Details





Titel:

31 AUGUSTUS 2023. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van de regelgeving over het politiek verlof, over de afwezigheid voor verminderde prestaties, over het opvangverlof en over de herindiensttreding voor de personeelsleden van het onderwijs



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 26 april 1990 betreffende het verlof en de afwezigheid voor verminderde prestaties
Art. 1-3
HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 9 november 1994 betreffende het opvangverlof voor de personeelsleden van het onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding met het oog op adoptie en pleegvoogdij
Art. 4
HOOFDSTUK 3. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 december 1998 tot vaststelling van de regeling omtrent de afwezigheden, de tucht, de administratieve standen, het verlof, de mandaatsbeëindiging, het onderzoek van de lichamelijke geschiktheid en het geneeskundig toezicht voor het academisch personeel bij de universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap
Art. 5
HOOFDSTUK 4. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 31 maart 2006 tot regeling van sommige verloven voor de personeelsleden van de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap en van de Hogere Zeevaartschool
Art. 6-9
HOOFDSTUK 5. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 april 2007 betreffende de toekenning van een politiek verlof op verzoek van het personeelslid
Art. 10
HOOFDSTUK 6. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 september 2009 betreffende bepaalde aspecten van de administratieve en geldelijke toestand van bepaalde personeelsleden van het onderwijs die opnieuw in actieve dienst treden of prestaties leveren die als overwerk of bijbetrekking worden beschouwd
Art. 11
HOOFDSTUK 7. - Slotbepalingen
Art. 12-14



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1990029728  1995036566  1999035159  2006035582  2007035959  2021034281 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 26 april 1990 betreffende het verlof en de afwezigheid voor verminderde prestaties
Artikel 1. Aan artikel 10 van het besluit van de Vlaamse Regering van 26 april 1990 betreffende het verlof en de afwezigheid voor verminderde prestaties, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 augustus 2016, worden een derde en vierde lid toegevoegd, die luiden als volgt:
  "In afwijking van het eerste lid heeft het personeelslid per kalenderjaar recht op vijf dagen afwezigheid voor verminderde prestaties voor zorgdoeleinden. De afwezigheid voor verminderde prestaties voor zorgdoeleinden is de afwezigheid voor verminderde prestaties om persoonlijke zorg of steun te verlenen aan een gezinslid of een familielid dat om een ernstige medische reden behoefte heeft aan aanzienlijke zorg of steun.
  In het derde lid wordt verstaan onder:
  1° gezinslid: elke persoon die samenwoont met het personeelslid;
  2° familielid: de echtgenoot van het personeelslid of de persoon met wie het personeelslid wettelijk samenwoont, en de bloedverwanten tot de eerste graad van het personeelslid;
  3° een ernstige medische reden als gevolg waarvan men behoefte heeft aan aanzienlijke zorg of steun: een gezondheidstoestand, al dan niet het gevolg van een ziekte of medische ingreep, waarbij er behoefte is aan aanzienlijke zorg of steun;
  4° zorg of steun: elke vorm van sociale, familiale of emotionele bijstand of verzorging.".

Art.2. In artikel 12 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 augustus 2016, wordt tussen het tweede en het derde lid een lid ingevoegd, dat luidt als volgt:
  "In afwijking van het eerste lid wordt de afwezigheid voor verminderde prestaties voor zorgdoeleinden, vermeld in artikel 10, derde lid, opgenomen in volledige dagen.".

Art.3. Aan artikel 13, § 2, van hetzelfde besluit, hersteld bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 augustus 2016, wordt een punt 5° toegevoegd, dat luidt als volgt:
  "5° het personeelslid het recht laat gelden op een afwezigheid voor verminderde prestaties voor zorgdoeleinden als vermeld in artikel 10, derde lid, van dit besluit.".

HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 9 november 1994 betreffende het opvangverlof voor de personeelsleden van het onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding met het oog op adoptie en pleegvoogdij
Art.4. Aan artikel 3, achtste lid, van het besluit van de Vlaamse regering van 9 november 1994 betreffende het opvangverlof voor de personeelsleden van het onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding met het oog op adoptie en pleegvoogdij, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 3 mei 2019, wordt de zinsnede "of die tot gevolg heeft dat ten minste 9 punten toegekend worden in alle drie de pijlers samen van de medisch-sociale schaal in de zin van de regelgeving betreffende de gezinsbijslag" toegevoegd.

HOOFDSTUK 3. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 december 1998 tot vaststelling van de regeling omtrent de afwezigheden, de tucht, de administratieve standen, het verlof, de mandaatsbeëindiging, het onderzoek van de lichamelijke geschiktheid en het geneeskundig toezicht voor het academisch personeel bij de universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap
Art.5. In artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 december 1998 tot vaststelling van de regeling omtrent de afwezigheden, de tucht, de administratieve standen, het verlof, de mandaatsbeëindiging, het onderzoek van de lichamelijke geschiktheid en het geneeskundig toezicht voor het academisch personeel bij de universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 26 februari 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in paragraaf 2, tweede lid wordt tussen het woord "vakantie" en het woord "en" de zinsnede ", het zorgverlof" ingevoegd.;
  2° aan paragraaf 2, vierde lid, wordt een zin toegevoegd die luidt als volgt:
  "Het universiteitsbestuur kan regels vastleggen omtrent de duur van het verlof om dwingende redenen en hetgeen daarop betrekking heeft.".
  3° er wordt een paragraaf 2/1 ingevoegd, die luidt als volgt:
  " § 2/1. Het academisch personeelslid heeft ieder jaar recht op vijf dagen zorgverlof. Het universiteitsbestuur neemt hiertoe de nodige uitvoeringsmaatregelen.
  Het in het eerste lid vermelde zorgverlof is een verlof voor het personeelslid om persoonlijke zorg of steun te verlenen aan een persoon die met het personeelslid samenwoont, aan de echtgenoot van het personeelslid of de persoon met wie het personeelslid wettelijk samenwoont of aan een bloedverwant van het personeelslid in de eerste graad die om een gezondheidstoestand, al dan niet het gevolg van een ziekte of medische ingreep, behoefte heeft aan aanzienlijke zorg of steun.".

