Details





Titel:

28 APRIL 2022. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 april 2014 tot bepaling van administratief statuut van het operationeel personeel van de hulpverleningszones en van het koninklijk besluit van 19 april 2014 houdende bezoldigingsregeling van het operationeel personeel van de hulpverleningszones



Inhoudstafel:


Art. 1-3



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2014000407  2014000409 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In artikel 150, § 1, van het koninklijk besluit van 19 april 2014 tot bepaling van het administratief statuut van het operationeel personeel van de hulpverleningszones, gewijzigd door de koninklijke besluiten van 18 november 2015, 26 januari 2018, 13 april 2019 en 14 augustus 2021, worden tussen het derde en het vierde lid twee leden ingevoegd, luidende:
  "In afwijking van het eerste lid bestaat er, ten gevolge van de "Coronavirus COVID-19"-epidemie, geen verplichting om voortgezette opleiding te volgen in de eerste zes maanden van 2021. Het minimaal aantal uren voortgezette opleiding dat moet gevolgd worden per vijf jaar wordt verminderd in verhouding tot de tewerkstelling van het personeelslid in het jaar 2021.
  In afwijking van het eerste lid kan de Minister het aantal uren verplichte voortgezette opleiding verminderen omwille van uitzonderlijke omstandigheden. De uitzonderlijke omstandigheden kunnen enkel aanvaard worden in geval van afkondiging van een provinciale of federale fase, bedoeld in hoofdstuk V, Afdeling II, van het koninklijk besluit van 22 mei 2019 betreffende de noodplanning en het beheer van noodsituaties op het gemeentelijk en provinciaal niveau en betreffende de rol van de burgemeesters en de provinciegouverneurs in geval van crisisgebeurtenissen en -situaties die een coördinatie of een beheer op nationaal niveau vereisen. De Minister kan beslissen om de vermindering te beperken tot één of meer hulpverleningszones in functie van de omvang van de uitzonderlijke omstandigheden."

Art.2. Artikel 52/1 van het koninklijk besluit van 19 april 2014 houdende bezoldigingsregeling van het operationeel personeel van de hulpverleningszones, ingevoegd bij koninklijk besluit van 9 mei 2015 en gewijzigd bij koninklijk besluit van 14 augustus 2021, wordt aangevuld met een derde lid, luidende:
  "Ten gevolge van de "Coronavirus COVID-19"-epidemie worden voor de eerste zes maanden van het jaar 2021 twaalf uren fictief toegekend aan het personeelslid, in verhouding tot zijn tewerkstelling in de eerste zes maanden van het jaar 2021, voor de berekening van het aantal uren voortgezette opleiding bedoeld in 3° van de artikelen 12 tot 19."

Art. 3. De minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.