Details





Titel:

18 JULI 2019. - Besluit van de Waalse Regering betreffende het Sociaal Waterfonds, tot wijziging van sommige bepalingen van het Waterwetboek en tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 16 november 2000 houdende uitvoering van het decreet van 6 mei 1999 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillen inzake de Waalse gewestelijke belastingen



Inhoudstafel:


Art. 1
HOOFDSTUK I. - Wijzigingen in het reglementair Deel van Boek II van het Waals Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt
Art. 2-7
HOOFDSTUK II. - Wijzigingen in het decreetgevend Deel van Boek II van het Waals Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt
Art. 8
HOOFDSTUK III. - Wijzigingen in het besluit van de Waalse Regering van 16 november 2000 houdende uitvoering van het decreet van 6 mei 1999 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillen inzake de Waalse gewestelijke belastingen
Art. 9-20
BIJLAGE.
Art. N



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2000027570  2004A02818  2005A27314 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Dit besluit regelt overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet een materie bedoeld in artikel 128, § 1, ervan.

HOOFDSTUK I. - Wijzigingen in het reglementair Deel van Boek II van het Waals Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt
Art.2. Artikel R.311 van hetzelfde Wetboek, vervangen door het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2017, wordt vervangen als volgt:
  "Art. R.311. § 1. De verdelers, de " SPGE " en de OCMW's dragen bij in de werking van het Sociaal waterfonds volgens de modaliteiten bedoeld in de paragrafen 2 tot 4.
  § 2. De verdelers:
  1° identificeren, bij het afsluiten van het boekjaar of van de begroting, in hun rekeningen en begrotingen, een voorschot voor de uitgaven inzake tegemoetkoming, één voor de uitgaven betreffende de werking van de OCMW's, één voor de uitgaven inzake technische verbeteringen en één voor de uitgaven betreffende de werking van de " SPGE "; ;
  2° maken jaarlijks uiterlijk 28 februari aan de SPGE een activiteitenrapport over waarin de volgende gegevens voorkomen:
  a) het in m3 uitgedrukte watervolume gefactureerd voor het vorige jaar;
  b) het bedrag van de gebruikte fondsen bestemd voor technische verbeteringen, de bestemming ervan en de dienovereenkomstige bedragen voor de types tegemoetkomingen, alsook het niet aangewend saldo van het vorig jaar te storten aan SPGE overeenkomstig 3° ;
  c) het saldo van de bijdrage in het Sociaal waterfonds van het vorige jaar;
  3° storten jaarlijks uiterlijk 31 maart aan de "SPGE" :
  a) op de rekening "werkingskosten" 10 % van het bedrag van de bijdrage dat zij verschuldigd zijn overeenkomstig artikel D.240, lid 1, 2° en 3°, van het decreetgevende deel;
  b) op de rekening " saldo van de te bestemmen bijdrage " het saldo storten van de rekening " bijdrage in het Sociaal waterfonds " en het saldo van de rekening "bijdrage in het Fonds voor technische verbeteringen", vastgelegd op 31 december van het vorige jaar;
  4° delen jaarlijks uiterlijk 28 februari de volgende gegevens per gemeente aan de "SPGE" mee:
  a) het aantal meters;
  b) het aantal verbruikers met betalingsmoeilijkheden meegedeeld het vorige jaar op basis van de lijsten bedoeld in artikel R. 318;
  c) het aantal financiële tegemoetkomingen;
  d) het globaal aantal tegemoetkomingen.
  Als de verdeler zijn verplichtingen bedoeld in afdeling 1 niet heeft vervuld, laat de "SPGE" hem een herinneringsschrijven betekenen met de aanvraag om de betalingen uit te voeren of de informatie mee te delen.
