5 DECEMBER 2022. - Koninklijk besluit tot omzetting van de gedelegeerde richtlijn (eu) 2021/1270 van de commissie van 21 april 2021 tot wijziging van richtlijn 2010/43/eu wat betreft voor instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe's) in aanmerking te nemen duurzaamheidsrisico's en duurzaamheidsfactoren, tot aanpassing van de regels over de publicitaire mededelingen van de instellingen voor collectieve belegging met een veranderlijk aantal rechten van deelneming, en houdende diverse bepalingen
Hoofdstuk I.-. Omzetting van de gedelegeerde richtlijn (eu) 2021/1270 van de commissie van 21 april 2021 tot wijziging van richtlijn 2010/43/eu wat betreft voor instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe's) in aanmerking te nemen duurzaamheidsrisico's en duurzaamheidsfactoren
Art. 1
Afdeling 1. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 12 november 2012 met betrekking tot de instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van de Richtlijn 2009/65/EG
Art. 2-6
Afdeling 2. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 12 november 2012 met betrekking tot de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG
Art. 7-13
Hoofdstuk II. - Aanpassing van de regels over de publicitaire mededelingen
Afdeling 1. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 12 november 2012 met betrekking tot de instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG
Art. 14-17
Afdeling 2. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 25 april 2014 betreffende bepaalde informatieverplichtingen bij de commercialisering van financiële producten bij niet-professionele cliënten
Art. 18-20
Afdeling 3. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 25 februari 2017 met betrekking tot bepaalde openbare alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheervennootschappen, en houdende diverse bepalingen
Art. 21-23
Hoofdstuk III. - Diverse wijzigingen
Afdeling 1. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 12 november 2012 met betrekking tot de instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG
Art. 24-27
Afdeling 2. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 25 februari 2017 met betrekking tot bepaalde openbare alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheervennootschappen, en houdende diverse bepalingen
Art. 28-31
Hoofdstuk IV. - Inwerkingtreding
Art. 32-34
Hoofdstuk I.-. Omzetting van de gedelegeerde richtlijn (eu) 2021/1270 van de commissie van 21 april 2021 tot wijziging van richtlijn 2010/43/eu wat betreft voor instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe's) in aanmerking te nemen duurzaamheidsrisico's en duurzaamheidsfactoren
Art. 1. De bepalingen van dit hoofdstuk voorzien in de omzetting van de Gedelegeerde Richtlijn (EU) 2021/1270 van de Commissie van 21 april 2021 tot wijziging van Richtlijn 2010/43/EU wat betreft voor instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe's) in aanmerking te nemen duurzaamheidsrisico's en duurzaamheidsfactoren.
Afdeling 1. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 12 november 2012 met betrekking tot de instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van de Richtlijn 2009/65/EG
Art.2. In artikel 2 van het koninklijk besluit van 12 november 2012 met betrekking tot de instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 15 oktober 2018, worden een bepaling onder 14° /1 en een bepaling onder 14° /2 ingevoegd, luidende:
"14° /1 duurzaamheidsrisico: een duurzaamheidsrisico in de zin van artikel 2, punt 22), van Verordening (EU) 2019/2088 van het Europees Parlement en de Raad;
14° /2 duurzaamheidsfactoren: duurzaamheidsfactoren in de zin van artikel 2, punt 24), van Verordening (EU) 2019/2088;".
Art.3. In artikel 24, § 1, van hetzelfde besluit wordt het tweede lid vervangen als volgt:
"Het risicobeheerbeleid omvat procedures die noodzakelijk zijn om de beleggingsvennootschap in staat te stellen haar blootstelling aan markt-, liquiditeits-, duurzaamheids- en tegenpartijrisico's te beoordelen, alsook haar blootstelling aan alle andere risico's, inclusief het operationeel risico, die van wezenlijk belang kunnen zijn voor haar.".
Art.4. In hoofdstuk I, afdeling I, onderafdeling III, van hetzelfde besluit wordt een artikel 26/2 ingevoegd, luidende:
"Art. 26/2
De beleggingsvennootschappen integreren de duurzaamheidsrisico's in hun beheer, rekening houdend met de aard, schaal en complexiteit van hun bedrijf.".
Art.5. Artikel 123 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een paragraaf 5 en een paragraaf 6, luidende:
" § 5. De beleggingsvennootschappen nemen de duurzaamheidsrisico's in aanmerking wanneer zij de in de paragrafen 1 tot en met 4 vastgestelde verplichtingen in acht nemen.
§ 6. Wanneer de beleggingsvennootschappen de belangrijkste ongunstige effecten van beleggingsbeslissingen op de duurzaamheidsfactoren in aanmerking nemen, zoals beschreven in artikel 4, lid 1, punt a), van Verordening (EU) 2019/2088 of zoals vereist in artikel 4, lid 3 of lid 4, van die Verordening, houden zij rekening met die belangrijkste ongunstige effecten wanneer zij de in de paragrafen 1 tot en met 4 van dit artikel vastgestelde verplichtingen in acht nemen.".
