4 JANUARI 2021. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 5 december 2019 tot bepaling van de indienings-, opvolgings- en evaluatievoorwaarden en tot bepaling van de toekennings-, aanwendings- en controlevoorwaarden van de financiële toelage van de strategische veiligheids- en preventieplannen 2020(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 19-02-2021 en tekstbijwerking tot 15-03-2022)
Art. 1-16
BIJLAGE.
Art. N
Artikel 1.In artikel 2 van het ministerieel besluit van 5 december 2019 tot bepaling van de indienings-, opvolgings- en evaluatievoorwaarden en tot bepaling van de toekennings-, aanwendings- en controlevoorwaarden van de financiële toelage van de strategische veiligheids- en preventieplannen 2020 worden de woorden "31 december 2020" vervangen door de woorden [1 "31 december 2022"]1.
----------
(1)<MB 2022-02-11/10, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2020>
Art.2.In artikel 3 van hetzelfde besluit worden de woorden "tot en met 31 december 2020" vervangen door de woorden [1 "tot en met 31 december 2022"]1.
----------
(1)<MB 2022-02-11/10, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2020>
Art.3.Artikel 4 van hetzelfde besluit wordt vervangen door :
[1 § 1. De aanvragen tot wijzigingen bedoeld in artikel 3 zijn beperkt in het kader van de verlenging :
1° Wijzigingen aan het plan zijn alleen toegestaan in 2020 en zijn geldig voor de periode 2020-2021.
De wijziging kan de toevoeging, schrapping of wijziging zijn van één of meerdere fenomenen, strategische doelstellingen, operationele doelstellingen, te verwachten resultaten of indicatoren.
De toevoeging van een nieuw fenomeen gaat gepaard met een lokale veiligheidsdiagnostiek waaruit duidelijk en objectief blijkt dat dit fenomeen een risicofactor vormt voor de gemeente.
2° Ten uitzonderlijke titel kunnen ook wijzigingen worden aangebracht met betrekking tot het jaar 2021. Ze zijn beperkt tot het toevoegen en/of schrappen van een fenomeen.
De toevoeging en/of schrapping van een fenomeen gaat gepaard met een lokale veiligheidsdiagnostiek waaruit duidelijk en objectief blijkt dat dit fenomeen al dan niet een risicofactor vormt voor de gemeente.
3° Ten uitzonderlijke titel kunnen ook wijzigingen worden aangebracht met betrekking tot het jaar 2022. Ze zijn beperkt tot het toevoegen en/of schrappen van een fenomeen.
De toevoeging en/of schrapping van een fenomeen gaat gepaard met een lokale veiligheidsdiagnostiek waaruit duidelijk en objectief blijkt dat dit fenomeen al dan niet een risicofactor vormt voor de gemeente.
§ 2. De aanvragen tot wijzigingen worden als volgt via elektronische weg verstuurd :
1° Op straffe van niet-ontvankelijkheid, dienen de gemeenten hun aanvraag tot wijziging met betrekking tot het jaar 2020 uiterlijk in tegen 31 maart 2020 via een wijzigingsdossier dat bestaat uit :
a. de beslissing van de Gemeenteraad ;
b. het aangepaste modelplan ;
c. het ingevulde wijzigingsformulier ;
d. de actualisatie van de LVD, wanneer de wijzigingsaanvraag betrekking heeft op de toevoeging van een fenomeen.
2°. Op straffe van niet-ontvankelijkheid, dienen de gemeenten hun uitzonderlijke aanvraag tot wijziging met betrekking tot het jaar 2021 uiterlijk in tegen 31 maart 2021 via een wijzigingsdossier dat bestaat uit:
a. de beslissing van de Gemeenteraad ;
b. het aangepaste modelplan ;
c. het ingevulde wijzigingsformulier ;
d. de actualisatie van de LVD.