  Als de verdeler zijn verplichtingen nog steeds niet heeft vervuld vijftien dagen na ontvangst van de herinneringsbrief zal de S.P.G.E. de informatie betreffende het vorig jaar in aanmerking nemen. Meer bepaald, wat betreft de informatie betreffende het volume, zal de S.P.G.E. in geval van niet communicatie van het volume, als gegeven het laatst bekend volume nemen en zal, elk jaar, een forfait gelijk aan 5% van het volume toevoegen. Het aldus verkregen cijfer zal toelaten om het bedrag van de bijdrage van elke verdeler aan het sociaal waterfonds te berekenen. De verdeler beschikt over een termijn van één jaar om de regularisering van zijn situatie aan te vragen en de informatie over het volume mede te delen.
  De opbrengst van de bijdrage van de verdeler die een gebied zonder woningen bedient, opgedeeld tussen tegemoetkomingsuitgaven en uitgaven voor technische verbeteringen, wordt opgenomen in de globale enveloppe van het eenmalig trekkingsrecht berekend door SPGE. De werkingskosten van de OCMW's worden opgenomen in de regionale opdeling van de werkingskosten overeenkomstig artikel R.315.
  § 3. De "SPGE" moet
  1° jaarlijks uiterlijk 15 maart:
  a) op basis van de voor het voorafgaande jaar gefactureerde watervolumes het totaalbedrag bepalen van de bijdrage van elke verdeler in het Sociaal waterfonds voor het lopende jaar en deelt het hen mee;
  b) de verdeling van de eenmalige trekkingsrechten van het lopende jaar tussen de OCMW's bepalen en aan de verdelers meedelen ; ;
  2° elk OCMW jaarlijks uiterlijk 31 maart kennis geven van :
  a) het bedrag van het eenmalig trekkingsrecht waarover het beschikt voor het lopende jaar;
  b) de mogelijkheid om de tussenkomst van het Fonds voor technische verbeteringen te vragen bij zijn verdeler;
  c) via de website van de "SPGE", de jaarlijkse vragenlijst bedoeld in bijlagen XXXVIII, terug te sturen;
  3° jaarlijks uiterlijk 30 april :
  a) aan elk OCMW de werkingskosten betalen op de rekening " werkingskosten van de OCMW's "; voor zover de verdelers van het ambtsgebied van de betrokken OCMW's de voorafgaandelijke storting aan de SPGE hebben verricht overeenkomstig paragraaf 2, 3°, a);
  b) aan de verdelers van het ambtsgebied van de betrokken OCMW's het bedrag storten van de aanvullende trekkingsrechten omschreven in artikel R.316, § 1, en berekend krachtens artikel R.316, § 2, voor zover de verdelers de voorafgaandelijke storting van de niet-aangewende saldo's van het voorafgaande jaar overeenkomstig paragraaf 2, 3°, b), hebben verricht aan de SPGE;
  4° na goedkeuring van de Raad van bestuur van de maand september, de Minister een jaarverslag overleggen waarin de volgende gegevens voorkomen:
  a) het bedrag van de bijdrage in het Sociaal waterfonds dat het vorige jaar per verdeler beschikbaar was;
  b) het bedrag van de bijdrage in het Sociaal waterfonds dat het vorige jaar per verdeler gebruikt werd en het niet aangewend saldo;
  c) de bedragen betreffende de werkingskosten betaald aan de OCMW's ;
  d) de bedragen betreffende de werkingskosten van de "SPGE" ;
  e) de bedragen bestemd voor de technische verbeteringen en het niet-aangewend saldo;
  5° jaarlijks voor 15 december, aan de verdelers het geïndexeerd bedrag meedelen van de bijdrage in het Sociaal waterfonds, alsook het geïndexeerd bedrag van het plafond en van de toeslag per persoon ten laste, overeenkomstig artikel D.330-1 van hetzelfde Wetboek.
  Wat betreft punt 1°, a), komen jaarlijks bijkomende trekkingsrechten berekend op basis van artikel R.316, bij de bedragen van de 80 % voor de uitgaven inzake tegemoetkoming berekend op basis van artikel R.313. Het verkregen totaalbedrag vormt het eenmalig trekkingsrecht.
  Betreffende punt 4° wordt, vóór het overmaken aan de Regering en aan het "Comité de contrôle de l'eau" (het Comité voor Watercontrole), een advies over het ontwerp-verslag afgegeven door Aquawal en door de federatie van de O.C.M.W.'s aan de "SPGE".
  § 4. Elk OCMW stuurt naar de "SPGE", voor 31 mei van elk jaar, de vragenlijst terug bedoeld in paragraaf 3, 2°. De aldus ingezamelde gegevens worden in het jaarlijks verslag opgenomen.".

