot geassocieerde notaris, de kandidaat-notaris krachtens paragraaf 2, vierde lid, nog moet handelen overeenkomstig de artikelen 47, 48 en 49, zal de vorming of uitbreiding van de associatie slechts uitwerking hebben op de dag waarop deze verplichtingen werden vervuld indien deze datum later is dan de datum bedoeld in het eerste lid.]2
  ----------
  (1)<W 2014-04-25/23, art. 135, 013; Inwerkingtreding : 24-05-2014>
  (2)<W 2017-07-06/24, art. 183, 018; Inwerkingtreding : 03-08-2017>
  (3)<W 2022-11-22/06, art. 39, 034; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art.53.<W 1999-05-04/03, art. 30, Inwerkingtreding : 01-01-2000> § 1. [2 Een of meer vennoten kunnen, in afwijking van de artikelen 2:60 tot en met 2:67 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, om gegronde redenen in rechte vorderen dat een vennoot zijn aandelen aan de eiser(s) of aan de vennootschap overdraagt.]2
  De vordering wordt ingesteld bij dagvaarding en voor de [2 ondernemingsrechtbank van de zetel van de vennootschap]2 ingeleid. De rechtbank wint het advies in van de kamer van notarissen.
  [2 De rechtbank kan de verweerder veroordelen om, binnen de door haar gestelde termijn te rekenen vanaf de betekening van het vonnis, zijn aandelen aan de eiser(s) of, indien gevorderd, aan de vennootschap over te dragen en de eiser(s), of, in voorkomend geval de vennootschap, om de aandelen tegen betaling van de vergoeding die zij vaststelt over te nemen. Bij de bepaling van de overnameprijs of het scheidingsaandeel is de rechter gebonden door de contractuele of statutaire bepalingen over de vaststelling van de waarde van de effecten en het scheidingsaandeel, voor zover deze bepalingen betrekking hebben op de hypothese van een gerechtelijke of conventionele uitsluiting, en bij gebrek daaraan door de bepalingen van artikel 55. In ieder geval kan de rechter zich in de plaats stellen van iedere partij of derde die in de statuten of de overeenkomsten is aangewezen om de prijs te bepalen, met inachtneming van de in die statuten of overeenkomsten bepaalde waarderingsregels en bij gebrek daaraan van artikel 55.]2
  [2 De rechter kan de eigendomsoverdracht bevelen tegen betaling van een provisionele prijs in afwachting van de bepaling van de definitieve prijs.
   De rechter kan aan de eisers de verplichting opleggen om de zakelijke en persoonlijke zekerheden gesteld door de gedaagde ten voordele van de vennootschap op te heffen of te laten opheffen, of daarvoor een gepast tegengarantie te geven, al dan niet via de vennootschap. De beslissing geldt als titel voor de vervulling van de formaliteiten verbonden aan de overdracht.
   Wanneer de overname geschiedt door meerdere eisers zijn zij hoofdelijk gehouden tot betaling van de prijs. Wanneer de overname geschiedt door de vennootschap ten laste van het vennootschapsvermogen, worden de overgenomen aandelen vernietigd. De bepalingen van artikel 5:145 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen zijn, in voorkomend geval, niet van toepassing op deze overname van de vennootschap, en de uitkering van het scheidingsaandeel is slechts mogelijk met naleving van de bepalingen van de artikelen 5:142 en 5:143 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, respectievelijk 6:115 en 6:116 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen. Indien de vennootschap niet beschikt over voldoende voor uitkering vatbare bedragen om het scheidingsaandeel te voldoen, zijn de eisers hoofdelijk gehouden tot betaling van het saldo.
   De uit de uitsluiting voortvloeiende statutenwijziging wordt, vóór het einde van elk boekjaar, vastgesteld bij een authentieke akte verleden op verzoek van het bestuursorgaan.]2
  De beslissing van de rechtbank is uitvoerbaar bij voorraad, niettegenstaande verzet of hoger beroep.
  [2 Artikel 5:69 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen is niet van toepassing op de notarisvennootschap.]2
  § 2. Overlijden, aanvaarding van het ontslag of afzetting van een notaris-titularis maakt geen einde aan de vennootschap.
  De plaats wordt vacant. De kandidaten voor deze plaats krijgen een kopie van [2 de stukken bedoeld in artikel 50, § 5]2. De nieuw benoemde notaris wordt van rechtswege vennoot.
  De aanvaarding van het ontslag of de afzetting van een notaris-titularis heeft van rechtswege het verlies van de hoedanigheid van vennoot tot gevolg. De uitoefening van de rechten verbonden aan zijn aandelen wordt geschorst.
  De geassocieerde notaris, die geen titularis is, blijft het notarisambt uitoefenen. Indien hij niet tot titularis wordt benoemd, dan oefent hij het ambt uit in associatie met de nieuwe titularis, zodra deze laatste de eed heeft afgelegd.
  [1 Ingeval er binnen de twee jaar na de dag waarop de plaats vacant wordt geen nieuwe titularis werd benoemd en die de eed heeft afgelegd, dan wordt na het verstrijken van die termijn van rechtswege een einde gemaakt aan de aanstelling van de geassocieerde notaris(sen) niet-titularis. Het einde van deze aanstelling wordt door een bericht bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad. De betaling van de vergoeding die aan hem (hen) toekomt ingevolge de bepalingen van het vennootschapscontract wordt geschorst tot de eedaflegging van de nieuwe notaris-titularis of de afschaffing van standplaats.
   Behoudens in geval van opheffing van de standplaats, zal op verzoek van de bevoegde kamer van notarissen, de aanstelling van een notaris-plaatsvervanger gevraagd worden, volgens de procedure bepaald in artikel 64.]1
  § 3. Overlijden, aanvaarding van het ontslag of afzetting van een geassocieerde notaris die geen titularis is, maakt geen einde aan de vennootschap.
  De aanvaarding van zijn ontslag of de afzetting heeft van rechtswege het verlies van de hoedanigheid van vennoot tot gevolg. De uitoefening van de rechten verbonden aan zijn aandelen wordt geschorst.
  De aandelen die zijn inbreng van nijverheid vertegenwoordigen, worden vernietigd.
  Hij oefent het notarisambt niet meer uit. Behalve in geval van afzetting, neemt hij opnieuw de titel van kandidaat-notaris aan.
  § 4. a) [1 ...]1
  b) Op verzoek van een of meer vennoten, van de procureur des Konings of van de betrokken kamer van notarissen, kan de [2 ondernemingsrechtbank van de zetel van de vennootschap]2 de ontbinding van de vennootschap uitspreken als er daartoe gegronde redenen bestaan of als het openbaar belang zulks vereist.
  De rechtbank wint, al naar gelang van het geval, het advies in van de kamer van notarissen of van de procureur des Konings, of van beide instanties.
  In plaats van de vennootschap te ontbinden, kan de rechtbank, in voorkomend geval, beslissen een of meer vennoten uit te sluiten.
  De rechtbank bepaalt in elk geval de vergoeding waartoe bepaalde vennoten gehouden zijn of waarop zij aanspraak kunnen maken [2 en neemt daarbij dezelfde beginselen in acht als bepaald in paragraaf 1]2.
  In geval van gerechtelijke ontbinding blijft de notaris-titularis zijn ambt uitoefenen, evenwel ten individuelen titel, behalve indien de rechtbank zijn afzetting heeft uitgesproken.
  c) De vennootschap wordt van rechtswege ontbonden in geval van uitsluiting van de vennoot die de enige titularis is of bij opheffing van de standplaats van de enige titularis.
  d) [1 ...]1
  e) In voorkomend geval brengt de griffier de minister van Justitie op de hoogte van de gerechtelijke ontbinding of de uitsluiting [1 ...]1. De minister van Justitie maakt in alle gevallen van ontbinding van een associatie of van uitsluiting hiervan bij uittreksel melding in het Belgisch Staatsblad.
  [1 De overeenkomstig deze paragraaf in het Belgisch Staatsblad gepubliceerde uittreksels vermelden de datum vanaf wanneer de gerechtelijke ontbinding van de associatie of de uitsluiting uitwerking zullen hebben. Bij gebrek aan vermelding van een datum van uitwerking, zal dit van rechtswege geschieden op de tiende dag na de dag van bekendmaking.]1
  ----------
  (1)<W 2017-07-06/24, art. 184, 018; Inwerkingtreding : 03-08-2017>
  (2)<W 2022-11-22/06, art. 40, 034; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Afdeling IV. - (Overdracht van minuten en andere bestanddelen van het notariskantoor).
Art.54.<W 1999-05-04/03, art. 32, Inwerkingtreding : 01-01-2000> De minuten en repertoria, de grossen en uitgiften evenals de eigenhandige testamenten en andere vertrouwelijke bewaargevingen van een notaris die is vervangen, worden door hem of door zijn erfgenamen zonder vergoeding overgedragen aan de in opvolging benoemde notaris, zulks binnen één maand na de eedaflegging van deze laatste.
  De in opvolging benoemde notaris is van rechtswege belast met de gerechtelijke opdrachten van zijn voorganger onverminderd het recht van de rechtbank om, op verzoek van een betrokken partij of van de procureur des Konings, een andere notaris aan te stellen.
  De geassocieerde notaris die om enige reden ophoudt zijn ambt uit te oefenen of zijn erfgenamen moeten de stukken bedoeld in het eerste lid, voor zover zij opgemaakt of in bewaring gegeven zijn tijdens de associatie, binnen één maand na de ambtsbeëindiging of het overlijden overdragen aan de overeenkomstig artikel [1 51, § 6]1 , aangewezen notaris-titularis.
  ----------
  (1)<W 2014-04-25/23, art. 136, 013; Inwerkingtreding : 24-05-2014>

Art.55.<W 1999-05-04/03, art. 32, Inwerkingtreding : 01-01-2000> § 1. a) Alle [2 materiële en immateriële roerende activa]2 die verband houden met de organisatie van het kantoor en het ereloon op uitgiften en het uitvoeringsereloon, moeten tegen vergoeding aan de in opvolging benoemde notaris worden overgedragen binnen de in artikel 54, eerste lid, gestelde termijn. Alle schulden die geen verband houden met arbeidsovereenkomsten of met de uitvoering van lopende huur- en leveringscontracten, zijn van de overdracht uitgesloten.
  b) Wanneer de onder a) vermelde over te dragen [2 activa]2 deel uitmaken van het patrimonium van [1 een meerhoofdige vennootschap bedoeld in artikel 50, § 2]1, geschiedt de overdracht door afstand van de aandelen van de vennootschap. Alvorens de aandelen over te dragen, nemen de vennoten hun reserves op. Zij zuiveren de schulden aan die, overeenkomstig het bepaalde in a), van de overdracht zijn uitgesloten. De overdrager blijft ten aanzien van de overnemer aansprakelijk voor de volledige aanzuivering van deze schulden.
  [2 Indien tot het vermogen van de vennootschap een onroerend goed behoort dat geheel of gedeeltelijk wordt aangewend voor het notariskantoor of zakelijke rechten op dit onroerend goed, heeft de overnemer de keuze om hetzij het onroerend goed of de zakelijke rechten erop in de vennootschap te behouden, in voorkomend geval met de ervoor aan de vennootschap toegestane kredieten, hetzij het onroerend goed of de zakelijke rechten voor de overdracht van de aandelen te doen overdragen aan de overblijvende vennoten, samen met de erop betrekking hebbende schulden.
   Voor elke keuze wordt een afzonderlijke waardebepaling van de over te dragen aandelen opgesteld.
   De overnemer dient deze keuze te maken binnen de zestig dagen na de bekendmaking van zijn benoeming in het Belgisch Staatsblad.]2
  § 2. Bovendien moet de geassocieerde notaris die geen titularis is en zijn ambt neerlegt, of zijn erfgenamen, binnen de in artikel 54, eerste lid, bepaalde termijn, tegen vergoeding alle rechten overdragen die hij bezit in de lichamelijke en onlichamelijke roerende bestanddelen van het kantoor. Deze overdracht geschiedt door afstand van zijn aandelen in de vennootschap, tenzij die aandelen zijn toegekend als vergelding voor een inbreng van nijverheid en met inachtneming van het bepaalde in artikel [1 51, § 3, b)]1.
  § 3. a) Het bedrag van de in § 1, a), bepaalde vergoeding is gelijk aan twee en een halve maal het gemiddelde, geïndexeerde en eventueel gecorrigeerde, inkomen over de laatste vijf jaar van het kantoor.
  b) In geval van associatie is het bedrag van de vergoeding gelijk aan twee en een halve maal het aandeel van de geassocieerde notaris in het inkomen van het kantoor bedoeld onder a), zoals dit aandeel is vastgesteld in het vennootschapscontract.
  c) De Koning bepaalt de regels inzake berekening en indexering van het gemiddeld inkomen van het kantoor bedoeld in a) en b), alsmede de criteria van de eventuele correctie naar beneden toe om economische of billijkheidsredenen, onder meer wanneer de overdracht gebeurt door afstand van aandelen zoals bepaald in § 1, b). Het bedrag van de overnamevergoeding wordt vastgesteld in een verslag opgemaakt door een bedrijfsrevisor of een extern accountant, aangewezen door de Nationale Kamer van notarissen. Deze revisor of extern accountant mag vooraf geen mandaat uitgeoefend hebben in het betrokken kantoor. De aangewezen revisor of extern accountant omschrijft alle bestanddelen die deel uitmaken van het over te nemen notariskantoor.
  d) De minister van Justitie stelt de regels vast voor de mededeling aan de kandidaat-notarissen van het bedrag van de vergoeding bedoeld in a). Deze mededeling geschiedt in ieder geval minstens eenentwintig dagen voor het verstrijken van de termijn bedoeld in artikel 43, § 1.
  ----------
  (1)<W 2014-04-25/23, art. 137, 013; Inwerkingtreding : 24-05-2014>
  (2)<W 2017-07-06/24, art. 185, 018; Inwerkingtreding : 03-08-2017>

Art.56. <W 1999-05-04/03 art. 32, Inwerkingtreding : 01-01-2000> Wanneer een notarisplaats wordt opgeheven, moeten de notaris of zijn erfgenamen, binnen een termijn van twee maanden na de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad van de opheffing, de stukken bedoeld in artikel 54, eerste lid, overdragen aan een notaris met standplaats in hetzelfde arrondissement, na het advies van de kamer van notarissen ingewonnen te hebben.