Art.6. In hetzelfde besluit wordt artikel 129 aangevuld met een paragraaf 2, luidende:
" § 2. Wanneer zij de soorten belangenconflicten bepalen die de belangen van de deelnemers kunnen schaden, nemen de beleggingsvennootschappen ook de belangenconflicten op die kunnen ontstaan als gevolg van de integratie van duurzaamheidsrisico's in hun processen, systemen en interne controles.".
Afdeling 2. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 12 november 2012 met betrekking tot de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG
Art.7. Artikel 2 van het koninklijk besluit van 12 november 2012 met betrekking tot de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 15 oktober 2018, wordt aangevuld met een bepaling onder 12° en een bepaling onder 13°, luidende:
"12° duurzaamheidsrisico: een duurzaamheidsrisico in de zin van artikel 2, punt 22), van Verordening (EU) 2019/2088 van het Europees Parlement en de Raad;
13° duurzaamheidsfactoren: duurzaamheidsfactoren in de zin van artikel 2, punt 24), van Verordening (EU) 2019/2088;".
Art.8. In artikel 4 van hetzelfde besluit wordt paragraaf 1 aangevuld met een lid, luidende:
"De beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging nemen de duurzaamheidsrisico's in aanmerking wanneer zij de in het eerste lid vastgestelde verplichtingen in acht nemen.".
Art.9. Artikel 5 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een lid, luidende:
"Voor de in het eerste lid genoemde doeleinden behouden de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging de nodige middelen en deskundigheid ten behoeve van de doeltreffende integratie van de duurzaamheidsrisico's.".
Art.10. Artikel 6, § 2, van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een bepaling onder 7°, luidende:
"7° verantwoordelijk zijn voor de integratie van duurzaamheidsrisico's in de punten 1° tot en met 6° genoemde activiteiten.".
Art.11. Artikel 11 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een paragraaf 3, luidende:
" § 3. Wanneer zij de soorten belangenconflicten bepalen die de belangen van een instelling voor collectieve belegging kunnen schaden, nemen de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging ook de soorten belangenconflicten op die kunnen ontstaan als gevolg van de integratie van duurzaamheidsrisico's in hun processen, systemen en interne controles.".
Art.12. Artikel 17 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een paragraaf 5 en een paragraaf 6, luidende:
" § 5. De beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging nemen de duurzaamheidsrisico's in aanmerking wanneer zij de in de paragrafen 1 tot en met 4 vastgestelde verplichtingen in acht nemen.
§ 6. Wanneer de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging de belangrijkste ongunstige effecten van beleggingsbeslissingen op de duurzaamheidsfactoren in aanmerking nemen, zoals beschreven in artikel 4, lid 1, punt a), van Verordening (EU) 2019/2088 of zoals vereist in artikel 4, lid 3 of lid 4, van die Verordening, houden zij rekening met die belangrijkste ongunstige effecten wanneer zij de in de paragrafen 1 tot en met 4 van dit artikel vastgestelde verplichtingen in acht nemen.".
Art.13. Artikel 24, § 1, tweede lid van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:
"Het risicobeheerbeleid omvat procedures die noodzakelijk zijn om de beheervennootschap van instellingen voor collectieve belegging in staat te stellen voor elke instelling voor collectieve belegging die zij beheert, de blootstelling van die instelling voor collectieve belegging aan markt-, liquiditeits-, duurzaamheids- en tegenpartijrisico's te beoordelen, alsook de blootstelling van de instelling voor collectieve belegging aan alle andere risico's, inclusief operationele risico's, die van wezenlijk belang kunnen zijn voor elke instelling voor collectieve belegging die zij beheert.".
Hoofdstuk II. - Aanpassing van de regels over de publicitaire mededelingen
Afdeling 1. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 12 november 2012 met betrekking tot de instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG
Art.14. In titel II van het koninklijk besluit van 12 november 2012 met betrekking tot de instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG wordt het opschrift van afdeling II van hoofdstuk I, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 25 februari 2017, vervangen als volgt:
"Afdeling II. - Prospectus en essentiële beleggersinformatie over het openbaar aanbod van rechten van deelneming en publicitaire mededelingen die betrekking hebben op een openbaar aanbod van rechten van deelneming"
Art.15. In titel II van hetzelfde koninklijk besluit wordt onderafdeling II van afdeling II van hoofdstuk I, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 25 februari 2017, vervangen als volgt:
"Onderafdeling II. - Publicitaire mededelingen die betrekking hebben op een openbaar aanbod van rechten van deelneming in een instelling voor collectieve belegging
Art. 35. De bepalingen van onderhavige onderafdeling betreffen de publicitaire mededelingen die betrekking hebben op een openbaar aanbod van rechten van deelneming in een instelling voor collectieve belegging, ongeacht het medium volgens het welke ze worden verspreid.
