Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

13 DECEMBER 2018. - Besluit van de Waalse Regering tot vaststelling van de voorwaarden voor het verspreiden van elektronisch versterkt geluid in voor publiek toegankelijke inrichtingen



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Art. 1-2
HOOFDSTUK II. - Emissienormen
Afdeling 1. - Categorie 1 : Inrichtingen toegankelijk voor publiek van ten hoogste 85 dB(A)
Art. 3
Afdeling 2. - Categorie 2 : Inrichtingen toegankelijk voor publiek die meer dan 85 dB(A) maar niet meer dan 95 dB(A) bedragen
Art. 4
Afdeling 3. - Categorie 3 : Inrichtingen toegankelijk voor publiek die meer dan 95 dB(A) maar niet meer dan 100 dB(A) bedragen
Art. 5
Afdeling 4. - Gemeenschappelijke bepalingen voor de drie categorieën
Art. 6-9
HOOFDSTUK III. - Wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002 betreffende de procedure en diverse maatregelen voor de uitvoering van het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning
Art. 10-12
HOOFDSTUK IV. - Opheffings- en slotbepalingen
Art. 13-18
BIJLAGEN.
Art. N1-N3



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1977022408  2002027817 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Artikel 1. In de zin van dit besluit wordt verstaan onder:
  1° het elektronische versterkt geluid : alle modaliteiten voor de emissie van elektronisch versterkte muziek en geluiden, met inbegrip van stemmen, afkomstig van permanente of tijdelijke geluidsbronnen;
  2° de inrichting toegankelijk voor publiek : elke permanente of tijdelijke plaats, al dan niet ingedeeld in de zin van het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning, alsook de bijgebouwen ervan, die voor publiek toegankelijk zijn, zelfs indien die uitsluitend toegankelijk zijn voor bepaalde categorieën van personen, al dan niet tegen betaling, met inbegrip van inrichtingen in openlucht, voor een niet louter privatief gebruik in het kader van het gezin, met uitzondering van optochten, processies en andere soortgelijke reizende evenementen;
  3° het publiek: elke persoon die een inrichting toegankelijk voor publiek betreedt en niet in de hoedanigheid van werknemer op deze plek;
  4° het equivalent geluidsdrukniveau of LAeq,T: equivalent geluidsdrukniveau gemeten met frequentieweging A energetisch gelijkwaardig aan een fluctuerend geluid gedurende dezelfde meetduur T;
  5° LAeq 15 minuten, glijdend : A-gewogen equivalent geluidsdrukniveau 15 minuten glijdend: het equivalent geluidsdrukniveau gemeten met frequentieweging A, met een stap van 1 seconde, energetisch gelijkwaardig aan een fluctuerend geluid gedurende een periode van 15 minuten glijdend;
  6° LCeq 15 minuten, glijdend : C-gewogen equivalent geluidsdrukniveau 15 minuten glijdend: het equivalent geluidsdrukniveau gemeten met frequentieweging C, met een stap van 1 seconde, energetisch gelijkwaardig aan een fluctuerend geluid gedurende een periode van 15 minuten glijdend;
  7° LAeq 60 minuten, glijdend: A-gewogen equivalent geluidsdrukniveau 15 minuten glijdend: het equivalent geluidsdrukniveau gemeten met frequentieweging A, met een stap van 1 seconde, energetisch gelijkwaardig aan een fluctuerend geluid gedurende een periode van 60 minuten glijdend;
  8° LCeq 60 minuten, glijdend : C-gewogen equivalent geluidsdrukniveau 60 minuten glijdend: het equivalent geluidsdrukniveau gemeten met frequentieweging C, met een stap van 1 seconde, energetisch gelijkwaardig aan een fluctuerend geluid gedurende een periode van 60 minuten glijdend;
  9° met het toezicht belast personeelslid: personeelslid aangeduid krachtens artikel D.140 van Boek I van het Milieuwetboek;
  10° erkend akoestisch bureau: een bureau erkend voor de categorie 2 zoals bedoeld in het besluit van de Waalse Regering van 1 juli 201 betreffende de voorwaarden en modaliteiten tot erkenning van de laboratoria of instellingen inzake geluidshinder;
  11° rustzone: ruimte in de inrichting toegankelijk voor publiek waarin het equivalent geluidsdrukniveau LAeq,15 minuten, glijdend niet hoger dan 85 dB(A) mag zijn, als dusdanig aangeduid en gratis toegankelijk voor publiek, en waarvan de oppervlakte minimum vijf percent bedraagt van de voor het publiek toegankelijke totale oppervlakte van de inrichting toegankelijk voor publiek;
  12° luidspreker: elk instrument dat het mogelijk maakt om elektronisch versterkt geluid te verspreiden;
  13° de Administratie: het Operationeel Directoraat-generaal Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu van de Waalse Overheidsdienst;
  14° de Minister: de Minister van Leefmilieu;
  15° bestaande inrichting: elke inrichting die behoorlijk vergund of aangegeven is vóór de inwerkingtreding van dit besluit.
  Voor de toepassing van het eerste lid, 15°, wordt de ombouw of de uitbreiding van een inrichting vergund vóór de inwerkingtreding van dit besluit, vermeld in het register bedoeld in artikel 10, § 2, van het decreet van 10 maart 1999 betreffende de milieuvergunning gelijkgesteld met een bestaande inrichting.

