13 MEI 2020. - Koninklijk besluit nr. 23 tot uitvoering van artikel 5, § 1, 5°, van de wet van 27 maart 2020 die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (II) houdende het corona ouderschapsverlof (NOTA : bekrachtigd met uitwerking op de datum van zijn inwerkingtreding bij W2020-12-24/20, art. 19) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 14-05-2020 en tekstbijwerking tot 30-06-2020)
Art. 1-12
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
1° de wet: afdeling 5, hoofdstuk IV van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen;
2° de koninklijke besluiten inzake ouderschapsverlof: de koninklijke besluiten die voorzien in een vermindering van de arbeidsprestaties in het kader van het ouderschapsverlof met een uitkering van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening op grond van de wet;
3° de koninklijke besluiten inzake loopbaanonderbreking: de regelingen die voorzien in een vermindering van de arbeidsprestaties in het kader van het tijdskrediet, loopbaanonderbreking en thematische verloven op grond van de wet en zijn uitvoeringsbesluiten.
Art.2. De werknemers die op grond van één van de koninklijke besluiten inzake ouderschapsverlof, de arbeidsprestaties kunnen verminderen in het kader van het ouderschapsverlof, komen in aanmerking voor een corona-ouderschapsverlof, overeenkomstig de bepalingen van dit besluit.
Art.3. Het corona-ouderschapsverlof wordt uitgeoefend onder de voorwaarden en nadere regelen zoals van toepassing volgens de wet en de koninklijke besluiten inzake het ouderschapsverlof, in zover dit besluit niet afwijkt van deze bepalingen.
Het corona-ouderschapsverlof kan enkel worden opgenomen mits akkoord van de werkgever.
Art.4.Het corona-ouderschapsverlof neemt de vorm aan van een vermindering van de arbeidsprestaties met hetzij 1/2de, hetzij 1/5de van het normaal aantal arbeidsuren van een voltijdse betrekking.
[1 Het corona-ouderschapsverlof kan ook de vorm aannemen van een volledige schorsing van de beroepsloopbaan:
1° indien het kind een gehandicapt kind is als bedoeld in artikel 5, § 2, derde of vierde lid, of,
2° indien de ouder van het kind alleenwonend is.
Als alleenwonende ouder wordt verstaan, de persoon die uitsluitend samenwoont met één of meerdere kinderen die hij ten laste heeft.]1
----------
(1)<KB 45 2020-06-26/07, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 01-07-2020>
Art.5.§ 1. Het corona-ouderschapsverlof kan worden genomen door een voltijdse werknemer. Het corona-ouderschapsverlof kan onder de vorm van een vermindering van de arbeidsprestaties tot 1/2de eveneens genomen worden door een werknemer die tewerkgesteld is in een deeltijdse arbeidsregeling die ten minste drie vierden bedraagt van een voltijdse betrekking op het moment waarop het corona-ouderschapsverlof ingaat.
[1 Het eerste lid is niet van toepassing voor het corona-ouderschapsverlof bedoeld in artikel 4, tweede lid.]1
§ 2. Het corona-ouderschapsverlof kan worden genomen:
- naar aanleiding van de geboorte van zijn kind tot het kind twaalf jaar wordt;
- naar aanleiding van de adoptie van zijn kind, gedurende een periode die loopt vanaf de inschrijving van het kind als deel uitmakend van zijn gezin in het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister van de gemeente waar de werknemer zijn verblijfplaats heeft, en dit uiterlijk tot het kind twaalf jaar wordt.
Het corona-ouderschapsverlof kan eveneens worden genomen door een pleegouder aangesteld als pleegouder door de rechtbank of door een door de gemeenschap erkende dienst, en dit uiterlijk tot het kind twaalf jaar wordt.
De leeftijdsgrens wordt vastgesteld op 21 jaar indien het kind bedoeld in het eerste en tweede lid een gehandicapt kind is.
In afwijking van het vorige lid, is er geen leeftijdsgrens indien een kind of volwassene met een handicap opgevangen wordt door zijn ouders indien hij geniet van een intramurale of extramurale dienstverlening of behandeling georganiseerd of erkend door de Gemeenschappen.
§ 3. Het corona-ouderschapsverlof kan enkel worden uitgeoefend door een werknemer die minstens één maand in dienst is bij de werkgever die hem tewerkstelt.