Art. 36. Onverminderd de toepassing van andere bepalingen van de wet en van dit besluit, kunnen de volgende bijwerkingen aan publicitaire mededelingen die betrekking hebben op een openbaar aanbod van rechten van deelneming in een instelling voor collectieve belegging worden gepubliceerd zonder voorafgaande goedkeuring door de FSMA:
1° wijziging van de naam, het adres, de nationaliteit en/of het logo van de beheervennootschap van de instelling voor collectieve belegging en/of de tussenpersonen en dienstverleners die bij de werking van de instelling voor collectieve belegging zijn betrokken;
2° actualisering van de in de publicitaire mededelingen opgenomen cijfergegevens en/of samenstelling van de portefeuille op een bepaalde datum;
3° aanpassing van verwijzingen naar de toepasselijke wetgeving;
4° wijziging van het fiscaal regime toepasselijk op de deelnemers en/of de instelling voor collectieve belegging;
5° wijziging van het adres van een internetsite of van een pagina van een internetsite waar aanvullende informatie en/of documenten te consulteren zijn;
6° bijwerking van de informatie en/of de hyperlinks opgenomen met toepassing van artikel 4, lid 2, tweede en derde zin, en lid 3 van Verordening 2019/1156;
7° actualisering van de in artikel 43 van dit besluit bedoelde informatie;
8° wijziging van de frequentie van de uitvoering van aanvragen tot uitgifte of inkoop van rechten van deelneming en berekening van de netto-inventariswaarde;
9° wijziging van een niet wezenlijk gegeven, dat geen betrekking heeft op de aard van de instelling voor collectieve belegging en, in voorkomend geval, van haar compartimenten of hun beleggingsbeleid en dat behoort tot de categorie van gegevens waarvoor de FSMA aanvaardt dat zij overeenkomstig dit artikel worden gewijzigd.
Een publicitaire mededeling die met toepassing van het eerste lid wordt bijgewerkt, moet vooraf aan de FSMA worden meegedeeld in de vorm waarin zij in het publiek zal worden verspreid. Bij de mededeling aan de FSMA wordt duidelijk vermeld dat de publicitaire mededeling wordt aangepast met toepassing van dit artikel.
Art. 37. De goedkeuring door de FSMA van een publicitaire mededeling die betrekking heeft op een openbaar aanbod van rechten van deelneming in een instelling voor collectieve belegging houdt geenszins een beoordeling in van de opportuniteit van de inschrijving op de instelling voor collectieve belegging, noch van de kwaliteit van de instelling voor collectieve belegging en de eraan verbonden risico's. In de publicitaire medelingen mag geen gewag worden gemaakt van het optreden van de FSMA.
Art. 38. Als een compliancefunctie werd opgericht bij een instelling die een ontwerp van publicitaire mededeling opstelt die betrekking heeft op een openbaar aanbod van rechten van deelneming in een instelling voor collectieve belegging, dan wel ter goedkeuring voorlegt aan de FSMA, neemt deze de nodige maatregelen om te verzekeren dat het ontwerp voldoet aan de bepalingen van de wet en van dit besluit.
De vertaling van de publicitaire mededelingen die betrekking hebben op een openbaar aanbod van rechten van deelneming in een instelling voor collectieve belegging, wordt gemaakt onder de verantwoordelijkheid van de personen op wier initiatief deze publicitaire mededelingen worden gepubliceerd.
Art. 39. § 1. Publicitaire mededelingen die betrekking hebben op een openbaar aanbod van rechten van deelneming in een instelling voor collectieve belegging worden opgesteld overeenkomstig de bepalingen van artikel 4 van Verordening 2019/1156, zoals desgevallend verder toegelicht in de richtsnoeren bedoeld in artikel 4, lid 6 van deze verordening.
§ 2. Onverminderd de toepassing van paragraaf 1 moeten de publicitaire mededelingen die betrekking hebben op een openbaar aanbod van rechten van deelneming in een instelling voor collectieve belegging aan de volgende vereisten voldoen:
1° de nadruk wordt niet gelegd op kenmerken die niet of weinig relevant zijn voor een goed begrip van de aard en de risico's van de instelling voor collectieve belegging;
2° elke verwarring met reclame voor de beheervennootschap of de persoon die de instelling voor collectieve belegging commercialiseert of beheert of met reclame voor een financiële dienst in de zin van artikel 2, eerste lid, 40°, van de wet van 2 augustus 2002, is verboden;
3° een publicitaire mededeling die gelijktijdig betrekking heeft op een openbaar aanbod van rechten van deelneming in een instelling voor collectieve belegging en andere types van financiële producten bedoeld in artikel 2, eerste lid, 39°, van de wet van 2 augustus 2002, maakt vormelijk en inhoudelijk een duidelijk onderscheid tussen de informatie die betrekking heeft op de instelling voor collectieve belegging en de andere financiële producten.
§ 3. Onverminderd de toepassing van Verordening 2019/1156 bevatten publicitaire mededelingen die betrekking hebben op een openbaar aanbod van rechten van deelneming in een instelling voor collectieve belegging minstens de volgende informatie:
1° de naam, de rechtsvorm en de nationaliteit van de instelling voor collectieve belegging;
2° de naam en de nationaliteit van de eventuele beheervennootschap;
3° een bondige aanduiding van het beleggingsbeleid;
4° een beknopte aanduiding van de belangrijkste risico's en, als de instelling voor collectieve belegging rechtstreeks of onrechtstreeks wordt blootgesteld aan een mogelijk kredietrisico van meer dan 35% op één of meerdere specifieke entiteiten, worden de identiteit en de kredietwaardigheid van die entiteit(en) op prominente wijze vermeld;
5° een overzicht van alle kosten en taksen ten laste van de niet-professionele cliënt;
6° het vereiste aantal rechten van deelneming of het vereiste minimumbedrag bij de inschrijving, indien van toepassing;
7° de datum van de vervaldag, indien de instelling voor collectieve belegging voor bepaalde duur is opgericht.
