Details





Titel:

17 JULI 2022. - Koninklijk besluit tot invoering van een specialisatiecomplement en tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 december 2011 betreffende uitvoering van het attractiviteitsplan voor het verpleegkundig beroep, in bepaalde federale gezondheidssectoren, wat betreft de premies voor de titels en bijzondere beroepsbekwaamheden en ongemakkelijke prestaties en het koninklijk besluit van 25 september 2014 betreffende uitvoering van het attractiviteitsplan voor het verpleegkundig beroep, in de thuisverpleging, wat betreft de premies voor de titels en bijzondere beroepsbekwaamheden



Inhoudstafel:


Art. 1-11



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2011024379  2014022510 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. § 1. Vanaf 1 januari 2022, hebben de erkende verpleegkundigen die gemachtigd zijn zich op een bijzondere beroepsbekwaamheid te beroepen of die gemachtigd zijn houder te zijn van een beroepstitel, zoals bepaald in de ministeriële besluiten die de erkenningscriteria voor de bijzondere beroepstitels en beroepsbekwaamheden vastleggen, vermeld in het koninklijk besluit van 27 september 2006 houdende de lijst van bijzondere beroepstitels en bijzondere beroepsbekwaamheden voor de beoefenaars van de verpleegkunde, en voor zover deze verpleegkundigen effectief in het ziekenhuis tewerkgesteld zijn in een erkende dienst, in een erkende functie of in een erkend zorgprogramma die deze specialisatie voorziet, of, voor wat betreft de bijzondere beroepstitel peri-operatieve zorgen voor zover deze verpleegkundigen effectief tewerkgesteld zijn in de preoperatieve consultatie, in het operatiekwartier, in de ontwaakkamer, de ambulante chirurgie of in een hoog gespecialiseerde dienst voor invasieve, diagnostische en therapeutische ingrepen van een ziekenhuis, of, voor wat betreft de bijzondere beroepstitel pediatrie-neonatologie, bijzondere beroepstitel geestelijke gezondheidszorg en psychiatrie en bijzondere beroepsbekwaamheid geestelijke gezondheidszorg en psychiatrie voor zover deze verpleegkundigen effectief tewerkgesteld zijn in de diensten neuro-psychiatrie gericht op observatie en behandeling van kinderen (index K) of, voor wat betreft de bijzondere beroepstitel geestelijke gezondheidszorg en psychiatrie en bijzondere beroepsbekwaamheid geestelijke gezondheidszorg en psychiatrie voor zover deze verpleegkundigen effectief tewerkgesteld zijn in de diensten intensieve zorgverlening van psychiatrische patiënten (index IB), recht op een specialisatiecomplement indien zij betaald worden volgens het nieuwe loonmodel voor de federale gezondheidsdiensten, zoals bedoeld in de `collectieve arbeidsovereenkomst van 31 maart 2021 betreffende de volledige invoering van een nieuw loonmodel voor de federale gezondheidsdiensten: IFIC' en in de protocolakkoorden van 24 juni 2021, 5 oktober 2021, 24 februari 2022 en 2 juni 2022 goedgekeurd in Comité A.
  § 2. Vanaf 1 januari 2022, hebben verpleegkundigen werkzaam in de thuisverpleging die gemachtigd zijn zich op een bijzondere beroepsbekwaamheid te beroepen of die gemachtigd zijn houder te zijn van een beroepstitel, zoals bepaald in de ministeriële besluiten die de erkenningscriteria vastleggen van de kwalificaties, vermeld in het koninklijk besluit van 27 september 2006 houdende de lijst van bijzondere beroepstitels en bijzondere beroepsbekwaamheden voor de beoefenaars van de verpleegkunde, en voor zover deze verpleegkundigen gedurende het jaar waarop het specialisatiecomplement betrekking heeft, afdoende geattesteerde verstrekkingen verlenen, vermeld in artikel 8 van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, recht op een specialisatiecomplement indien zij betaald worden volgens het nieuwe loonmodel voor de federale gezondheidsdiensten, zoals bedoeld in de `collectieve arbeidsovereenkomst van 31 maart 2021 betreffende de volledige invoering van een nieuw loonmodel voor de federale gezondheidsdiensten: IFIC' en in de protocolakkoorden van 24 juni 2021, 5 oktober 2021, 24 februari 2022 en 2 juni 2022 goedgekeurd afgesloten in Comité A.

