Details





Titel:

18 DECEMBER 2020. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 december 2001 betreffende de dienstencheques en het koninklijk besluit van 7 juni 2007 betreffende het opleidingsfonds dienstencheques



Inhoudstafel:


Art. 1-6



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2001013259  2007201784 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In artikel 1, eerste lid, 8°, van het koninklijk besluit van 12 december 2001 betreffende de dienstencheques, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 28 september 2008, wordt punt a) vervangen door wat volgt:
  "a) een van de volgende kinderen:
  1) een kind dat een verhoogde kinderbijslag geniet voor gehandicapte kinderen;
  2) een kind dat aan een zware ziekte lijdt;
  3) een kind dat een zorgtoeslag voor een specifieke ondersteuningsbehoefte geniet op basis van artikel 16 van het decreet van 27 april 2018 tot regeling van de toelagen in het kader van het gezinsbeleid;".

Art.2. In artikel 2quater, § 4, eerste lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 9 januari 2004 en het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in punt 6° wordt de zinsnede "van artikel 7 van het koninklijk besluit nr. 474 van 28 oktober 1986 tot opzetting van een stelsel van de door de Staat gesubsidieerde contractuelen bij sommige plaatselijke besturen of" opgeheven;
  2° punt 13° wordt vervangen door wat volgt:
  "13° als een sui generis afdeling van een erkende onderneming als vermeld in artikel 12:1 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen van 23 maart 2019 omgevormd wordt tot een zelfstandige onderneming, verbindt de onderneming zich ertoe de splitsing te laten gebeuren in overeenstemming met artikel 12:2 tot 12:10 van het voormelde wetboek;";
  3° punt 20° wordt vervangen door wat volgt:
  "20° de onderneming verbindt zich ertoe alle bepalingen na te leven van volgende wetten en hun van toepassing zijnde uitvoeringsbesluiten:
  a) de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen;
  b) de wet van 30 april 1999 betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers;
  c) de wet van 9 mei 2018 betreffende de tewerkstelling van buitenlandse onderdanen die zich in een specifieke verblijfssituatie bevinden.".

Art.3. In artikel 3, § 3, van hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 februari 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in het eerste lid wordt de zinsnede "70 %" vervangen door de zinsnede "80%" en wordt de zinsnede "30 %" vervangen door de zinsnede "20%";
  2° er wordt een vierde lid toegevoegd, dat luidt als volgt:
  "De erfgenamen van een overleden gebruiker kunnen de terugbetaling aanvragen van de dienstencheques van de overleden gebruiker die geldig waren op het moment van het overlijden, ook als de geldigheidsduur van de dienstencheques verstreken is op het moment van de aanvraag.".

Art.4. In artikel 4, § 4, eerste lid, van het koninklijk besluit van 7 juni 2007 betreffende het opleidingsfonds dienstencheques, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 6 maart 2015, worden punt 2° en 3° vervangen door wat volgt:
  "2° een lid dat de werknemers vertegenwoordigt, of zijn plaatsvervanger;
  3° een lid dat de werkgevers vertegenwoordigt, of zijn plaatsvervanger;".

Art.5. Dit besluit treedt in werking 10 dagen na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad, met uitzondering van artikel 3, 1°, dat in werking treedt op 1 januari 2021.

Art. 6. De Vlaamse minister, bevoegd voor werk, is belast met de uitvoering van dit besluit.