Het eerste lid is niet van toepassing indien het ouderschapsverlof niet voorziet in een minimale duur van tewerkstelling.
----------
(1)<KB 45 2020-06-26/07, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 01-07-2020>
Art.6.[1 Het corona-ouderschapsverlof kan worden uitgeoefend vanaf 1 mei 2020 tot en met 30 september 2020, als volgt:
1° hetzij in één aaneengesloten periode tot en met 30 september 2020;
2° hetzij in één of meerdere, al dan niet aaneensluitende, perioden van één maand;
3° hetzij in één of meerdere, al dan niet aansluitende, perioden van een week, of;
4° hetzij een combinatie van 2° en 3°.]1
----------
(1)<KB 45 2020-06-26/07, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 01-05-2020>
Art.7.[1 § 1.]1 Een uitkering wordt toegekend aan de werknemer die zijn arbeidsprestaties vermindert volgens de bepalingen van dit besluit.
De uitkering is gelijk aan de uitkering in geval van ouderschapsverlof, verhoogd met 25 %. Dezelfde voorwaarden en regelen tot toekenning worden daarbij toegepast zoals voor de uitkeringen in geval van ouderschapsverlof in toepassing van de koninklijk besluiten inzake ouderschapsverlof.
[1 In afwijking van het tweede lid is de uitkering gelijk aan de uitkering in geval van ouderschapsverlof, verhoogd met 50%:
1° indien het kind een gehandicapt kind is als bedoeld in artikel 5, § 2, derde of vierde lid, of,
2° indien de ouder van het kind alleenwonend is.]1
In geval een deeltijdse werknemer een halftijds corona-ouderschapsverlof opneemt, wordt het bedrag van de uitkering verminderd volgens de verhouding tussen de halftijdse arbeidsregeling en de arbeidsregeling voorafgaand aan het corona-ouderschapsverlof.
[1 Voor de werknemers die een deeltijdse arbeidsregeling volledig schorsen, wordt een bedrag aan uitkering bepaald dat proportioneel is aan de duur van hun prestaties in de deeltijdse arbeidsregeling.]1
[1 § 2. De bruto-uitkering berekend volgens paragraaf 1, kan niet hoger zijn dan het loonverlies ten gevolge van het opnemen van het corona-ouderschapsverlof. In dit geval dan wordt de uitkering beperkt tot dit loonverlies.
Het loonverlies bedoeld in het eerste lid wordt bekomen door het refertemaandloon van de laatste volledige kalendermaand die de aanvang van het corona-ouderschapsverlof voorafgaat, te vermenigvuldigen met de vermindering van de arbeidsduur in het kader van het corona-ouderschapsverlof en met het arbeidsregime in de bedoelde kalendermaand.
Het refertemaandloon is gelijk aan een derde van het refertekwartaalloon S zoals bepaald in artikel 2 van het koninklijk besluit van 16 mei 2003 tot uitvoering van het Hoofdstuk 7 van Titel IV van de programmawet van 24 december 2002 (I), betreffende de harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen inzake verminderingen van de sociale zekerheidsbijdragen in het tweede kwartaal 2020.]1
----------
(1)<KB 45 2020-06-26/07, art. 5, 002; Inwerkingtreding : 01-07-2020>
Art.8.§ 1. [2 Een werknemer die zijn loopbaan volledig heeft onderbroken of die zijn arbeidsprestaties heeft verminderd tot 1/2de of met 1/5de in het kader van de koninklijke besluiten inzake ouderschapsverlof, kan, met akkoord van zijn werkgever, het ouderschapsverlof omzetten in het corona-ouderschapsverlof.]2
[1 Indien het ouderschapsverlof niet voor de volledige voorziene duurtijd wordt omgezet in het corona-ouderschapsverlof, dan wordt het ouderschapsverlof vanaf de dag die volgt op het einde van het corona-ouderschapsverlof hernomen tot de oorspronkelijk aangevraagde einddatum.]1
§ 2. Een werknemer die zijn loopbaan heeft onderbroken of zijn arbeidsprestaties heeft verminderd in het kader van de koninklijke besluiten inzake loopbaanonderbreking, kan, met akkoord van zijn werkgever, deze loopbaanonderbreking schorsen met het oog op het opnemen van het corona-ouderschapsverlof.