Art.3. In artikel R.313, lid 3, van hetzelfde Boek worden de volzinnen "di CPAS : aantal personen dat op 31 december van het voorlaatste jaar voor betrokken OCMW het recht op sociale integratie geniet;
  di verdeler : aantal personen dat op 31 december van het voorlaatste jaar voor de gezamenlijke OCMW's het recht op sociale integratie geniet op het territoriale ambtsgebied dat overeenstemt met het distributienet van de verdeler. " vervangen door de volzinnen "di CPAS : aantal personen dat op 31 december van het voorgaande jaar voor betrokken OCMW het recht op sociale integratie geniet
  di verdeler : aantal personen dat op 31 december van het voorgaande jaar voor de gezamenlijke OCMW's het recht op sociale integratie geniet op het territoriale ambtsgebied dat overeenstemt met het distributienet van de verdeler. ".

Art.4. In artikel R.315, lid 2, van hetzelfde Boek wordt de volzin "di CPAS : aantal personen dat op 31 december van het voorlaatste jaar voor betrokken OCMW het recht op sociale integratie geniet" vervangen door de volzin "di CPAS : aantal personen dat op 31 december van het voorgaande jaar voor betrokken OCMW het recht op sociale integratie geniet.".

Art.5. In artikel R.316 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij het besluit van de Waalse Regering van 23 maafebruarirt 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° paragraaf 1 wordt aangevuld met volgende twee leden :
  "De OCMW's die tussen 75 en 80 % van de totale trekkingsrechten van het voorgaande jaar gebruiken en dat gebruiksniveau uitzonderlijkerwijs lager dan 80 % verantwoorden, dienen hun afwijkingsaanvraag schriftelijk bij SPGE in voor 15 februari om in aanmerking te komen voor de bijkomende trekkingsrechten in de berekening van hun eenmalig trekkingsrecht.
  De verdelers delen minstens in september het gebruiksniveau van het trekkingsrecht aan de OCMW's mee om een hoger gebruik dan 80% van de trekkingsrechten te verantwoorden wanneer dat verantwoord wordt door de toestand wegens de waterarmoede van de OCMW-bevolking". ;
  2° in paragraaf 2, lid 1, worden vervangen door de woorden "dat minstens 80 % van zijn trekkingsrecht heeft gebruikt" door de woorden "dat tussen 75 en 80 % van zijn trekkingsrecht heeft gebruikt".

Art.6. In artikel R.320 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° paragraaf 2 wordt vervangen als volgt :
  "Het maximum dat in overweging wordt genomen is het maximum dat van toepassing is op het tijdstip van de aanvraag tot tegemeotkoming van het Sociaal Waterfonds" ;
  2° paragraaf 3 wordt vervangen als volgt :
  "De beslissing van het OCMW betreffende een tegemoetkoming ten laste van het Sociale Waterfonds voor een persoon die een sociale tegemoetkoming vraagt, kan betrekking hebben op een reeds betaalde factuur voor zover deze aanvraag betrekking heeft op de lopende verbruikscyclus (voorschotten en recentste jaarlijkse regularisatie).". ;
  3° paragraaf 4 wordt vervangen als volgt :
  " § 4. De verdeler financiert op verzoek van het OCMW, binnen de perken van de beschikbare middelen, tegemoetkomingen met het oog op technische verbeteringen van de waterinstallaties van de verbruikers die de tegemoetkoming bedoeld in artikel D.237 genieten. Daarbij wordt de aanvraag van de tegemoetkomingen waarom het OCMW verzocht heeft, onderzocht om de te financieren technische verbeteringen zo aangepast mogelijk te maken aan de toestand en met het oog op een rationeel waterbeheer. De weigeringen van financiering vanwege de verdeler worden gemotiveerd.
  De verdelers dienen het gebruik van de financiële middelen van het Sociaal waterfonds voor technische verbeteringen door de OCMW's aan te moedigen en gewag te maken van hun gebruik, types financiering en jaarlijkse bedragen per types tijdens het overmaken van het jaarlijks verslag aan de SPGE".