Art.2. Dit besluit strekt ertoe de emissies van elektronisch versterkt geluid in de inrichtingen toegankelijk voor publiek te beperken om het publiek te beschermen tegen de hinder die een dergelijk geluid kan teweegbrengen.

HOOFDSTUK II. - Emissienormen
Afdeling 1. - Categorie 1 : Inrichtingen toegankelijk voor publiek van ten hoogste 85 dB(A)
Art.3. Bij elke verspreiding van elektronisch versterkt geluid mag het equivalent geluidsdrukniveau LAeq,15 minuten, glijdend 85 dB(A) niet overschrijden in inrichtingen toegankelijk voor publiek waar elektronisch versterkt geluid verspreid wordt.
  De inrichtingen die voor het publiek toegankelijk zijn en aan dit niveau voldoen, informeren het publiek door op elke plaats waar iedereen voorbij moet komen, het pictogram voor de desbetreffende categorie, zoals omschreven in artikel 8, aan te brengen.

Afdeling 2. - Categorie 2 : Inrichtingen toegankelijk voor publiek die meer dan 85 dB(A) maar niet meer dan 95 dB(A) bedragen
Art.4. In afwijking van artikel 3, mogen de equivalente geluidsdrukniveaus LAeq, 15 minuten, glijdend, en LCeq, 15 minuten, glijdend, die in een inrichting toegankelijk voor publiek gemeten worden, maximaal een niveau van respectievelijk 95 dB(A) en 110 dB(C) bereiken voor zover de uitbater van de inrichting toegankelijk voor publiek waar elektronisch versterkt geluid verspreid wordt de volgende voorwaarden naleeft:
  1° het publiek meedelen dat het zich bevindt in een omgeving met een hoog geluidsniveau, wat een risico op tijdelijke of blijvende gehoorschade vormt, door op elke plaats waar iedereen voorbij moet komen, het pictogram voor de desbetreffende categorie, zoals omschreven in artikel 8, aan te brengen;
  2° de gemiddelde en momentane geluidsniveaus meten en tonen voor elke zaal of elk podium waar elektronisch versterkt geluid verspreid wordt.
  Overeenkomstig het eerste lid, 2°, voldoet de apparatuur aan de eisen van Bijlage 1.

