Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

28 SEPTEMBER 2018. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse besluiten inzake ruimtelijke ordening, ruimtelijke veiligheidsrapportage en milieueffectrapportage



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 april 2000 tot bepaling van de vergunningsplichtige functiewijzigingen
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2000 tot aanwijzing van de handelingen in de zin van artikel 4.1.1, 5°, artikel 4.4.7, § 2, en artikel 4.7.1, § 2, tweede lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
Art. 2-4
HOOFDSTUK 3. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2003 tot bepaling van de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect
Art. 5
HOOFDSTUK 4. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 26 januari 2007 houdende nadere regels inzake de ruimtelijke veiligheidsrapportage
Art. 6
HOOFDSTUK 5. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juli 2009 tot oprichting van de kapitaalschadecommissies en tot regeling van de kapitaalschadecompensatie ter uitvoering van het decreet grond- en pandenbeleid
Art. 7
HOOFDSTUK 6. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is
Art. 8-28
HOOFDSTUK 7. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 29 januari 2016 houdende de uitvoering van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid
Art. 29
HOOFDSTUK 8. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2017 betreffende het geïntegreerde planningsproces voor ruimtelijke uitvoeringsplannen, planmilieueffectrapportage, ruimtelijke veiligheidsrapportage en andere effectbeoordelingen
Art. 30
HOOFDSTUK 9. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 tot bepaling van nadere regels voor de opmaak, de vaststelling en de herziening van ruimtelijke beleidsplannen en tot wijziging van diverse besluiten van de Vlaamse Regering in het kader van de regeling van de ruimtelijke beleidsplanning
Art. 31-32
HOOFDSTUK 10. - Slotbepaling
Art. 33



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2000035455  2000035477  2003035762  2007035802  2009203838  2010035645  2016035410  2017011334  2018030812 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 april 2000 tot bepaling van de vergunningsplichtige functiewijzigingen
Artikel 1. In artikel 2, § 3, 4°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 april 2000 tot bepaling van de vergunningsplichtige functiewijzigingen, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 17 juli 2015 en 27 november 2015, wordt de zinsnede "ruimtelijke uitvoeringsplannen, plannen van aanleg, verkavelingsvergunningen, of omgevingsvergunningen voor het verkavelen van gronden" vervangen door de zinsnede "gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen, bijzondere plannen van aanleg, minder dan vijftien jaar oude verkavelingsvergunningen of minder dan vijftien jaar oude omgevingsvergunningen voor het verkavelen van gronden".

HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2000 tot aanwijzing van de handelingen in de zin van artikel 4.1.1, 5°, artikel 4.4.7, § 2, en artikel 4.7.1, § 2, tweede lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
Art.2. In artikel 1/1 van het besluit van de Vlaamse regering van 5 mei 2000 tot aanwijzing van de handelingen in de zin van artikel 4.1.1, 5°, artikel 4.4.7, § 2, en artikel 4.7.1, § 2, tweede lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2012 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° een punt 2° /1° wordt ingevoegd, dat luidt als volgt :
  "2° /1 dienstenzone: een zone op openbaar domein bestemd om weggebruikers ten dienste te staan met infrastructuur zoals parkeer-, picknick- of rustplekken, sanitair, restaurants, tankstations, laadpalen, hotels of motels;";
  2° een punt 2° /2 wordt ingevoegd, dat luidt als volgt :
  "2° /2 erkende sportclub : een sportclub met openbaar karakter, die aan een van volgende voorwaarden voldoet :
  a) ze is aangesloten bij een erkende sportfederatie als bedoeld in het decreet van 10 juni 2016 houdende de erkenning en subsidiëring van de georganiseerde sportsector;
  b) ze is erkend door het lokaal bestuur;".