3°. Op straffe van niet-ontvankelijkheid, dienen de gemeenten hun uitzonderlijke aanvraag tot wijziging met betrekking tot het jaar 2022 uiterlijk in tegen 31 maart 2022 via een wijzigingsdossier dat bestaat uit:
a. de beslissing van de Gemeenteraad ;
b. het aangepaste modelplan ;
c. het ingevulde wijzigingsformulier ;
d. de actualisatie van de LVD.]1
----------
(1)<MB 2022-02-11/10, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2020>
Art.4. Artikel 7 van hetzelfde besluit wordt vervangen door :
In het kader van de doelstellingen zoals beoogd in artikel 4 van het koninklijk besluit van 25 december 2017 betreffende de strategische veiligheids- en preventieplannen en van de dispositieven van Gemeenschapswachten en behoudens beperkende bepalingen voorgeschreven door de artikelen 8 en 9 van het huidig besluit, vallen de in artikel 6 bedoelde prioriteiten binnen de volgende gebieden:
1°. Overlast:
a. De factoren van het stadsleven waarvan de openbare uiting leidt tot een onveiligheidsgevoel en zich vertaalt in milieubederf en een achteruitgang van het sociaal weefsel
b. De burgerlijke wellevendheid voorzien door de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties en de publieke overlast te wijten aan het drugsgebruik;
2°. Geweldscriminaliteit, aantasting van de persoonlijke integriteit en discriminatie:
a. Discriminatie, haatmisdrijven en bestrijding van racisme
b. Geweld tegenover de representatieve overheidsfuncties (veiligheidsberoepen)
c. Intrafamiliaal geweld
d. Seksueel delinquentie
e. Partnergeweld
f. Jongerengeweld
g. Geweld gepleegd door stadsbenden
h. Geweld tegen kinderen
i. Geweld tegen senioren
j. Geweld in openbaar vervoer
k. Geweld in schoolmilieu
l. Geweld tijdens evenementen en publieke gebeurtenissen
m. Geweld tegen holebi's en transgenders
n. Eergerelateerd geweld en de gedwonden huwelijken
3°. Eigendomscriminaliteit:
a. Inbraak
b. Afpersing
c. Diefstal met geweld
d. Gewapende diefstal
e. Diefstal van en in auto's
f. Fietsdiefstal
g. Winkeldiefstal
h. Gauwdiefstal
i. Diefstal door middel van list
4°. Terrorisme en gewelddadige radicalisering
5°. De georganiseerde misdaad
6°. De financiële, economische, fiscale, sociale fraude en corruptie;
7°. De cybercriminaliteit en de andere vormen van misbruik van informatie en technologie (informaticacriminaliteit, cyberhate, stalking via het internet, radicalisme via het internet, criminaliteit via internet, identiteitsfraude, enz.).
8°. De veiligheids- en preventieopdrachten van de Gemeenschapswachten betreffende de verkeersveiligheid zoals bepaald door de wet van 15 mei 2007 tot instelling van de functie van gemeenschapswacht, tot instelling van de dienst gemeenschapswachten en tot wijziging van artikel 119bis van de nieuwe gemeentewet.
Art.5.In artikel 25 van hetzelfde besluit worden de woorden " voor één jaar" vervangen door de woorden " [1 voor drie jaar]1 ".
----------
(1)<MB 2022-02-11/10, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2020>
Art.6.Artikel 28 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
Alleen de tussen 1 januari en 31 december toegestane en vastgelegde uitgaven van het betreffende jaar kunnen verantwoord worden op de jaarlijkse toelage.
Uitgaven die vóór 1 januari 2020 of na 31 december 2020 zijn gemaakt, worden niet ten laste van de toelage voor 2020 gebracht.
Uitgaven die vóór 1 januari 2021 of na 31 december 2021 zijn gemaakt, worden niet ten laste van de toelage voor 2021 gebracht.
[1 Uitgaven die vóór 1 januari 2022 of na 31 december 2022 zijn gemaakt, worden niet ten laste van de toelage voor 2022 gebracht.]1
----------
(1)<MB 2022-02-11/10, art. 5, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2020>
Art.7. In artikel 29 van hetzelfde besluit wordt de woorden "toelage" vervangen door de woorden "jaarlijkse toelage".
Art.8.Artikel 37 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:
[1 § 1. Het voorschot van de toelage " Strategisch veiligheids- en preventieplan " wordt vastgelegd op 80% van het bedrag van de toelage.
§ 2. Onder voorbehoud van de beschikbare kredieten, wordt de betaling van de voorschot 2020 inzake de toelage "Strategisch veiligheids- en preventieplan" uitgevoerd per schijf:
1° Een eerste schijf 2020 wordt gestort bij de publicatie van het huidige besluit, ten vroegste in het eerste kwartaal 2020;
2° Een tweede schijf 2020 wordt gestort ten vroegste in het tweede kwartaal 2020;
3° De laatste schijf 2020 wordt gestort ten vroegste in het derde kwartaal 2020.