Afdeling 3. - Categorie 3 : Inrichtingen toegankelijk voor publiek die meer dan 95 dB(A) maar niet meer dan 100 dB(A) bedragen
Art.5. § 1er. In afwijking van de artikelen 3 en 4, mogen de equivalente geluidsdrukniveaus LAeq, 60 minuten, glijdend, en LCeq, 60 minuten, glijdend, die in een inrichting toegankelijk voor publiek gemeten worden, maximaal een niveau van respectievelijk 100 dB(A) en 115 dB(C) bereiken voor zover de uitbater van de inrichting toegankelijk voor publiek waar elektronisch versterkt geluid verspreid wordt de volgende voorwaarden naleeft:
  1° het publiek meedelen dat het zich bevindt in een omgeving met een hoog geluidsniveau, wat een risico op tijdelijke of blijvende gehoorschade vormt, door op elke plek waar iedereen voorbij moet komen, het pictogram voor de desbetreffende categorie, zoals omschreven in artikel 8, aan te brengen;
  2° de gemiddelde en momentane geluidsniveaus meten, tonen en opnemen voor elke zaal of elk podium waar elektronisch versterkt geluid verspreid wordt;
  3° gratis of tegen een prijs die niet hoger ligt dan de aankoopprijs van het apparaat door de inrichting die voor het publiek toegankelijk is, gehoorbeschermers voor eenmalig gebruik ter beschikking van het publiek stellen overeenkomstig NBN EN 352-2: " Gehoorbeschermers - Algemene eisen - Deel 2 : Oorproppen " en gemeten overeenkomstig de norm NBN EN 24869-1 : "Geluidleer - Gehoorbeschermers - Deel 1 : Subjectieve meetwijze van de lawaaidemping" of een gelijkwaardige wijze met een gecertificeerde demping van ten minste 15 dB;
  4° beschikken over minstens één rustzone;
  5° een technisch verantwoordelijke voor de inrichting toegankelijk voor publiek aanduiden die belast is met de opvolging van de naleving van de wetgeving op het gebied van de verspreide geluidsniveaus en die een opleiding in verband met versterkt geluid gevolgd heeft, die een professionele gehoortest heeft afgelegd en die zal waken over de beste configuratie van het geluidssysteem om een minimale impact van de activiteit van verspreiding van elektronisch versterkt geluid op het leefmilieu te garanderen. Deze informatie wordt ter beschikking gesteld van de met het toezicht belaste personeelsleden en van de Politiediensten. Deze technisch verantwoordelijke is een contactpersoon voor de personeelsleden belast met het toezicht en de Politiediensten.
  Overeenkomstig paragraaf 1, 2°, voldoet de apparatuur aan de eisen van bijlage 2. Zij wordt onder het toezicht geplaatst van de in lid 1, 5°, aangewezen technische beheerder of door een erkend akoestisch bureau. Een beknopte beschrijving van de wijze waarop de informatie opgeslagen in het geheugen van de display kan worden geraadpleegd, wordt ter beschikking gesteld van de personeelsleden belast met het toezicht en de Politiediensten.
  Overeenkomstig het eerste lid, 3°, zijn de bedoelde NBN-normen beschikbaar via de Portaalsite Leefmilieu van de Waalse Overheidsdienst.
  § 2. De registratie als bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, 2°, begint zodra de inrichting toegankelijk voor publiek elektronisch versterkt geluid verspreidt en het publiek aanwezig is. Ze kan onderbroken worden wanneer de verspreiding van het elektronisch versterkte geluid definitief stopgezet wordt of als publiek niet meer in de voor publiek toegankelijke inrichting aanwezig is.
  De registratie duurt minimum 60 minuten.

Afdeling 4. - Gemeenschappelijke bepalingen voor de drie categorieën
Art.6. De equivalenten geluidsdrukniveaus worden gemeten op elke voor het publiek toegankelijke plaats, op een hoogte tussen 1,20 m en 1,50 m boven de vloer van het lokaal en op een minimumafstand van 1 m van de wanden en eventuele luidsprekers.
  De meting wordt te allen tijde gedurende de gehele periode van opening van de inrichting die voor het publiek toegankelijk is, uitgevoerd.
  De maatregel wordt voortgezet gedurende een periode die gelijk is aan die van de in de artikelen 3 tot en met 5 vastgestelde normen.