Art.7. In de artikelen R.323, R.389/1 tot R. 389/3 en R.389/5 van hetzelfde Boek, ingevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 3 maart 2016, worden de woorden "Departement Leefmilieu en Water" telkenmale vervangen door de woorden "Departement Bodems en Afvalstoffen".

HOOFDSTUK II. - Wijzigingen in het decreetgevend Deel van Boek II van het Waals Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt
Art.8. In artikel D.282 van het decreetgevend deel van Boek II van het Wetboek van Leefmilieu, dat het Waterwetboek inhoudt, ingevoegd bij het decreet van 12 december 2014, wordt lid 1 vervangen door hetgeen volgt:
  " De kohieren worden vastgesteld door de Directeur-generaal van het Operationeel Directoraat-generaal Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu van de Waalse Overheidsdienst of door de door hem afgevaardigde ambtenaar en uitvoerbaar verklaard door de Directeur-generaal van het van het Operationeel Directoraat-generaal Fiscaliteit van de Waalse Overheidsdienst of door de ambtenaar die dit ambt uitoefent of door de door hem afgevaardigde ambtenaar ".

HOOFDSTUK III. - Wijzigingen in het besluit van de Waalse Regering van 16 november 2000 houdende uitvoering van het decreet van 6 mei 1999 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillen inzake de Waalse gewestelijke belastingen
Art.9. In artikel 3 van het besluit van de Waalse Regering van 16 november 2000 houdende uitvoering van het decreet van 6 mei 1999 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillen inzake de Waalse gewestelijke belastingen, vervangen door het besluit van de Waalse Regering van 6 december 2007 en gewijzigd bij de besluiten van de Waalse Regering van 3 maart 2016 en 13 juli 2017, worden volgende wijzigingen aangebracht:
  a) onder 2° worden de woorden "en de belastingen en retributies inzake de financiering van het waterbeleid" ingevoegd tussen de woorden "op de afvalstoffen" en de woorden "de ambtenaren van het Departement Bodem en Afvalstoffen van het Operationeel Directoraat-generaal Fiscaliteit van de Waalse Overheidsdienst";
  b) 5° wordt opgeheven.

Art.10. In artikel 5 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Waalse Regering van 3 maart 2016 en 13 juli 2017, worden volgende wijzigingen aangebracht:
  a) onder 2° worden de woorden "en de belastingen en retributies inzake de financiering van het waterbeleid" ingevoegd tussen de woorden "op de afvalstoffen" en de woorden "de ambtenaren van het Departement Bodem en Afvalstoffen van het Operationeel Directoraat-generaal Fiscaliteit van de Waalse Overheidsdienst";
  b) 5° wordt opgeheven.

Art.11. In artikel 6 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Waalse Regering van 6 december 2007, 3 maart 2016 en 13 juli 2017, worden volgende wijzigingen aangebracht:
  a) onder 4° worden de woorden "en de belastingen en retributies inzake de financiering van het waterbeleid" ingevoegd tussen de woorden "op de afvalstoffen" en de woorden "de ambtenaren van het Departement Bodem en Afvalstoffen van het Operationeel Directoraat-generaal Fiscaliteit van de Waalse Overheidsdienst";
  b) 8° wordt opgeheven.