HOOFDSTUK 4. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 31 maart 2006 tot regeling van sommige verloven voor de personeelsleden van de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap en van de Hogere Zeevaartschool
Art.6. Aan artikel 8/3, achtste lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 31 maart 2006 tot regeling van sommige verloven voor de personeelsleden van de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap en van de Hogere Zeevaartschool, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 september 2011 en vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 3 mei 2019, wordt de zinsnede "of die tot gevolg heeft dat ten minste 9 punten toegekend worden in alle drie de pijlers samen van de medisch-sociale schaal in de zin van de regelgeving betreffende de gezinsbijslag" toegevoegd.

Art.7. Aan artikel 19, § 1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 april 2017, worden een tweede en een derde lid toegevoegd, die luiden als volgt:
  "In afwijking van het eerste lid heeft het personeelslid per kalenderjaar recht op vijf dagen afwezigheid voor verminderde prestaties voor zorgdoeleinden. De afwezigheid voor verminderde prestaties voor zorgdoeleinden is de afwezigheid voor verminderde prestaties om persoonlijke zorg of steun te verlenen aan een gezinslid of een familielid dat om een ernstige medische reden behoefte heeft aan aanzienlijke zorg of steun.
  In het tweede lid wordt verstaan onder:
  1° gezinslid: elke persoon die samenwoont met het personeelslid;
  2° familielid: de echtgenoot van het personeelslid of de persoon met wie het personeelslid wettelijk samenwoont, en de bloedverwanten tot de eerste graad van het personeelslid;
  3° een ernstige medische reden als gevolg waarvan men behoefte heeft aan aanzienlijke zorg of steun: een gezondheidstoestand, al dan niet het gevolg van een ziekte of medische ingreep, waarbij er behoefte is aan aanzienlijke zorg of steun;
  4° zorg of steun: elke vorm van sociale, familiale of emotionele bijstand of verzorging.".

Art.8. Aan artikel 20, derde lid, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 april 2017, wordt de zinsnede "of als het personeelslid het recht laat gelden op een afwezigheid voor verminderde prestaties voor zorgdoeleinden als vermeld in artikel 19, § 1, tweede lid" toegevoegd.

Art.9. In artikel 20/1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 april 2017, wordt tussen het eerste en het tweede lid een lid ingevoegd, dat luidt als volgt:
  "In afwijking van het eerste lid hoeft geen overeenkomst gesloten te worden over het volume, de aanvangsdatum en de duur van de afwezigheid voor verminderde prestaties als het personeelslid het recht laat gelden op een afwezigheid voor verminderde prestaties voor zorgdoeleinden als vermeld in artikel 19, § 1, tweede lid. De afwezigheid voor verminderde prestaties voor zorgdoeleinden, vermeld in artikel 19, § 1, tweede lid, wordt opgenomen in volledige dagen.".

HOOFDSTUK 5. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 april 2007 betreffende de toekenning van een politiek verlof op verzoek van het personeelslid
Art.10. Aan artikel 7, § 2, van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 april 2007 betreffende de toekenning van een politiek verlof op verzoek van het personeelslid wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt:
  "Op voorwaarde dat de inrichtende macht of het schoolbestuur ermee instemt, kan het politiek verlof voltijds of deeltijds worden opgeschort als het personeelslid tijdelijk een opdracht in het onderwijs wil opnemen in het kader van het lerarentekort. De opdracht in het onderwijs mag niet uitgeoefend worden bij een inrichtende macht of schoolbestuur waar het personeelslid zelf in het kader van het politiek verlof de bevoegdheid van bestuurder opneemt. De opschorting is niet mogelijk op of na 30 juni van het schooljaar.".

HOOFDSTUK 6. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 september 2009 betreffende bepaalde aspecten van de administratieve en geldelijke toestand van bepaalde personeelsleden van het onderwijs die opnieuw in actieve dienst treden of prestaties leveren die als overwerk of bijbetrekking worden beschouwd
Art.11. Aan artikel 11, § 3, tweede lid van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 september 2009 betreffende bepaalde aspecten van de administratieve en geldelijke toestand van bepaalde personeelsleden van het onderwijs die opnieuw in actieve dienst treden of prestaties leveren die als overwerk of bijbetrekking worden beschouwd wordt de volgende zin toegevoegd:
  "De opschorting van een verlof voor verminderde prestaties om een andere betrekking op te nemen is beperkt tot maximaal drie opeenvolgende schooljaren.".

HOOFDSTUK 7. - Slotbepalingen
Art.12. Het besluit van de Vlaamse Regering van 3 december 2021 over een tijdelijke uitbreiding van het verlof wegens overmacht voor de personeelsleden van het onderwijs wordt opgeheven.

Art.13. Dit besluit treedt in werking op 1 september 2023.
  Artikel 4 en 6 hebben uitwerking met ingang van 1 maart 2019.

Art. 14. De Vlaamse minister, bevoegd voor onderwijs en vorming, is belast met de uitvoering van dit besluit.