Details





Titel:

26 JUNI 2020. - Koninklijk besluit nr. 45 tot uitvoering van artikel 5, § 1, 5° van de wet van 27 maart 2020 die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (II) tot verlenging van sommige maatregelen, tot verduidelijking van bepaalde modaliteiten van het corona ouderschapsverlof en van de consumptiecheque (NOTA : bekrachtigd met uitwerking op de datum van zijn inwerkingtreding bij KB 452020-06-26/07, art. 31)(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 30-06-2020 en tekstbijwerking tot 25-02-2022)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Tijdelijke tewerkstelling in vitale sectoren.
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Corona-ouderschapsverlof.
Art. 2-8
HOOFDSTUK 3. [1 - Coronapremie en andere maatregelen genomen tijdens de COVID-19-crisis]1
Art. 9
HOOFDSTUK 4. - Slotbepalingen
Art. 10-11



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1996021236  2020020950  2020030838 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Tijdelijke tewerkstelling in vitale sectoren.
Artikel 1. In artikel 11 van het bijzondere-machtenbesluit nr. 14 van 27 april 2020 tot uitvoering van artikel 5, § 1, 5°, van de wet van 27 maart 2020 die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (II) tot vrijwaring van een vlotte arbeidsorganisatie in de kritieke sectoren, worden het derde en vierde lid vervangen, als volgt:
  "Hoofdstuk 7 treedt buiten werking op 31 augustus 2020.".

HOOFDSTUK 2. - Corona-ouderschapsverlof.
Art.2. Artikel 4 van het koninklijk besluit nr. 23 van 13 mei 2020 tot uitvoering van artikel 5, § 1, 5°, van de wet van 27 maart 2020 die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (II) houdende het corona ouderschapsverlof, wordt aangevuld met twee leden, luidend als volgt:
  "Het corona-ouderschapsverlof kan ook de vorm aannemen van een volledige schorsing van de beroepsloopbaan:
  1° indien het kind een gehandicapt kind is als bedoeld in artikel 5, § 2, derde of vierde lid, of,
  2° indien de ouder van het kind alleenwonend is.
  Als alleenwonende ouder wordt verstaan, de persoon die uitsluitend samenwoont met één of meerdere kinderen die hij ten laste heeft.".

Art.3. In artikel 5 van hetzelfde koninklijk besluit nr. 23 van 13 mei 2020, wordt paragraaf 1 aangevuld met een lid, luidend als volgt:
  "Het eerste lid is niet van toepassing voor het corona-ouderschapsverlof bedoeld in artikel 4, tweede lid.".

Art.4. Artikel 6, van hetzelfde koninklijk besluit nr. 23 van 13 mei 2020, wordt vervangen, als volgt:
  "Art. 6. Het corona-ouderschapsverlof kan worden uitgeoefend vanaf 1 mei 2020 tot en met 30 september 2020, als volgt:
  1° hetzij in één aaneengesloten periode tot en met 30 september 2020;
  2° hetzij in één of meerdere, al dan niet aaneensluitende, perioden van één maand;
  3° hetzij in één of meerdere, al dan niet aansluitende, perioden van een week, of;
  4° hetzij een combinatie van 2° en 3°. ".

Art.5. In artikel 7 van hetzelfde koninklijk besluit nr. 23 van 13 mei 2020, waarvan de bestaande tekst paragraaf 1 zal vormen, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in paragraaf 1 worden tussen het tweede en derde lid een lid ingevoegd, luidend als volgt:
  "In afwijking van het tweede lid is de uitkering gelijk aan de uitkering in geval van ouderschapsverlof, verhoogd met 50%:
  1° indien het kind een gehandicapt kind is als bedoeld in artikel 5, § 2, derde of vierde lid, of,
  2° indien de ouder van het kind alleenwonend is.";
  2° paragraaf 1 wordt aangevuld met een vijfde lid, luidend als volgt:
  "Voor de werknemers die een deeltijdse arbeidsregeling volledig schorsen, wordt een bedrag aan uitkering bepaald dat proportioneel is aan de duur van hun prestaties in de deeltijdse arbeidsregeling.".
  3° het artikel wordt aangevuld met een paragraaf 2, luidende:
  "De bruto-uitkering berekend volgens paragraaf 1, kan niet hoger zijn dan het loonverlies ten gevolge van het opnemen van het corona-ouderschapsverlof. In dit geval dan wordt de uitkering beperkt tot dit loonverlies.
  Het loonverlies bedoeld in het eerste lid wordt bekomen door het refertemaandloon van de laatste volledige kalendermaand die de aanvang van het corona-ouderschapsverlof voorafgaat, te vermenigvuldigen met de vermindering van de arbeidsduur in het kader van het corona-ouderschapsverlof en met het arbeidsregime in de bedoelde kalendermaand.
  Het refertemaandloon is gelijk aan een derde van het refertekwartaalloon S zoals bepaald in artikel 2 van het koninklijk besluit van 16 mei 2003 tot uitvoering van het Hoofdstuk 7 van Titel IV van de programmawet van 24 december 2002 (I), betreffende de harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen inzake verminderingen van de sociale zekerheidsbijdragen in het tweede kwartaal 2020.