Art.57. De(procureur des Konings) draagt zorg dat de in de vorige artikelen voorgeschreven overgifte plaatsheeft; wanneer een notarisplaats wordt opgeheven en de notaris of zijn erfgenamen niet binnen de gestelde termijn een notaris hebben gekozen aan wie de minuten en repertoria moeten worden overgegeven (alsmede wanneer de aanwijzing bepaald in artikel 51, § 6, tweede lid, niet heeft plaatsgevonden,) beslist de (procureur des Konings) welke notaris met de bewaring belast zal zijn. <W 09-04-1980, art. 1, § 1, 15° MB 06-05-1980>
  De notaris of zijn erfgenamen die niet tijdig voldoen aan het bepaalde in (de artikelen 54 en 56), worden veroordeeld tot geldboete van 100 frank voor elke maand vertraging te rekenen van de dag waarop zij zijn aangemaand om de overgifte te doen. <W 1999-05-04/03, art. 33, Inwerkingtreding : 01-01-2000> (NOTA lezen 2,50 euros als bedoeld in art. 3 W 2000-06-26/42)

Art.58. In alle gevallen wordt een beknopte staat van de overgegeven minuten opgemaakt; de notaris die de minuten in ontvangst neemt, verklaart onderaan op de staat zich met de bewaring te belasten; van die staat wordt een dubbel aan de (kamer van notarissen) overhandigd. <W 1999-05-04/03, art. 34, Inwerkingtreding : 01-01-2000>

Art.59. <Opgeheven bij W 1999-05-04/03, art. 35, Inwerkingtreding : 01-01-2000>

Art.60. Alle verzamelingen van minuten, onder de benaming van " chambres de contrats, bureaux de tabellionnage " en andere zodanige benamingen blijven in bewaring bij degenen die ze bezitten. Grossen en uitgiften mogen slechts worden afgegeven door een notaris met standplaats in de gemeente waar de verzameling zich bevindt of, indien daar geen notaris is, door een notaris van de naastbijgelegen standplaats.
  Indien die verzamelingen van minuten evenwel aan de griffie van een rechtbank zijn overhandigd, mogen de grossen en uitgiften, alleen in dat geval, door de griffier worden afgegeven.

Art.61. (...) na het overlijden van een notaris of een andere bezitter van minuten worden de minuten en repertoria verzegeld door de vrederechter van de standplaats, (tenzij) een andere no4taris bij beschikking van de (vrederechter) van die standplaats met de voorlopige bewaring wordt belast. <W 1999-05-04/03, art. 36, Inwerkingtreding : 01-01-2000>

Art.62. <W 1999-05-04/03, art. 37, Inwerkingtreding : 01-01-2000> De houders van minuten, tabellen en repertoria van notariële akten kunnen deze zodra ze vijftig jaar oud zijn in bewaring geven aan het Rijksarchief in de provincie of het administratief arrondissement waarbinnen hun ambtsgebied gelegen is. Zij dienen deze documenten verplicht in bewaring te geven indien ze meer dan vijfenzeventig jaar oud zijn, behoudens wanneer zij op gemotiveerde aanvraag vrijstelling bekomen van de algemene rijksarchivaris.
  Deze bescheiden worden vrij raadpleegbaar na honderd jaar, behoudens vroegere toelating gegeven door de minister van Justitie of zijn gemachtigde.
  De minuten, tabellen en repertoria van notariële akten die in bewaring werden gegeven aan het Rijksarchief staan onder toezicht van de algemene rijksarchivaris.
  Van de in bewaring gegeven minuten wordt bij de overhandiging een inventaris in tweevoud opgemaakt en door de notaris en door de algemene rijksarchivaris ondertekend. Een van de exemplaren wordt als ontvangstbewijs aan de notaris overhandigd.

Afdeling V. - (Plaatsvervanging).
Art.63. <Ingevoegd bij W 1999-05-04/03, art. 38, Inwerkingtreding : 01-11-1999 (KB 26-10-1999, art. 1, BS 30-10-1999)> Wanneer een notaris of een geassocieerd notaris tijdelijk verhinderd is zijn ambt uit te oefenen of wanneer een plaats vacant is, kan het notarisambt door een plaatsvervanger worden waargenomen.

Art.64.<Ingevoegd bij W 1999-05-04/03, art. 38, Inwerkingtreding : 01-11-1999 (KB 26-10-1999, art. 1, BS 30-10-1999)> § 1. De plaatsvervanger wordt gekozen uit [1 kandidaat-notarissen, de notarissen en de erenotarissen]1.
  § 2. De plaatsvervanger wordt aangewezen door de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg van het arrondissement waarin de notaris zijn standplaats heeft, op grond van een eenzijdig verzoekschrift ondertekend door de notaris en de voorgedragen plaatsvervanger. Deze aanwijzing geldt voor de termijn die de voorzitter vaststelt na het advies te hebben ingewonnen van de procureur des Konings en van de kamer van notarissen, zonder dat deze termijn evenwel meer kan bedragen dan twee jaar. Deze termijn kan worden verlengd, mits uitdrukkelijk gemotiveerde beslissing en zonder dat de totale duur van de aanwijzing langer dan vier jaar mag zijn.
  Vooraleer het verzoekschrift tot aanwijzing wordt ingediend, legt de notaris aan de kamer van notarissen, ter goedkeuring, de tekst voor van de overeenkomst die in verband met de verdeling van de baten en lasten van de beroepsuitoefening met de voorgedragen plaatsvervanger moet worden gesloten. De kamer van notarissen kan haar goedkeuring afhankelijk stellen van bepaalde wijzigingen.
  § 3. Bij gebrek aan een verzoekschrift bedoeld in § 2, alsmede in geval van vacature, kan de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg van het arrondissement waar de notaris zijn standplaats heeft, op verzoek van de procureur des Konings of van de kamer van notarissen, een plaatsvervanger aanwijzen. Naar gelang van het geval is het advies van de procureur des Konings of van de kamer van notarissen vereist.
  In deze gevallen stelt de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg de vergoeding vast van de plaatsvervanger, na het advies van de kamer van notarissen te hebben ingewonnen.
  ----------
  (1)<W 2017-07-06/24, art. 186, 018; Inwerkingtreding : 03-08-2017>

Art.65. <Ingevoegd bij W 1999-05-04/03, art. 38, Inwerkingtreding : 01-11-1999 (KB 26-10-1999, art. 1, BS 30-10-1999)> § 1. Alvorens zijn ambt uit te oefenen, handelt de plaatsvervanger overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 47, 48 en 49, tenzij hij het notarisambt reeds uitoefent in het arrondissement of tenzij hij in het arrondissement deze formaliteiten reeds heeft vervuld.
  § 2. De plaatsvervanger voert de titel van notaris-plaatsvervanger. Hij moet in de akten die hij verlijdt, melding maken van deze titel, van de beschikking of het vonnis houdende zijn aanwijzing, alsook van de naam, gebruikelijke voornaam en standplaats van de notaris die hij vervangt.
  Hij is onderworpen aan de verbodsbepalingen bedoeld in de artikelen 8, 9 en 10, zowel wat hemzelf als de vervangen notaris betreft.
  Hij schrijft zijn akten in het repertorium van de vervangen notaris in en zet zijn protocol en boekhouding voort. Hij heeft het recht grossen en uitgiften af te geven van de akten opgemaakt door de vervangen notaris of door deze laatste bewaard. Hij maakt gebruik van het zegel van de vervangen notaris.
  § 3. De rekeningen en tegoeden waarover de vervangen notaris door de uitoefening van zijn beroep het beheer had, worden van rechtswege door de plaatsvervanger beheerd.
  De gerechtelijke opdrachten waarmee de vervangen notaris was belast, worden van rechtswege en zonder nieuwe aanwijzing, uitgevoerd door de plaatsvervanger.
  De voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg kan evenwel, op verzoek van de meest gerede partij en indien daartoe ernstige redenen bestaan, een andere notaris aanwijzen om een gerechtelijke opdracht verder uit te voeren of om een bepaalde rekening of een bepaald tegoed verder te beheren.
  De plaatsvervanger is ten opzichte van derden aansprakelijk voor de beroepsfouten die hij begaat. De vervangen notaris mag gedurende de plaatsvervanging zijn beroep niet meer uitoefenen.

Art.66. <Ingevoegd bij W 1999-05-04/03, art. 38, Inwerkingtreding : 01-11-1999 (KB 26-10-1999, art. 1, BS 30-10-1999)> De plaatsvervanger is onderworpen aan alle verplichtingen die uit het notarisambt voortvloeien.

Art.67. <Ingevoegd bij W 1999-05-04/03, art. 38, Inwerkingtreding : 01-11-1999 (KB 26-10-1999, art. 1, BS 30-10-1999)> De plaatsvervanging neemt een einde bij het verstrijken van de termijn of bij beschikking van de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg, op verzoek van de plaatsvervanger of van de vervangen notaris, van de procureur des Konings of van de kamer van notarissen.
  Indien het een verzoekschrift betreft, moet het door de eiser worden ondertekend.
  Op verzoek van de eiser wordt de beschikking betekend aan de plaatsvervanger, wiens functie dan van rechtswege een einde neemt.
  In geval van aanvaarding van het ontslag, overlijden, schorsing, preventieve schorsing of afzetting van de vervangen notaris, blijft de plaatsvervanger het ambt uitoefenen tot de eedaflegging van de opvolger, tot het einde van de schorsing of de preventieve schorsing, tot de opheffing van de plaats of tot de beschikking van de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg die de plaatsvervanging beëindigt.

TITEL III. - (Beroepsorganisatie).
Afdeling I. - (Genootschappen van notarissen).
Art.68.<W 1999-05-04/03, art. 39, Inwerkingtreding : 01-11-1999 (KB 26-10-1999, art. 1, BS 30-10-1999)> In de hoofdplaats van elke provincie wordt een genootschap van notarissen opgericht, bestaande uit de volgende leden :
  1° de notarissen die hun standplaats in de provincie hebben, geassocieerd zijn met [1 , toegevoegd zijn aan]1 of aangewezen zijn tot plaatsvervanger van een notaris met standplaats in de provincie;
  2° de kandidaat-notarissen die op het tableau van het genootschap zijn opgenomen.
  Het genootschap van notarissen is een openbare instelling.
  ----------
  (1)<W 2022-11-22/06, art. 41, 034; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art.69.<W 1999-05-04/03, art. 39, Inwerkingtreding : 01-11-1999 (KB 26-10-1999, art. 1, BS 30-10-1999)> De algemene vergadering van het genootschap van notarissen heeft tot taak :
  1° onder haar leden een kamer van notarissen te verkiezen;
  2° de regels vast te stellen die betrekking hebben op de notariële praktijk. De genootschappen mogen bij de uitoefening van deze bevoegdheid geen afbreuk doen aan de bevoegdheid van de Nationale Kamer van notarissen. De beslissingen hebben slechts bindende kracht na goedkeuring door de Koning, die steeds aanpassingen kan aanbrengen;
  3° haar huishoudelijk reglement op te stellen;
  4° jaarlijks de begroting vast te stellen en de rekeningen goed te keuren, die door de kamer van notarissen worden voorgelegd;
  5° jaarlijks de bijdrage [1 en de retributies]1 ten laste van de leden van het genootschap vast te stellen en onder hen om te slaan;
  6° de vertegenwoordigers van het genootschap bij de Nationale Kamer van notarissen en hun plaatsvervangers te verkiezen, overeenkomstig artikel 92, § 2.
  ----------
  (1)<W 2022-11-22/06, art. 42, 034; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art.70. <Ingevoegd bij W 1999-05-04/03, art. 39, Inwerkingtreding : 01-11-1999 (KB 26-10-1999, art. 1, BS 30-10-1999)> De algemene vergaderingen van het genootschap worden gehouden in een daartoe geschikt lokaal in het rechtsgebied van het genootschap.
  Ieder jaar hebben er rechtens twee algemene vergaderingen plaats, een in mei en een in november. Bovendien kunnen er buitengewone algemene vergaderingen worden gehouden indien de kamer van notarissen het raadzaam acht, of indien ten minste een vijfde van de leden van het genootschap daartoe een gemotiveerd verzoek tot de kamer van notarissen heeft gericht.
  De algemene vergaderingen worden bijeengeroepen bij gewone brief, ondertekend door de voorzitter of de secretaris van de kamer van notarissen, die ten minste vijftien dagen voor de vergadering moet worden verzonden en die de agenda bevat.