§ 3. Onder voorbehoud van de beschikbare kredieten, wordt de betaling van de voorschot 2021 inzake de toelage "Strategisch veiligheids- en preventieplan" uitgevoerd per schijf:
1° Een eerste schijf 2021 wordt gestort ten vroegste in het eerste kwartaal 2021;
2° Een tweede schijf 2021 wordt gestort ten vroegste in het tweede kwartaal 2021;
3° De laatste schijf 2021 wordt gestort ten vroegste in het derde kwartaal 2021.
§ 4. Onder voorbehoud van de beschikbare kredieten, wordt de betaling van de voorschot 2022 inzake de toelage "Strategisch veiligheids- en preventieplan" uitgevoerd per schijf:
1° Een eerste schijf 2022 wordt gestort ten vroegste in het eerste kwartaal 2022;
2° Een tweede schijf 2022 wordt gestort ten vroegste in het tweede kwartaal 2022;
3° De laatste schijf 2022 wordt gestort ten vroegste in het derde kwartaal 2022.
§ 5. Het saldo zal gestort worden na controle van de door de gemeente ingediende uitgaven en afsluiten van de definitieve jaarlijkse afrekening.]1
----------
(1)<MB 2022-02-11/10, art. 6, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2020>
Art.9.Artikel 38 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
[1 § 1. Het voorschot van de toelage Gemeenschapswachten "Bijkomend contingent 346" en "Dispositief 90" wordt vastgelegd op 80% van het bedrag van de toelage.
§ 2. Onder voorbehoud van de beschikbare kredieten, wordt de betaling van de voorschot 2020 inzake de toelage Gemeenschapswachten "Bijkomend contingent 346" en "Dispositief 90" uitgevoerd per schijf:
1° Een eerste schijf 2020 wordt gestort bij de publicatie van het huidige besluit, ten vroegste in het eerste kwartaal 2020;
2° Een tweede schijf 2020 wordt gestort ten vroegste in het tweede kwartaal 2020;
3° De laatste schijf 2020 wordt gestort ten vroegste in het derde kwartaal 2020.
§ 3. Onder voorbehoud van de beschikbare kredieten, wordt de betaling van de voorschot 2021 inzake de toelage Gemeenschapswachten "Bijkomend contingent 346" en "Dispositief 90" uitgevoerd per schijf:
1° Een eerste schijf 2021 wordt gestort ten vroegste in het eerste kwartaal 2021;
2° Een tweede schijf 2021 wordt gestort ten vroegste in het tweede kwartaal 2021;
3° De laatste schijf 2021 wordt gestort ten vroegste in het derde kwartaal 2021.
§ 4. Onder voorbehoud van de beschikbare kredieten, wordt de betaling van de voorschot 2022 inzake de toelage Gemeenschapswachten "Bijkomend contingent 346" en "Dispositief 90" uitgevoerd per schijf:
1° Een eerste schijf 2022 wordt gestort ten vroegste in het eerste kwartaal 2022;
2° Een tweede schijf 2022 wordt gestort ten vroegste in het tweede kwartaal 2022;
3° De laatste schijf 2022 wordt gestort ten vroegste in het derde kwartaal 2022.
§ 5. Het saldo zal gestort worden na controle van de door de gemeente ingediende uitgaven en afsluiten van de definitieve jaarlijkse afrekening.
Deze controle stelt dat alle uitgaven geboekt op de enveloppen Gemeenschapswachten "Bijkomend contingent 346" en "Dispositief 90" beantwoorden aan de voorwaarden van het in aanmerking komen en tot verkiesbaarheid en opportuniteit, dit met naleving van de voorwaarden zoals vastgesteld door de wet van 15 mei 2007 tot instelling van de functie van gemeenschapswacht, tot instelling van de dienst gemeenschapswachten, en tot wijziging van het artikel 119bis van de nieuwe gemeentewet.]1
----------
(1)<MB 2022-02-11/10, art. 7, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2020>
Art.10. In artikel 39 van hetzelfde besluit worden de woorden "financieel dossier" vervangen door de woorden "jaarlijkse financieel dossier".