§ 4. In het geval van korte publicitaire mededelingen kunnen de gegevens bedoeld in paragraaf 3 worden weggelaten. Deze publicitaire mededelingen moeten zo neutraal mogelijk zijn.
Art. 40. § 1. Indien in een publicitaire mededeling die betrekking heeft op een openbaar aanbod van rechten van deelneming in een instelling voor collectieve belegging een beloning wordt vermeld die verkregen werd door de instelling voor collectieve belegging, bevat de publicitaire mededeling de volgende gegevens of verwijst de publicitaire mededeling naar een specifieke websitepagina die de volgende gegevens bevat :
1° de naam van de instelling die aan de rangorde ten grondslag ligt;
2° de schaal van de rangorde;
3° de categorie van instellingen voor collectieve belegging die voor de beloning in aanmerking kwamen;
4° het aantal instellingen voor collectieve belegging dat tot deze categorie behoort.
Indien de beloning wordt uitgedrukt aan de hand van symbolen wordt de betekenis van deze symbolen in de publicitaire mededeling of op de voormelde websitepagina uitgelegd.
§ 2. Indien een publicitaire mededeling die betrekking heeft op een openbaar aanbod van rechten van deelneming in een instelling voor collectieve belegging een rating vermeldt, bevat zij de ratingschaal en de betekenis van deze rating of verwijst zij naar een specifieke websitepagina die de ratingschaal en de betekenis van deze rating bevat.
§ 3. Indien een publicitaire mededeling die betrekking heeft op een openbaar aanbod van rechten van deelneming in een instelling voor collectieve belegging een label vermeldt, bevat zij de betekenis van dat label of verwijst zij naar een specifieke websitepagina die de betekenis van dat label bevat.
§ 4. De beloning, de rating of het label mag niet het meest opvallende kenmerk van de publicitaire mededeling zijn.
Art. 41. Wanneer instellingen voor collectieve belegging in publicitaire mededelingen die betrekking hebben op een openbaar aanbod van rechten van deelneming in een instelling voor collectieve belegging onderling of met andere financiële producten worden vergeleken, wordt aan de volgende voorwaarden voldaan:
1° de vergelijking is zinvol en wordt op correcte en evenwichtige wijze voorgesteld;
2° de voor de vergelijking gebruikte informatiebronnen worden vermeld;
3° de voornaamste voor de vergelijking gebruikte feiten en hypothesen worden vermeld.
Art. 42. In de publicitaire mededelingen die betrekking hebben op een openbaar aanbod van rechten van deelneming in een instelling voor collectieve belegging als bedoeld in artikel 138, moet het bedrag per recht van deelneming waarop de garantie of de kapitaalbescherming betrekking heeft, worden vermeld. Bovendien moet worden verduidelijkt dat dit bedrag de provisies en kosten niet dekt die bij de inschrijving en de inkoop verschuldigd zijn.
In geval van een kapitaalgarantie op vervaldag worden de identiteit en de kredietwaardigheid van diegene die de waarborg verleent, vermeld.
In geval van een kapitaalbescherming op vervaldag wordt melding gemaakt van het feit dat geen formele waarborg is verleend aan de deelnemers of aan de instelling voor collectieve belegging.
Art. 43. Elke publicitaire mededeling die betrekking heeft op een instelling voor collectieve belegging gedefinieerd in het tweede lid van dit artikel herneemt de scenario's opgenomen in het essentiële-informatiedocument, of verwijst hiernaar. De scenario's of de verwijzing hiernaar kunnen echter worden weggelaten uit de publicitaire mededeling als het technisch gezien niet mogelijk is om ze te vermelden omwille van het reclamemedium of de vorm van de publicitaire mededeling.
Het eerste lid is van toepassing op de instellingen voor collectieve belegging die de beleggers op bepaalde vooraf bepaalde data op een algoritme gebaseerde volledige terugbetalingen verstrekken die verband houden met de resultaten van financiële activa, indexen of referentieportefeuilles of met de totstandkoming van prijswijzigingen of andere voorwaarden met betrekking tot die financiële activa, indexen of referentieportefeuilles, dan wel instellingen voor collectieve belegging met vergelijkbare kenmerken.".
Art.16. In artikel 219 van hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd door het koninklijk besluit van 15 oktober 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° paragraaf 2 wordt vervangen als volgt:
" § 2. De artikelen 35 tot 43 zijn naar analogie van toepassing op de publicitaire mededelingen die betrekking hebben op een openbaar aanbod van rechten van deelneming in een instelling voor collectieve belegging die ressorteert onder het recht van een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte, voldoet aan de voorwaarden vermeld in Richtlijn 2009/65/EG en is ingeschreven op de lijst als bedoeld in artikel 149 van de wet.";
2° in paragraaf 4 worden de woorden "een bericht, reclame of ander stuk bedoeld in § 2" vervangen door de woorden "een publicitaire mededeling bedoeld in paragraaf 2".
Art.17. In het eerste lid van bijlage B, Afdeling I, van hetzelfde besluit worden de woorden "berichten, reclame en andere stukken die betrekking hebben op een openbaar aanbod van rechten van deelneming van een ICB" vervangen door de woorden "publicitaire mededelingen die betrekking hebben op een openbaar aanbod van rechten van deelneming in een instelling voor collectieve belegging".
