Details





Titel:

2 OKTOBER 2024. - Besluit van de secretaris-generaal van het Departement Cultuur, Jeugd en Media tot subdelegatie van sommige beslissingsbevoegdheden aan de algemeen directeur en de afdelingshoofden van het departement



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Art. 1-7
HOOFDSTUK 2. - Delegatie voor de uitvoering van de begroting
Art. 8-9
HOOFDSTUK 3. - Delegatie voor interne organisatie, personeelsmanagement en facilitair management
Art. 10-12
HOOFDSTUK 4. - Delegatie voor overheidsopdrachten
Art. 13
HOOFDSTUK 5. - Delegatie voor rechtsgedingen
Art. 14
HOOFDSTUK 6. - Bestuurlijke delegatie
Art. 15-16
HOOFDSTUK 7. - Specifieke en aanvullende delegaties
Art. 17-19
HOOFDSTUK 8. - Mogelijkheid tot subdelegatie
Art. 20
HOOFDSTUK 9. - Regeling bij vervanging
Art. 21-22
HOOFDSTUK 10. - Gebruik van de delegaties en verantwoording
Art. 23-26
HOOFDSTUK 11. - Slotbepalingen
Art. 27-31



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2020010160  2022020258 



Uitvoeringsbesluit(en):

2024009796  2024009797  2024009799 



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op het Departement Cultuur, Jeugd en Media en haar buitendiensten, hierna departement te noemen.

Art.2. In dit besluit wordt verstaan onder
  1° buitendiensten: het kasteel van Gaasbeek, de Landcommanderij Alden Biesen, de Uitleendienst Kampeermateriaal voor de Jeugd, het Frans Masereel Centrum, het Vlaams Cultureel Centrum in Voeren, het Lijsternest en het Roger Raveelmuseum;
  2° afdelingshoofd: het personeelslid, belast met de leiding van een afdeling van het departement, vermeld in artikel 1.

Art.3. § 1. De bij dit besluit gedelegeerde beslissingsbevoegdheden worden uitgeoefend binnen de perken en met in achtneming van de voorwaarden en modaliteiten die zijn vastgelegd in de bepalingen van relevante wetten, decreten, besluiten, omzendbrieven, dienstorders en andere vormen van reglementeringen, richtlijnen en beslissingen, alsook van het desbetreffende ondernemingsplan.
  § 2. De bij dit besluit gedelegeerde beslissingsbevoegdheden, kunnen alleen uitgeoefend worden voor de aangelegenheden die tot de taken van de afdeling in kwestie behoren.
  De delegaties, vermeld in dit besluit, gelden ook voor beslissingen die betrekking hebben op aangelegenheden die tot de taak van verschillende departementen of agentschappen behoren, en dus samen moeten worden genomen.

Art.4. Als in dit besluit de beslissingsbevoegdheid voor bepaalde aangelegenheden expliciet gedelegeerd wordt, strekt de delegatie zich ook uit tot:
  1° de beslissingen die moeten worden genomen in het kader van de voorbereiding en de uitvoering van de bedoelde aangelegenheden;
  2° de beslissingen van ondergeschikt belang of aanvullende aard die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van de bevoegdheid of er inherent deel van uitmaken;
  3° het sluiten van overeenkomsten.

Art.5. De bij dit besluit verleende delegaties hebben zowel betrekking op de apparaatskredieten als op de beleidskredieten.

Art.6. Als het gebruik van de bij dit besluit verleende delegaties gepaard gaat met het plaatsen van een overheidsopdracht, gelden de bepalingen van artikel 13.

Art.7. De bedragen, vermeld in dit besluit, zijn exclusief de belasting over de toegevoegde waarde.