Art.3. In artikel 2 van hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 25 november 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° er wordt een punt 4° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt :
  "4° /1 de warmte- en koudenetleidingen die bedoeld zijn voor het openbaar distributienet, met inbegrip van de bijbehorende infrastructuur, zoals warmteoverdrachtstations, pompgebouwen, aftakstations en andere;";
  2° er worden een punt 14° en een punt 15° toegevoegd, die luiden als volgt :
  "14° de dienstenzones langs wegen;
  15° de gemeentelijke of intergemeentelijke begraafplaatsen.".

Art.4. In artikel 3 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2012 en gewijzigd bij de besluiten de Vlaamse Regering van 9 oktober 2015 en 27 november 2015, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in paragraaf 1, eerste lid, wordt een punt 8° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt :
  "8° /1 de aanleg, wijziging of uitbreiding van ondergrondse warmte- en koudenetleidingen die bedoeld zijn voor het openbaar distributienet, en de bijbehorende kleinschalige infrastructuur, zoals toezichtsputten, pompputten, ontluchters en voedings- en schakelkasten;";
  2° aan paragraaf 1, eerste lid, wordt een punt 15° toegevoegd, dat luidt als volgt :
  "15° handelingen in het kader van de zones die de gemeente afgebakend heeft voor de uitstrooiing, begraving of bewaring van assen, vermeld in artikel 24, § 1, vierde lid, van het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en lijkbezorging.";
  3° in paragraaf 2, eerste lid, 3°, wordt punt b) vervangen door wat volgt :
  "b) dienstenzones langs autosnelwegen";
  4° in paragraaf 2, eerste lid, wordt een punt 8° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt :
  "8° /1 de aanleg, wijziging of uitbreiding van ondergrondse of bovengrondse warmte- en koudenetleidingen die bedoeld zijn voor het openbaar distributienet, en de aanhorigheden met het oog op de exploitatie, zoals warmteoverdrachtstations, pompgebouwen en aftakstations;";
  5° aan paragraaf 2, eerste lid, worden een punt 15° tot en met 18° toegevoegd, die luiden als volgt :
  "15° de wijziging of uitbreiding van een opvangcentrum voor wilde dieren als vermeld in artikel 1, 13°, van het Soortenbesluit van 15 mei 2009, en van een dierenasiel als vermeld in artikel 3, 3, van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren;
  16° de aanleg, wijziging of uitbreiding van gebouwen die aansluiten bij en in functie staan van bestaande, vergunde of hoofdzakelijk vergunde sportterreinen of sportinfrastructuur, als aan al de volgende voorwaarden is voldaan :
  a) de sportactiviteit wordt op regelmatige basis georganiseerd door een erkende sportclub;
  b) naar gelang het geval worden de volgende maximale oppervlakte en bouwvolume in acht genomen :
  1) als er nog geen vergunde of hoofdzakelijk vergunde gebouwen aanwezig zijn, blijft de grondoppervlakte van het nieuwe gedeelte beperkt tot maximaal 100 vierkante meter en het bouwvolume tot maximaal 300 kubieke meter;
  2) als er reeds vergunde of hoofdzakelijk vergunde gebouwen aanwezig zijn, worden de oppervlakte en het bouwvolume maximaal met 20 % vermeerderd ten opzichte van de op 1 april 2018 bestaande, vergunde of hoofdzakelijk vergunde oppervlakte en bouwvolume. Als de op deze wijze berekende oppervlakte kleiner is dan 100 vierkante meter, kan een totale bijkomende oppervlakte tot 100 vierkante meter vergund worden. Als het op deze wijze berekende bouwvolume kleiner is dan 300 kubieke meter, kan een totaal bijkomend bouwvolume tot 300 kubieke meter vergund worden;
  17° de aanleg, wijziging of uitbreiding van constructies, niet zijnde gebouwen, die aansluiten bij en in functie staan van bestaande, vergunde of hoofdzakelijk vergunde sportterreinen of sportinfrastructuur, als aan al de volgende voorwaarden is voldaan :
  a) de sportactiviteit wordt op regelmatige basis georganiseerd door een erkende sportclub;
  b) de constructies zijn niet hoger dan 15 meter;
  c) de constructies zijn niet groter dan 200 vierkante meter;
  18° de aanleg, wijziging of uitbreiding van sportterreinen die aansluiten bij en in functie staan van bestaande, vergunde of hoofdzakelijk vergunde sportterreinen of sportinfrastructuur, als aan al de volgende voorwaarden is voldaan :
  a) de sportactiviteit wordt op regelmatige basis georganiseerd door een erkende sportclub;
  b) bij de aanleg, wijziging of uitbreiding wordt de oppervlakte van de sportterreinen maximaal met 20 % vermeerderd ten opzichte van de op 1 april 2018 bestaande, vergunde of hoofdzakelijk vergunde oppervlakte van de sportterreinen en sportinfrastructuur. Als de op deze wijze berekende oppervlakte kleiner is dan 500 vierkante meter, kan een totale bijkomende oppervlakte tot 500 vierkante meter vergund worden. Als de op deze wijze berekende oppervlakte groter is dan 3000 vierkante meter, kan slechts een totale bijkomende oppervlakte tot 3000 vierkante meter vergund worden.".