Afdeling 2. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 25 april 2014 betreffende bepaalde informatieverplichtingen bij de commercialisering van financiële producten bij niet-professionele cliënten
Art.18. In artikel 1 van het koninklijk besluit van 25 april 2014 betreffende bepaalde informatieverplichtingen bij de commercialisering van financiële producten bij niet-professionele cliënten, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 23 september 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 1, tweede lid, 2°, worden de woorden "artikel 3, 13°, of 5, § 1, van de wet van 3 augustus 2012, of artikel 3, 27°, of 5, § 1, van de wet van 19 april 2014" opgeheven;
2° het artikel wordt aangevuld met een paragraaf 4, luidende:
" § 4. Dit besluit is niet van toepassing op de berichten, reclame en andere stukken die betrekking hebben op een openbaar aanbod van rechten van deelneming in een instelling voor collectieve belegging met een veranderlijk aantal rechten van deelneming.".
Art.19. In artikel 9 van hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 23 september 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 1, eerste lid, worden de woorden "in de wet van 3 augustus 2012," en de woorden "en in de wet van 19 april 2014" opgeheven;
2° paragraaf 1/1, eerste lid, wordt aangevuld met de woorden ", inclusief de rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging met een veranderlijk aantal rechten van deelneming";
3° in paragraaf 1/1 wordt het tweede lid vervangen als volgt:
"De in het eerste lid bedoelde reclame, met uitzondering van de reclame die wordt verspreid bij de commercialisering van rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging met een veranderlijk aantal rechten van deelneming, voldoet aan de door of krachtens artikel 22, leden 2 tot 5, van Verordening 2017/1129 voorziene vereisten.";
4° dezelfde paragraaf wordt aangevuld met een lid, luidende:
"De reclame die bij de niet-professionele cliënten wordt verspreid bij de commercialisering van rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging met een veranderlijk aantal rechten van deelneming, voldoet aan de vereisten van artikel 4 van Verordening 2019/1156 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende het faciliteren van de grensoverschrijdende distributie van instellingen voor collectieve belegging en houdende wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 345/2013, (EU) nr. 346/2013 en (EU) nr. 1286/2014, zoals verduidelijkt in de richtsnoeren als bedoeld in artikel 4, lid 6, van die Verordening.".
Art.20. In artikel 26, § 1, eerste lid, van hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 23 september 2018, worden de woorden "de artikelen 60, 65 tot 70 van de wet van 3 augustus 2012 en de artikelen 225, 230 tot 234 van de wet van 19 april 2014," opgeheven.
Afdeling 3. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 25 februari 2017 met betrekking tot bepaalde openbare alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheervennootschappen, en houdende diverse bepalingen
Art.21. In titel II van het koninklijk besluit van 25 februari 2017 met betrekking tot bepaalde openbare alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheervennootschappen, en houdende diverse bepalingen wordt het opschrift van afdeling II van hoofdstuk I vervangen als volgt:
"Afdeling II. - Prospectus en essentiële beleggersinformatie over het openbaar aanbod van rechten van deelneming en publicitaire mededelingen die betrekking hebben op een openbaar aanbod van rechten van deelneming"
Art.22. In titel II van hetzelfde koninklijk besluit wordt onderafdeling II van afdeling II van hoofdstuk I vervangen als volgt:
"Onderafdeling II. - Publicitaire mededelingen die betrekking hebben op een openbaar aanbod van rechten van deelneming in een AICB
Art. 27. De bepalingen van onderhavige onderafdeling betreffen de publicitaire mededelingen die betrekking hebben op een openbaar aanbod van rechten van deelneming in een AICB, ongeacht het medium volgens het welke ze worden verspreid.
Art. 28. Onverminderd de toepassing van andere bepalingen van de wet en van dit besluit, kunnen de volgende bijwerkingen aan publicitaire mededelingen die betrekking hebben op een openbaar aanbod van rechten van deelneming in een AICB worden gepubliceerd zonder voorafgaande goedkeuring door de FSMA:
1° wijziging van de naam, het adres, de nationaliteit en/of het logo van de beheervennootschap van de AICB en/of de tussenpersonen en dienstverleners die bij de werking van de AICB zijn betrokken;
2° actualisering van de in de publicitaire mededelingen opgenomen cijfergegevens en/of samenstelling van de portefeuille op een bepaalde datum;
3° aanpassing van verwijzingen naar de toepasselijke wetgeving;
4° wijziging van het fiscaal regime toepasselijk op de deelnemers en/of de AICB;
5° wijziging van het adres van een internetsite of van een pagina van een internetsite waar aanvullende informatie en/of documenten te consulteren zijn;
6° bijwerking van de informatie en/of de hyperlinks opgenomen met toepassing van artikel 4, lid 2, tweede en derde zin, en lid 3 van Verordening 2019/1156;
7° actualisering van de in artikel 29/6 van dit besluit bedoelde informatie;
8° wijziging van de frequentie van de uitvoering van aanvragen tot uitgifte of inkoop van rechten van deelneming en berekening van de netto-inventariswaarde;
9° wijziging van een niet wezenlijk gegeven, dat geen betrekking heeft op de aard van de AICB en, in voorkomend geval, van haar compartimenten of hun beleggingsbeleid en dat behoort tot de categorie van gegevens waarvoor de FSMA aanvaardt dat zij overeenkomstig dit artikel worden gewijzigd.