Art.2. § 1. Dit specialisatiecomplement bedraagt 2.500 euro bruto per jaar voor een verpleegkundige die erkend is door de bevoegde autoriteit voor een bijzondere beroepstitel.
  § 2. Dit specialisatiecomplement bedraagt 833 euro bruto per jaar voor een verpleegkundige die erkend is door de bevoegde autoriteit voor een bijzondere beroepsbekwaamheid.

Art.3. § 1. Het specialisatiecomplement wordt jaarlijks in de maand september uitbetaald door de werkgever aan de betrokken erkende verpleegkundigen.
  § 2. Voor de verpleegkundigen zoals bedoeld in artikel 1, § 1, wordt het uitbetaald pro rata de arbeidsduurregeling en het aantal gewerkte of gelijkgestelde maanden tijdens de referentieperiode van 1 september van het voorgaande jaar tot 31 augustus van het lopende jaar.
  In afwijking van het vorige lid, wordt het specialisatiecomplement in 2022 uitbetaald pro rata de arbeidsduurregeling en het aantal gewerkte of gelijkgestelde maanden tijdens de referentieperiode van 1 januari 2022 tot 31 augustus 2022 en pro rata het aantal maanden van deze afwijkende referentieperiode (8/12e).
  § 3. Voor de verpleegkundigen zoals bedoeld in artikel 1, § 2, wordt het uitbetaald pro rata het aantal en de aard van de verstrekkingen, uitgevoerd en geattesteerd aan de verplichte ziekteverzekering (verzekering voor geneeskundige verzorging) tijdens de referentieperiode van 1 september van het voorgaande jaar tot 31 augustus van het lopende jaar.
  In afwijking van het vorige lid, wordt het specialisatiecomplement in 2022 uitbetaald pro rata het aantal en de aard van de verstrekkingen, uitgevoerd en geattesteerd aan de verplichte ziekteverzekering (verzekering voor geneeskundige verzorging) tijdens de referentieperiode van 1 januari 2022 tot 31 augustus 2022 en pro rata het aantal maanden van deze afwijkende referentieperiode (8/12e)..

Art.4. De praktische modaliteiten waaronder de uitbetaling zoals bedoeld in de artikelen 1, § 2, en 3, § 3, gebeurt, worden vastgesteld door het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor de ziekte- en invaliditeitsverzekering, na advies van de Overeenkomstencommissie verpleegkundigen - verzekeringsinstellingen en na positief advies van de Commissie voor Begrotingscontrole.
  Het gaat om de aard en het aantal van de geattesteerde verstrekkingen, vermeld in artikel 8 van de bijlage bij het bovenvermeld koninklijk besluit van 14 september 1984, verleend door de verpleegkundige werkzaam in de thuisverpleging gekoppeld aan de betrokken bijzondere beroepsbekwaamheid of de betrokken bijzondere beroepstitel en de wijze waarop het pro rata principe wordt toegepast.
  Deze modaliteiten worden bekendgemaakt op de website van het RIZIV.
  Het specialisatiecomplement voor sommige verpleegkundigen werkzaam in de thuisverpleging met een bijzondere deskundigheid in de diabetologie, zoals bepaald in het ministerieel besluit van 20 februari 2012 tot vaststelling van de criteria voor erkenning waarbij de beoefenaars van de verpleegkunde gemachtigd worden zich te beroepen op de bijzondere beroepsbekwaamheid van verpleegkundige met een bijzondere deskundigheid in de diabetologie, heeft voor het eerst betrekking op het jaar 2022.

Art.5. Het specialisatiecomplement is niet cumuleerbaar met de premies zoals bedoeld in artikel 1, van het koninklijk besluit van 28 december 2011 betreffende uitvoering van het attractiviteitsplan voor het verpleegkundig beroep, in bepaalde federale gezondheidssectoren, wat betreft de premies voor de titels en bijzondere beroepsbekwaamheden en ongemakkelijke prestaties en de premies zoals bedoeld in het koninklijk besluit van 25 september 2014 betreffende uitvoering van het attractiviteitsplan voor het verpleegkundig beroep, in de thuisverpleging, wat betreft de premies voor de titels en bijzondere beroepsbekwaamheden.
  In afwijking van het principe in voorgaand lid, kan de verpleegkundige die tijdens een zelfde referentieperiode zowel rechtgevende prestaties als loontrekkende als rechtgevende prestaties als zelfstandige uitvoert, pro rata de rechtgevende prestaties in de respectievelijke regimes zijn recht uitoefenen op een specialisatiecomplement en op een premie zoals bedoeld in het koninklijk besluit van 25 september 2014 betreffende uitvoering van het attractiviteitsplan voor het verpleegkundig beroep, in de thuisverpleging, wat betreft de premies voor de titels en bijzondere beroepsbekwaamheden, voor zover de betreffende toekenningsvoorwaarden zijn gerespecteerd.