HOOFDSTUK 2. - Delegatie voor de uitvoering van de begroting
Art.8. § 1. De algemeen directeur en de afdelingshoofden hebben delegatie om, in het kader van de uitvoering van de begroting en binnen de perken van de in de begroting vastgestelde kredieten, beslissingen te nemen over het aangaan van verbintenissen en het nemen van de eraan verbonden vastleggingen, het goedkeuren van verplichtingen en de eruit voortvloeiende uitgaven en betalingen, het vaststellen van vorderingen en het verkrijgen van ontvangsten en inkomsten voor die opdrachten hun toevertrouwd.
  § 2. Met betrekking tot de niet aan de algemeen directeur en de afdelingshoofden gedelegeerde aangelegenheden, waarvoor de beslissing bij de Vlaamse Regering, de minister, de secretaris-generaal of een ander orgaan berust, heeft de delegatie, vermeld in paragraaf 1, betrekking op de administratieve beslissingen en handelingen die, in het kader van de ontvangsten- en uitgavencyclus, noodzakelijk zijn voor de voorbereiding en de uitvoering van de beslissing van de Vlaamse Regering, de minister, de secretaris-generaal of het andere orgaan.
  Onder administratieve beslissingen wordt eveneens verstaan het subsidiebesluit en de subsidieovereenkomst voor zover het besluit of de overeenkomst in overeenstemming zijn met de uit te voeren gemotiveerde beslissing.
  § 3. De afdelingshoofden hebben delegatie om:
  1° het totale subsidiabele bedrag te verlenen aan organisaties, verenigingen en overheden die ad nominatim vermeld zijn in de begroting en die verband houden met de taken van de afdeling;
  2° gereglementeerde subsidies en andere vormen van financiële tussenkomsten met een gereglementeerd karakter te verlenen die verband houden met de taken van de afdeling.
  § 4. Het afdelingshoofd van de afdeling Cultuur heeft delegatie om schenkingen en legaten te aanvaarden of te weigeren op voorwaarde dat er geen verplichtingen worden opgelegd aan de Vlaamse Gemeenschap met betrekking tot de schenking of het legaat.

Art.9. De delegatie aan de algemeen directeur en de afdelingshoofden geldt met behoud van de toepassing van de bevoegdheden en opdrachten van de andere actoren in de ontvangsten- en uitgavencyclus, en met behoud van de toepassing van de verplichting tot het instellen van een functiescheiding bij de inrichting van de processen voor de financiële afhandeling van dossiers.

HOOFDSTUK 3. - Delegatie voor interne organisatie, personeelsmanagement en facilitair management
Art.10. De algemeen directeur en de afdelingshoofden hebben delegatie om beslissingen te nemen over de dagelijkse organisatie van de werkzaamheden en het goed functioneren van hun afdeling binnen de missie en de visie van het departement.

Art.11. § 1. De algemeen directeur en de afdelingshoofden hebben delegatie om:
  1° verlof toe te staan aan het personeel van de eigen afdeling, behoudens de verloven waarvoor het Vlaams personeelsstatuut bepaalt dat ze door de minister worden toegestaan. Voor langdurige verloven die geen recht zijn, is het voorafgaande akkoord van de secretaris-generaal vereist;
  2° toe te staan dat het personeel van de eigen afdeling, dat door ziekteverlof niet in staat was om tijdens het lopende kalenderjaar al de jaarlijkse vakantiedagen op te nemen, maximaal dertien bijkomende dagen jaarlijkse vakantiedagen overdraagt naar het volgende kalenderjaar overeenkomstig deel X van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 januari 2006 houdende vaststelling van de rechtspositie van het personeel van de diensten van de Vlaamse overheid;
  3° regularisatieformulieren goed te keuren over de werktijdregeling van het personeel van de eigen afdeling;
  4° staten van verschuldigde sommen betreffende presentiegelden, reis- en verblijfkosten, maaltijdvergoedingen en andere voorgeschoten bedragen goed te keuren als ze betrekking hebben op het personeel van de eigen afdeling; of van externen als ze verband houden met de werking van de advies- en overlegorganen die verbonden zijn aan de afdeling.
  § 2. De algemeen directeur heeft delegatie om:
  1° alle uitvoerende administratieve maatregelen te nemen met betrekking tot de werving van het personeel van het departement;
  2° arbeidsovereenkomsten van bepaalde duur van een jaar of minder te ondertekenen;
  3° stagecontracten te ondertekenen;
  4° anciënniteit te valoriseren;
  5° onthaalverklaring en werkpostfiche te ondertekenen;
  6° alle besluiten te ondertekenen in verband met bevoegdheden die aan het hoofd van het departement zijn toegekend inzake de functionele loopbaan, de verloning en de verloven overeenkomstig deel VI, VII en X van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 januari 2006 houdende vaststelling van de rechtspositie van het personeel van de diensten van de Vlaamse overheid;
  7° onbeperkt de uitgaven en facturen met betrekking tot personeelsuitgaven, met uitzondering van de salarissen en toelagen goed te keuren;
  8° voorstellen tot eervolle onderscheidingen goed te keuren;
  9° vormingsaanvragen die opgenomen zijn in het voorgaande goedgekeurde vormingsplan van het departement goed te keuren;
  10° alle uitgaven en facturen met betrekking tot goedgekeurde aanvragen inzake vorming, training en vorming goed te keuren.