Art.71. <Ingevoegd bij W 1999-05-04/03, art. 39, Inwerkingtreding : 01-11-1999 (KB 26-10-1999, art. 1, BS 30-10-1999)> De voorzitter en de secretaris van de kamer van notarissen vervullen dezelfde functies in de algemene vergadering.

Art.72. <Ingevoegd bij W 1999-05-04/03, art. 39, Inwerkingtreding : 01-11-1999 (KB 26-10-1999, art. 1, BS 30-10-1999)> Alle leden van de algemene vergadering van elk genootschap hebben één beraadslagende stem.

Art.73. <Ingevoegd bij W 1999-05-04/03, art. 39, Inwerkingtreding : 01-11-1999 (KB 26-10-1999, art. 1, BS 30-10-1999)> In de algemene vergadering kan slechts worden beslist als ten minste twee derden van de leden aanwezig is en meer dan de helft van die aanwezige leden voorstemt.
  Indien het aanwezigheidsquorum niet wordt bereikt, komt na verloop van ten minste vijftien dagen een tweede algemene vergadering samen, die kan beslissen ongeacht het aantal aanwezige leden.
  Niettegenstaande het bepaalde in het vorige lid, kunnen de in artikel 69, 2°, bedoelde regels pas worden aangenomen als de helft van de leden, bij geheime stemming, voorstemt.
  Die regels worden binnen een maand na hun goedkeuring door de Koning bij omzendbrief ter kennis gebracht van de leden van het genootschap en verkrijgen dientengevolge bindende kracht.

Art.74. <Ingevoegd bij W 1999-05-04/03, art. 39, Inwerkingtreding : 01-11-1999 (KB 26-10-1999, art. 1, BS 30-10-1999)> Het kohier van de jaarlijkse bijdragen bedoeld in artikel 69, 5°, wordt, indien tot gedwongen invordering moet worden overgegaan, uitvoerbaar verklaard door de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg van de hoofdplaats van de provincie, op advies van de procureur des Konings.
  Tegen een gedwongen invordering kan door elk betrokken lid van het genootschap beroep worden ingesteld bij het hof van beroep van het rechtsgebied.

Art.75. <Ingevoegd bij W 1999-05-04/03, art. 39, Inwerkingtreding : 01-11-1999 (KB 26-10-1999, art. 1, BS 30-10-1999)> De algemene vergadering van de maand november stelt de begroting van het genootschap vast voor het volgende kalenderjaar, alsmede de bijdrage die haar leden zullen moeten betalen.
  De algemene vergadering van de maand mei onderzoekt en keurt de rekeningen van het genootschap goed voor het voorafgaande kalenderjaar. Zij verkiest de leden van de kamer van notarissen bedoeld in artikel 78 en, in voorkomend geval, de vertegenwoordigers van het genootschap bij de Nationale Kamer van notarissen alsook hun plaatsvervangers.

Afdeling II. - (Kamers van notarissen).
Onderafdeling 1. - (Bevoegdheden).
Art.76.<Ingevoegd bij W 1999-05-04/03, art. 40, Inwerkingtreding : 01-11-1999 (KB 26-10-1999, art. 1, BS 30-10-1999)> Naast de bevoegdheden waarover de kamer van notarissen op grond van andere bepalingen van deze wet beschikt, heeft zij tot taak :
  (1° de tucht onder de leden van het genootschap te handhaven en tuchtstraffen van eigen rechtsmacht uit te spreken;) <W 1999-05-04/04, art. 3, Inwerkingtreding : 01-11-1999 (AR 26-10-1999, art. 2, MB 30-10-1999)>
  2° in voorkomend geval, de in artikel 112, § 2, bepaalde bewarende maatregel te vorderen;
  3° beroepsgeschillen tussen de leden van het genootschap te voorkomen of [1 te verzoenen]1, onder meer die met betrekking tot de mededeling, afgifte, bewaring en terughouding van stukken, gelden en andere zaken en met betrekking tot de bewaring van minuten, tot de samenwerking of tussenkomst bij akten of beroepsverrichtingen, tot het recht op ereloon en tot de verdeling ervan. Indien het geschil niet kan worden bijgelegd, kan de kamer van notarissen, op verzoek van één van de betrokken leden, de belanghebbenden horen en haar advies uitbrengen, behalve wat de burgerlijke rechten betreft;
  4° alle klachten en bezwaren van derden tegen leden van het genootschap in verband met de uitoefening van hun beroep te voorkomen of door [1 te verzoenen]1;
  5° toezicht te houden op de boekhouding van de notarissen, zulks onverminderd het recht van de procureur des Konings om zich daarvan door de notarissen inzage te doen geven;
  6° als derde haar advies te geven over moeilijkheden in verband met de vereffening van het honorarium van haar leden en met hun optreden;
  7° de staten van de minuten van opgeheven notarisplaatsen in bewaring te nemen; alsook de regels te bepalen voor de overdracht aan de belanghebbende notarissen van alle lichamelijke en onlichamelijke roerende bestanddelen van een opgeheven plaats;
  8° het genootschap te vertegenwoordigen voor alle aangelegenheden die betrekking hebben op de gemeenschappelijke rechten en belangen van de leden ten aanzien van alle overheden en instellingen, zulks zowel in rechte als in alle openbare en private akten;
  9° het bestuur van het genootschap waar te nemen en haar vermogen te beheren;
  10° de beslissingen van de algemene vergadering van het genootschap uit te voeren en haar op de hoogte te houden van de vervulling van haar taken.)
  ----------
  (1)<W 2022-11-22/06, art. 43,b, 034; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art. 76bis. [1 § 1. De genootschappen van notarissen genieten een wettelijke hypotheek teneinde de terugbetaling te waarborgen van alle reeds gestorte of nog te storten geldsommen die zouden kunnen verschuldigd zijn als gevolg van de financiële toestand van een notariskantoor, wiens mogelijkheid geldsommen, effecten en geldswaardige papieren, die toekomen aan de cliënten, terug te betalen, ernstig beperkt is.
   Deze hypotheek wordt ingeschreven op naam en voor rekening van het genootschap van notarissen of voor rekening van derden, op alle goederen en rechten bedoeld in artikel 1560 van het Gerechtelijk Wetboek, die toebehoren aan de notaris en aan de vennootschappen bedoeld in artikel 50.
   § 2. Het bedrag waarvoor de hypothecaire inschrijving wordt genomen wordt op voorhand vastgesteld door de kamer van notarissen waarvan de betrokken notaris afhangt op basis van een omstandig verslag van de commissie van toezicht op de boekhouding bedoeld in artikel 9 van het koninklijk besluit van 10 januari 2002 betreffende het beheer van de door een notaris ontvangen sommen, effecten en geldswaardige papieren aan toonder en betreffende het toezicht op de boekhouding van de notarissen. In dit verslag wordt het aannemelijk bedrag vastgesteld van de sommen die een mogelijke financiële tussenkomst ten gunste van de cliënten van het kantoor zouden kunnen verantwoorden.
   § 3. De wettelijke hypotheek wordt genomen en doorgehaald bij beslissing van de kamer van notarissen waarvan de betrokken notaris afhangt; ze neemt rang in door de dagtekening van haar inschrijving en doet geen afbreuk aan de eerdere voorrechten en hypotheken.
   § 4. De wettelijke hypotheek wordt, op verzoek van de voormelde kamer van notarissen, vastgesteld in een authentieke akte met het oog op de inschrijving overeenkomstig de artikelen 82 tot 84 van de Hypotheekwet. De kamer van notarissen wordt in deze akte vertegenwoordigd overeenkomstig artikel 85.
   § 5. De inschrijving van de wettelijke hypotheek wordt doorgehaald of verminderd krachtens een authentieke akte waarin de instrumenterende notaris eenzijdig bevestigt dat de kamer van notarissen die de hypotheek heeft genomen haar toestemming heeft verleend met deze doorhaling of vermindering; alle inschrijvingen die in de voorgelegde akte zijn opgenomen worden ambtshalve doorgehaald of verminderd.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij W 2017-07-06/24, art. 187, 018; Inwerkingtreding : 03-08-2017>


Art.77.<Ingevoegd bij W 1999-05-04/03, art. 40, Inwerkingtreding : 01-11-1999 (KB 26-10-1999, art. 1, BS 30-10-1999)> De kamer van notarissen houdt een tableau bij voor iedere categorie van leden van het genootschap bedoeld in artikel 68.
  Iedere wijziging van het tableau wordt [1 onmiddellijk]1 aan de Nationale Kamer van notarissen meegedeeld. De Nationale Kamer van notarissen stelt de minister van Justitie daarvan binnen vijftien dagen in kennis.
  ----------
  (1)<W 2017-07-06/24, art. 188, 018; Inwerkingtreding : 03-08-2017>