Art.6. De verpleegkundige die overstapt naar het IFIC barema, heeft recht op de betaling van de op hem van toepassing zijnde premie zoals bedoeld in artikel 1, van het koninklijk besluit van 28 december 2011 betreffende uitvoering van het attractiviteitsplan voor het verpleegkundig beroep, in bepaalde federale gezondheidssectoren, wat betreft de premies voor de titels en bijzondere beroepsbekwaamheden en ongemakkelijke prestaties en artikel 1, van het koninklijk besluit van 25 september 2014 betreffende uitvoering van het attractiviteitsplan voor het verpleegkundig beroep, in de thuisverpleging, wat betreft de premies voor de titels en bijzondere beroepsbekwaamheden, pro rata het aantal gewerkte of gelijkgestelde maanden dat hij nog niet effectief betaald werd volgens het IFIC-barema tijdens de lopende referteperiode.
  Een pro rata regeling per volledige maand wordt vervolgens toegepast voor de betaling van het op hem van toepassing zijnde specialisatiecomplement voor de gewerkte of gelijkgestelde maanden dat hij betaald wordt volgens het IFIC-barema tijdens de lopende referteperiode."

Art.7. § 1. De bedragen opgenomen in artikel 2 worden voor de private sector geïndexeerd overeenkomstig de bepalingen van de wet van 2 augustus 1971 houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen en worden gekoppeld aan het spilindexcijfer op 1 januari 2022.
  § 2. De bedragen opgenomen in artikel 2 worden voor de publieke sector geïndexeerd overeenkomstig de bepalingen van de wet van 1 maart 1977 houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld en worden gekoppeld aan het spilindexcijfer op 1 januari 2022.

Art.8. Artikel 1, van het koninklijk besluit van 28 december 2011 betreffende uitvoering van het attractiviteitsplan voor het verpleegkundig beroep, in bepaalde federale gezondheidssectoren, wat betreft de premies voor de titels en bijzondere beroepsbekwaamheden en ongemakkelijke prestaties, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 30 juli 2018, wordt aangevuld met de paragrafen 5 en 6, luidende:
  " § 5. In afwijking van § 3, hebben de verpleegkundigen die werken in een ziekenhuis niet vallend onder het paritair comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten 330, die vanaf 1 september 2022 erkend worden door de bevoegde autoriteit voor een bovenvermelde titel of een bekwaamheid, geen recht op de premies zoals bedoeld in de paragrafen 1 en 2.
  De verpleegkundige, die voor 1 september 2022 begunstigde is van de premie bedoeld in de paragrafen 1 en/of 2 en die van functie verandert in hetzelfde ziekenhuis of die wisselt van ziekenhuis, behoudt het recht op de premie voor zover deze de functie van verpleegkundige blijft uitoefenen en niet overstapt naar het IFIC-barema.
  § 6. De premie is niet cumuleerbaar met het specialisatiecomplement zoals bedoeld in het koninklijk besluit van 17 juli 2022 tot invoering van een specialisatiecomplement en tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 december 2011 betreffende uitvoering van het attractiviteitsplan voor het verpleegkundig beroep, in bepaalde federale gezondheidssectoren, wat betreft de premies voor de titels en bijzondere beroepsbekwaamheden en ongemakkelijke prestaties en het koninklijk besluit van 25 september 2014 betreffende uitvoering van het attractiviteitsplan voor het verpleegkundig beroep, in de thuisverpleging, wat betreft de premies voor de titels en bijzondere beroepsbekwaamheden.
  In afwijking van het principe in voorgaand lid, kan de verpleegkundige die tijdens een zelfde referentieperiode zowel rechtgevende prestaties als loontrekkende als rechtgevende prestaties als zelfstandige uitvoert, pro rata de rechtgevende prestaties in de respectievelijke regimes zijn recht uitoefenen op een specialisatiecomplement en op een premie zoals bedoeld in het koninklijk besluit van 25 september 2014 betreffende uitvoering van het attractiviteitsplan voor het verpleegkundig beroep, in de thuisverpleging, wat betreft de premies voor de titels en bijzondere beroepsbekwaamheden, voor zover de betreffende toekenningsvoorwaarden zijn gerespecteerd.".