Art.12. § 1. De algemeen directeur heeft delegatie om binnen de perken van de kredieten en middelen die onder het beheer van zijn afdeling ressorteren, uitgaven en facturen goed te keuren voor de volgende categorieën van uitgaven als ze niet voortvloeien uit vonnissen of arresten, dadingen of schulderkenningen:
  1° onbeperkt voor telecommunicatiefacturen, kabelaansluitingen, leveringen van water en energie, afvalophaling, bewaking, huur en andere courante uitgaven met betrekking tot het gebouw;
  2° onbeperkt voor portkosten, huur- en verbruikskosten van kopieer- en andere kantoortoestellen;
  3° onbeperkt voor de uitgaven met betrekking tot het in stand houden van het voertuigenpark, zoals onderhoud, verzekering, herstelling, huur en brandstof.
  § 2. Het afdelingshoofd van de afdeling Cultuur heeft, voor wat betreft de buitendiensten, delegatie om binnen de perken van de kredieten en middelen die onder het beheer van de eigen afdeling ressorteren, uitgaven en facturen goed te keuren voor de volgende categorieën van uitgaven als ze niet voortvloeien uit vonnissen of arresten, dadingen of schulderkenningen:
  1° onbeperkt voor telecommunicatiefacturen, kabelaansluitingen, leveringen van water en energie, afvalophaling, bewaking, huur en andere courante uitgaven met betrekking tot het gebouw;
  2° onbeperkt voor portkosten, huur- en verbruikskosten van kopieer- en andere kantoortoestellen;
  3° onbeperkt voor uitgaven met betrekking tot het in stand houden van het voertuigenpark, zoals onderhoud, verzekering, herstelling, huur en brandstof;
  4° onbeperkt voor de uitgaven met betrekking tot personeelsaangelegenheden, met uitzondering van salarissen en toelagen;
  5° opdracht te geven aan de personeelsleden tot het verrichten van overuren en de overuren goed te keuren;
  6° de beslissing te nemen inzake de uitbetaling van overuren of de omzetting in compensatieverlof;
  7° alle gebruiks- en verblijfsovereenkomsten voor de accommodatie goed te keuren.

HOOFDSTUK 4. - Delegatie voor overheidsopdrachten
Art.13. § 1. De algemeen directeur en de afdelingshoofden hebben delegatie om overheidsopdrachten, prijsvragen en raamovereenkomsten te plaatsen tot een bedrag dat de bedragen, vermeld in de volgende tabel niet bereikt:


 Openbare of niet-openbare procedure, dynamische aankoopsysteem Mededingingsprocedure met onderhandeling, (vereenvoudigde) onderhandelingsprocedure met voorafgaande oproep tot mededinging, vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking, concurrentiegerichte dialoog en innovatiepartnerschap en procedures sui generis met voorafgaande bekendmaking Onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking en de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande oproep tot mededinging
Werken 150.000 150.000 het in artikel 11, eerste lid, 2° vermelde bedrag van het KB van 18 april 2017 plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren
Leveringen 150.000 150.000 het in artikel 11, eerste lid, 2° vermelde bedrag van het KB van 18 april 2017 plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren
Diensten 150.000 150.000 het in artikel 11, eerste lid, 2° vermelde bedrag van het KB van 18 april 2017 plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren
Voor de toepassing van het eerste lid hebben de grensbedragen betrekking op:
  1° de geraamde waarde van de opdracht voor:
  a) alle voorbereidende beslissingen, waaronder minstens:
  1) de principiële beslissing tot plaatsing van de opdracht;
  2) de keuze van de plaatsingsprocedure;
  3) de goedkeuring van de opdrachtdocumenten;
  b) de selectiebeslissing;
  c) de beslissing tot niet-plaatsing;
  2° het goed te keuren offertebedrag voor de gunningsbeslissing bij overheidsopdrachten;
  3° het goed te keuren offertebedrag of het prijzengeld voor de gunningsbeslissing bij prijsvragen;
  4° de maximale waarde bij raamovereenkomsten.
  Het hoofd van het departement heeft naast de delegatie, vermeld in het eerste lid, delegatie om overheidsopdrachten van beperkte waarde als vermeld in artikel 92 van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, te plaatsen.
  Het hoofd van het departement heeft naast de delegatie, vermeld in het eerste lid, delegatie om overheidsopdrachten te plaatsen die niet vallen onder de toepassing van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, als het bedrag niet hoger is dan 1.200.000 euro.
  Bij gezamenlijke overheidsopdrachten of gezamenlijke concessies gelden de delegaties, vermeld in dit hoofdstuk, voor het bedrag van het deel dat ten laste is van het departement of agentschap.
  De algemeen directeur en de afdelingshoofden hebben delegatie om tot een bedrag dat lager is dan 144.000 euro overeenkomsten te sluiten die niet als een overheidsopdracht worden gekwalificeerd.
  § 2. Als de algemeen directeur en de afdelingshoofden voor een bepaalde overheidsopdracht, prijsvraag of raamovereenkomst delegatie hebben om de gunningsbeslissing te nemen, hebben die ook delegatie om de beslissingen te nemen over de uitvoering van die overheidsopdracht, prijsvraag of raamovereenkomst, ongeacht de financiële weerslag ervan.
  Als de algemeen directeur en de afdelingshoofden voor een bepaalde overheidsopdracht, prijsvraag of raamovereenkomst geen delegatie hebben om de gunningsbeslissing te nemen, hebben ze toch delegatie om de beslissingen te nemen over de uitvoering van de overheidsopdracht, prijsvraag of raamovereenkomst binnen het wettelijke kader en tot een gezamenlijke maximale financiële weerslag van 15 % van het oorspronkelijke opdrachtbedrag.
  De delegaties, vermeld in deze paragraaf, gelden ook voor overeenkomsten die niet als een overheidsopdracht worden gekwalificeerd.

HOOFDSTUK 5. - Delegatie voor rechtsgedingen
Art.14. § 1. De afdelingshoofden van de afdeling Jeugd, Media en Transversaal Beleid en de afdeling Cultuur hebben delegatie om:
  1° advocaten aan te stellen en het bedrag van de erelonen en de vergoedbare kosten van de advocaten goed te keuren en te betalen;
  2° rechtsgedingen te voeren, als eiser, verweerder of tussenkomende partij, voor de hoven en rechtbanken, de administratieve rechtscolleges en het Rekenhof, met uitzondering van de rechtsgedingen voor het Grondwettelijk Hof en de internationale hoven.
  De rechtsgedingen worden gevoerd namens de Vlaamse Regering, ten verzoeke van de bevoegde minister.
  Deze delegatie omvat het nemen van de beslissingen over:
  a) het instellen van rechtsgedingen;
  b) het verrichten van alle noodzakelijke proceshandelingen;
  c) het berusten in een vonnis of arrest of het instellen van rechtsmiddelen ertegen, met uitzondering van het instellen van een hoger beroep of een voorziening in cassatie;
  d) de afstand van geding;
  3° dadingen, minnelijke schikkingen en schulderkenningen aan te gaan, als het bedrag van de uitgaven die eruit voortvloeien 85.000 euro niet overschrijdt;
  4° overeenkomsten tot arbitrage te sluiten, voor zover, als het een in geld waardeerbaar geschil betreft, de waarde van het geschil 500.000 euro in hoofdsom niet overschrijdt;
  5° de uitgaven die verbonden zijn aan de uitvoering van vonnissen, arresten, dadingen, minnelijke schikkingen, schulderkenningen en arbitrageprocedures, goed te keuren en te betalen.