Onderafdeling 2. - (Organisatie - Vertegenwoordiging).
Art.78.<Ingevoegd bij W 1999-05-04/04, art. 4, Inwerkingtreding : 01-11-1999 (KB 26-10-1999, art. 2, BS 30-10-1999)> De leden van het genootschap kiezen, bij geheime stemming, uit de leden die sedert tenminste tien jaar het ambt van notaris uitoefenen, de voorzitter van de kamer van notarissen, en uit alle leden van het genootschap, de andere leden van de kamer van notarissen.
  Het aantal leden van de kamer van notarissen [1 ...]1, wordt op [1 zes]1 vastgesteld indien het aantal notarissen-titularis van het rechtsgebied niet groter is dan vijftig, op negen indien hun aantal groter is dan vijftig maar niet groter dan honderdvijftig, en op twaalf indien hun aantal groter is dan honderdvijftig.
  [1 De leden van de kamer van notarissen worden ieder jaar voor een derde vernieuwd.
   De voorzitter is lid van de kamer van notarissen maar wordt niet meegerekend in het aantal leden voor de toepassing van dit artikel.]1
  ----------
  (1)<W 2022-11-22/06, art. 44, 034; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art.79.<Ingevoegd bij W 1999-05-04/04, art. 4, Inwerkingtreding : 01-11-1999 (KB 26-10-1999, art. 2, BS 30-10-1999)> § 1. De voorzitter wordt gekozen bij volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen door alle aanwezige leden van het genootschap [1 ...]1. Wanneer na drie stemronden geen enkele kandidaat de vereiste meerderheid heeft behaald dan wordt een vierde en beslissende stemronde gehouden tussen de twee kandidaten die in de derde stemronde het hoogste aantal stemmen behaalden. Bij deze [1 vierde stemronde]1 is de kandidaat die de meeste stemmen behaalt verkozen. Bij staking van stemmen is de jongste verkozen.
  [1 De overige leden van de kamer van notarissen worden verkozen nadat de voorzitter verkozen is.]1
  § 2. De kamer van notarissen moet minstens één lid tellen uit elk gerechtelijk arrondissement van het genootschap.
  Voor elke stemronde [1 bevat het stembiljet]1 de namen van de verkiesbare leden van het genootschap. [1 Ze]1 worden in alfabetische volgorde voorgesteld. Om geldig te stemmen, dient [1 de kiezer]1 bij elke stembeurt evenveel stemmen uit te brengen als er mandaten te begeven zijn.
  Verkozen zijn, onverminderd het eerste lid, de kandidaten die in de eerste stemronde de volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen behalen. [1 Wanneer er meer kandidaten deze meerderheid behalen dan er mandaten te begeven zijn, zijn de kandidaten met de meeste stemmen verkozen.]1
  Indien bij een eerste stemronde niet alle mandaten toegewezen zijn, [1 of bij staking van stemmen,]1 wordt voor de overblijvende mandaten een tweede stemronde gehouden volgens dezelfde regels.
  Indien na de tweede stemronde nog niet alle mandaten werden toegewezen, wordt een derde stemronde gehouden. Bij deze [1 derde stemronde]1 komen, rekening houdend met het eerste lid, enkel in aanmerking de niet verkozen kandidaten die bij de tweede stemronde de meeste stemmen behaalden. Het aantal van deze kandidaten wordt beperkt tot het dubbel van het aantal nog te begeven mandaten. [1 Bij deze derde stemronde zijn de kandidaten die de meeste stemmen behalen verkozen en bij staking van stemmen wordt de jongste verkozen.]1
  ----------
  (1)<W 2022-11-22/06, art. 45, 034; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art.80.[1 Alle mandaten in de kamer van notarissen vangen aan op 1 juli volgend op de verkiezing.
   Het mandaat van voorzitter duurt één jaar en is tweemaal hernieuwbaar.
   Het mandaat van lid van de kamer duurt drie jaar, maar kan voorafgegaan of gevolgd worden door een of meerdere mandaten als voorzitter.
   Een lid van de kamer van notarissen dat ofwel zijn ambt niet meer kan of mag uitoefenen, al dan niet tijdelijk, ofwel voorzitter van de kamer van notarissen wordt ofwel niet meer op het tableau bedoeld in artikel 77 is ingeschreven, wordt vervangen hetzij op dezelfde of de eerstvolgende algemene vergadering, hetzij op een bijzondere algemene vergadering indien de kamer van notarissen daartoe beslist.
   Een lid van de kamer van notarissen dat wordt verkozen om een ander lid te vervangen tijdens zijn mandaat, dient het mandaat van zijn voorganger uit.
   Voor de mandaten bedoeld in het vijfde lid wordt per mandaat een afzonderlijke verkiezing gehouden.
   Een uittredend lid is herverkiesbaar vanaf het begin van de elfde maand na het einde van zijn eerder mandaat.
   Deze bepaling geldt niet in geval van toepassing van het vierde lid indien de resterende duur van het mandaat van de voorganger minder dan zes maanden is. In dat geval is het lid van de kamer van notarissen dat als vervanger werd verkozen onmiddellijk herverkiesbaar.
   Geen enkel lid van de kamer van notarissen kan er langer dan zes jaar ononderbroken zitting hebben. In het geval bedoeld in het achtste lid, is deze termijn zes jaar en half.]1
  ----------
  (1)<W 2022-11-22/06, art. 46, 034; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art.81.<Ingevoegd bij W 1999-05-04/04, art. 4, Inwerkingtreding : 01-11-1999 (KB 26-10-1999, art. 2, BS 30-10-1999)> Binnen vijftien dagen na de algemene vergadering van het genootschap, gehouden in de maand mei, [1 verkiezen de leden van de kamer van notarissen uit hun midden twee syndici, een verslaggever, een secretaris en een penningmeester. Zij kunnen uit hun midden een vice-voorzitter verkiezen.]1
  Wanneer het aantal leden van de kamer van notarissen negen of twaalf bedraagt, [1 kan zij uit haar midden een derde syndicus en een tweede verslaggever kiezen. Deze bijzondere functies]1 worden ieder jaar hernieuwd. Herverkiezing is toegestaan.
  [1 De Nationale Kamer van notarissen laat jaarlijks, en zo nodig tussentijds, de samenstelling van de kamer van notarissen bekendmaken in het Belgisch Staatsblad.
   Daartoe zendt de kamer van notarissen deze samenstelling aan de Nationale Kamer van notarissen binnen de vijftien dagen na de verkiezing bedoeld in de voorgaande leden.]1
  ----------
  (1)<W 2022-11-22/06, art. 47, 034; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art.82.<Ingevoegd bij W 1999-05-04/04, art. 4, Inwerkingtreding : 01-11-1999 (KB 26-10-1999, art. 2, BS 30-10-1999)> In de kamer van notarissen worden de functies als volgt uitgeoefend :
  1° De voorzitter roept de kamer van notarissen bijeen. Hij leidt de debatten en bij staking van stemmen is zijn stem beslissend. Hij handhaaft de orde in de kamer van notarissen.
  [1 1° /1 De vice-voorzitter vervangt de voorzitter wanneer die tijdelijk verhinderd of afwezig is.]1
  2° De syndicus treedt op als vervolgende partij tegen de leden van het genootschap aan wie enig feit ten laste wordt gelegd. Hij wordt gehoord vóór alle beraadslagingen door de kamer van notarissen, die verplicht is over al zijn vorderingen te beraadslagen en te beslissen. Hij heeft, net als de voorzitter, het recht de kamer van notarissen bijeen te roepen. Hij draagt zorg voor de uitvoering van haar beslissingen en treedt in alle gevallen op namens de kamer van notarissen overeenkomstig de door haar genomen beslissing.
  3° De verslaggever wint inlichtingen in over de feiten die aan leden van het genootschap ten laste worden gelegd en brengt daarover verslag uit aan de kamer van notarissen. [1 ...]1
  4° De secretaris stelt de besluiten op, bewaart het archief en verstrekt de uitgiften.
  5° De penningmeester int de ontvangsten en doet de uitgaven die door de kamer van notarissen zijn goedgekeurd. Aan het einde van elk kwartaal geeft hij daarvan rekenschap aan de kamer van notarissen.
  Bij afwezigheid of verhindering van een [1 syndicus, een verslaggever, de secretaris of de penningmeester]1, wordt onder de andere leden van de kamer van notarissen een plaatsvervanger aangewezen door de voorzitter of, [1 in voorkomend geval de vice-voorzitter, of wanneer beiden afwezig of verhinderd zijn]1, door de meerderheid van de aanwezige leden. [1 ...]1
  [1 De functies van voorzitter, syndicus en verslaggever moeten evenwel steeds door drie verschillende personen worden uitgeoefend.]1
  ----------
  (1)<W 2022-11-22/06, art. 48,1°, 034; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art. 82 TOEKOMSTIG RECHT.    <Ingevoegd bij W 1999-05-04/04, art. 4, Inwerkingtreding : 01-11-1999 (KB 26-10-1999, art. 2, BS 30-10-1999)> In de kamer van notarissen worden de functies als volgt uitgeoefend :
  1° De voorzitter roept de kamer van notarissen bijeen. Hij leidt de debatten en bij staking van stemmen is zijn stem beslissend. Hij handhaaft de orde in de kamer van notarissen.
  [1 1° /1 De vice-voorzitter vervangt de voorzitter wanneer die tijdelijk verhinderd of afwezig is.]1
  2° De syndicus treedt op als vervolgende partij tegen de leden van het genootschap aan wie enig feit ten laste wordt gelegd. [2 Hij voert een onderzoek over de feiten en brengt hierover verslag uit bij de kamer van notarissen.]2 Hij wordt gehoord vóór alle beraadslagingen door de kamer van notarissen, die verplicht is over al zijn vorderingen te beraadslagen en te beslissen. Hij heeft, net als de voorzitter, het recht de kamer van notarissen bijeen te roepen. Hij draagt zorg voor de uitvoering van haar beslissingen en treedt in alle gevallen op namens de kamer van notarissen overeenkomstig de door haar genomen beslissing.
  3° De verslaggever wint inlichtingen in [2 over de aangelegenheden waarover de kamer advies moet verstrekken]2 en brengt daarover verslag uit aan de kamer van notarissen. [1 ...]1
  4° De secretaris stelt de besluiten op, bewaart het archief en verstrekt de uitgiften.
  5° De penningmeester int de ontvangsten en doet de uitgaven die door de kamer van notarissen zijn goedgekeurd. Aan het einde van elk kwartaal geeft hij daarvan rekenschap aan de kamer van notarissen.
  Bij afwezigheid of verhindering van een [1 syndicus, een verslaggever, de secretaris of de penningmeester]1, wordt onder de andere leden van de kamer van notarissen een plaatsvervanger aangewezen door de voorzitter of, [1 in voorkomend geval de vice-voorzitter, of wanneer beiden afwezig of verhinderd zijn]1, door de meerderheid van de aanwezige leden. [1 ...]1
  [1 De functies van voorzitter, syndicus en verslaggever moeten evenwel steeds door drie verschillende personen worden uitgeoefend.]1

  (1)<W 2022-11-22/06, art. 48,1°, 034; Inwerkingtreding : 01-01-2023>
  (2)<W 2022-11-22/06, art. 48,2°, 034; Inwerkingtreding : 01-01-2024>


Art.83. <Ingevoegd bij W 1999-05-04/04, art. 4, Inwerkingtreding : 01-11-1999 (KB 26-10-1999, art. 2, BS 30-10-1999)> De kamer van notarissen vergadert ten minste eenmaal per maand van het gerechtelijk jaar, na bijeenroeping bij gewone brief, ondertekend door de voorzitter of de secretaris, die ten minste acht dagen vóór de vergadering moet worden verzonden en waarin de agenda is vermeld.
  Buitengewone vergaderingen worden op dezelfde wijze bijeengeroepen indien de voorzitter of de syndicus zulks nodig acht, of op gemotiveerd verzoek van twee andere leden, of op verzoek van de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg of van de procureur des Konings.

Art.84.<Ingevoegd bij W 1999-05-04/04, art. 4, Inwerkingtreding : 01-11-1999 (KB 26-10-1999, art. 2, BS 30-10-1999)> De kamer van notarissen kan pas geldig beraadslagen en beslissen als ten minste twee derde van haar leden aanwezig is.
  Ieder lid van de kamer van notarissen heeft stemrecht. Als het evenwel gaat om aangelegenheden waarbij een lid van de kamer van notarissen [1 betrokken]1 is, moet dat lid zich voor de duur van de beraadslaging en voor de [1 beslissing]1 terugtrekken.
  De beslissingen worden bij gewone meerderheid van stemmen genomen.
  ----------
  (1)<W 2022-11-22/06, art. 49, 034; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art.85. <Ingevoegd bij 1999-05-04/04, art. 4, Inwerkingtreding : 01-11-1999 (KB 26-10-1999, art. 2, BS 30-10-1999)> De kamer van notarissen wordt ten aanzien van derden, in rechte en in openbare of private akten vertegenwoordigd door haar voorzitter en door haar secretaris, die, in het geval zij gezamenlijk handelen, niet hoeven te doen blijken van een voorafgaande beslissing, maar, wanneer zij alleen optreden, een bijzondere machtiging moeten hebben.

Onderafdeling 3. - (Adviesprocedure).
Art.86. <Ingevoegd bij W 1999-05-04/03, art. 41, Inwerkingtreding : 01-11-1999 (KB 26-10-1999, art. 1, BS 30-10-1999)> Bij geschillen tussen leden van het genootschap die aanhangig gemaakt worden bij de kamer van notarissen, worden de betrokken leden ofwel uitgenodigd door de secretaris bij gewone brief, met het oog op een minnelijke regeling, ofwel rechtstreeks door de syndicus opgeroepen bij een ter post aangetekende brief.
  Een opgeroepen lid heeft het recht een lid van de kamer van notarissen te wraken overeenkomstig de regels bepaald in artikel 101.

Art.87. <Ingevoegd bij W 1999-05-04/03, art. 41, Inwerkingtreding : 01-11-1999 (KB 26-10-1999, art. 1, BS 30-10-1999)> De verslaggever wint alle nuttige inlichtingen in en de kamer van notarissen beslist bij gewone meerderheid na hem te hebben gehoord. De verslaggever en de syndicus nemen niet deel aan de beraadslaging en de stemming.

Art.88. <Ingevoegd bij W 1999-05-04/03, art. 41, Inwerkingtreding : 01-11-1999 (KB 26-10-1999, art. 1, BS 30-10-1999)> De beslissing wordt met redenen omkleed, in het register opgetekend en door de voorzitter en de secretaris ondertekend. Zij maakt melding van de naam van de aanwezige leden.
  De beslissing kan niet worden tegengeworpen aan personen die geen partij waren bij de adviesprocedure.
  Het advies wordt binnen acht dagen aan de betrokkenen meegedeeld bij gewone brief, ondertekend door de secretaris.

Art.89. <Ingevoegd bij 1999-05-04/03, art. 41, Inwerkingtreding : 01-11-1999 (KB 26-10-1999, art. 1, BS 30-10-1999)> Wanneer in andere omstandigheden dan die omschreven in artikel 86 aan de kamer van notarissen advies wordt gevraagd, wordt gehandeld op de wijze bepaald in de artikelen 87 en 88.

