12 MEI 2024. - Koninklijk besluit houdende oprichting van de bijzondere raadgevende commissie "Postdiensten en e-commerce" binnen de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven
Art. 1-11
Artikel 1. Binnen de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven wordt een bijzondere raadgevende commissie genaamd "Postdiensten en e-commerce" opgericht, hierna genoemd de Commissie.
Art.2. Onverminderd de toepassing van artikel XIII.6 van het Wetboek van economisch recht en de bevoegdheden die haar door andere wettelijke bepalingen worden toegewezen, bestaat de opdracht van de Commissie erin om adviezen te geven over:
1° elke aangelegenheid die betrekking heeft op de postsector;
2° de activiteiten van het Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie, hierna genoemd het Instituut;
3° elke aangelegenheid die betrekking heeft op e-commerce.
De adviezen van de Commissie worden gepubliceerd.
Art.3. § 1. De effectieve en plaatsvervangende leden, bedoeld in artikel XIII.7 van het Wetboek van economisch recht, worden aangeduid als volgt:
1° twee leden, die de meest representatieve werkgeversorganisaties vertegenwoordigen;
2° vijf leden, die de meest representatieve werknemersorganisaties vertegenwoordigen;
3° drie leden die de meest representatieve organisaties van de zelfstandigen vertegenwoordigen, benoemd op voordracht van de Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de KMO;
4° vier leden die representatief zijn voor de verbruikers, waarvan één die representatief is voor de gezinsbelangen, benoemd op voordracht van de Bijzondere raadgevende commissie Verbruik;
5° zes leden die representatief zijn voor de sector van post- en pakketbezorgdiensten, waarvan één die representatief is voor bpost;
6° een lid dat representatief is voor de dagbladpers;
7° een lid dat representatief is voor de periodieke pers;
8° vier leden, die de organisaties van de distributie vertegenwoordigen, waarvan één die representatief is voor postorderbedrijven en twee voor zuivere e-commerce ondernemingen;
9° drie leden befaamd wegens hun wetenschappelijke of technische waarde, waarvan twee een bijzondere deskundigheid bezitten inzake postdiensten of pakketbezorging en één een bijzondere deskundigheid bezit inzake duurzaamheid.
§ 2. Hebben elk één zetel als waarnemer in de Commissie:
1° het Instituut;
2° de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, hierna genoemd de FOD Economie;
3° een vertegenwoordiger van de Ombudsdienst voor de postsector;
4° een vertegenwoordiger van de minister bevoegd voor de Postdiensten;
5° een vertegenwoordiger van de minister bevoegd voor Economie;
6° een vertegenwoordiger van de minister bevoegd voor Openbaar Ambt;
7° een vertegenwoordiger van de Vlaamse regering;
8° een vertegenwoordiger van de Waalse regering;
9° een vertegenwoordiger van de Brusselse Hoofdstedelijke regering.
§ 3. De voorzitter wordt benoemd voor een termijn van zes jaar. De ondervoorzitters, de effectieve leden, hun plaatsvervangers en de leden befaamd wegens hun wetenschappelijke of technische waarde worden benoemd voor een termijn van vier jaar.
Art.4. De zittingen zijn niet openbaar.
Art.5. § 1. Aan de voorzitter, ondervoorzitters en leden van de Commissie, befaamd wegens hun wetenschappelijke of technische waarde die geen lid zijn van het rijkspersoneel in de zin bepaald door het koninklijk van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel, wordt, per vergadering, een presentiegeld toegekend waarvan het bedrag vastgesteld is als volgt:
1° 120,5 euro aan de voorzitter, en
2° 75 euro aan de ondervoorzitters en leden befaamd wegens hun wetenschappelijke of technische waarde van de Commissie.
§ 2. Aan de voorzitter, ondervoorzitters en leden befaamd wegens hun wetenschappelijke of technische waarde van de Commissie, die geen lid zijn van het rijkspersoneel in de zin bepaald door het koninklijk van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel en die hun hoofdactiviteit hebben buiten de Brusselse agglomeratie, worden de reiskosten terugbetaald die zij hebben gedragen, op basis van de wettelijke afstand tussen hun woonplaats en de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven en de kostprijs van een treintraject tweede klas over deze afstand.
Art.6. Het secretariaat wordt waargenomen door het secretariaat van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven. Het secretariaat van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven steunt hiervoor op de expertise van het Instituut en de FOD Economie. Het secretariaat, het Instituut en de FOD Economie sluiten hiertoe een dienstverleningsovereenkomst.
Art.7. Overeenkomstig artikel 31/1 van de wet van 17 januari 2003 met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector, draagt het Instituut bij in de werkingskosten van de Commissie.
Art.8. In artikel 43ter, § 3, 6°, ingevoegd bij de wet van 21 december 2006, artikel 45ter, § 5, ingevoegd bij de wet van 21 december 2006 en vervangen bij de wet van 13 december 2010, en § 8, ingevoegd bij de wet van 21 december 2006, en artikel 133, tweede lid, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 9 juni 1999, van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven worden de woorden "Raadgevend Comité voor de postdiensten" telkens vervangen door de woorden "bijzondere raadgevende commissie Postdiensten en e-commerce".
In de besluiten en andere officiële documenten waarin het Raadgevend Comité voor de postdiensten vermeld wordt, dienen de woorden "Raadgevend Comité voor de postdiensten" te worden gelezen als "bijzondere raadgevende commissie Postdiensten en e-commerce".
Art.9. Artikel 8, gewijzigd bij de wet van 21 december 2006, artikel 9, gewijzigd bij de wet van 31 mei 2011, en de artikelen 10 tot 12 van de wet van 17 januari 2003 met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector worden opgeheven.
Art.10. Het koninklijk besluit van 5 maart 1992 tot regeling van de samenstelling en de werking van het raadgevend comité voor de postdiensten wordt opgeheven.
Art. 11. De minister bevoegd voor Economie en de minister bevoegd voor Postdiensten zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.