6 MAART 2024. - Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 1 van het koninklijk besluit van 17 januari 2000 tot uitvoering van artikel 2 van de wet van 20 december 1999 tot toekenning van een werkbonus aan werknemers met lage lonen en van andere verminderingen van de persoonlijke bijdragen van sociale zekerheid en van artikel 2 van het koninklijk besluit van 16 mei 2003 tot uitvoering van het Hoofdstuk 7 van Titel IV van de programmawet van 24 december 2002 (I), betreffende de harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen inzake verminderingen van de sociale zekerheidsbijdragen
Art. 1-5
Artikel 1. Artikel 1, § 1, 2°, eerste lid, van het koninklijk besluit van 17 januari 2000 tot uitvoering van artikel 2 van de wet van 20 december 1999 tot toekenning van een werkbonus aan werknemers met lage lonen en van andere verminderingen van de persoonlijke bijdragen van sociale zekerheid, zoals laatstelijk gewijzigd bij de programmawet (I) van 27 december 2006, wordt aangevuld met een vijfde streepje, luidende:
"- het positief saldo bij de eindafrekening van het vertrekvakantiegeld in het enkel vakantiegeld van de werknemer, zoals bedoeld in de artikelen 48, vierde lid, en 49, vierde lid, van het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers.";
Art.2. Artikel 1, § 4, van hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 14 februari 2022, wordt aangevuld met een lid, luidende:
"Bij de berekening of de in het eerste en tweede lid bedoelde overschrijdingen hebben plaatsgevonden, wordt abstractie genomen van de bijdragen op:
- de vergoedingen uitgekeerd aan werknemers wegens verbreking van de arbeidsovereenkomst;
- het enkel vertrekvakantiegeld zoals bedoeld in artikel 23bis, § 1, 3°, van voornoemde wet van 29 juni 1981.".
Art.3. In artikel 2, 3°, a), tweede lid, eerste zin, van het koninklijk besluit van 16 mei 2003 tot uitvoering van het Hoofdstuk 7 van Titel IV van de programmawet van 24 december 2002 (I), betreffende de harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen inzake verminderingen van de sociale zekerheidsbijdragen, ingevoegd bij de programmawet (I) van 27 december 2006, wordt het woord "maakt" vervangen door de woorden "en het positief saldo bij de eindafrekening van het vertrekvakantiegeld in het enkel vakantiegeld van de werknemer, zoals bedoeld in de artikelen 48, vierde lid, en 49, vierde lid, van het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers, maken".
Art.4. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2024.
Art. 5. De minister bevoegd voor Werk en de minister bevoegd voor Sociale Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.