Afdeling III. - (Nationale Kamer van notarissen).
Art.90.<Ingevoegd bij W 1999-05-04/03, art. 41, Inwerkingtreding : 01-11-1999 (KB 26-10-1999, art. 1, BS 30-10-1999)> De Nationale Kamer van notarissen is een openbare instelling met zetel te Brussel.
  [1 De Nationale Kamer van notarissen oefent, binnen de grenzen van haar bevoegdheden zoals bepaald in artikel 91, toezicht uit over de kamers van notarissen.]1
  ----------
  (1)<W 2022-11-22/06, art. 50, 034; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art.91.<Ingevoegd bij W 1999-05-04/03, art. 41, Inwerkingtreding : 01-11-1999 (KB 26-10-1999, art. 1, BS 30-10-1999)> Naast de taken die haar door andere bepalingen van deze wet zijn opgedragen, heeft de Nationale Kamer van notarissen tot taak :
  1° de algemene regels inzake deontologie vast te stellen en een algemeen reglementair kader vast te stellen waarbinnen de bevoegdheden van de genootschappen van notarissen, bedoeld in artikel 69, 2° en 5°, en van de kamers van notarissen, bedoeld in artikel 76, 3° en 5°, uitgeoefend worden;
  2° alle geschikte maatregelen te nemen tot nakoming, binnen de grenzen en onder de voorwaarden die zij bepaalt, van de verplichtingen die uit de beroepsaansprakelijkheid van de notarissen voortvloeien;
  3° aan de kamers van notarissen noodzakelijke of nuttige aanbevelingen te doen met het oog op de naleving van de tucht;
  4° minnelijke schikkingen tot stand te brengen inzake de geschillen, bedoeld in artikel 76, 3°, tussen leden van verschillende genootschappen. Indien geen minnelijke schikking tot stand kan worden gebracht, moet zij, op verzoek van een van de bij de zaak betrokken leden, de betrokkenen horen en advies uitbrengen, behalve wat de burgerlijke rechten betreft;
  5° de algemene regels vast te stellen :
  - inzake [1 het doorlopen van]1 de stage;
  - inzake de boekhouding en de wijze waarop zij moet worden gevoerd [1 en er toezicht op moet worden gehouden]1;
  [1 - inzake de schatting van een notariskantoor;]1
  [2 - inzake de permanente opleiding van de notarissen, kandidaat-notarissen en stagiairs;]2
  [4 - inzake de overeenkomsten gesloten tussen een notaris-titularis of een professionele notarisvennootschap enerzijds, en een toegevoegde notaris anderzijds, aangaande de uitoefening van het ambt, met inbegrip van de regels van toepassing op de regeling van geschillen die hieruit voortvloeien en van de regels van toepassing bij het ontslag van een toegevoegde notaris;]4
  6° ieder jaar haar rekeningen en begroting goed te keuren en het aandeel van elk genootschap van notarissen in haar werkingskosten [4 en de retributies]4 vast te stellen;
  7° in hoger beroep de regels te bepalen voor de overdracht aan de betrokken notarissen van alle lichamelijke en onlichamelijke roerende bestanddelen van een opgeheven plaats;
  8° op eigen initiatief of op verzoek, ten behoeve van alle openbare overheden of privé-personen, adviezen uit te brengen in verband met aangelegenheden van algemeen belang betreffende de uitoefening van het notarisberoep;
  9° binnen de grenzen van haar bevoegdheid, alle leden van de genootschappen van notarissen van het Rijk te vertegenwoordigen ten aanzien van elke overheid of instelling;
  10° in rechte op te treden, als eiser of als verweerder, in om het even welke zaak die het notarisberoep in zijn geheel aanbelangt;
  11° haar huishoudelijk reglement op te stellen [1 , alsook dat van het Notarieel Fonds bedoeld in artikel 117]1.
  [3 12° een elektronische lijst op te stellen van de kandidaat-notarissen, notarissen-titularis, geassocieerde notarissen [4 , toegevoegde notarissen]4 en plaatsvervangers en toe te zien op de voortdurende bijwerking ervan. Behoudens tegenbewijs, wordt in geval van niet-overeenstemming de voorkeur gegeven aan de vermeldingen op die lijst boven elke andere vermelding. Die lijst is publiek, behalve voor wat betreft de kandidaat-notarissen. De gegevens van die lijst worden bewaard overeenkomstig de bewaartermijn van de authentieke akten bepaald in artikel 62 en overeenkomstig de leeftijdsgrens om notaris te worden bedoeld in artikel 2. De gegevens die in de lijst zijn opgenomen worden bij koninklijk besluit bepaald, na advies van de [4 Gegevensbeschermingsautoriteit]4;]3
  [3 Teneinde voor de toepassing van het eerste lid, 12°, de kandidaat-notarissen, notarissen-titularis, geassocieerde notarissen [4 , toegevoegde notarissen]4 en plaatsvervangers te identificeren is de Nationale Kamer van notarissen gemachtigd om :
   a) gebruik te maken van [4 hun rijksregisternummer]4 [4 ...]4 en toegang te hebben tot de gegevens bedoeld in artikel 3, eerste lid, 1°, 2°, 6°, en tweede lid, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een rijksregister van de natuurlijke personen;
   b) toegang te hebben tot de gegevens naam en voornamen, geboorteplaats en -datum en datum van overlijden uit de Kruispuntbank van de sociale zekerheid;
   Het rijksregisternummer, de geboorteplaats en -datum, de plaats en datum van overlijden van de in het vorige lid bedoelde fysieke personen mogen niet worden meegedeeld aan het publiek;]3
  [4 13° het digitaal kanaal aan te duiden of in voorkomend geval uit te werken voor kennisgevingen in de tuchtprocedure.
   Dit digitaal kanaal is toegankelijk voor de personen bepaald in artikel 555/3, eerste en tweede lid van het Gerechtelijk Wetboek, de kamer van notarissen, het auditoraat bij de Nationale Kamer van notarissen, de procureur des Konings, de tuchtraad zoals bepaald in artikel 456 van het Gerechtelijk wetboek, het hof van beroep en het Hof van Cassatie. De bewaartermijn van de geregistreerde gegevens bedraagt tien jaar in hoofde van de beheerder van het digitaal kanaal. De bewaartermijn wordt zo nodig verlengd tot alle rechtsmiddelen van elke hangende tuchtprocedure waarop de gegevens betrekking hebben, uitgeput zijn.
   Het digitaal kanaal moet minstens beantwoorden aan de voorwaarden van het koninklijk besluit van 16 juni 2016 houdende de elektronische communicatie overeenkomstig artikel 32ter van het Gerechtelijk Wetboek, wat betreft de modaliteiten, de wijze en de voorwaarden van inrichting, het beheer, de organisatie en de raadpleging.]4
  Om bindend te zijn, moeten de regels bepaald in het eerste lid, 1° [4 , 5° en 13°]4, en de maatregelen bedoeld in het eerste lid, 2°, door de Koning goedgekeurd worden. Hij kan in voorkomend geval aanpassingen aanbrengen.
  [4 De regels en maatregelen die de Nationale Kamer van notarissen vaststelt, bevatten geen verplichtingen of voorschriften die niet strikt noodzakelijk zijn voor de verwezenlijking van het doel van algemeen belang dat ermee wordt beoogd, zijnde het bevorderen van een behoorlijke uitoefening van het notarieel ambt en de notariële praktijk, in het belang van de rechtmatigheid, de rechtszekerheid en een goede rechtsbedeling.]4
  Indien de Nationale Kamer van notarissen in gebreke blijft de in het [3 vierde]3 lid bedoelde regels of maatregelen vast te stellen, heeft de Koning de macht om zelf het initiatief hiertoe te nemen.
  [2 Onverminderd het eerste lid, 5°, vierde streepje, bepaalt de Koning de regels inzake de permanente opleiding van de notarissen, kandidaat-notarissen en stagiairs voor zover ze van toepassing zijn op derden.]2
  ----------
  (1)<W 2017-07-06/24, art. 189,i-189,iv, 018; Inwerkingtreding : 03-08-2017>
  (2)<W 2018-12-21/09, art. 203, 024; Inwerkingtreding : 10-01-2019>
  (3)<W 2017-07-06/24, art. 189,v-189,vii, 018; Inwerkingtreding : 18-01-2019>
  (4)<W 2022-11-22/06, art. 51, 034; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art.92.<Ingevoegd bij W 1999-05-04/03, art. 41, Inwerkingtreding : 01-11-1999 (KB 26-10-1999, art. 1, BS 30-10-1999)> § 1. De organen van de Nationale Kamer van notarissen zijn :
  1° de algemene vergadering;
  2° het directiecomité.
  § 2. De algemene vergadering van de Nationale Kamer van notarissen bestaat uit de vertegenwoordigers van de genootschappen of, bij hun afwezigheid, uit hun plaatsvervangers. Zij worden verkozen door de algemene vergadering van het genootschap uit de leden die sedert ten minste [1 vijf]1 jaar het notarisambt uitoefenen.
  Per begonnen schijf van dertig notarissen heeft elk genootschap recht op één vertegenwoordiger.
  Het mandaat van vertegenwoordiger en van plaatsvervanger duurt vijf jaar en is (niet verlengbaar). Het aantal vertegenwoordigers en plaatsvervangers wordt jaarlijks voor een vijfde hernieuwd, waarbij kleinere fracties buiten beschouwing worden gelaten. <W 2003-12-22/42, art. 398, 1°, Inwerkingtreding : 10-01-2004>
  De vertegenwoordiger of plaatsvervanger die tijdens het mandaat in de plaats van een vertegenwoordiger of plaatsvervanger wordt gekozen, dient het mandaat van zijn voorganger uit, maar is niet onmiddellijk herkiesbaar.
  [1 De voorzitter van de kamer van notarissen is van rechtswege effectief lid van de algemene vergadering. De secretaris van de kamer van notarissen is van rechtswege plaatsvervangend lid van de algemene vergadering.]1
  De algemene vergadering van de Nationale Kamer van notarissen beslist bij tweederde meerderheid van de uitgebrachte stemmen.
  § 3. (Het directiecomité van de Nationale Kamer van notarissen bestaat uit acht leden, die door de algemene vergadering onder haar [1 effectieve]1 leden worden gekozen voor een termijn van drie jaar zonder dat deze termijn de duur van het mandaat bedoeld in § 2, derde lid, kan overschrijden. Het directiecomité wordt jaarlijks gedeeltelijk hernieuwd. Om de drie jaar worden bij geheime stemming een voorzitter en een ondervoorzitter verkozen [1 uit de leden die sedert ten minste tien jaar het notarisambt uitoefenen]1. Ieder jaar worden twee van de andere leden vervangen. Binnen [1 vijftien]1 dagen na de algemene vergadering tijdens welke de verkiezing werd georganiseerd, verkiezen de leden van het directiecomité onder hun leden een secretaris, een penningmeester, twee verslaggevers en twee adviseurs.
  De voorzitter en de ondervoorzitter, de secretaris, de penningmeester, alsmede elk van beide verslaggevers en van beide adviseurs, moeten tot verschillende taalgroepen behoren. Het directiecomité kan enkel op geldige wijze beraadslagen en besluiten als ten minste de meerderheid van de leden ervan aanwezig is.) <W 2003-12-22/42, art. 398, 2°, Inwerkingtreding : 10-01-2004>
  De leden van het directiecomité komen uit de vijf rechtsgebieden van de hoven van beroep; minstens drie leden van het directiecomité hebben hun standplaats in een gerechtelijk arrondissement waarin geen zetel van een hof van beroep gelegen is.
  § 4. Het directiecomité is bevoegd voor de voorbereiding van de taken van de Nationale Kamer van notarissen en voor de uitvoering van de haar door de Nationale Kamer van notarissen opgedragen taken.
  [1 De Nationale Kamer van notarissen wordt]1 vertegenwoordigd door de voorzitter of door het daartoe door hem gedelegeerd lid van het directiecomité.
  Het directiecomité voert de beslissingen van de algemene vergadering uit en brengt haar op de hoogte van de vervulling van zijn taken.
  ----------
  (1)<W 2022-11-22/06, art. 52, 034; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Afdeling IV. - (Nietigverklaring en verhaal).
Art.93. <Ingevoegd bij W 1999-05-04/03, art. 41, Inwerkingtreding : 01-11-1999 (KB 26-10-1999, art. 1, BS 30-10-1999)> De beslissingen die een genootschap overeenkomstig artikel 69, 2°, neemt, worden binnen één maand na hun dagtekening aan de Nationale Kamer van notarissen meegedeeld.
  De Nationale Kamer van notarissen kan deze beslissingen binnen drie maanden na mededeling ervan nietig verklaren. Die termijn heeft schorsende kracht. Zij worden pas voorgelegd aan de Koning nadat deze termijn is verstreken.
  Latere beslissingen van de Nationale Kamer van notarissen, die de door de genootschappen vroeger opgestelde reglementen niet uitdrukkelijk herroepen, vernietigen in voornoemde reglementen slechts die beslissingen welke met de nieuwe beslissingen onverenigbaar of strijdig zijn.

Art.94. <Ingevoegd bij W 1999-05-04/03, art. 41, Inwerkingtreding : 01-11-1999 (KB 26-10-1999, art. 1, BS 30-10-1999)> De beslissingen van de genootschappen die een bijdrage, een omslagregeling of een aandeel in de kosten vaststellen, worden binnen één maand meegedeeld aan de Nationale Kamer van notarissen.

Art.94bis. [1 Het beroep tegen een negatieve beslissing van de kamer van notarissen, zoals voorzien in de artikelen 49ter, § 2, tweede lid en 50, § 5, tweede lid, wordt ingesteld bij aangetekende zending, gericht aan de voorzitter van de Nationale Kamer, binnen een termijn van één maand na de kennisgeving door de kamer van notarissen.
   Het directiecomité bedoeld in artikel 92, § 1, hoort de betrokken notarissen en kandidaat-notarissen, alsook de betrokken kamer, en doet binnen drie maanden na de instelling van het beroep, uitspraak. Van de met redenen omklede beslissing wordt binnen de kortst mogelijke tijd kennis gegeven aan de betrokken notarissen, kandidaat-notarissen en kamer.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij W 2022-11-22/06, art. 53, 034; Inwerkingtreding : 01-01-2024>


TITEL IV. [1 - Tucht, bewarende en ondersteunende maatregelen.]1   ----------   (1)
Afdeling I. [1 - Bewarende en ondersteunende maatregelen opgelegd door de kamer van notarissen.]1   ----------   (1)
Art.95.[2 ...]2
  [1 Elk lid van een genootschap van notarissen dat aan zijn boekhoudkundige plichten verzuimt kan aan bewarende en ondersteunende maatregelen worden onderworpen.]1
  [2 Bewarende maatregelen zijn maatregelen opgelegd door de kamer van notarissen die tot doel hebben, in het kader van de boekhoudkundige plichten van de notaris, de geldelijke belangen van de cliënten te vrijwaren.
   Ondersteunende maatregelen zijn maatregelen opgelegd door de kamer van notarissen die tot doel hebben de notaris te ondersteunen in het kader van zijn boekhoudkundige plichten.
   Bewarende en ondersteunende maatregelen kunnen ook opgelegd worden telkens de werking van een kantoor dusdanig verstoord is dat de belangen van cliënten in het gedrang zijn.]2
  ----------
  (1)<W 2017-07-06/24, art. 192, 018; Inwerkingtreding : 03-08-2017>
  (2)<W 2022-11-22/06, art. 55, 034; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art.96.
  <Opgeheven bij W 2022-11-22/06, art. 56, 034; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art.97.
  <Opgeheven bij W 2022-11-22/06, art. 57, 034; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art. 97bis.
  <Opgeheven bij W 2022-11-22/06, art. 58, 034; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Afdeling II. [1 - Organen bevoegd voor de vervolging in tuchtzaken.]1   ----------   (1)
Art.97ter. [1 Er zijn twee organen bevoegd voor de vervolging in tuchtzaken, het auditoraat bij de Nationale Kamer van notarissen en de kamer van notarissen.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij W 2022-11-22/06, art. 60, 034; Inwerkingtreding : 18-10-2023>