Art.7. De Administratie kan de plaatselijke besturen en de inrichtingen toegankelijk voor publiek bijstaan bij de uitvoering van de verplichtingen die door onderhavig besluit bepaald worden, voornamelijk door elke maatregel te organiseren die hen moet informeren.

Art.8. De Minister bepaalt de vorm van het pictogram bedoeld per categorie, de inhoud en de modaliteiten van de opleiding en de modaliteiten van de gehoortest van de technisch verantwoordelijke bedoeld in artikel 5, § 1, eerste lid, 5°.
  De opleiding bedoeld in het eerste lid omvat:
  1° noties van akoestiek, met inbegrip van de beheersing van de apparaten voor het beheer van de geluidsniveaus,
  2° een sensibilisering voor de gezondheidsaspecten gelinkt aan de blootstelling aan geluid, onder meer de notie van geluidsdosis, de gezondheidsrisico's en de schaal van decibels;
  3° een initiatie van de verstaanbaarheid van het geluid.

Art.9. Voor vaste inrichtingen die voor het publiek toegankelijk zijn, wordt om de vijf jaar door een erkend akoestisch kantoor een kalibratie van de meet-, display- en registratieapparatuur uitgevoerd.

HOOFDSTUK III. - Wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002 betreffende de procedure en diverse maatregelen voor de uitvoering van het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning
Art.10. Artikel 2 van het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002 betreffende de procedure en diverse maatregelen tot uitvoering van het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning, voor het laatst gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 10 december 2015, wordt aangevuld met volgend lid :
  "Indien de milieuvergunningsaanvraag betrekking heeft op een inrichting bedoeld in de rubrieken 92.13, 92.32 en 92.34 van bijlage I bij het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002 tot bepaling van de lijst van de aan een effectonderzoek onderworpen projecten en van de ingedeelde installaties en activiteiten, bevat ze, naast de gegevens van het formulier bedoeld in het eerste lid, de gegevens zoals gevraagd in bijlage XXXVII.".

Art.11. Artikel 30 van hetzelfde besluit, voor het laatst gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 10 december 2015, wordt aangevuld met volgend lid :
  "Indien de de globale vergunningsaanvraag betrekking heeft op een inrichting bedoeld in de rubrieken 92.13, 92.32 en 92.34 van bijlage I bij het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002 tot bepaling van de lijst van de aan een effectonderzoek onderworpen projecten en van de ingedeelde installaties en activiteiten, bevat ze, naast de gegevens van het formulier bedoeld in het eerste lid, de gegevens zoals gevraagd in bijlage XXXVII. ".

Art.12. In hetzelfde besluit wordt een bijlage XXXVII ingevoegd die als bijlage 3 bij dit besluit is gevoegd.

HOOFDSTUK IV. - Opheffings- en slotbepalingen
Art.13. Het koninklijk besluit van 24 februari 1977 besluit houdende vaststelling van geluidsnormen voor muziek in openbare en private inrichtingen wordt opgeheven.

Art.14. De Regering bepaalt de datum van inwerkingtreding van dit besluit.

Art.15. De artikelen 4, eerste lid, 2° et 5, § 1, eerste lid, 2° en 4°, zijn van toepassing op de bestaande inrichtingen één jaar na de inwerkingtreding van dit besluit.

Art.16. De vergunningsaanvragen en indieningen van aangiften van de inrichtingen bedoeld in de rubrieken 92.13, 92.32 en 92.34 van het besluit van de Waalse regering van 4 juli 2002 tot bepaling van de lijst van de aan een effectonderzoek onderworpen projecten en van de ingedeelde installaties en activiteiten die vóór de datum van inwerkingtreding van dit besluit zijn ingediend, alsmede de desbetreffende administratieve beroepen worden behandeld volgens de regels die van kracht zijn op de datum van indiening van de aanvraag of de indiening.

