Details





Titel:

20 DECEMBER 2020. - Koninklijk besluit inzake de verhoging van het maximumpensioen in het kader van het minimumrecht per loopbaanjaar(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 04-01-2021 en tekstbijwerking tot 23-08-2021)



Inhoudstafel:


Art. 1-4



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1997022010 



Uitvoeringsbesluit(en):

2021203983 



Artikels:

Artikel 1.De bedragen van 14.384,32 euro en van 11.507,45 euro bedoeld in artikel 8, § 1, eerste lid, 2°, van het koninklijk besluit van 23 december 1996 tot uitvoering van de artikelen 15, 16 en 17 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels worden respectievelijk vervangen:
  1° door de bedragen van 14.726,67 euro en 11.781,33 euro met ingang van 1 januari 2021 voor de pensioenen die daadwerkelijk en voor de eerste maal ten vroegste op 1 januari 2021 ingaan;
  2° [1 ...]1
  3° [1 ...]1
  4° [1 ...]1
  ----------
  (1)<KB 2021-08-06/07, art. 9, 002; Inwerkingtreding : 30-06-2021>

Art.2. Wanneer het een overlevingspensioen betreft, is het in aanmerking te nemen ingangsjaar het jaar tijdens welk het rustpensioen van de overleden echtgenoot daadwerkelijk en voor de eerste maal is ingegaan wanneer deze op het ogenblik van zijn overlijden dit pensioen genoot.

Art.3. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2021, met uitzondering van:
  1° artikel 1, 2°, dat in werking treedt op 1 januari 2022;
  2° artikel 1, 3°, dat in werking treedt op 1 januari 2023;
  3° artikel 1, 4°, dat in werking treedt op 1 januari 2024.

Art. 4. De minister bevoegd voor Pensioenen is belast met de uitvoering van dit besluit.