Art.97quater.[1 § 1. Binnen de Nationale Kamer van notarissen wordt een auditoraat opgericht, bestaande uit een Nederlandstalige en een Franstalige afdeling van elk drie leden. Zij dragen de titel van auditeur.
   De algemene vergadering van de Nationale Kamer van notarissen verkiest de auditeurs, op voorstel van het directiecomité, voor een termijn van drie jaar. Het mandaat is éénmaal onmiddellijk verlengbaar.
   Notarissen die sedert tenminste vijf jaar het ambt uitoefenen en erenotarissen kunnen tot auditeur aangesteld worden.
   Een mandaat in het auditoraat is onverenigbaar met:
   - een mandaat in het directiecomité van de Nationale Kamer van notarissen of in een kamer van notarissen;
   - de hoedanigheid van assessor zoals bedoeld in artikel 555/5bis, § 2, van het Gerechtelijk Wetboek.
   Het mandaat eindigt bij het verstrijken van de termijn of wanneer een onverenigbaarheid ontstaat zoals bedoeld in het achtste lid.
   § 2. De Nederlandstalige afdeling is bevoegd voor het onderzoek van tuchtzaken en voor de procedures die betrekking hebben op de notarissen met standplaats in het Nederlandstalig taalgebied en de notarissen met standplaats in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest die ingeschreven zijn op de Nederlandse taalrol.
  [2 Zij is eveneens bevoegd voor het onderzoek van tuchtzaken en voor de procedures die betrekking hebben op de kandidaat-notarissen die in het Nederlandstalig taalgebied ingeschreven zijn op een tableau bedoeld in artikel 77 of in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op de Nederlandse taalrol ingeschreven zijn en de erenotarissen met de laatste standplaats in het Nederlandstalig taalgebied of die in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op de Nederlandse taalrol ingeschreven zijn.]2
   De Franstalige afdeling is bevoegd voor het onderzoek van tuchtzaken en voor de procedures die betrekking hebben op de notarissen met standplaats in het Franstalig en het Duitstalig taalgebied en de notarissen met standplaats in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest die ingeschreven zijn op de Franse taalrol.
  [2 Zij is eveneens bevoegd voor het onderzoek van tuchtzaken en voor de procedures die betrekking hebben op de kandidaat-notarissen die in het Franstalig taalgebied ingeschreven zijn op een tableau bedoeld in artikel 77 of in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op de Franse taalrol ingeschreven zijn en de erenotarissen met de laatste standplaats in het Franstalig taalgebied of in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op de Franse taalrol ingeschreven zijn.]2
   § 3. De Nationale Kamer van notarissen staat in voor het secretariaat dat het auditoraat bij de Nationale Kamer van notarissen bijstaat. Dit secretariaat bewaart de archieven van het auditoraat.
   De kosten van de werking van het auditoraat en het secretariaat worden gedragen door de Nationale Kamer van notarissen.
   § 4. De algemene vergadering van de Nationale Kamer van notarissen stelt het huishoudelijk reglement van het auditoraat bij de Nationale Kamer van notarissen vast waarin de voordracht van de kandidaten om als auditeur benoemd te worden en de werking en organisatie van het auditoraat wordt geregeld alsook de wijze waarop de auditeur wordt aangesteld voor ieder dossier. Om bindend te zijn, moet dit huishoudelijk reglement door de Koning goedgekeurd worden. Hij kan in voorkomend geval aanpassingen aanbrengen.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij W 2022-11-22/06, art. 61, 034; Inwerkingtreding : 18-10-2023>
  (2)<W 2024-03-27/02, art. 47, 036; Inwerkingtreding : 08-04-2024>

Art.98.[1 § 1. Het auditoraat neemt door toedoen van de kamer van notarissen kennis van de tuchtzaken.
   Het auditoraat is bevoegd om de tuchtzaken te onderzoeken, het dossier van vervolging samen te stellen en in te leiden bij de tuchtraad bedoeld in artikel 555/5bis van het Gerechtelijk Wetboek met het oog op de veroordeling tot een tuchtstraf.
   Het auditoraat heeft tevens de bevoegdheid een tuchtzaak te seponeren of een minnelijke schikking van 125 euro tot 5000 euro die de vervolging beëindigt voor te stellen.
   § 2. De kamer van notarissen neemt, door toedoen van de syndicus, kennis van de tuchtzaken, hetzij ambtshalve, hetzij op klacht van een derde of een lid van een genootschap van notarissen, hetzij op schriftelijke aangifte door de procureur des Konings die deze aangifte ook digitaal kan doen.
   De kamer van notarissen is bevoegd te beslissen tot tuchtvervolging.
   De kamer van notarissen heeft tevens de bevoegdheid een tuchtzaak te seponeren of een minnelijke schikking van 125 euro tot 5000 euro die de vervolging beëindigt voor te stellen, onder voorbehoud van de beslissing van het auditoraat zoals bepaald in artikel 100, § 2.]1
  ----------
  (1)<W 2022-11-22/06, art. 62, 034; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Afdeling IIbis. [1 - Procedure voor de vervolging in tuchtzaken.]1   ----------   (1)
Art.98bis. [1 Voor wat betreft de procedure voor de vervolging in tuchtzaken verwijst het begrip werkdagen naar alle dagen die geen zaterdag, zondag of wettelijke feestdag zijn.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij W 2022-11-22/06, art. 64, 034; Inwerkingtreding : 01-01-2024>


Art.99.<Ingevoegd bij W 1999-05-04/04, art. 5, Inwerkingtreding : 01-11-1999 (KB 26-10-1999, art. 2, BS 30-10-1999)> Het lid van het genootschap aan wie een feit ten laste is gelegd, wordt door de syndicus hiervan in kennis gesteld [1 binnen een termijn van een maand na de kennisname van de feiten, de klacht of de aangifte. De kennisgeving wordt door de syndicus ondertekend, omschrijft het ten laste gelegde feit en]1 informeert het lid over de plaats en het tijdstip waarop hij kennis kan nemen van het dossier met betrekking tot het ten laste gelegde feit.
  Het betrokken lid kan [1 binnen een termijn van één maand]1 schriftelijk of mondeling zijn reactie laten kennen.
  ----------
  (1)<W 2022-11-22/06, art. 65, 034; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art.100.[1 § 1. De syndicus voert een onderzoek naar de feiten en stelt een verslag op binnen een termijn van drie maanden na de kennisname van de feiten, de klacht of de aangifte. Hij kan voorstellen het betrokken lid te vervolgen dan wel aan de klacht geen gevolg te geven. De syndicus bezorgt zijn verslag aan de secretaris van de kamer van notarissen.
   De kamer van notarissen beslist te vervolgen, te seponeren of een minnelijke schikking voor te stellen. De kamer van notarissen motiveert haar beslissing.
   De minnelijke schikking kan niet worden geïnd totdat het auditoraat bij de Nationale Kamer van notarissen een beslissing heeft genomen in het dossier.
   De syndicus bezorgt een afschrift van de gemotiveerde beslissing en van het dossier binnen een termijn van vijftien werkdagen na de beslissing van de kamer van notarissen aan het auditoraat en brengt tegelijkertijd het betrokken lid op de hoogte van de beslissing.
   § 2. Het auditoraat neemt kennis van de beslissing van de kamer van notarissen en het tuchtdossier.
   Indien de kamer van notarissen heeft beslist te vervolgen, handelt zij volgens artikel 102, eerste lid. Het auditoraat kan de beslissing van de kamer van notarissen om te vervolgen niet wijzigen.
   Indien de kamer van notarissen heeft beslist te seponeren, kan het auditoraat de beslissing van de kamer bevestigen of beslissen tot vervolging over te gaan of een minnelijke schikking voor te stellen.
   Indien de kamer van notarissen heeft beslist een minnelijke schikking voor te stellen, kan het auditoraat de beslissing van de kamer van notarissen bevestigen of beslissen tot vervolging over te gaan.
   Bij een beslissing tot seponering brengt het auditoraat de derde of het lid dat de klacht indiende en het betrokken lid hiervan op de hoogte binnen vijftien werkdagen.
   Bij een beslissing tot vervolging brengt het auditoraat het betrokken lid op de hoogte binnen vijftien werkdagen.
   Bij een beslissing tot minnelijke schikking wordt deze binnen vijftien werkdagen aan het betrokken lid voorgesteld. Na aanvaarding binnen een maand door het betrokken lid van de minnelijke schikking en na betaling wordt het dossier geseponeerd.
   Het auditoraat informeert de syndicus van elke beslissing binnen een termijn van vijftien werkdagen.]1
  ----------
  (1)<W 2022-11-22/06, art. 66, 034; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art.101.[1 § 1. Een dossier dat werd ingediend op aangifte van de procureur des Konings kan niet geseponeerd worden.
   § 2. Een minnelijke schikking is niet mogelijk als de procedure is aangevangen na klacht door een derde of op aangifte van de procureur des Konings. Een minnelijke schikking kan in een periode van vijf jaar slechts tweemaal toegestaan worden.
   § 3. De minnelijke schikking wordt geïnd ten behoeve van de Schatkist.
   § 4. Met het oog op de invordering van de minnelijke schikking door de algemene administratie van de inning en de invordering van de Federale Overheidsdienst Financiën, levert de Nationale Kamer van notarissen aan de kamer van notarissen en het auditoraat bij de Nationale Kamer van notarissen het identificatienummer van het rijksregister van de kandidaat-notarissen, notarissen-titularis, geassocieerde en toegevoegde notarissen, plaatsvervangende notarissen en erenotarissen en de gegevens bedoeld in artikel 3, eerste lid, 1° en tweede lid, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een rijksregister van de natuurlijke personen.
   § 5. Het auditoraat bij de Nationale Kamer van notarissen en de kamer van notarissen gebruiken het identificatienummer van het rijksregister uitsluitend voor de nauwkeurige identificatie van de betrokkene binnen zijn tuchtdossier gedurende de tijd die strikt noodzakelijk is voor dit doel en voor de mededeling aan de betrokken administratie.
   § 6. Het auditoraat bij de Nationale Kamer van notarissen houdt een register bij van de minnelijke schikkingen dat verplicht moet geraadpleegd worden door de kamer van notarissen en de auditeur telkens een dossier aan hen wordt voorgelegd.
   Het bijhouden van het register van minnelijke schikkingen is noodzakelijk om na te gaan of een minnelijke schikking kan worden voorgesteld zonder in strijd te zijn met de wettelijke beperking van het maximum aantal minnelijke schikkingen zoals bepaald in paragraaf 2.
   Naast het auditoraat, hebben de leden en de personeelsleden van de kamer van notarissen toegang tot het register van minnelijke schikkingen, voor zover vereist voor de uitoefening van hun opdracht.
   § 7. De Nationale Kamer van notarissen, in de schoot waarvan het auditoraat is opgericht, is beheerder van het register van de minnelijke schikkingen.
   § 8. Het register van minnelijke schikkingen bevat de volgende gegevens:
   - naam, voornaam en uniek beroepsidentificatienummer van het betrokken lid;
   - datum van voorstel van minnelijke schikking;
   - orgaan dat de minnelijke schikking heeft voorgesteld;
   - datum van aanvaarding van minnelijke schikking;
   - datum van betaling van minnelijke schikking.
   § 9. De gegevens worden bewaard voor een termijn van vijf jaar vanaf de datum van betaling van de minnelijke schikking, met het oog op de verificatie van de bepalingen van paragraaf 2.]1
  ----------
  (1)<W 2022-11-22/06, art. 67, 034; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art.102.[1 Wanneer de kamer van notarissen tot vervolging beslist, bepaalt zij de vordering en stelt zij de syndicus aan die de tuchtprocedure inleidt voor de tuchtraad bedoeld in artikel 427 van het Gerechtelijk Wetboek. Hij kan zich laten bijstaan door het auditoraat bij de Nationale Kamer van notarissen.
   Wanneer het auditoraat tot vervolging beslist, bepaalt het de vordering en stelt de auditeur de tuchtprocedure in voor de tuchtraad. Hij kan zich laten bijstaan door de syndicus.]1
  ----------
  (1)<W 2022-11-22/06, art. 68, 034; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art.103.[1 Wanneer de syndicus de vervolging heeft ingesteld, informeert hij het auditoraat bij de Nationale Kamer van notarissen van de uitspraak van de tuchtraad.
   Wanneer het auditoraat de vervolging heeft ingesteld, informeert het de syndicus van de uitspraak van de tuchtraad.]1
  ----------
  (1)<W 2022-11-22/06, art. 69, 034; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Afdeling IIter. [1 - Gevolgen van de tuchtstraf ten aanzien van de plaatsvervanging.]1   ----------   (1)
Art.104.[1 Indien bij schorsing van een notaris een plaatsvervanger wordt aangewezen, heeft deze het recht op betaling van de door hem gemaakte kosten, alsook op de vergoeding die de voorzitter van de tuchtkamer na advies te hebben ingewonnen van de kamer van notarissen vaststelt, dit alles op kosten van de vervangen notaris. Het ereloon voor de tijdens de schorsing verleden akten dient om de plaatsvervanger en het kantoorpersoneel te bezoldigen en de algemene kosten te betalen. Het eventuele overschot wordt gestort aan de plaatsvervanger of aan de notarissen die in de plaats van de geschorste notaris hebben geïnstrumenteerd. Het eventuele tekort wordt door de vervangen notaris gedragen.
   Wanneer een notaris uit zijn ambt is ontzet, heeft de plaatsvervanger recht op het ereloon voor de tijdens de plaatsvervanging verleden akten, waarmee hij de bezoldiging van het kantoorpersoneel en de algemene kosten moet betalen. Het eventuele tekort wordt door de vervangen notaris gedragen.]1
  ----------
  (1)<W 2022-11-22/06, art. 71, 034; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art.105.
  <Opgeheven bij W 2022-11-22/06, art. 72, 034; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art.106.
  <Opgeheven bij W 2022-11-22/06, art. 73, 034; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art.107.
  <Opgeheven bij W 2022-11-22/06, art. 74, 034; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Afdeling III.   
Art.108.
  <Opgeheven bij W 2022-11-22/06, art. 75, 034; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art.109.
  <Opgeheven bij W 2022-11-22/06, art. 75, 034; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art.110.
  <Opgeheven bij W 2022-11-22/06, art. 75, 034; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art.111.
  <Opgeheven bij W 2022-11-22/06, art. 75, 034; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Afdeling IV.   
Art.112.
  <Opgeheven bij W 2022-11-22/06, art. 76, 034; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art.113.
  <Opgeheven bij W 2022-11-22/06, art. 76, 034; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

