Details





Titel:

10 DECEMBER 2019. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 maart 2003 betreffende de identiteitskaarten en het koninklijk besluit van 19 april 2014 aangaande de identiteitskaarten afgegeven door de consulaire beroepsposten



Inhoudstafel:


Art. 1-13



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2003000227  2014015131 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In de Nederlandstalige versie van artikel 1 van het koninklijk besluit van 25 maart 2003 betreffende de identiteitskaarten wordt het woord " vernieling " vervangen door het woord " vernietiging ".

Art.2. Het derde lid van artikel 1 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:
  "Eén van deze beide documenten moet ook worden overgemaakt aan de gerechtsdeurwaarder die belast is met de betekening van een exploot, in de zin van artikel 32 van het Gerechtelijk Wetboek. ".

Art.3. Artikel 2 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een derde lid, luidende:
  "In de zin van Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming), wordt de Algemene Directie Instellingen en Bevolking van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken, in het kader van de afgifte van identiteitskaarten, aangewezen als verwerkingsverantwoordelijke. De organisaties belast met een deel van het beheer van het Rijksregister van de natuurlijke personen of betrokken bij de levenscyclus van de elektronische identiteitskaarten, alsook de gemeentebesturen worden aangewezen als verwerkers.".

Art.4. In artikel 3 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij koninklijk besluit van 9 maart 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in paragraaf 1, eerste lid, worden de woorden " een elektronische microprocessorchip " vervangen door de woorden " twee elektronische chips en een tweedimensionale barcode; die het Rijksregisternummer, de geboortedatum van de houder, het kaartnummer en de einddatum van de kaart bevat ";
  2° in paragraaf 2 wordt het woord " verstrekt " vervangen door het woord " geleverd ";
  3° in het tweede lid van paragraaf 3 worden de woorden " dat document " vervangen door de woorden " het basisdocument ";
  4° de tweede en derde zin van het vierde lid van paragraaf 3 worden vervangen als volgt:
  " De Minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken en de Minister bevoegd voor de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen bepalen het formaat van de foto van het basisdocument, respectievelijk, van de identiteitskaart en van de vreemdelingenkaarten. ";
  5° in het zesde lid van paragraaf 3 worden de woorden " door middel van een recent attest " vervangen door de woorden " door middel van een medisch attest van minder dan één maand ";
  6° het achtste lid van paragraaf 3 wordt geschrapt;
  7° in de inleidende zin van het vroegere negende lid, dat het achtste lid wordt, worden de woorden " die op het basisdocument vermeld wordt " geschrapt;
  8° in het eerste lid van paragraaf 4 worden de woorden " gegevens van het basisdocument " vervangen door de woorden " wettelijk vereiste gegevens of opgelegd door een Europese verordening ";
  9° de inleidende zin van het tweede lid van paragraaf 4 wordt aangevuld met de woorden, luidende: " en behalve in de gevallen bedoeld in paragraaf 5, via het bewaren op de contactloze chip van het digitale beeld van de vingerafdrukken ";
  10° het artikel wordt aangevuld met de paragrafen 5 en 6, luidende:
  " § 5. De Minister bevoegd voor Buitenlandse Zaken, de Minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken en de Minister bevoegd voor de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen bepalen, elk wat hen betreft, de datum waarop de identiteitskaarten voor Belgen in het buitenland bedoeld in artikel 39 van het Consulair Wetboek, de identiteitskaarten voor Belgen en de vreemdelingenkaarten voor vreemdelingen die geen onderdanen zijn van de Europese Unie en de vreemdelingenkaarten voor vreemdelingen die onderdanen zijn van de Europese Unie, vingerafdrukken moeten bevatten.
  De vingerafdrukken worden op initiatief van het gemeentebestuur door middel van ad hoc sensors gedigitaliseerd. Het digitale beeld van deze afdrukken wordt via de diensten van het Rijksregister op beveiligde wijze doorgestuurd naar de producent van de identiteitskaart om erin elektronisch te worden geïntegreerd.
  Het digitale beeld van de vingerafdrukken van een Belgische minderjarige jonger dan 12 jaar kan uitsluitend worden vastgelegd om hem, vanaf het moment dat hij de leeftijd van twaalf jaar bereikt heeft, een identiteitskaart uit te reiken overeenkomstig artikel 2.
  Wanneer er geen vingerafdrukken kunnen worden genomen van de wijsvingers of van één ervan, omdat zij niet goed genoeg zijn of wegens een handicap of een ziekte, worden er vingerafdrukken genomen van een andere vinger in volgende rangorde: 1) wijsvinger, 2) middelvinger, 3) ringvinger, 4) pink, 5) duim. Wanneer, in voorkomend geval, de vingerafdrukken van slechts één enkele vinger onder de voornoemde vingers kunnen worden genomen, wordt een identiteitskaart of een vreemdelingenkaart met enkel die vingerafdrukken uitgereikt. In elk geval, zal er per hand hoogstens één vingerafdruk geregistreerd worden.
  Er wordt een identiteitskaart of een vreemdelingenkaart zonder vingerafdrukken uitgereikt aan personen bij wie het nemen van vingerafdrukken permanent fysiek onmogelijk is.
  Indien er tijdelijk van geen enkele vinger een afdruk kan worden gemaakt om een fysieke reden, wordt een identiteitskaart of een vreemdelingenkaart zonder vingerafdrukken afgegeven met een geldigheidsduur van twaalf maanden.
  De klaarblijkelijke aard van deze onmogelijkheid wordt beoordeeld door het gemeentebestuur. In geval van twijfel moet een medisch attest van minder dan één maand oud worden overgelegd.
  § 6. Het medisch attest bedoeld in de paragrafen 3 en 5 wordt door het gemeentebestuur bewaard tot de datum van annulering van de kaart. Op dat moment vernietigt het gemeentebestuur het desbetreffende attest.
  In de zin van Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) en van Verordening(EU) nr. 2019/1157 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende de versterking van de beveiliging van identiteitskaarten van burgers van de Unie en van verblijfsdocumenten afgegeven aan burgers van de Unie en hun familieleden die hun recht van vrij verkeer uitoefenen, is het gemeentebestuur de verwerkingsverantwoordelijke van de medische attesten en de persoonsgegevens die deze bevatten.".