Een publicitaire mededeling die met toepassing van het eerste lid wordt bijgewerkt, moet vooraf aan de FSMA worden meegedeeld in de vorm waarin zij in het publiek zullen worden verspreid. Bij de mededeling aan de FSMA wordt duidelijk vermeld dat de publicitaire mededeling wordt aangepast met toepassing van dit artikel.
Art. 29. De goedkeuring door de FSMA van een publicitaire mededeling die betrekking heeft op een openbaar aanbod van rechten van deelneming in een AICB houdt geenszins een beoordeling in van de opportuniteit van de inschrijving op de rechten van deelneming van de instelling voor collectieve belegging, noch van de kwaliteit van de AICB en de eraan verbonden risico's. In de publicitaire medelingen mag geen gewag worden gemaakt van het optreden van de FSMA.
Art. 29/1.
Als een compliancefunctie werd opgericht bij een instelling die een ontwerp van publicitaire mededeling die betrekking heeft op een openbaar aanbod van rechten van deelneming in een AICB opstelt, dan wel ter goedkeuring voorlegt aan de FSMA, neemt deze de nodige maatregelen om te verzekeren dat het ontwerp voldoet aan de bepalingen van de wet en van dit besluit.
De vertaling van de publicitaire mededelingen die betrekking hebben op een openbaar aanbod van rechten van deelneming in een AICB, wordt gemaakt onder de verantwoordelijkheid van de personen op wier initiatief deze publicitaire mededelingen worden gepubliceerd.
Art. 29/2.
§ 1. Publicitaire mededelingen die betrekking hebben op een openbaar aanbod van rechten van deelneming in een AICB worden opgesteld overeenkomstig de bepalingen van artikel 4 van Verordening 2019/1156, zoals desgevallend verder toegelicht in de richtsnoeren bedoeld in artikel 4, lid 6 van deze Verordening.
§ 2. Onverminderd de toepassing van paragraaf 1 moeten de publicitaire mededelingen die betrekking hebben op een openbaar aanbod van rechten van deelneming in een AICB aan de volgende vereisten voldoen:
1° de nadruk wordt niet gelegd op kenmerken die niet of weinig relevant zijn voor een goed begrip van de aard en de risico's van de AICB;
2° elke verwarring met reclame voor de beheervennootschap of de persoon die de AICB commercialiseert of beheert of met reclame voor een financiële dienst in de zin van artikel 2, eerste lid, 40°, van de wet van 2 augustus 2002, is verboden;
3° een publicitaire mededeling die gelijktijdig betrekking heeft op een openbaar aanbod van rechten van deelneming in een AICB en andere types van financiële producten bedoeld in artikel 2, eerste lid, 39°, van de wet van 2 augustus 2002, maakt vormelijk en inhoudelijk een duidelijk onderscheid tussen de informatie die betrekking heeft op de AICB en de andere financiële producten.
§ 3. Onverminderd de toepassing van Verordening 2019/1156 bevatten publicitaire mededelingen die betrekking hebben op een openbaar aanbod van rechten van deelneming in een AICB minstens de volgende informatie:
1° de naam, de rechtsvorm en de nationaliteit van de AICB;
2° de naam en de nationaliteit van de eventuele beheervennootschap;
3° een bondige aanduiding van het beleggingsbeleid;
4° een beknopte aanduiding van de belangrijkste risico's en, als de AICB rechtstreeks of onrechtstreeks wordt blootgesteld aan een mogelijk kredietrisico van meer dan 35% op één of meerdere specifieke entiteiten, worden de identiteit en de kredietwaardigheid van die entiteit(en) op prominente wijze vermeld;
5° een overzicht van alle kosten en taksen ten laste van de niet-professionele cliënt;
6° het vereiste aantal rechten van deelneming of het vereiste minimumbedrag bij de inschrijving, indien van toepassing;
7° de datum van de vervaldag, indien de AICB voor bepaalde duur is opgericht.
§ 4. In het geval van korte publicitaire mededelingen kunnen de gegevens bedoeld in paragraaf 3 worden weggelaten. Deze publicitaire mededelingen moeten zo neutraal mogelijk zijn.
Art. 29/3.
§ 1. Indien in een publicitaire mededeling die betrekking heeft op een openbaar aanbod van rechten van deelneming in een AICB een beloning wordt vermeld die verkregen werd door de AICB, bevat de publicitaire mededeling de volgende gegevens of verwijst de publicitaire mededeling naar een specifieke websitepagina die de volgende gegevens bevat:
1° de naam van de instelling die aan de rangorde ten grondslag ligt;
2° de schaal van de rangorde;
3° de categorie van AICB's die voor de beloning in aanmerking kwamen;
4° het aantal AICB's dat tot deze categorie behoort.
Indien de beloning wordt uitgedrukt aan de hand van symbolen, wordt de betekenis van deze symbolen in de publicitaire mededeling of op de voormelde websitepagina uitgelegd.