TITEL V. - (Algemene bepalingen).
Art.114. <Ingevoegd bij W 1999-05-04/03, art. 44, Inwerkingtreding : 1999-10-01> Elke akte opgemaakt in strijd met het bepaalde in de artikelen 6, 3° en 4°, 8, 9, § 2, eerste lid, 10, 12, tweede lid, 14, 20 en 51, § 7, is nietig indien zij niet door alle partijen is ondertekend. Indien de akte door alle contracterende partijen is ondertekend, geldt zij slechts als onderhands geschrift, zulks onverminderd de schadevergoeding die in beide gevallen, zo daartoe aanleiding bestaat, moet worden betaald door de notaris die voornoemde voorschriften heeft overtreden.

Art.115. <Ingevoegd bij W 1999-05-04/03, art. 44, Inwerkingtreding : 01-11-1999> De termijnen bepaald in deze wet worden berekend overeenkomstig de artikelen 52, 53 en 54 van het Gerechtelijk Wetboek.

Art.116. <Ingevoegd bij W 1999-05-04/03, art. 44, Inwerkingtreding : 01-11-1999> De Koning bepaalt de regels inzake organisatie en werking van de Nationale Kamer van notarissen.

Art.117.<Ingevoegd bij W 1999-05-04/03, art. 44, Inwerkingtreding : 01-11-1999> § 1. Bij de Nationale Kamer van notarissen wordt in de vorm van een afzonderlijke rechtspersoon een fonds opgericht, hierna te noemen het "notarieel fonds". De Koning organiseert het toezicht op dit fonds en kan hiertoe een of meer regeringscommissarissen aanstellen.
  [4 Het notarieel fonds is een solidariteitsfonds binnen het notariaat dat de notarissen ondersteunt in het kader van hun sociale en maatschappelijke opdrachten, op de wijze bepaald in de paragrafen 3 tot 5.]4
  § 2. Een vermindering van (250 EUR) op het honorarium van de notaris bij het verlijden van een [2 aankoopakte voor een enige gezinswoning waarvoor een tegemoetkoming inzake registratierechten van toepassing is]2, wordt toegestaan aan die personen die voor het verrichten van deze aankoop een beroep doen voor een financiering voor minstens 50 van de waarde, op een hypothecaire lening of een kredietopening waarvoor zij, op basis van [2 een wettelijke bepaling]2, voor het verlijden van deze akte een halvering van het ereloon van de notaris kunnen genieten. <KB 2000-07-20/58, art.6, ED 01-01-2000>
  § 3. De notaris die de in § 2 bedoelde vermindering van zijn ereloon moet toestaan vordert dit bedrag terug van het notarieel fonds.
  [1 De notaris kan van het notarieel fonds een bedrag van [5 200 euro, exclusief btw]5, terugvorderen voor elke akte houdende één of meer verklaringen van verwerping van nalatenschap overeenkomstig artikel [3 4.44, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek die hij kosteloos heeft verleden met toepassing van het derde lid]3, indien de akte geen andere rechtshandelingen, verklaringen of vaststellingen bevat die aanleiding geven tot honorarium of salaris.]1 [2 Het notarieel fonds kan, mits goedkeuring door de minister van Justitie, zijn middelen ook aanwenden voor andere maatschappelijk zinvolle doeleinden of projecten uit de notariële wereld.]2
  [5 Het bedrag bedoeld in het tweede lid wordt jaarlijks op 1 januari van rechtswege aangepast aan het indexcijfer der consumptieprijzen aan de hand van de volgende formule: basisbedrag vermenigvuldigd met het nieuwe indexcijfer en gedeeld door het aanvangsindexcijfer. Het nieuwe indexcijfer is het indexcijfer der consumptieprijzen voor de maand september voorafgaand aan elke eerder bedoelde aanpassing. De eerste indexering vindt plaats op 1 januari 2025 en het aanvangsindexcijfer is het indexcijfer der consumptieprijzen voor de maand januari 2023.]5
  [4 De notaris ontvangt van het notarieel fonds een tegemoetkoming voor elke aankoopakte van een enige gezinswoning waarvan de basis voor de berekening van het ereloon tussen 60.000 en 325.000 euro bedraagt en waarvoor het barema Jbis of Kbis zoals vastgesteld door artikel 17, punten 81 en 82 van de bijlage bij het koninklijk besluit van 16 december 1950 houdende het tarief van de honoraria der notarissen van toepassing is.
   Dit bedrag wordt als volgt bepaald:
  [5 tot en met 60.000 euro: 50 euro;]5
   vanaf 60.000 euro tot en met 75.000 euro: 75 euro;
   vanaf 75.000 euro tot en met 100.000 euro: 100 euro;
   vanaf 100.000 euro tot en met 125.000 euro: 125 euro;
   vanaf 125.000 euro tot en met 150.000 euro: 150 euro;
   vanaf 150.000 euro tot en met 200.000 euro: 175 euro;
   vanaf 200.000 euro tot en met 275.000 euro: 200 euro;
   vanaf 275.000 euro tot en met 300.000 euro: 150 euro;
   vanaf 300.000 euro tot en met 325.000 euro: 75 euro.]4
  § 4. [4 Het notarieel fonds wordt gevoed door een jaarlijkse bijdrage van alle notarissen-titularis die hun notariële activiteit als natuurlijke persoon uitoefenen en van elke professionele notarisvennootschap ten belope van 0,25 % van het gemiddeld omzetcijfer van de laatste drie boekjaren van het kantoor of de kantoren in het geval van een associatie tussen notarissen-titularis, in voorkomend geval pro rata temporis herleid tot de periode van een kalenderjaar, indien de betreffende boekjaren langer of korter dan een kalenderjaar zijn.
   In het geval van de oprichting van een standplaats, overeenkomstig artikel 32, derde lid, wordt de bijdrage berekend op de beschikbare boekjaren van het kantoor, zolang deze minder bedragen dan drie.
   In het geval van een uittreding van een notaris-titularis uit een associatie of een einde van een associatie wordt de bijdrage berekend op een gelijk aandeel van elke notaris-titularis in de omzet van de associatie, in voorkomend geval aangevuld met de omzet van de kantoren, indien de associatie minder dan drie jaar bestaat.
   Het omzetcijfer bestaat uit de opbrengsten onder de posten 70 tot 75 in de klasse 7 in het minimum genormaliseerd rekeningenstelsel voor notarissen waarvan het model als bijlage is gevoegd bij het reglement van de Nationale Kamer van notarissen voor de organisatie van de notariële boekhouding van 9 oktober 2001 [5 , verminderd met de bijdragen bepaald in paragraaf 5]5.
   Indien de Nationale Kamer van notarissen vaststelt dat het notarieel fonds over onvoldoende middelen beschikt om de vorderingen gedurende vermoedelijk meer dan een jaar te kunnen uitbetalen, kan zij de minister van Justitie vragen om het bijdragepercentage bedoeld in het eerste lid tijdelijk te verhogen tot een maximum van 0,75 %.
   Indien de Nationale Kamer van notarissen vaststelt dat het notarieel fonds over voldoende middelen beschikt om de vorderingen gedurende vermoedelijk meer dan een jaar te kunnen uitbetalen, kan zij de minister van Justitie vragen om het bijdragepercentage tijdelijk te verminderen. De minister van Justitie waakt erover dat de vermindering tijdig opgeheven wordt om te vermijden dat het notarieel fonds een negatief saldo zou vertonen.]4
  [4 § 5. Het notarieel fonds wordt eveneens gevoed door een bijdrage voor elke aankoopakte van een onroerend goed waarvan de basis waarop het ereloon wordt berekend meer dan 374.999 euro bedraagt.
   Deze bijdrage wordt als volgt berekend:
   - Voor elke aankoopakte van een onroerend goed waarvoor het barema Jbis zoals vastgesteld door artikel 17, punt 81 van de bijlage bij het koninklijk besluit van 16 december 1950 houdende het tarief van de honoraria der notarissen van toepassing is:
   - als de basis voor de berekening van het ereloon kleiner is dan of gelijk aan 500.000 euro: (basis - 250.095) * 0,243 % - 309,15 + 100
   - als de basis voor de berekening van het ereloon groter is dan 500.000 euro: (basis - 500.000) * 0,143 % + 249.905 * 0,243 % - 309,15 + 100
   - Voor elke aankoopakte van een onroerend goed waarvoor het barema J zoals vastgesteld door artikel 17, punt 81 van de bijlage bij het koninklijk besluit van 16 december 1950 houdende het tarief van de honoraria der notarissen van toepassing is: (basis - 250.095) * 0,143 % - 5,75
   - Voor elke aankoopakte van een onroerend goed waarvoor het barema Kbis zoals vastgesteld door artikel 17, punt 82 van de bijlage bij het koninklijk besluit van 16 december 1950 houdende het tarief van de honoraria der notarissen van toepassing is:
   - als de basis voor de berekening van het ereloon kleiner is dan of gelijk aan 500.000 euro: (basis - 250.095) * 0,386 % - 637,46 + 400
   - als de basis voor de berekening van het ereloon groter is dan 500.000 euro: (basis - 500.000) * 0,086 % + 249.905 * 0,386 % - 637,46 + 400
   - Voor elke aankoopakte van een onroerend goed waarvoor het barema K zoals vastgesteld door artikel 17, punt 82 van de bijlage bij het koninklijk besluit van 16 december 1950 houdende het tarief van de honoraria der notarissen van toepassing is: (basis - 250.095) * 0,136 % - 29,51.
   § 6. Het notarieel fonds is de verantwoordelijke voor de gegevensverwerking in de zin van de Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) voor de gegevens die het notarieel fonds verzamelt en gebruikt om haar opdrachten te volbrengen.
   De volgende gegevens worden door het notarieel fonds verzameld bij de Nationale Kamer van notarissen en verwerkt:
   1° de identificatie- en contactgegevens van de notaris, waaronder het identificatienummer waaronder de notaris bekend staat bij de Nationale kamer van notarissen overeenkomstig artikel 91, eerste lid, 12° ;
   2° het ondernemingsnummer, het bankrekeningnummer en de referentie waaronder het notariskantoor gekend is bij de Nationale kamer van notarissen overeenkomstig artikel 91, eerste lid, 12° ;
   3° het gemiddeld omzetcijfer van de laatste drie boekjaren van het kantoor;
   De volgende gegevens worden door het notarieel fonds verzameld bij de notarissen en verwerkt:
   1° voor de akten houdende de aankoop van een onroerend goed:
   - de datum, het NABAN-nummer, zoals bepaald in artikel 5 van het koninklijk besluit van 18 maart 2020 houdende de invoering van de Notariële Aktebank en het repertoriumnummer zoals bepaald in artikel 177, lid 1, 1° van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten van de akte;
   - de basis waarop het ereloon wordt berekend;
   - de vermelding van het toegepaste barema zoals bepaald in het koninklijk besluit van 16 december 1950 houdende het tarief van de honoraria der notarissen;
   - in voorkomend geval de vermelding dat een vermindering van ereloon zoals bepaald in paragraaf 2 werd toegepast;
   2° voor de akten houdende de aankoop van een onroerend goed waarbij een vermindering van ereloon zoals bepaald in paragraaf 2 werd toegepast de volgende bijkomende gegevens:
   - de koopprijs;
   - de datum, het repertoriumnummer en in voorkomend geval het NABAN-nummer van de akte houdende de financiering zoals bepaald in paragraaf 2;
   - in voorkomend geval, de naam van de instrumenterende notaris indien deze niet dezelfde is als bij de koopakte;
   - het bedrag van de financiering;
   - de naam van de financiële instelling;
   3° voor de akten houdende een verwerping van nalatenschap overeenkomstig artikel 784, eerste lid, van het oud Burgerlijk Wetboek die de notaris kosteloos heeft verleden met toepassing van het derde lid van hetzelfde artikel:
   - de datum, het NABAN-nummer en het repertoriumnummer van de akte;
   - de naam, de voornamen en het identificatienummer van de overledene;
   - de vermelding dat de akte kosteloos werd verleden.
   De gegevens die worden bepaald in het tweede lid, 1° en 2°, worden verwerkt om de notarissen en de notariskantoren op voldoende wijze te kunnen identificeren en de eventuele tegemoetkomingen te kunnen storten.
   De gegevens die worden bepaald in het tweede lid, 3°, en het derde lid, 1° tot 3°, worden verwerkt om de eventuele bijdragen bedoeld in de paragrafen 4 en 5 en de eventuele tegemoetkomingen bedoeld in paragraaf 3 te berekenen en de noodzakelijke controles uit te oefenen op de eraan verbonden voorwaarden.
   De gegevens die worden bepaald in het derde lid, 1° en 2°, worden verwerkt om het verzoek bedoeld in paragraaf 4, vijfde en zesde lid, te kunnen indienen bij de minister van Justitie met het oog op het behouden van het financieel evenwicht van het notarieel fonds dat afhankelijk is van de evolutie van de vastgoedmarkt.
   De door het notarieel fonds verzamelde gegevens met betrekking tot de financiële tegemoetkomingen en bijdragen worden gedurende tien jaar bewaard, met het oog op haar boekhoudkundige verplichtingen en het toezicht bedoeld in paragraaf 1, eerste lid.
   De overige gegevens worden bewaard gedurende de termijn nodig om het notarieel fonds in staat te stellen de verificaties te verrichten die nodig zijn voor het vervullen van zijn taken en de analyse te doen met het oog op het verzoek aan de minister van Justitie, voorzien in paragraaf 4, vijfde en zesde lid.
   In het geval van een geschil worden de betreffende gegevens bewaard zolang als nodig voor het beheer van het geschil dat er betrekking op heeft.
   § 7. Met het oog op de vordering van de tegemoetkomingen bedoeld in paragraaf 3 en de inning van de bijdragen bedoeld in de paragrafen 4 en 5 moet de notaris de hierboven opgesomde noodzakelijke gegevens via het door het notarieel fonds daartoe aangeduide elektronisch platform overzenden.
   De gegevens opgesomd in paragraaf 6, tweede lid, 3°, worden door de Nationale Kamer van notarissen aangeleverd. De Nationale Kamer van notarissen verzamelt deze gegevens in het kader van artikel 33 en zal deze doorgeven, zodat het notarieel fonds haar opdrachten kan volbrengen.
   Het notarieel fonds geeft de volgende gegevens door aan de Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat, die ageert als ontvanger van de gegevens, via een door het notarieel fonds gekozen beveiligde manier:
   - het NABAN-nummer van de aktes bedoeld in paragraaf 6, derde lid, 1° en 2° ;
   - de basis voor de berekening van het ereloon voor de aktes bedoeld in paragraaf 6, derde lid, 1° ;
   - de koopprijs voor de aktes bedoeld in paragraaf 6, derde lid, 2°.
   Deze gegevens worden door de Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat enkel gebruikt voor het verzekeren van de kwaliteit van de gegevens van onroerende goederen, die de notarissen gebruiken, wanneer noodzakelijk, in het kader van hun wettelijke opdrachten en die de Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat gebruikt om statistieken op te stellen over de Belgische vastgoedmarkt om het publiek en de notarissen te informeren.
   Deze gegevens worden vernietigd nadat het hierboven beschreven doeleinde bereikt is.
   § 8. De tegemoetkomingen bedoeld in paragraaf 3 en de inning van de bijdragen bedoeld in de paragrafen 4 en 5 worden trimestrieel afgerekend op basis van alle aktes waarvoor de gegevens binnen die periode overgemaakt werden zoals bedoeld in artikel 18, § 1, eerste lid, vermeerderd met een vierde van de verschuldigde jaarlijkse bijdrage.
   Er vindt een compensatie plaats tussen het bedrag van de verschuldigde bijdragen en het bedrag van de door het notarieel fonds terug te betalen tegemoetkomingen.
   Bij wijziging van de notaris-titularis die zijn activiteit als natuurlijke persoon uitoefent, of bij wijziging van de professionele notarisvennootschap van het kantoor, wordt een afrekening gemaakt op datum van de wijziging. Deze afrekening houdt rekening, voor wat de bijdragen bedoeld in paragraaf 5 en de tegemoetkomingen bedoeld in paragraaf 3 betreft, met de aktedatum en voor wat de bijdrage bedoeld in paragraaf 4 betreft pro rata temporis met de periode die voorafgaat aan de wijziging.
   In geval van begin of einde van een associatie tussen notarissen-titularis of uittreding van een vennoot notaris-titularis, wordt een afrekening gemaakt op datum van de wijziging. Deze afrekening houdt rekening, voor wat de bijdragen bedoeld in paragraaf 5 en de tegemoetkomingen bedoeld in paragraaf 3 betreft, met de aktedatum en voor wat de bijdrage bedoeld in paragraaf 4 betreft pro rata temporis met de periode die voorafgaat aan de wijziging.
   De afrekening voor de nieuwbenoemde notaris-titularis die zijn activiteit als natuurlijke persoon of in een eenpersoons professionele notarisvennootschap uitoefent, betreft de periode vanaf de inwerkingtreding van zijn benoeming voor de bijdragen bedoeld in paragraaf 5 en de tegemoetkomingen bedoeld in paragraaf 3. Hij betaalt voor het eerste jaar van zijn benoeming geen bijdrage bedoeld in paragraaf 4 en voor het tweede jaar van zijn benoeming de helft van deze bijdrage.
   De afrekening voor een andere nieuw opgerichte professionele notarisvennootschap betreft de resterende periode van het betreffende tremester.
   Indien het saldo van de afrekening negatief is, dient de notaris of de professionele notarisvennootschap, de gevraagde bijdrage te storten op de rekening van het notarieel fonds vermeld in de uitnodiging tot betaling, uiterlijk tegen de laatste dag van de maand volgende op de afrekening. Het notarieel fonds stuurt geen ander bewijsstuk.
   Indien het saldo van de afrekening positief is, stort het notarieel fonds dit binnen dezelfde periode aan de notaris of de professionele notarisvennootschap.]4
  ----------
  (1)<W 2017-07-06/24, art. 121, 018; Inwerkingtreding : 03-08-2017>
  (2)<W 2017-07-06/24, art. 194, 018; Inwerkingtreding : 03-08-2017>
  (3)<W 2022-01-19/18, art. 50, 033; Inwerkingtreding : 01-07-2022>
  (4)<W 2022-11-22/06, art. 77, 034; Inwerkingtreding : 01-01-2023>
  (5)<W 2024-03-27/02, art. 48, 036; Inwerkingtreding : 08-04-2024>