Art.5. In hetzelfde besluit wordt een artikel 3/1 ingevoegd, luidende:
  "Art. 3/1. Wanneer de houder van een identiteitskaart of van een vreemdelingenkaart zich meldt bij zijn gemeentebestuur, de eerste keer voor het aanmaken van het basisdocument, overeenkomstig artikel 3, § 3, en vervolgens om die kaart af te halen, gaat de gemeenteambtenaar alvorens de kaart uit te reiken na of de persoon die zich bij het loket meldt wel de houder van de kaart is, met name door het gezicht visueel te vergelijken met de foto en door de vingerafdrukken van de persoon te vergelijken met die op de kaart voor zover ze erop geregistreerd werden. Bij twijfel over de identiteit van de houder van de kaart, wordt die kaart niet uitgereikt, zolang er geen zekerheid is over de identiteit van de houder.".

Art.6. In artikel 5 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij koninklijk besluit van 1 oktober 2008, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° paragraaf 1 wordt aangevuld met een punt 7°, luidende:
  " 7° wanneer het Rijksregisternummer is gewijzigd. ".
  2° paragraaf 1 wordt aangevuld met een tweede lid, luidende:
  " De kosten voor het vernieuwen van de identiteitskaart zijn ten laste van de kaarthouder, tenzij de beschadiging na analyse van de kaart het gevolg blijkt te zijn van een fabricagefout; in dat geval wordt de kaart kosteloos vervangen. ".
  3° het artikel wordt aangevuld met een paragraaf 4, luidende:
  " § 4. Wanneer een identiteitskaart wordt ingeleverd bij het gemeentebestuur, gaat het gemeentebestuur onmiddellijk over tot de fysieke vernietiging van deze kaart.".

Art.7. Artikel 6 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 26 december 2015 en 9 maart 2017, wordt vervangen als volgt:
  " Art. 6. § 1. In geval van verlies, diefstal of vernietiging van een identiteitskaart van een Belg die is ingeschreven in het bevolkingsregister, doet de houder tijdens de kantooruren aangifte bij het gemeentebestuur van zijn woonplaats. Het gemeentebestuur levert een attest af van verlies, diefstal of vernietiging van het document.
  Het gemeentebestuur geeft de certificatiedienstverlener de opdracht de certificaten van de verloren, gestolen of vernietigde kaart buiten werking te stellen, zodat de elektronische functies van de kaart definitief niet meer functioneren. Het gemeentebestuur annuleert tevens de identiteitskaart.
  In geval van verlies, diefstal of vernietiging van een identiteitskaart van een Belg, kan de houder eveneens aangifte doen bij de Helpdesk van het Rijksregister bedoeld in artikel 6ter van de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters, de identiteitskaarten, de vreemdelingenkaarten en de verblijfsdocumenten; de Helpdesk geeft de certificatiedienstverlener de opdracht de certificaten van de verloren, gestolen of vernietigde kaart buiten werking te stellen, zodat de elektronische functies van de kaart definitief niet meer functionerenen verwittigt de gemeente van de hoofdverblijfplaats van de houder om de kaart te laten annuleren. Na aangifte gedaan te hebben van het verlies, de diefstal of de vernietiging van de kaart bij de Helpdesk van het Rijksregister, is het evenwel aan de houder van deze kaart om tijdens de kantooruren naar het gemeentebestuur van zijn woonplaats te gaan teneinde een attest van verlies, diefstal of vernietiging van de identiteitskaart te krijgen en een nieuwe kaart te vragen, opdat de gemeente de identiteitskaart zou kunnen annuleren.
  § 2. In geval van verlies, diefstal of vernietiging van een identiteitskaart van een Belg doet de houder, buiten de kantooruren of indien het gemeentebestuur van zijn woonplaats niet bereikbaar is, aangifte bij de politiediensten
  De politiediensten leveren een attest af van verlies, diefstal of vernietiging van de kaart en sturen een kopie van dit attest naar de Helpdesk van het Rijksregister, opdat deze de certificatiedienstverlener de opdracht geeft de certificaten van de verloren, gestolen of vernietigde kaart buiten werking te stellen.. De Helpdesk verwittigt vervolgens de gemeente van de hoofdverblijfplaats van de houder van het verloren, gestolen of vernietigde document, opdat deze de verloren, gestolen of vernietigde kaart zou annuleren. De kopieën van de attesten die de politie naar de Helpdesk stuurt, worden door deze laatste gedurende 10 jaar bewaard alvorens te worden vernietigd.
  § 3. Het model van het attest bedoeld in de paragrafen 1 en 2 wordt als bijlage bij dit besluit gevoegd. In geval van verlies, diefstal of vernietiging van het attest wordt gehandeld op dezelfde wijze als bij verlies, diefstal of vernietiging van een identiteitskaart van een Belg.
  § 4. Indien een kaart waarbij aangifte werd gedaan van verlies, diefstal of vernietiging wordt teruggevonden, moet ze worden ingeleverd bij het gemeentebestuur, die onmiddellijk overgaat tot de fysieke vernietiging van de kaart. Een persoon mag in geen geval houder zijn van meer dan één kaart of attest. ".