HOOFDSTUK 6. - Bestuurlijke delegatie
Art.15. De algemeen directeur en de afdelingshoofden hebben delegatie om:
  1° de dagelijkse briefwisseling die verband houdt met hun opdracht, te ondertekenen, met behoud van de toepassing van de bijzondere regeling die geldt voor de antwoorden op brieven aan het Rekenhof over de door het Rekenhof geformuleerde opmerkingen. Onder dagelijkse briefwisseling wordt verstaan de schriftelijke of elektronische communicatie ter uitvoering van beslissingen, genomen door het bevoegde bestuursorgaan of zijn gedelegeerde;
  2° de nota's te ondertekenen, exclusief de nota's en de brieven aan de provinciegouverneurs, de Permanente Vertegenwoordiger bij de Europese Commissie, ambassadeurs en leidend ambtenaren. Zijn ook uitgesloten nota's aan de Inspectie van Financiën en aan een of meerdere leden van de verschillende regeringen van het land, met een nieuw of strategisch initiatief. Onder nieuw of strategisch initiatief wordt bijvoorbeeld verstaan: nieuwe regelgeving, voorstel van beslissing bij een subsidieronde, evaluatie van het beleid. De nota's aan de Inspectie van Financiën die alleen kaderen in de procedure voor het agenderen op de Vlaamse Regering en geen nieuw of strategisch initiatief bevatten zijn niet uitgesloten;
  3° gewone en aangetekende zendingen die bestemd zijn voor de afdeling in ontvangst te nemen, met uitzondering van de dagvaardingen, betekend aan de Vlaamse Gemeenschap;
  4° uittreksels en afschriften van documenten die verband houden met de taken van de afdeling eensluidend te verklaren en af te leveren;
  5° subsidie- en beheersovereenkomsten met organisaties, verenigingen en overheden die verband houden met de taken van de afdeling op te volgen en te evalueren;
  6° beslissingen te nemen betreffende toezichts-, controle- en inspectietaken die verband houden met de taken van de afdeling.

Art.16. De algemeen directeur en de afdelingshoofden hebben delegatie om:
  1° beslissingen te nemen over de openbaarheid van bestuursdocumenten, na het inwinnen van juridisch advies;
  2° beslissingen te nemen over het hergebruik van bestuursdocumenten, na het inwinnen van juridisch advies;
  3° bestuursdocumenten te vernietigen met inachtname van artikel III.89 van het Bestuursdecreet van 7 december 2018, na het inwinnen van juridisch advies;
  4° volgende beslissingen te nemen over toe te kennen steunmaatregelen, na het inwinnen van juridisch advies:
  a) of deze steunmaatregelen al dan niet staatsteun vormen;
  b) op welke manier de staatsteun in voorkomend geval kan worden toegekend.

HOOFDSTUK 7. - Specifieke en aanvullende delegaties
Art.17. Het afdelingshoofd Cultuur heeft delegatie om:
  1° de bewaargeving en de bruiklening van objecten uit de Collectie Vlaamse Gemeenschap toe te staan;
  2° uitvoervergunningen, vermeld in artikel 11 bis van het decreet van 24 januari 2003 houdende bescherming van het roerend cultureel erfgoed van uitzonderlijk belang, te verlenen of te weigeren;
  3° een fysische ingreep in een beschermd voorwerp toe te staan of te verbieden ter uitvoering van het decreet van 24 januari 2003 houdende bescherming van het roerend cultureel erfgoed van uitzonderlijk belang;
  4° de toestemming te verlenen voor het buiten Vlaanderen brengen van topstukken en cultuurgoederen ter uitvoering van het decreet van 24 januari 2003 houdende bescherming van het roerend cultureel erfgoed van uitzonderlijk belang;
  5° certificaten af te leveren van het niet behoren tot het roerend cultureel erfgoed van uitzonderlijk belang van de Vlaamse Gemeenschap, of de melding dat het roerend goed of de verzameling een topstuk is, ter uitvoering van het decreet van 24 januari 2003 houdende bescherming van het roerend cultureel erfgoed van uitzonderlijk belang;
  6° gemeenschapswaarborgen te verlenen die minder dan 1.250.000 euro belopen per natuurlijke persoon, of per rechtspersoon voor de vrijstelling van zekerheid voor tijdelijke invoer van kunstwerken;
  7° overeenkomsten met betrekking tot overdracht van auteursrechten af te sluiten;
  8° samenwerkingsovereenkomsten in het kader van Kunst in Opdracht af te sluiten;
  9° de toekenning en de grootte van de residentiebeurzen vermeld in artikel 34 van het Kunstendecreet van 23 april 2021;
  10° de toekenning van de subsidies voor de internationale reiskosten, vermeld in artikel 6, 7° van het Circusdecreet van 1 maart 2019. Het afdelingshoofd beslist over de toekenning van de subsidies voor internationale reiskosten uiterlijk zes weken na de uiterste indieningsdatum van het aanvraagdossier.

