16 NOVEMBER 2018. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 8 december 2013 tot bepaling van de nadere regels voor het indienen van een erkenningsdossier, de procedure voor de toekenning van de erkenning en de regels inzake controle, schorsing en intrekking van de erkenning van de instanties bedoeld in artikel 201 van de Spoorcodex en tot wijziging van het koninklijk besluit van 8 december 2013 betreffende de criteria van aanwijzing, de nadere regels voor de indiening van de aanwijzingsaanvraag van instanties belast met de uitvoering van de keuringsprocedure van subsystemen door verwijzing naar de veiligheidsvoorschriften en de nadere regels voor schorsing en intrekking van de aanwijzing
HOOFDSTUK 1. - Wijziging van het koninklijk besluit van 8 december 2013 tot bepaling van de nadere regels voor het indienen van een erkenningsdossier, de procedure voor de toekenning van de erkenning en de regels inzake controle, schorsing en intrekking van de erkenning van de instanties bedoeld in artikel 201 van de Spoorcodex
Art. 1-3
HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het koninklijk besluit van 8 december 2013 betreffende de criteria van aanwijzing, de nadere regels voor de indiening van de aanwijzingsaanvraag van instanties belast met de uitvoering van de keuringsprocedure van subsystemen door verwijzing naar de veiligheidsvoorschriften en de nadere regels voor schorsing en intrekking van de aanwijzing
Art. 4-6
HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen
Art. 7-8
HOOFDSTUK 1. - Wijziging van het koninklijk besluit van 8 december 2013 tot bepaling van de nadere regels voor het indienen van een erkenningsdossier, de procedure voor de toekenning van de erkenning en de regels inzake controle, schorsing en intrekking van de erkenning van de instanties bedoeld in artikel 201 van de Spoorcodex
Artikel 1. In artikel 2 van het koninklijk besluit van 8 december 2013 tot bepaling van de nadere regels voor het indienen van een erkenningsdossier, de procedure voor de toekenning van de erkenning en de regels inzake controle, schorsing en intrekking van de erkenning van de instanties bedoeld in artikel 201 van de Spoorcodex, vervangen bij het koninklijk besluit van 21 juli 2016, wordt vóór het eerste lid een lid toegevoegd, luidende:
" De minister bevoegd voor het spoorwegvervoer of zijn gemachtigde erkent de instanties die belast zijn met de uitvoering van de procedure voor de beoordeling van de conformiteit of de geschiktheid voor gebruik bedoeld in de artikelen 162 tot 165 van de Spoorcodex alsook van de keuringsprocedure bedoeld in artikel 172 van de Spoorcodex, met het oog op hun aanmelding. ".
Art.2. In artikel 2/1, vierde lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 21 juli 2016, worden de woorden "tot erkenning of tot weigering" ingevoegd tussen de woorden "beslissing" en de woorden "mee aan de aanvrager".
Art.3. Artikel 4/1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 21 juli 2016, wordt vervangen als volgt:
"Art. 4/1. Als de minister bevoegd voor het spoorwegvervoer of zijn gemachtigde over informatie beschikt waaruit blijkt dat de aangemelde instantie niet langer aan één of meerdere erkenningsvoorwaarden voldoet, en de minister bevoegd voor het spoorwegvervoer of zijn gemachtigde, na de instantie in staat te hebben gesteld om haar opmerkingen kenbaar te maken, opnieuw vaststelt dat deze instantie niet aan de voorwaarden voldoet, kan hij de erkenning intrekken.".
HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het koninklijk besluit van 8 december 2013 betreffende de criteria van aanwijzing, de nadere regels voor de indiening van de aanwijzingsaanvraag van instanties belast met de uitvoering van de keuringsprocedure van subsystemen door verwijzing naar de veiligheidsvoorschriften en de nadere regels voor schorsing en intrekking van de aanwijzing
Art.4. In artikel 4 van het koninklijk besluit van 8 december 2013 betreffende de criteria van aanwijzing, de nadere regels voor de indiening van de aanwijzingsaanvraag van instanties belast met de uitvoering van de keuringsprocedure van subsystemen door verwijzing naar de veiligheidsvoorschriften en de nadere regels voor schorsing en intrekking van de aanwijzing, vervangen bij het koninklijk besluit van 21 juli 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° voor het eerste lid wordt een lid toegevoegd, luidende:
" De minister bevoegd voor het spoorwegvervoer of zijn gemachtigde wijst de instanties aan die belast zijn met de uitvoering van de keuringsprocedure van conformiteit met de veiligheidsvoorschriften, bij afwezigheid van TSI's, wanneer de TSI's niet op het volledige netwerk van toepassing zijn, wanneer een afwijking werd aangemeld of wanneer in een specifiek geval de toepassing van de nationale voorschriften overeenkomstig artikel 174 van de Spoorcodex noodzakelijk is. ";
2° de woorden "aanvraag tot erkenning" worden vervangen door de woorden "aanvraag tot aanwijzing".
Art.5. In artikel 4/1, vierde lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 21 juli 2016, worden de woorden "tot aanwijzing of tot weigering" ingevoegd tussen de woorden "beslissing" en de woorden "mee aan de aanvrager".
Art.6. Artikel 7 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 21 juli 2016, wordt vervangen als volgt:
"Art. 7. Als de minister bevoegd voor het spoorwegvervoer of zijn gemachtigde over informatie beschikt waaruit blijkt dat de aangewezen instantie niet langer aan één of meerdere voorwaarden van haar aanwijzing voldoet, en de minister bevoegd voor het spoorwegvervoer of zijn gemachtigde, na de instantie in staat te hebben gesteld om haar opmerkingen kenbaar te maken, opnieuw vaststelt dat deze instantie niet aan de voorwaarden voldoet, kan hij de aanwijzing intrekken.".
HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen
Art.7. De erkenningen, aanmeldingen en aanwijzingen uitgevoerd vóór de inwerkingtreding van dit besluit, blijven geldig.
Art. 8. De minister bevoegd voor het spoorwegvervoer is belast met de uitvoering van dit besluit.