Art.6. In artikel 8 van hetzelfde koninklijk besluit nr. 23 van 13 mei 2020 worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in paragraaf 1 wordt het eerste lid vervangen als volgt:
  " § 1. Een werknemer die zijn loopbaan volledig heeft onderbroken of die zijn arbeidsprestaties heeft verminderd tot 1/2de of met 1/5de in het kader van de koninklijke besluiten inzake ouderschapsverlof, kan, met akkoord van zijn werkgever, het ouderschapsverlof omzetten in het corona-ouderschapsverlof.";
  2° in paragraaf 1 wordt het tweede lid vervangen als volgt:
  "Indien het ouderschapsverlof niet voor de volledige voorziene duurtijd wordt omgezet in het corona-ouderschapsverlof, dan wordt het ouderschapsverlof vanaf de dag die volgt op het einde van het corona-ouderschapsverlof hernomen tot de oorspronkelijk aangevraagde einddatum.";
  3° in paragraaf 2 wordt het tweede lid vervangen als volgt:
  "Indien de loopbaanonderbreking niet voor de volledige voorziene duurtijd wordt geschorst met het oog op het opnemen van het corona-ouderschapsverlof, dan wordt deze loopbaanonderbreking vanaf de dag die volgt op het einde van het corona-ouderschapsverlof hernomen tot de oorspronkelijk aangevraagde einddatum.";
  4° in paragraaf 3 wordt het tweede lid vervangen als volgt:
  "De resterende periode van dit omgezette ouderschapsverlof of geschorste loopbaanonderbreking kan later worden opgenomen, ook als deze resterende duur niet voldoet aan de minimale duur van het verlof. Deze periode moet niet in dezelfde breuk worden opgenomen.";
  5° het artikel wordt aangevuld met een vierde paragraaf, luidend als volgt:
  " § 4. Het corona-ouderschapsverlof kan niet gelijktijdig worden toegepast met een andere onderbreking van de loopbaan of vermindering van de arbeidsprestaties in het kader van de besluiten inzake loopbaanonderbreking.".

Art.7. In artikel 9, § 2, tweede lid, van hetzelfde koninklijk besluit nr. 23 van 13 mei 2020 worden de woorden "de schorsing van het ouderschapsverlof" vervangen door de woorden "de schorsing van de loopbaanonderbreking".

Art.8. In artikel 11 van het voornoemde koninklijk besluit nr. 23 van 13 mei 2020 worden de volgende wijzigingen aangebracht
  1° het tweede lid wordt vervangen als volgt:
  "Met uitzondering van artikel 8, § 3, treedt dit besluit buiten werking op 30 september 2020.".
  2° het derde lid wordt opgeheven;

HOOFDSTUK 3. [1 - Coronapremie en andere maatregelen genomen tijdens de COVID-19-crisis]1   ----------   (1)
Art.9.[1 In artikel 10 van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen worden de volgende wijzigingen aangebracht:
   a) het punt 5° wordt vervangen als volgt: "5° de coronapremie, bedoeld in artikel 19quinquies van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders [2 ...]2;
   b) hetzelfde artikel 10 wordt aangevuld met de bepalingen onder 6° en 7°, luidende:
   "6° het recht op betaalde afwezigheid van het werk bedoeld in artikel 3 van de wet van 28 maart 2021 houdende toekenning van een recht op klein verlet voor werknemers met het oog op het toegediend krijgen van een vaccin ter bescherming tegen het coronavirus COVID-19;
   7° alle andere uitzonderlijke en tijdelijke maatregelen met een loonkostverhogend element, genomen tijdens de COVID-19-crisis en dit vóór 12 april 2021.]1
  ----------
  (1)<W 2021-07-18/03, art. 67, 002; Inwerkingtreding : 01-07-2021>
  (2)<W 2022-02-14/06, art. 9, 003; Inwerkingtreding : 31-12-2021>

HOOFDSTUK 4. - Slotbepalingen
Art.10.Hoofdstuk 1 treedt in werking op 30 juni 2020.
  Hoofdstuk 2. treedt in werking op 1 juli 2020, met uitzondering van:
  Artikelen 4, 6, 2°, 3° en 4°, en 7 die uitwerking hebben vanaf 1 mei 2020;
  Artikel 8 dat in werking treedt op 30 juni 2020.
  [1 Hoofdstuk 3 treedt in werking op 1 juli 2021.]1
  ----------
  (1)<W 2021-07-18/03, art. 68, 002; Inwerkingtreding : 01-07-2021>

Art. 11. De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.