§ 2. Indien een publicitaire mededeling die betrekking heeft op een openbaar aanbod van rechten van deelneming in een AICB een rating vermeldt, bevat zij de ratingschaal en de betekenis van deze rating of verwijst zij naar een specifieke websitepagina die de ratingschaal en de betekenis van deze rating bevat.
§ 3. Indien een publicitaire mededeling die betrekking heeft op een openbaar aanbod van rechten van deelneming in een AICB een label vermeldt, bevat zij de betekenis van dat label of verwijst zij naar een specifieke websitepagina die de betekenis van dat label bevat.
§ 4. De beloning, de rating of het label mag niet het meest opvallende kenmerk van de publicitaire mededeling zijn.
Art. 29/4.
Wanneer AICB's in publicitaire mededelingen die betrekking hebben op een openbaar aanbod van rechten van deelneming in een AICB onderling of met andere financiële producten worden vergeleken, wordt aan de volgende voorwaarden voldaan:
1° de vergelijking is zinvol en wordt op correcte en evenwichtige wijze voorgesteld;
2° de voor de vergelijking gebruikte informatiebronnen worden vermeld;
3° de voornaamste voor de vergelijking gebruikte feiten en hypothesen worden vermeld.
Art. 29/5.
In de publicitaire mededelingen die betrekking hebben op een openbaar aanbod van rechten van deelneming in een AICB als bedoeld in artikel 92, moet het bedrag per recht van deelneming waarop de garantie of de kapitaalbescherming betrekking heeft, worden vermeld. Bovendien moet worden verduidelijkt dat dit bedrag de provisies en kosten niet dekt die bij de inschrijving en de inkoop verschuldigd zijn.
In geval van een kapitaalgarantie op vervaldag worden de identiteit en kredietwaardigheid van diegene die de waarborg verleent, vermeld.
In geval van een kapitaalbescherming op vervaldag wordt melding gemaakt van het feit dat geen formele waarborg is verleend aan de deelnemers of aan de AICB.
Art. 29/6.
Elke publicitaire mededeling die betrekking heeft op een AICB gedefinieerd in het tweede lid van dit artikel herneemt de scenario's opgenomen in het essentiële-informatiedocument, of verwijst hiernaar. De scenario's of de verwijzing hiernaar kunnen echter worden weggelaten uit de publicitaire mededeling als het technisch gezien niet mogelijk is om ze te vermelden omwille van het medium of de vorm van de publicitaire mededeling.
Het eerste lid is van toepassing op de AICB's die de beleggers op bepaalde vooraf bepaalde data op een algoritme gebaseerde volledige terugbetalingen verstrekken die verband houden met de resultaten van financiële activa, indexen of referentieportefeuilles of met de totstandkoming van prijswijzigingen of andere voorwaarden met betrekking tot die financiële activa, indexen of referentieportefeuilles, dan wel AICB's met vergelijkbare kenmerken.".
Art.23. In artikel 163, § 1, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "21 tot 29" vervangen door de woorden "21 tot 29/6".
Hoofdstuk III. - Diverse wijzigingen
Afdeling 1. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 12 november 2012 met betrekking tot de instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG
Art.24. In artikel 34 van het koninklijk besluit van 12 november 2012 met betrekking tot de instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 25 februari 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 1, 1° wordt het woord "statutaire" opgeheven;
2° in paragraaf 1 wordt de bepaling onder 10° aangevuld met de woorden ", naar de essentiële beleggersinformatie en/of naar het essentiële-informatiedocument bedoeld in Verordening 1286/2014";
3° in paragraaf 1 wordt de bepaling onder 17° vervangen als volgt:
"17° wijziging van het adres van een internetsite of van een pagina van een internetsite;";
4° in paragraaf 2 wordt de bepaling onder 11° vervangen als volgt:
"11° wijziging van het adres van een internetsite of van een pagina van een internetsite;";
5° in paragraaf 2 wordt een bepaling onder 11° /3 ingevoegd, luidende:
"11° /3 inkorting of verlenging van de reeds lopende inschrijvingsperiode van een gecommercialiseerd compartiment. In dergelijk geval dient ook een persbericht te worden gepubliceerd, teneinde deze bijwerking van de essentiële beleggersinformatie kenbaar te maken aan de beleggers;".
Art.25. Artikel 50 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:
"Art. 50
Een instelling voor collectieve belegging mag geen edele metalen of certificaten die deze vertegenwoordigen, verwerven.".
Art.26. In artikel 181, § 1, derde lid van hetzelfde besluit wordt het woord "uiterlijk" ingevoegd tussen de woorden "gaat deze in op" en de woorden "de zesde bankwerkdag".
Art.27. In artikel 189, § 2 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid vervangen als volgt:
"In afwijking van paragraaf 1 kan de uitgifte van rechten van deelneming worden stopgezet voor de instellingen voor collectieve belegging die de beleggers op bepaalde vooraf bepaalde data op een algoritme gebaseerde volledige terugbetalingen verstrekken die verband houden met de resultaten van financiële activa, indexen of referentieportefeuilles of met de totstandkoming van prijswijzigingen of andere voorwaarden met betrekking tot die financiële activa, indexen of referentieportefeuilles, dan wel instellingen voor collectieve belegging met vergelijkbare kenmerken, en voor de andere instellingen voor collectieve belegging bedoeld bij artikel 138.".