Art.17. De uitbater van een bestaande inrichting, bedoeld in de rubriek(en) 92.13, 92.32 en 92.34 van het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002 tot bepaling van de lijst van de aan een effectonderzoek onderworpen projecten en van de ingedeelde installaties en activiteiten, geeft, door middel van het formulier bedoeld in bijlage XXXVII van het besluit de Waalse Regering van 4 juli 2002 betreffende de procedure en diverse maatregelen tot uitvoering van het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning, kennis binnen een termijn van zes maanden na de inwerkingtreding van dit besluit, aan de bevoegde overheid, de technische ambtenaar en de toezichthoudende ambtenaren, van de maximale geluidsniveaus waaraan zij besluiten te voldoen en kunnen zij dus zonder enig geschil de voor hen geldende voorwaarden vaststellen.

Art.18. De Minister van Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.

BIJLAGEN.
Art. N1. Bijlage 1 - Beschrijving van de display van de geluidsniveaus
  1. Algemene kenmerken van de meet- en displayapparatuur van de geluidsniveaus
  De microfoon, kabels, apparatuur en montagemethode zijn ontworpen om te kunnen omgaan met de schade veroorzaakt door vocht, rook, publiek.
  De microfoon, kabels en apparatuur moeten zodanig zijn gedimensioneerd dat zij stabiel in de tijd functioneren en zodanig zijn opgesteld dat alleen de uitbater en de met het toezicht belast personeelslid er toegang toe hebben.
  De microfoon, kabels en apparatuur worden voorzien van een veiligheidsvoorziening die het systeem fraudebestendig maakt, zoals toegang met een wachtwoord voor parameters en verzegelde kabels of andere middelen met dezelfde garantie.
  De microfoon wordt geijkt tijdens de installatie en elk jaar. Het ijkingsbewijs wordt ter beschikking gesteld van de met het toezicht belaste personeelsleden en van de Politiediensten.
  2. Meting van het geluidsniveau
  Het materiaal voldoet aan klasse 2, volgens de norm NBN EN 61672-1 Elektro-akoestiek -
  Geluidniveaumeters - Deel 1 : Specificaties
  Het meetinstrument heeft een meetbereik van minimaal 70 tot 120 dB, een frequentiebereik van 20 tot 20.000 Hz en maakt het mogelijk om de A- en C-gewogen geluidsniveaus gelijktijdig te meten.
  3. Displaysysteem
  De display van het geluidsniveau kan in alle lichtomstandigheden door het publiek en de uitbater worden geraadpleegd. De volgende indicatoren worden getoond : LAeq 5 seconden, LAeq 15 minuten et LCeq 15 minuten.
  De microfoon wordt op een hoogte van tussen de 1,20 m en de 5 m boven de vloer geplaatst en indien mogelijk op minimaal 1 m afstand van de zijwanden, van het plafond en van iedere luidspreker;
  De microfoon bevindt zich tussen het publiek en in het midden tussen de belangrijkste luidsprekers, in voorkomend geval, aan de mengtafel. Indien om organisatorische, wettelijke of veiligheidsredenen voor het materiaal een andere plaats wordt gekozen, wordt een correctie toegepast op het weergegeven meetniveau. In dit geval wordt de correctie geïntegreerd in het installatierapport en bij de kalibratie in aanmerking genomen. De microfoon wordt hoe dan ook zo geplaatst dat het verkrijgen van een representatieve meting van het geluidsniveau waaraan het publiek wordt blootgesteld verzekerd is.

