25 MAART 2022. - Ministerieel besluit tot wijziging van verschillende bijlagen betreffende de productie en het in de handel brengen van zaaizaad van groenvoedergewassen, granen, groenten, bieten en van oliehoudende planten en vezelgewassen, wat betreft het gebruik van biochemische en moleculaire technieken
Art. 1-7
Artikel 1. Dit besluit voorziet in de omzetting van de uitvoeringsrichtlijn (EU) 2021/971 van de Commissie van 16 juni 2021 tot wijziging van bijlage I bij Richtlijn 66/401/EEG van de Raad betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van groenvoedergewassen, bijlage I bij Richtlijn 66/402/EEG van de Raad betreffende het in de handel brengen van zaaigranen, bijlage I bij Richtlijn 2002/54/EG van de Raad betreffende het in de handel brengen van bietenzaad, bijlage I bij Richtlijn 2002/55/EG betreffende het in de handel brengen van groentezaad, en bijlage I bij Richtlijn 2002/57/EG van de Raad betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van oliehoudende planten en vezelgewassen, wat het gebruik van biochemische en moleculaire technieken betreft.
Art.2. Bijlage I bij het besluit van de Waalse Regering van 9 februari 2006 betreffende de productie en het in de handel brengen van groenvoedergewassen, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 15 mei 2020, wordt aangevuld met een nieuw punt 7, luidend als volgt:
"7. Wanneer na de toepassing van de punten 4 en 6 twijfel blijft bestaan over de rasechtheid van het zaad, kan de Dienst voor het onderzoek naar die rasechtheid een internationaal erkende en reproduceerbare biochemische of moleculaire techniek gebruiken, overeenkomstig de toepasselijke internationale normen."
Art.3. In bijlage I, deel A "Gewas" bij het besluit van de Waalse Regering van 9 februari 2006 betreffende de productie en het in de handel brengen van bietenzaad wordt en nieuw punt 5/1 ingevoegd tussen punt 5 en punt 6:
"5/1. Wanneer na de toepassing van de punten 2 en 5 twijfel blijft bestaan over de rasechtheid van het zaad, kan de Dienst voor het onderzoek naar die rasechtheid een internationaal erkende en reproduceerbare biochemische of moleculaire techniek gebruiken, overeenkomstig de toepasselijke internationale normen."
Art.4. In bijlage 1 bij het besluit van de Waalse Regering van 6 december 2012 betreffende de productie en het in de handel brengen van zaaizaad van oliehoudende planten en vezelgewassen, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 15 mei 2020, wordt tussen punt 3 en punt 5 het volgende punt 4 ingevoegd:
"4. Wanneer na de toepassing van de punten 1 en 3 twijfel blijft bestaan over de rasechtheid van het zaad, kan de Dienst voor het onderzoek naar die rasechtheid een internationaal erkende en reproduceerbare biochemische of moleculaire techniek gebruiken, overeenkomstig de toepasselijke internationale normen."
Art.5. In bijlage I bij het besluit van de Waalse Regering van 4 juni 2020 betreffende de productie en het in de handel brengen van groentezaad wordt tussen punt 3 en punt 4 het volgende punt 3/1 ingevoegd:
"3/1. Wanneer na de toepassing van de punten 1, 2 en 3 twijfel blijft bestaan over de rasechtheid van het zaad, kan de Dienst voor het onderzoek naar die rasechtheid een internationaal erkende en reproduceerbare biochemische of moleculaire techniek gebruiken, overeenkomstig de toepasselijke internationale normen."
Art.6. Bijlage I bij het besluit van de Waalse Regering van 23 december 2021 betreffende de productie en het in de handel brengen van zaaigranen, wordt aangevuld met een nieuw punt 8, luidend als volgt:
"8. Wanneer na de toepassing van de punten 3 en 7 twijfel blijft bestaan over de rasechtheid van het zaad, kan de Dienst voor het onderzoek naar die rasechtheid een internationaal erkende en reproduceerbare biochemische of moleculaire techniek gebruiken, overeenkomstig de toepasselijke internationale normen."
Art. 7. Dit besluit treedt in werking op 1 september 2022.