Art. 117bis. [1 § 1. Zij die de in artikel 117, § 8 vermelde bedragen verschuldigd zijn, kunnen hiertegen schriftelijk bezwaar indienen bij het directiecomité van de Nationale Kamer van notarissen.
   Het bezwaar moet worden gemotiveerd en op straffe van verval worden ingediend voor het verstrijken van een termijn van twee maanden te rekenen vanaf de in artikel 117, § 8 bedoelde termijn.
   Het directiecomité van de Nationale Kamer van notarissen doet uitspraak over het bezwaar bij een met redenen omklede beslissing.
   De kennisgeving van deze beslissing geschiedt schriftelijk.
   § 2. De in artikel 117, § 8, vermelde bedragen kunnen bij wijze van dwangbevel gedwongen worden ingevorderd:
   1° bij niet betaling binnen de in artikel 117, § 8, bedoelde termijn: ten vroegste een maand na de aangetekende verzending van een aanmaning door het directiecomité van de Nationale Kamer van notarissen;
   2° en, indien er tijdig bezwaar werd ingediend zoals bedoeld in paragraaf 1, eerste lid: ten vroegste een maand na verzending van de beslissing van het directiecomité van de Nationale Kamer van notarissen bedoeld in paragraaf 1, derde lid.
   § 3. Het door het directiecomité van de Nationale Kamer van notarissen uitvoerbaar verklaard dwangbevel geldt als uitvoerbare titel.
   Het dwangbevel wordt betekend bij deurwaardersexploot en bevat een bevel tot betaling binnen de vierentwintig uur na de betekening, op straffe van uitvoering bij beslag.
   § 4. Tegen dit dwangbevel kan de schuldenaar van de bijdrage een vordering instellen voor de rechtbank van eerste aanleg die zitting houdt ter zetel van het hof van beroep in wiens rechtsgebied de standplaats of zetel van de betrokken schuldenaar gelegen is. De vordering wordt ingeleid middels een in titel Vbis van boek II van het vierde deel Gerechtelijk Wetboek bedoeld verzoekschrift op tegenspraak.
   De vordering schorst de tenuitvoerlegging van het dwangbevel. Deze schorsing neemt een einde op de datum waarop de uitspraak over de vordering in kracht van gewijsde gaat.
   § 5. Er is verjaring van de invordering van de bijdragen en de interesten na twee jaar te rekenen vanaf het verstrijken van de in artikel 117, § 8, bedoelde termijn.
   Er is verjaring van de eis tot teruggave van elke ten onrechte geïnde bijdrage, van rechtswege, na twee jaar, te rekenen van de betaling.
   § 6. Alle in dit artikel vermelde termijnen worden berekend overeenkomstig de artikelen 48 tot en met 57 van het Gerechtelijk Wetboek.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij W 2022-11-22/06, art. 78, 034; Inwerkingtreding : 01-01-2023>


Art.118.[1 [3 Enkel in het kader van een dossier inzake een opengevallen nalatenschap]3 kan de notaris, op specifiek en met redenen omkleed verzoek, het Centraal Aanspreekpunt gehouden door de Nationale Bank van België [2 overeenkomstig de wet van 8 juli 2018 houdende organisatie van een centraal aanspreekpunt van rekeningen en financiële contracten en tot uitbreiding van de toegang tot het centraal bestand van berichten van beslag, delegatie, overdracht, collectieve schuldenregeling en protest]2, om informatie vragen.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij W 2016-07-01/01, art. 128, 017; Inwerkingtreding : 14-07-2016>
  (2)<W 2018-07-08/03, art. 22, 019; Inwerkingtreding : 26-07-2018>
  (3)<W 2024-05-15/03, art. 33, 037; Inwerkingtreding : 07-06-2024>

Art.119.[1 § 1. [2 De Nationale Kamer van notarissen is de beheerder en de verantwoordelijke voor de gegevensverwerking in de zin van de Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) voor de bestanden bepaald in de artikelen 33, 91, 12° en 100, § 6. De Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat is in dezelfde zin de beheerder en de verantwoordelijke voor de gegevensverwerking voor de bestanden bedoeld in de artikelen 18 en 26.]2
   § 2. [2 De Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat]2 stelt een functionaris voor de gegevensbescherming aan [2 overeenkomstig de artikelen 38 en 39 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming]2.
  [2 ...]2]1
  [2 § 3. De in paragraaf 1 en artikel 117, § 6, bedoelde verwerkingsverantwoordelijken waken erover dat enkel hun medewerkers wiens functie het vereist toegang hebben tot de bestanden bedoeld in de artikelen 18, 26, 33, 91, 12°, 100 en 117. Ze houden permanent een lijst bij van deze personen. Deze personen zijn verplicht de vertrouwelijkheid van de gegevens in deze bestanden te eerbiedigen.]2
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij W 2017-07-06/24, art. 195, 018; Inwerkingtreding : 18-01-2019>
  (2)<W 2022-11-22/06, art. 79, 034; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art.120.[1 Artikel 458 van het Strafwetboek is van toepassing op de notarissen en de personen voor wie zij beroepsmatig instaan.
   Het is tevens van toepassing op elk wettelijk en reglementair orgaan van het notariaat, alsook op de leden van hun organen, hun personeelsleden en, binnen het kader van hun opdracht, hun externe aangestelden.]1
  ----------
  (1)<W 2022-11-22/06, art. 80, 034; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art. 121.[1 Alle beslissingen van een wettelijk of reglementair orgaan van het notariaat kunnen schriftelijk worden genomen [2 ...]2.
   Alle vergaderingen van een wettelijk of reglementair orgaan van het notariaat kunnen worden gehouden door middel van elk telecommunicatiemiddel dat een gezamenlijke beraadslaging toelaat, zoals telefonische of videoconferenties. Er wordt afgeweken van de regels over de plaats van de vergaderingen van de organen.
   Oproepingen, verzendingen en raadplegingen van verslagen en documenten op elektronische wijze zijn toegestaan.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij W 2020-04-30/03, art. 8, 026; Inwerkingtreding : 04-05-2020>
  (2)<W 2024-03-28/60, art. 5, 036; Inwerkingtreding : 08-04-2024>