Afdeling 2. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 25 februari 2017 met betrekking tot bepaalde openbare alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheervennootschappen, en houdende diverse bepalingen
Art.28. In artikel 26 van het koninklijk besluit van 25 februari 2017 met betrekking tot bepaalde openbare alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheervennootschappen, en houdende diverse bepalingen worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 1, 1° wordt het woord "statutaire" opgeheven;
2° in paragraaf 1 wordt de bepaling onder 10° aangevuld met de woorden ", naar de essentiële beleggersinformatie en/of naar het essentiële-informatiedocument bedoeld in Verordening 1286/2014";
3° in paragraaf 1 wordt de bepaling onder 18° vervangen als volgt:
"18° wijziging van het adres van een internetsite of van een pagina van een internetsite;";
4° in paragraaf 2 wordt de bepaling onder 11° vervangen als volgt:
"11° wijziging van het adres van een internetsite of van een pagina van een internetsite;";
5° in paragraaf 2 wordt een bepaling onder 13° /1 ingevoegd, luidende:
"13° /1 inkorting of verlenging van de reeds lopende inschrijvingsperiode van een gecommercialiseerd compartiment. In dergelijk geval dient ook een persbericht te worden gepubliceerd, teneinde deze bijwerking van de essentiële beleggersinformatie kenbaar te maken aan de beleggers;".
Art.29. Artikel 33 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:
"Art. 33
Een AICB mag geen edele metalen of certificaten die deze vertegenwoordigen, verwerven.".
Art.30. In artikel 133, § 1, derde lid van hetzelfde besluit wordt het woord "uiterlijk" ingevoegd tussen de woorden "gaat deze in op" en de woorden "de zesde bankwerkdag".
Art.31. In artikel 138, § 2, van hetzelfde besluit wordt het tweede lid vervangen als volgt:
"In afwijking van paragraaf 1 kan de uitgifte van rechten van deelneming worden stopgezet voor de AICB's die de beleggers op bepaalde vooraf bepaalde data op een algoritme gebaseerde volledige terugbetalingen verstrekken die verband houden met de resultaten van financiële activa, indexen of referentieportefeuilles of met de totstandkoming van prijswijzigingen of andere voorwaarden met betrekking tot die financiële activa, indexen of referentieportefeuilles, dan wel instellingen voor collectieve belegging met vergelijkbare kenmerken, en voor de andere AICB's bedoeld bij artikel 92.".
Hoofdstuk IV. - Inwerkingtreding
Art.32. Hoofdstuk II.treedt in werking op 15 december 2022, met uitzondering van het nieuwe artikel 36 van het koninklijk besluit van 12 november 2012 en het nieuwe artikel 28 van het koninklijk besluit van 25 februari 2017, die in werking treden op de dag van de bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad.
In afwijking van het eerste lid kunnen de publicitaire mededelingen die betrekking hebben op een openbaar aanbod van rechten van deelneming in een instelling voor collectieve belegging, in overeenstemming worden gebracht met de bepalingen van hoofdstuk II zodra dit besluit is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
In afwijking van het eerste lid moeten de volgende publicitaire mededelingen uiterlijk op 1 maart 2023 in overeenstemming worden gebracht met de bepalingen van hoofdstuk II:
1° de publicitaire mededelingen waarvan de verspreiding voor 15 december 2022 is gestart;
2° de publicitaire mededelingen waarvan de verspreiding voor 1 maart 2023 is gestart, en waarvan de elementen, de presentatie, de lay-out en de wijze van verspreiding identiek zijn aan die van de publicitaire mededelingen van dezelfde distributeur waarvan de verspreiding voor 15 december 2022 is gestart.
Art.33. Tot 31 december 2022 wordt artikel 43, eerste lid van het koninklijk besluit van 12 november 2012 met betrekking tot de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG als volgt opgesteld:
"De publicitaire mededelingen die betrekking hebben op een openbaar aanbod van rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging gedefinieerd in het tweede lid van dit artikel, verwijzen naar de essentiële beleggersinformatie waarin, op basis van ten minste drie passende hypotheses, een indicatie wordt gegeven van de impact van de evolutie van de waarde van de onderliggende activa van het instrument waarmee de instelling voor collectieve belegging een bepaald rendement beoogt te verwezenlijken op de vervaldag.".
Tot 31 december 2022 wordt artikel 29/6, eerste lid van het koninklijk besluit van 25 februari 2017 met betrekking tot bepaalde openbare alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheervennootschappen, en houdende diverse bepalingen als volgt opgesteld:
"De publicitaire mededelingen die betrekking hebben op een openbaar aanbod van rechten van deelneming in AICB gedefinieerd in het tweede lid van dit artikel, verwijzen naar de essentiële beleggersinformatie waarin, op basis van ten minste drie passende hypotheses, een indicatie wordt gegeven van de impact van de evolutie van de waarde van de onderliggende activa van het instrument waarmee de AICB een bepaald rendement beoogt te verwezenlijken op de vervaldag.".
Art. 34. De Minister bevoegd voor Financiën, de Minister bevoegd voor Economie en de Minister bevoegd voor Consumentenbescherming zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.