Art.12. In artikel 7 van hetzelfde besluit, vervangen door het de besluit van de Waalse Regering van 23 oktober 2014 en gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 3 maart 2016, worden volgende wijzigingen aangebracht:
  1° het tweede lid wordt vervangen door wat volgt:
  "In afwijking van lid 1 en overeenkomstig artikel D.282 van Boek II van het Milieuwetboek dat het Waterwetboek inhoudt, worden voor de retributies en bijdragen betreffende de financiering van het waterbeleid en de belastingen op afvalstoffen de kohieren vastgesteld door de Directeur-generaal van het Operationeel Directoraat-generaal Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu van de Waalse Overheidsdienst of door de door hem afgevaardigde ambtenaar en uitvoerbaar verklaard door de Directeur-generaal van het van het Operationeel Directoraat-generaal Fiscaliteit van de Waalse Overheidsdienst of door de door hem afgevaardigde ambtenaar." ;
  2° lid 3 wordt opgeheven.

Art.13. In artikel 8 van hetzelfde besluit, vervangen door het de besluit van de Waalse Regering van 22 december 2009 en gewijzigd bij de besluiten van de Waalse Regering van 10 mei 2010, 3 maart 2016 en 13 juli 2017, worden volgende wijzigingen aangebracht:
  a) onder 4° worden de woorden "en de belastingen en retributies inzake de financiering van het waterbeleid" ingevoegd tussen de woorden "op de afvalstoffen" en de woorden "het Departement Bodem en Afvalstoffen van het Operationeel Directoraat-generaal Fiscaliteit van de Waalse Overheidsdienst";
  b) 7° wordt opgeheven.

Art.14. In artikel 9 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Waalse Regering van 6 december 2007, 3 maart 2016 en 13 juli 2017, worden volgende wijzigingen aangebracht:
  a) 4° wordt vervangen als volgt:
  "4° voor de toepassing van de afvalstoffenbelastingen en de retributies en bijdragen inzake de financiering van het Waterbeleid, de directeur van de Directie Economische en Financiële Instrumenten van het Departement Bodem en Afvalstoffen van het Operationeel Directoraat-generaal Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu van de Waalse Overheidsdienst of de door hem afgevaardigd ambtenaar";
  b) 7° wordt opgeheven.

Art.15. In artikel 15, § 3, van hetzelfde besluit, hernummerd bij het besluit van de Waalse Regering van 6 december 2007 en gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 3 maart 2016, worden de woorden "dienst bedoeld in artikel 3, 5°, " vervangen door de woorden "dienst bedoeld in artikel 3, 2°, ".

Art.16. In artikel 22bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 6 december 2007 en gewijzigd bij de besluiten van de Waalse Regering van 3 maart 2016 en 13 juli 2017 wordt paragraaf 2 vervangen door hetgeen volgt:
  " § 2. De dienst bedoeld in artikel 63, § 2, 1°, van het decreet is de directeur van de Directie Financiële en Economische Instrumenten van het Departement Bodems en Afvalstoffen van he Operationeel Directoraat-generaal Landbouw, Natuurlijke Hulpmiddelen en Leefmilieu van de Waalse Overheidsdienst.".

Art.17. In artikel 23 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Waalse Regering van 22 maart 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° het tweede lid wordt vervangen door wat volgt:
  "De dienst aangewezen door de Regering als bedoeld in artkel 64 van het decreet voor de toepassing van de afvalstoffenbelastingen en de retributies en bijdragen inzake de financiering van het Waterbeleid is het Departement Bodem en Afvalstoffen van het Operationeel Directoraat-generaal Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu van de Waalse Overheidsdienst, vertegenwoordigd door de directeur van de Directie Economische en Financiële Instrumenten." ;
  2° lid 3 wordt opgeheven.

Art.18. Bijlage XXXVIII wordt gewijzigd in het reglementair deel van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, in de zin van de bij dit besluit gevoegde bijlage 1.

Art.19. De artikelen 6 tot 16 hebben uitwerking op 1 september 2018.

Art.20. De Minister van Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.

BIJLAGE.
Art. N. Bijlage 38
  (Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 29-10-2019, p. 102916)