Art.18. De algemeen directeur heeft delegatie om beslissingen te nemen over:
  1° de subsidiëring van de aanvragen voor internationale tussenkomsten, vermeld in artikel 74, tweede lid van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 juli 2022 tot uitvoering van het Cultureelerfgoeddecreet van 23 december 2021. De algemeen directeur beslist over de aanvragen voor internationale tussenkomsten in de maand die volgt op de maand waarin de aanvraag werd ingediend. De administratie deelt de beslissing van de algemeen directeur mee aan de aanvrager binnen vijftien dagen na die beslissing;
  2° de subsidiëring van de aanvragen over de internationale reistoeslagen, vermeld in artikel 16, § 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 september 2007 houdende de uitvoering van het decreet van 22 december 2000 betreffende de amateurkunsten. Voor projecten die ingediend zijn vóór 15 oktober, deelt de algemeen directeur zijn beslissing mee voor 30 november van datzelfde jaar. Voor projecten die ingediend zijn vóór 15 februari, deelt de algemeen directeur zijn beslissing mee voor 31 maart van datzelfde jaar. Voor projecten die ingediend zijn vóór 15 juni, deelt de algemeen directeur zijn beslissing mee voor 31 juli van datzelfde jaar;
  3° de subsidiëring van tussenkomsten voor deelname aan een buitenlands initiatief, vermeld in artikel 40 van het Amateurkunstendecreet van 8 maart 2024;
  4° de toekenning van de subsidies als tussenkomst in de kosten voor een initiatief met buitenlandse actoren, vermeld in artikel 49 van het decreet van 10 maart 2023 over de subsidiëring van het sociaal-cultureel volwassenenwerk;
  5° de toekenning en de grootte van de tegemoetkoming voor internationale presentatiemomenten vermeld in artikel 41 van het Kunstendecreet van 23 april 2021.

Art.19. Het afdelingshoofd Jeugd, Media en Transversaal Beleid heeft delegatie om:
  1° beslissingen te nemen om de kadervormingstrajecten van verenigingen, vermeld in artikel 45 van het Jeugddecreet van 23 november 2023, te erkennen;
  2° beslissingen te nemen over het verlenen en intrekken van erkenningen betreffende de productie van audiovisuele werken, podiumproducties en videospellen, zoals vermeld in artikel 194ter, § 7, 3° van het wetboek van 10 april 1992 van de inkomstenbelastingen 1992.

HOOFDSTUK 8. - Mogelijkheid tot subdelegatie
Art.20. § 1. Met het oog op een efficiënte en resultaatgerichte interne organisatie kan de algemeen directeur en de afdelingshoofden een deel van de gedelegeerde aangelegenheden verder subdelegeren aan personeelsleden van het departement die onder zijn hiërarchisch gezag staan, tot op het meest functionele niveau.
  § 2. De subdelegaties worden vastgelegd in een besluit van de algemeen directeur of het afdelingshoofd. Het besluit wordt gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.
  Een afschrift van het besluit wordt aan de minister bezorgd.

HOOFDSTUK 9. - Regeling bij vervanging
Art.21. De algemeen directeur vervangt de secretaris-generaal bij tijdelijke afwezigheid.

Art.22. De bij dit besluit verleende delegaties worden ook verleend aan het personeelslid dat met de waarneming van de functie is belast of dat de algemeen directeur of het afdelingshoofd vervangt bij tijdelijke afwezigheid of verhindering.
  In geval van tijdelijke afwezigheid of verhindering plaatst het betrokken personeelslid, boven de vermelding van zijn graad en handtekening, de formule "Voor de algemeen directeur/het afdelingshoofd, afwezig".