Art.8. In artikel 7 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij koninklijk besluit van 9 maart 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in het eerste lid wordt het woord " of " vervangen door het woord " en ";
  2° in het tweede lid van de Franstalige versie wordt het woord " notifiée " vervangen door het woord " notifié ".

Art.9. Het eerste en het tweede lid van artikel 1 van het koninklijk besluit van 19 april 2014 aangaande de identiteitskaarten afgegeven door de consulaire beroepsposten, worden vervangen door het volgende:
  "Aan de Belg ingeschreven in een consulair bevolkingsregister, wordt een identiteitskaart afgegeven.
  De identiteitskaart voor Belgen ingeschreven in een consulair bevolkingsregister wordt uitgereikt door de eigen consulaire post van inschrijving, een andere consulaire beroepspost of door een gemeentebestuur.
  In geval van een uitreiking van een identiteitskaart door een gemeentebestuur is het gemeentebestuur van de laatste woonplaats van de aanvrager in België bevoegd. Woonde hij voordien nooit in België maar werd hij er wel geboren, dan is het gemeentebestuur van zijn geboorteplaats bevoegd. Woonde hij nooit in België en is hij er evenmin geboren, dan kan hij zich wenden tot het gemeentebestuur van zijn keuze.
  De Minister die bevoegd is voor Buitenlandse Zaken bepaalt de datum waarop de in artikel 39 van het Consulair Wetboek bedoelde identiteitskaarten voor de Belgen in het buitenland ook door een andere consulaire beroepspost dan die van inschrijving of door een gemeente kunnen worden afgegeven.".

Art.10. In hetzelfde besluit wordt een artikel 1/1 ingevoegd, luidende:
  "Art. 1/1. De verwerking, bewaring en bescherming van de persoonsgegevens van de aanvrager van een identiteitskaart afgegeven aan een Belg ingeschreven in een consulair bevolkingsregister, gebeuren overeenkomstig de bepalingen bedoeld in de artikelen 6 en 6bis van de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters, de identiteitskaarten, de vreemdelingenkaarten en de verblijfsdocumenten, in het derde lid van artikel 2 van het van het koninklijk besluit van 25 maart 2003 betreffende de identiteitskaarten, en in het koninklijk besluit van 21 juli 2016 tot vastlegging van de datum vanaf wanneer de historiek van de foto's en de historiek van de elektronische beelden van de handtekeningen, bedoeld in artikel 6bis, § 1, 1°, van de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters, de identiteitskaarten, de vreemdelingenkaarten en de verblijfsdocumenten en tot wijziging van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, worden opgenomen en bijgehouden in het centraal bestand van de identiteitskaarten en in het centraal bestand van de vreemdelingenkaarten.".

Art.11. Het eerste lid van artikel 2 van hetzelfde besluit wordt aangevuld als volgt:
  " In artikel 3, § 5, tweede en zevende lid, van het koninklijk besluit van 25 maart 2003 betreffende de identiteitskaarten, moeten de woorden " het gemeentebestuur " gelezen worden als " de consulaire post ".

Art.12. De Minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken en de Minister bevoegd voor de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen bepalen de datum van inwerkingtreding van artikel 7 van dit besluit.

Art. 13. De Minister bevoegd voor Buitenlandse Zaken, de Minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken en de Minister bevoegd voor de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen zijn, elk wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.