[1 Indien de loopbaanonderbreking niet voor de volledige voorziene duurtijd wordt geschorst met het oog op het opnemen van het corona-ouderschapsverlof, dan wordt deze loopbaanonderbreking vanaf de dag die volgt op het einde van het corona-ouderschapsverlof hernomen tot de oorspronkelijk aangevraagde einddatum.]1
§ 3. De periode waarin het ouderschapsverlof of de loopbaanonderbreking wordt omgezet in een corona-ouderschapsverlof volgens de paragrafen 1 en 2, wordt niet aangerekend voor de maximale duur van dit ouderschapsverlof of deze loopbaanonderbreking.
[1 De resterende periode van dit omgezette ouderschapsverlof of geschorste loopbaanonderbreking kan later worden opgenomen, ook als deze resterende duur niet voldoet aan de minimale duur van het verlof. Deze periode moet niet in dezelfde breuk worden opgenomen.]1
[2 § 4. Het corona-ouderschapsverlof kan niet gelijktijdig worden toegepast met een andere onderbreking van de loopbaan of vermindering van de arbeidsprestaties in het kader van de besluiten inzake loopbaanonderbreking.]2
----------
(1)<KB 45 2020-06-26/07, art. 6,2°-4°, 002; Inwerkingtreding : 01-05-2020>
(2)<KB 45 2020-06-26/07, art. 6,1°,5°, 002; Inwerkingtreding : 01-07-2020>
Art.9.§ 1. De werknemer die gebruik wenst te maken van het recht op corona-ouderschapsverlof, doet een aanvraag bij zijn werkgever overeenkomstig de volgende bepalingen:
1° de werknemer brengt ten minste drie werkdagen op voorhand zijn werkgever hiervan schriftelijk op de hoogte;
2° de kennisgeving gebeurt door middel van een aangetekend schrijven of de overhandiging van het in 1° van deze paragraaf bedoelde geschrift waarvan het duplicaat voor ontvangst wordt ondertekend door de werkgever, hetzij op elektronische wijze mits ontvangstbevestiging van het bericht door de werkgever;
3° het in 1° van deze paragraaf bedoelde geschrift vermeldt de begin- en einddatum van het ouderschapsverlof.
§ 2. De werkgever geeft de werknemer zijn akkoord of weigert het verlof. De kennisgeving van zijn akkoord of weigering gebeurt schriftelijk of op elektronische wijze mits ontvangstbevestiging van het bericht door de werknemer en binnen een termijn van maximaal drie werkdagen na aanvraag en in ieder geval ten laatste voor de aanvang van het corona-ouderschapsverlof.
Hij geeft binnen een termijn van maximaal drie werkdagen na aanvraag zijn akkoord met, naargelang het geval, de omzetting van het ouderschapsverlof in corona-ouderschapsverlof of met [1 de schorsing van de loopbaanonderbreking]1 in toepassing van artikel 8.
§ 3. In onderling akkoord kunnen de termijnen van de aanvraagprocedure worden ingekort.
§ 4. De onderbrekingsuitkering wordt aangevraagd bij de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening ten laatste twee maanden na aanvang van het corona-ouderschapsverlof. Deze Rijksdienst kan voorzien in een modelformulier om deze aanvraag te verrichten.
De omzetting van het ouderschapsverlof en de schorsing van loopbaanonderbreking, zoals voorzien in artikel 8, worden meegedeeld aan de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening. Deze Rijksdienst kan voorzien in een modelformulier om deze mededeling te verrichten.
----------
(1)<KB 45 2020-06-26/07, art. 7, 002; Inwerkingtreding : 01-05-2020>
Art.10. Hoofdstuk 7 - tijdelijke tewerkstelling in vitale sectoren - van het bijzondere-machtenbesluit nr. 14 van 27 april 2020 tot uitvoering van artikel 5, § 1, 5°, van de wet van 27 maart 2020 die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (II) tot vrijwaring van een vlotte arbeidsorganisatie in de kritieke sectoren, is niet van toepassing voor werknemers tijdens de duur dat ze het corona-ouderschapsverlof opnemen.
Art.11.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 mei 2020.
[1 Met uitzondering van artikel 8, § 3, treedt dit besluit buiten werking op 30 september 2020.]1
[1 ...]1
----------
(1)<KB 45 2020-06-26/07, art. 8, 002; Inwerkingtreding : 30-06-2020>
Art. 12. De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.