Art.11.Artikel 40 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
§ 1. Het jaarlijkse financieel dossier van elke toelage is samengesteld uit twee delen:
1° De financiële vordering;
2° De bewijsdocumenten van het referentiejaar.
§ 2. De jaarlijkse financiële vordering wordt ter beschikking gesteld via het online ICT-platform van de Administratie.
De financiële vordering zal pas gevalideerd worden op voorwaarde dat de datum van goedkeuring van de schuldvordering ingevoerd wordt in het systeem en dat de beslissing van de Gemeenteraad of het College van Burgemeester en Schepenen als bijlage doorgezonden wordt. De beslissing moet voor de invoering van de financiële vordering gedateerd worden.
De beveiligde toegangscodes die de vertrouwelijkheid van de gegevens waarborgen, en tevens een handleiding van de web toepassing, worden verspreid aan elke door de gemeentelijke overheid aangestelde verantwoordelijke via besluit van het College van Burgemeester en Schepenen.
De gemeentelijke overheid blijft verantwoordelijk voor de geleverde toegangen en geeft informatie aan de Administratie over de bestemmingsveranderingen en toegangswijzigingen noodzakelijk voor de goede opvolging van de financiële controleprocedures.
§ 3. [1 De financiële vordering wordt per jaar ingevoerd, en volgens de volgende planning:
1° De financiële vordering 2020 zal online vervolledigd en gevalideerd worden en dat ten laatste op 30 juni 2021;.
2° De financiële vordering 2021 zal online vervolledigd en gevalideerd worden en dat ten laatste op 30 juni 2022.
3° De financiële vordering 2022 zal online vervolledigd en gevalideerd worden en dat ten laatste op 30 juni 2023.]1
§ 4. [1 De bewijsdocumenten van het referentiejaar betreffende de personeels-, werkings- en investeringsuitgaven, worden uitsluitend bezorgd via het ICT-platform online.
Deze documenten worden ten laatste ingediend :
1° op 30 juni 2021 voor wat betreft de toelage 2020
2° op 30 juni 2022 voor wat betreft de toelage 2021.
3° op 30 juni 2023 voor wat betreft de toelage 2022
De documenten worden gedurende tien jaar bewaard. Die termijn gaat in vanaf de afsluiting van de procedure van de financiële controle.
De lijst met vereiste bewijsdocumenten bevindt zich in bijlage 3.]1
----------
(1)<MB 2022-02-11/10, art. 8, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2020>
Art.12. In artikel 44 van hetzelfde besluit worden de woorden "voorlopige afrekening" en "definitieve afrekening" vervangen door de woorden "jaarlijkse voorlopige afrekening" en "jaarlijkse definitieve afrekening".
Art.13.Artikel 51 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
§ 1. De Administratie organiseert een regelmatige follow-up om ervoor te zorgen dat de toekenningsvoorwaarden van de financiële toelage zoals bepaald in onderhavig besluit door de gemeente worden nageleefd.
§ 2. [1 De gemeente maakt een jaarlijks voortgangsrapport over aan de Administratie, en dit volgens de volgende planning en modaliteiten :
1° De jaarlijkse voortgangsrapporten worden, via elektronische weg, overgemaakt overeenkomstig de instructies en termijnen van de administratie;
2° Het voortgangsrapport voor de periode januari 2020-december 2020 wordt ten laatste op 31 maart 2021 overgemaakt.
Het voortgangsrapport voor de periode januari 2021-december 2021 wordt ten laatste op 31 maart 2022 overgemaakt.
Het voortgangsrapport voor de periode januari 2022-december 2022 wordt ten laatste op 31 maart 2023 overgemaakt.
3° De gemeenten dienen verplicht gebruik te maken van het model van voortgangsrapport in bijlage 7.]1
----------
(1)<MB 2022-02-11/10, art. 9, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2020>
Art.14. Bijlage 7 van hetzelfde besluit wordt door bijlage 7 van onderhavig besluit vervangen.
Art.15. In het opschrift van bijlage 6 van hetzelfde besluit worden de woorden "voor de periode van 01/01/2020 tot 31/12/2020" vervangen door de woorden "voor de periode van 01/01/2020 tot 31/12/2021".
Art.16. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2020.
BIJLAGE.
Art. N. Bijlage
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 19-02-2021, p. 16039)
Gewijzigd door:
<MB 2022-02-11/10, art. 10-11, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2020>