Art. N2. Bijlage 2 - Beschrijving van de display/recorder van de geluidsniveaus
  1. Algemene kenmerken van de meet-, display- registratieapparatuur van de geluidsniveaus
  De microfoon, kabels, apparatuur en montagemethode zijn ontworpen om te kunnen omgaan met de schade veroorzaakt door vocht, rook, publiek.
  De microfoon, kabels en apparatuur moeten zodanig zijn gedimensioneerd dat zij stabiel in de tijd functioneren en zodanig zijn opgesteld dat alleen de uitbater en de met het toezicht belast personeelslid er toegang toe hebben.
  De microfoon, kabels en apparatuur worden voorzien van een veiligheidsvoorziening die het systeem fraudebestendig maakt, zoals toegang met een wachtwoord voor parameters en verzegelde kabels of andere middelen met dezelfde garantie.
  De microfoon wordt geijkt tijdens de installatie en elk jaar. Het ijkingsbewijs wordt ter beschikking gesteld van de met het toezicht belaste personeelsleden en van de Politiediensten.
  Een automatische controle van de elektrische werking van het systeem is gewaarborgd en er wordt ten minste een visueel alarm geactiveerd wanneer een kabel wordt losgekoppeld.
  2. Meting van het geluidsniveau
  Het materiaal voldoet aan klasse 2, volgens de norm NBN EN 61672-1 Elektro-akoestiek -
  Geluidniveaumeters - Deel 1 : Specificaties
  Het meetinstrument heeft een meetbereik van minimaal 70 tot 120 dB, een frequentiebereik van 20 tot 20.000 Hz en maakt het mogelijk om de A- en C-gewogen geluidsniveaus gelijktijdig te meten.
  3. Display- en registratiesysteem
  De display van het geluidsniveau kan in alle lichtomstandigheden door het publiek en de uitbater worden geraadpleegd. De volgende indicatoren worden getoond : LAeq 5 seconden, LAeq 15 minuten et LCeq 15 minuten, LAeq 60minuten en LCeq 60 minuten.
  De microfoon wordt op een hoogte van tussen de 1,20 m en de 5 m boven de vloer geplaatst en indien mogelijk op minimaal 1 m afstand van de zijwanden, van het plafond en van iedere luidspreker.
  De microfoon bevindt zich tussen het publiek en in het midden tussen de belangrijkste luidsprekers, in voorkomend geval, aan de mengtafel. Indien om organisatorische, wettelijke of veiligheidsredenen voor het materiaal een andere plaats wordt gekozen, wordt een correctie toegepast op het weergegeven en geregistreerde meetniveau. In dit geval wordt de correctie geïntegreerd in het installatierapport en bij de kalibratie in aanmerking genomen. De microfoon wordt hoe dan ook zo geplaatst dat het verkrijgen van een representatieve meting van het geluidsniveau waaraan het publiek wordt blootgesteld verzekerd is.
  Het systeem registreert de geluidsniveaus LAeq 15 minuten, LCeq 15 minuten, LAeq 60 minuten et LCeq 60 minuten met een stap van 2 minuten. De geregistreerde gegevens moeten minimaal 30 dagen beschikbaar blijven.
  De waarden worden opgeslagen in een huidig computerformaat in tekst- of spreadsheetvorm, inclusief: de begin-, eind- en geluidsniveauwaarden voor elke indicator
  De geregistreerde gegevens kunnen zonder identificatie worden uitgelezen.

Art. N3. "Bijlage XXXVII bij het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002 betreffende de procedure en diverse maatregelen voor de uitvoering van het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning
  Geselecteerde geluidsniveaus en uurrooster voor het verspreiden:


Uurroosters voor het verspreiden van elektronisch versterkt geluid  (aankruisen)
Vereiste equivalente geluidsniveaus Categorie 1 Equivalent geluidsdrukniveau LAeq, 15 minuten, glijdend dat niet hoger is dan 85 dB(A)  
 Categorie 2 Equivalente geluidsdrukniveaus LAeq, 15 minuten, glijdend, en LCeq, 15 minuten, glijdend, die maximaal een niveau van respectievelijk 95 dB(A) en 110 dB(C) kunnen bereiken
  
 Categorie 3 Equivalente geluidsdrukniveaus LAeq, 60 minuten, glijdend, en LCeq, 60 minuten, glijdend, die maximaal een niveau van respectievelijk 100 dB(A) en 115 dB(C) kunnen bereiken
".