Details





Titel:

25 SEPTEMBER 2014. - Koninklijk besluit betreffende uitvoering van het attractiviteitsplan voor het verpleegkundig beroep, in de thuisverpleging, wat betreft de premies voor de titels en bijzondere beroepsbekwaamheden(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 23-10-2014 en tekstbijwerking tot 28-07-2022)



Inhoudstafel:


Art. 1-7



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2022032876 



Artikels:

Artikel 1.§ 1. Vanaf 2013 wordt een jaarlijkse premie van 1.205,58 euro toegekend aan sommige verpleegkundigen werkzaam in de thuisverpleging die houder zijn van een bijzondere beroepsbekwaamheid, zoals bepaald in de ministeriële besluiten die de erkenningscriteria vastleggen van de kwalificaties, vermeld in het koninklijk besluit van 27 september 2006 houdende de lijst van bijzondere beroepstitels en bijzondere beroepsbekwaamheden voor de beoefenaars van de verpleegkunde.
  § 2. Vanaf 2013 wordt een jaarlijkse premie van 3.616,84 euro toegekend aan sommige verpleegkundigen werkzaam in de thuisverpleging die houder zijn van een bijzondere beroepstitel, zoals bepaald in de ministeriële besluiten die de erkenningscriteria vastleggen van de titels vermeld in het bovenvermeld koninklijk besluit van 27 september 2006.
  § 3. Om de premie, bepaald in de paragrafen 1 en 2, te genieten moet de verpleegkundige :
  a) gedurende het jaar waarop de premie betrekking heeft afdoende geattesteerde verstrekkingen verlenen, vermeld in artikel 8 van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen;
  b) in het jaar waarop de premie betrekking heeft, houder zijn van een bijzondere beroepsbekwaamheid of een bijzondere beroepstitel, bepaald in artikel 5.
  § 4. De premie wordt ten vroegste toegekend nadat het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor de ziekte en invaliditeitsverzekering de praktische modaliteiten heeft uitgewerkt.
  § 5. Indien een verpleegkundige voor hetzelfde jaar voldoet aan de voorwaarden voor zowel de premie betreffende de beroepstitel als de premie betreffende de beroepsbekwaamheid binnen hetzelfde domein dan wordt enkel de premie voor de beroepstitel betaald.
  [1 § 6. De loontrekkende verpleegkundigen werkzaam in de thuisverpleging die vanaf 1 september 2022 erkend worden door de bevoegde autoriteit voor een bovenvermelde titel of een bekwaamheid hebben geen recht op de premies zoals bedoeld in de paragrafen 1 en 2.
   De loontrekkende verpleegkundige werkzaam in de thuisverpleging, die voor 1 september 2022 begunstigde is van de premie bedoeld in de paragrafen 1 en/of 2 en die van werkgever verandert binnen de sector van thuisverpleging, behoudt het recht op de premie voor zover deze de functie van verpleegkundige blijft uitoefenen en niet overstapt naar het IFIC-barema.
   § 7. De premie is niet cumuleerbaar met het specialisatiecomplement zoals bedoeld in het koninklijk besluit van 17 juli 2022 tot invoering van een specialisatiecomplement en tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 december 2011 betreffende uitvoering van het attractiviteitsplan voor het verpleegkundig beroep, in bepaalde federale gezondheidssectoren, wat betreft de premies voor de titels en bijzondere beroepsbekwaamheden en ongemakkelijke prestaties en het koninklijk besluit van 25 september 2014 betreffende uitvoering van het attractiviteitsplan voor het verpleegkundig beroep, in de thuisverpleging, wat betreft de premies voor de titels en bijzondere beroepsbekwaamheden.
   In afwijking van het principe in voorgaand lid, kan de verpleegkundige die tijdens een zelfde referentieperiode zowel rechtgevende prestaties als loontrekkende als rechtgevende prestaties als zelfstandige uitvoert, pro rata de rechtgevende prestaties in de respectievelijke regimes zijn recht uitoefenen op een specialisatiecomplement en op een premie zoals bedoeld in het koninklijk besluit van 25 september 2014 betreffende uitvoering van het attractiviteitsplan voor het verpleegkundig beroep, in de thuisverpleging, wat betreft de premies voor de titels en bijzondere beroepsbekwaamheden, voor zover de betreffende toekenningsvoorwaarden zijn gerespecteerd.]1
  ----------
  (1)<KB 2022-07-17/01, art. 9, 002; Inwerkingtreding : 07-08-2022>

Art.2. Op straffe van niet-ontvankelijkheid wordt de premie jaarlijks aangevraagd door de verpleegkundige uiterlijk op de datum vastgelegd door het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging. De premie wordt jaarlijks in de maand juni van het jaar volgend op het jaar waarop de premie betrekking heeft, betaald door het Rijksinstituut voor de ziekte- en invaliditeitsverzekering. De premie wordt betaald a pro rata van de geattesteerde verstrekkingen vermeld in artikel 8 van de bijlage bij het bovenvermeld koninklijk besluit van 14 september 1984, verleend door de verpleegkundige werkzaam in de thuisverpleging, gekoppeld aan de betrokken bijzondere beroepsbekwaamheid of bijzondere beroepstitel, in het jaar waarop de premie betrekking heeft.
  De premie voor het jaar 2013 wordt betaald in de vijfde maand na die waarin dit besluit is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Art.3. De praktische modaliteiten vermeld in art. 1, § 4 worden vastgelegd door het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging, na advies van de Overeenkomstencommissie verpleegkundigen - verzekeringsinstellingen en positief advies van de Commissie voor Begrotingscontrole.
  Onder deze praktische modaliteiten wordt verstaan :
  a) De inhoud van de aanvraag door de verpleegkundige en de wijze van indienen van die aanvraag;
  b) De aard en het aantal van de geattesteerde verstrekkingen, vermeld in artikel 8 van de bijlage bij het bovenvermeld koninklijk besluit van 14 september 1984, verleend door de verpleegkundige werkzaam in de thuisverpleging gekoppeld aan de betrokken bijzondere beroepsbekwaamheid of de betrokken bijzondere beroepstitel;
  c) De wijze waarop het pro rata principe wordt toegepast.
  Deze modaliteiten worden bekendgemaakt op de website van het RIZIV.

Art.4. De bedragen in artikel 1 zijn gekoppeld aan de spilindex 119,62 in de basis 2004 = 100. Zij worden aangepast aan de spilindex die van toepassing is op 1 januari van het jaar waarop de premie betrekking heeft en dit in uitvoering van de bepalingen van artikel 6, 1°, van de wet van 1 maart 1977 houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld.

Art.5. De premie voor sommige verpleegkundigen werkzaam in de thuisverpleging met een bijzondere deskundigheid in de diabetologie, zoals bepaald in het ministerieel besluit van 20 februari 2012 tot vaststelling van de criteria voor erkenning waarbij de beoefenaars van de verpleegkunde gemachtigd worden zich te beroepen op de bijzondere beroepsbekwaamheid van verpleegkundige met een bijzondere deskundigheid in de diabetologie, heeft voor het eerst betrekking op het jaar 2013.

Art.6. De betalingen voor het jaar 2013 worden ingeschreven in de rekeningen van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging van het boekjaar 2013.

Art. 7. De minister bevoegd voor sociale zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.