Art.9. Artikel 1, van het koninklijk besluit van 25 september 2014 betreffende uitvoering van het attractiviteitsplan voor het verpleegkundig beroep, in de thuisverpleging, wat betreft de premies voor de titels en bijzondere beroepsbekwaamheden, wordt aangevuld met de paragrafen 6 en 7, luidende:
  " § 6. De loontrekkende verpleegkundigen werkzaam in de thuisverpleging die vanaf 1 september 2022 erkend worden door de bevoegde autoriteit voor een bovenvermelde titel of een bekwaamheid hebben geen recht op de premies zoals bedoeld in de paragrafen 1 en 2.
  De loontrekkende verpleegkundige werkzaam in de thuisverpleging, die voor 1 september 2022 begunstigde is van de premie bedoeld in de paragrafen 1 en/of 2 en die van werkgever verandert binnen de sector van thuisverpleging, behoudt het recht op de premie voor zover deze de functie van verpleegkundige blijft uitoefenen en niet overstapt naar het IFIC-barema.
  § 7. De premie is niet cumuleerbaar met het specialisatiecomplement zoals bedoeld in het koninklijk besluit van 17 juli 2022 tot invoering van een specialisatiecomplement en tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 december 2011 betreffende uitvoering van het attractiviteitsplan voor het verpleegkundig beroep, in bepaalde federale gezondheidssectoren, wat betreft de premies voor de titels en bijzondere beroepsbekwaamheden en ongemakkelijke prestaties en het koninklijk besluit van 25 september 2014 betreffende uitvoering van het attractiviteitsplan voor het verpleegkundig beroep, in de thuisverpleging, wat betreft de premies voor de titels en bijzondere beroepsbekwaamheden.
  In afwijking van het principe in voorgaand lid, kan de verpleegkundige die tijdens een zelfde referentieperiode zowel rechtgevende prestaties als loontrekkende als rechtgevende prestaties als zelfstandige uitvoert, pro rata de rechtgevende prestaties in de respectievelijke regimes zijn recht uitoefenen op een specialisatiecomplement en op een premie zoals bedoeld in het koninklijk besluit van 25 september 2014 betreffende uitvoering van het attractiviteitsplan voor het verpleegkundig beroep, in de thuisverpleging, wat betreft de premies voor de titels en bijzondere beroepsbekwaamheden, voor zover de betreffende toekenningsvoorwaarden zijn gerespecteerd.".

Art.10. De werknemer in dienst die geniet van de premie zoals bedoeld in artikel 1, van het koninklijk besluit van 28 december 2011 betreffende uitvoering van het attractiviteitsplan voor het verpleegkundig beroep, in bepaalde federale gezondheidssectoren, wat betreft de premies voor de titels en bijzondere beroepsbekwaamheden en ongemakkelijke prestaties en artikel 1, van het koninklijk besluit van 25 september 2014 betreffende uitvoering van het attractiviteitsplan voor het verpleegkundig beroep, in de thuisverpleging, wat betreft de premies voor de titels en bijzondere beroepsbekwaamheden, waarvan het recht op het IFIC barema nog niet is geopend en voor zover hij een functie ontvangen heeft waarvan het IFIC-barema geactiveerd is, heeft naar aanleiding van de invoering van het specialisatiecomplement eenmalig een tweede keuze tussen het behoud van zijn bestaande loonvoorwaarden, inbegrepen de hierbij bedongen toekomstige verhogingen, of een overstap naar het IFIC barema. Deze keuze vindt plaats na het einde van de referentieperiode van 1 januari 2022 tot 31 augustus 2022 en zal ingaan vanaf de nieuwe referteperiode van 1 september 2022 tot 31 augustus 2023. (ERR van 11-10-2022, p. 72527)
  Deze keuze gebeurt volgens dezelfde principes als deze beschreven in de artikelen 11 en 12, van de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 maart 2021 betreffende de volledige invoering van een nieuw loonmodel voor de federale gezondheidsdiensten: IFIC, voor wat betreft de private sector.
  Deze keuze gebeurt volgens dezelfde principes als deze beschreven in het protocol IFIC publieke federale sectoren (deel 3) van 24 februari 2022, voor wat betreft de publieke sector, met uitzondering van het principe van de retroactiviteit welke gereserveerd is tot de eerste keuze. Deze eenmalige tweede keuze dient in elk geval plaats te vinden na de datum E van de betrokken groep werknemers, zoals vastgelegd in elk van de instellingen, opdat alle betrokken medewerkers reeds voorafgaandelijk een eerste keuze hebben kunnen maken voor het IFIC-barema.

Art. 11. De minister bevoegd voor Werk en de minister bevoegd voor Sociale Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.