Details





Titel:

31 MEI 2024. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 december 2001 betreffende de dienstencheques, wat betreft de informatieverplichting ten aanzien van de nieuwe gebruikers



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 12 december 2001 betreffende de dienstencheques
Art. 1-3
HOOFDSTUK 2. - Technische correcties aan het besluit van de Vlaamse Regering van 12 mei 2023 tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 december 2001 betreffende dienstencheques, wat betreft de digitalisering
Art. 4-8
HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen
Art. 9-10



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2001013259  2023031242 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 12 december 2001 betreffende de dienstencheques
Artikel 1. Aan artikel 1, eerste lid, van het koninklijk besluit van 12 december 2001 betreffende de dienstencheques, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 12 mei 2023, wordt een punt 11° toegevoegd, dat luidt als volgt:
  "11° prestatiedatum: de prestatiedatum, vermeld in artikel 2, § 1, 9°, van de wet.".

Art.2. Artikel 2bis van hetzelfde koninklijk besluit, opgeheven bij het besluit van de Vlaamse Regering van 6 maart 2015, wordt opnieuw opgenomen in de volgende lezing:
  "Art. 2bis. Ter uitvoering van artikel 10, eerste lid, van de wet wordt het departement aangewezen als verwerkingsverantwoordelijke als vermeld in artikel 4, 7), van de algemene verordening gegevensbescherming, voor de verwerking van de persoonsgegevens, vermeld in artikel 10/1 van de wet.".

Art.3. In artikel 2quater van hetzelfde koninklijk besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 9 januari 2004 en het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 2020, wordt een paragraaf 3bis ingevoegd, die luidt als volgt:
  " § 3bis. Ter uitvoering van artikel 2, § 2, eerste lid, l), van de wet stelt de erkende onderneming een schriftelijk document op als de activiteiten uitgevoerd worden in de woonplaats van de gebruiker. Het voormelde document wordt opgesteld en ondertekend voorafgaand aan de eerste werkzaamheden bij de gebruiker in kwestie.
  Het schriftelijke document, vermeld in het eerste lid, wordt opgemaakt in twee exemplaren en het wordt ondertekend door de erkende onderneming en de gebruiker. De erkende onderneming en de gebruiker ontvangen elk een ondertekend exemplaar.
  Het schriftelijke document, vermeld in het eerste lid, bevat ten minste de volgende elementen:
  1° de algemene wettelijke verplichtingen, vermeld in de wet en dit besluit, die van toepassing zijn op de gebruiker;
  2° informatie over het veilige gebruik van producten en materialen;
  3° een oplijsting van de omgevingsfactoren op basis waarvan de gebruiker en de erkende onderneming de gevaren en risico's eigen aan de werkplek kunnen identificeren.".

HOOFDSTUK 2. - Technische correcties aan het besluit van de Vlaamse Regering van 12 mei 2023 tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 december 2001 betreffende dienstencheques, wat betreft de digitalisering
Art.4. Artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 mei 2023 tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 december 2001 betreffende dienstencheques, wat betreft de digitalisering, wordt opgeheven.

Art.5. In artikel 10, 3°, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° de woorden '31 december 2024' worden vervangen door de woorden '31 mei 2025';
  2° de woorden `1 januari 2025' worden vervangen door de woorden `1 juni 2025'.

Art.6. In artikel 13, § 1, van hetzelfde besluit worden de woorden `1 januari 2025' vervangen door de woorden `1 juni 2025'.

Art.7. In artikel 13, § 2, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° de woorden `1 januari 2025' worden vervangen door de woorden `1 juni 2025';
  2° de woorden '31 december 2024' worden vervangen door de woorden '31 mei 2025';
  3° de woorden `december 2024' worden vervangen door de woorden `mei 2025'.

Art.8. In artikel 14 van hetzelfde besluit worden de woorden `1 januari 2025' vervangen door de woorden `1 juni 2025'.

HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen
Art.9. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de vierde maand die volgt op de dag van de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.
  In afwijking van het eerste lid, treden de artikelen 4, 5, 6, 7 en 8 in werking op 1 juli 2024.

Art. 10. De Vlaamse minister, bevoegd voor werk, is belast met de uitvoering van dit besluit.