HOOFDSTUK 10. - Gebruik van de delegaties en verantwoording
Art.23. De algemeen directeur en de afdelingshoofden nemen de nodige zorgvuldigheid in acht bij het gebruik van de verleende delegaties.

Art.24. De algemeen directeur en de afdelingshoofden zijn ten aanzien van de secretaris-generaal verantwoordelijk voor het gebruik van de verleende delegaties. Die verantwoordelijkheid betreft ook de aangelegenheden waarvoor de beslissingsbevoegdheid door de hen is gesubdelegeerd aan andere personeelsleden.

Art.25. Over het gebruik van de verleende delegaties wordt periodiek verantwoording afgelegd met een rapport dat door hetzij de algemeen directeur hetzij het afdelingshoofd aan de secretaris-generaal wordt voorgelegd.
  Het rapport bevat de nodige informatie over de beslissingen die met toepassing van de verleende delegaties in de periode in kwestie zijn genomen.
  De informatie die in het rapport verstrekt wordt, is exact, toereikend en ter zake dienend. Het rapport is niet overmatig, op een degelijke wijze gestructureerd en op een toegankelijke wijze voorgesteld.
  Voor alle aangelegenheden wordt informatie op geaggregeerd niveau verstrekt. Daarnaast wordt, voor de aangelegenheden waarvoor dat relevant en aangewezen is, ook informatie op het niveau van afzonderlijke en individuele onderwerpen en dossiers opgenomen.
  De secretaris-generaal stelt, in overleg met de algemeen directeur en het afdelingshoofd, vast met welke periodiciteit het rapport wordt voorgelegd.
  De secretaris-generaal kan nadere instructies geven over de concrete informatie die per gedelegeerde aangelegenheid in het rapport verstrekt moet worden en een verplicht te volgen schema voor de rapportering vaststellen.

Art.26. § 1. De secretaris-generaal kan, buiten de verplichte periodieke rapportering, op ieder ogenblik aan de algemeen directeur en de afdelingshoofden verantwoording vragen over het gebruik van de delegatie in een bepaalde aangelegenheid.
  § 2. De secretaris-generaal heeft het recht om de verleende delegaties tijdelijk, geheel of gedeeltelijk op te heffen.
  In voorkomend geval worden de beslissingen over de aangelegenheden waarvoor de delegatie is opgeheven, genomen door de secretaris-generaal.

HOOFDSTUK 11. - Slotbepalingen
Art.27. Het besluit van de secretaris-generaal van het Departement Cultuur, Jeugd en Media van 27 januari 2022 tot subdelegatie van sommige beslissingsbevoegdheden aan de algemeen directeur en de hoofden van een afdeling van het departement wordt opgeheven.

Art.28. Het besluit van de secretaris-generaal van 19 december 2019 houdende subdelegatie van sommige beslissingsbevoegdheden aan de directeur van de Communicatiedienst wordt opgeheven.

Art.29. Het besluit van de secretaris-generaal van het Departement Cultuur, Jeugd en Media van 19 september 2023 tot subdelegatie van beslissingsbevoegdheden aan het afdelingshoofd van de afdeling Waarborgen en Beheren inzake het verlenen en intrekken van erkenningen betreffende de productie van audiovisuele werken, podiumproducties en videospellen wordt opgeheven.

Art.30. Het besluit van de secretaris-generaal van het Departement Cultuur, Jeugd en Media van 3 juni 2023 tot subdelegatie van beslissingsbevoegdheden aan de teamverantwoordelijke van het team Dossierbeheer en de teamverantwoordelijke van het team Sociaal-cultureel en Bovenlokaal inzake de toekenning van een subsidie zoals bedoeld in artikel 6, 7° van het Circusdecreet van 1 maart 2019, artikel 74, tweede lid van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 juli 2022 tot uitvoering van het Cultureelerfgoeddecreet van 23 december 2021 en artikel 16/3, tweede lid van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 september 2007 houdende de uitvoering van het decreet van 22 december 2000 betreffende de amateurkunsten wordt opgeheven.

Art. 31. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 oktober 2024.