24 NOVEMBER 2022. - Besluit van de regering van de Franse Gemeenschap tot organisatie van de toegankelijkheid van de opvang van jonge kinderen voor begunstigden van een verhoogde tegemoetkoming en eenoudergezinnen
Art. 1-9
Artikel 1. Artikel 146 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 27 februari 2003 houdende regeling van de opvangmilieus wordt aangevuld met een lid dat luidt als volgt:
"In afwijking van de leden 1 en 2 is geen financiële bijdrage van de ouders vereist wanneer een van de ouders de verhoogde verzekeringstegemoetkoming geniet in de zin van artikel 37, § 19, van de gecoördineerde wetten van 14 juli 1994 betreffende de verplichte ziekteverzekering en uitkeringen.".
Art.2. In artikel 153 van hetzelfde besluit wordt de volgende patagraaf 2/1 ingevoegd:
" § 2/1. De financiële bijdrage van de ouders wordt verlaagd tot 70% in het geval van een alleenstaande ouder, d.w.z. wanneer de ouder geen feitelijk huishouden vormt en niet gehuwd is, tenzij het huwelijk wordt gevolgd door een feitelijke scheiding. De feitelijke scheiding moet blijken uit de afzonderlijke hoofdverblijfplaats van de betrokken personen, in de zin van artikel 3, eerste lid, 5°, van de wet van 8 augustus 1983 houdende organisatie van een rijksregister van natuurlijke personen, behalve in de gevallen waarin uit andere daartoe overgelegde officiële documenten blijkt dat de feitelijke scheiding daadwerkelijk plaatsvindt, hoewel deze niet of niet meer overeenstemt met de gegevens die uit genoemd register zijn verkregen.".
Art.3. Artikel 71 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een lid dat luidt als volgt:
"Onverminderd onderling overeengekomen afwijkingen, vordert het kinderopvangmilieu, wanneer een kinderopvangovereenkomst in het in rekening brengen van ongerechtvaardigde afwezigheid voorziet, van de ouders bedoeld in artikel 146, vijfde lid, een vergoeding per dag ongerechtvaardigde afwezigheid die overeenkomt met de minimumbijdrage bedoeld in Boek IV, Titel I. Het opvangmilieu neemt actie om de terugkeer van de betrokken kinderen te bevorderen, zo nodig na een sociaal onderzoek".
Art.4. Artikel 126, § 1, van het besluit van de regering van de Franse Gemeenschap van 2 mei 2019 houdende de vergunnings- en subsidieregeling voor kinderdagverblijven, diensten voor kinderopvang en zelfstandige (mede)onthaalouders wordt aangevuld met een lid dat luidt als volgt:
"De financiële bijdrage van de ouders wordt verlaagd tot 70% in het geval van een eenoudergezin, d.w.z. wanneer de ouder geen feitelijk huishouden vormt, en niet gehuwd is, behoudens als het huwelijk wordt gevolgd door een feitelijke scheiding. De feitelijke scheiding moet blijken uit de afzonderlijke hoofdverblijfplaats van de betrokken personen, in de zin van artikel 3, eerste lid, 5°, van de wet van 8 augustus 1983 houdende organisatie van een rijksregister van natuurlijke personen, behalve in de gevallen waarin uit andere daartoe overgelegde officiële documenten blijkt dat de feitelijke scheiding daadwerkelijk plaatsvindt, hoewel deze niet of niet meer overeenstemt met de gegevens die uit genoemd register zijn verkregen.
Art.5. Artikel 126, § 2, van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een lid dat luidt als volgt:
"Er is geen financiële bijdrage van de ouders vereist indien een van de ouders de verhoogde verzekeringsbijdrage geniet in de zin van artikel 37, § 19, van de gecoördineerde wetten van 14 juli 1994 betreffende de verplichte ziekteverzekering en uitkeringen.
Art.6. In het besluit van de regering van de Franse Gemeenschap van 22 mei 2019 tot vaststelling van de overgangsregeling voor de opvangmilieus wordt in artikel 13 het cijfer "12" ingevoegd tussen "11" en "en 12/1".
Art.7. O.N.E. bepaalt de nadere regels om de maatregelen van dit besluit budgettair neutraal te maken voor de sector van de opvangmilieus.
Art.8. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2023, met uitzondering van artikel 5, dat in werking treedt op 1 januari 2020.
Art. 9. De minister bevoegd voor het Kind is belast met de uitvoering van dit besluit.