HOOFDSTUK 3. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2003 tot bepaling van de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect
Art.5. In artikel 1/1, 3°, van het besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003 tot bepaling van de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect, vernummerd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 29 mei 2009 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in punt d) wordt tussen de woorden "veranda of" en het woord "overdekt" de zinsnede "een soortgelijke constructie die bestaat uit minstens 75 % glas of doorzichtig materiaal of een" ingevoegd;
  2° een punt e) wordt toegevoegd, dat luidt als volgt: "e) een technische cabine.".

HOOFDSTUK 4. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 26 januari 2007 houdende nadere regels inzake de ruimtelijke veiligheidsrapportage
Art.6. In bijlage 2 bij het besluit van de Vlaamse Regering van 26 januari 2007 houdende nadere regels inzake de ruimtelijke veiligheidsrapportage, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2017, wordt de zinsnede "Seveso-inrichting aanwezig in plangebied?" vervangen door de zinsnede "Seveso-inrichting aanwezig of mogelijk in plangebied?".

HOOFDSTUK 5. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juli 2009 tot oprichting van de kapitaalschadecommissies en tot regeling van de kapitaalschadecompensatie ter uitvoering van het decreet grond- en pandenbeleid
Art.7. In artikel 8, eerste lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juli 2009 tot oprichting van de kapitaalschadecommissies en tot regeling van de kapitaalschadecompensatie ter uitvoering van het decreet grond- en pandenbeleid wordt de zinsnede "artikel 2.2.2, § 1, eerste lid, 7° " vervangen door de zinsnede "artikel 2.2.5, § 1, eerste lid, 9° ".

HOOFDSTUK 6. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is
Art.8. In artikel 1.4 van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 en 15 juli 2016, worden de woorden "verkavelingen of omgevingsvergunningen voor het verkavelen van gronden" vervangen door de woorden "minder dan vijftien jaar oude verkavelingsvergunningen of minder dan vijftien jaar oude omgevingsvergunningen voor het verkavelen van gronden".

Art.9. In artikel 1.6, eerste lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° aan punt 1° wordt de zinsnede ", alsook in de bedding van deze waterlopen" toegevoegd;
  2° in punt 3° wordt de zinsnede "artikel 3, § 2, 43° " vervangen door de zinsnede "artikel 3, § 2, 43bis° ".

Art.10. In de inleidende zin van artikel 4.2 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016, worden de woorden "stedenbouwkundige vergunning of een" opgeheven.

Art.11. In de inleidende zin van artikel 4.3 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016, worden de woorden "stedenbouwkundige vergunning of een" opgeheven.

Art.12. In de inleidende zin van artikel 5.3 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016, worden de woorden "stedenbouwkundige vergunning of een" opgeheven.

Art.13. Aan artikel 6.1, 1°, van hetzelfde besluit, wordt een punt d) toegevoegd, dat luidt als volgt:
  "d) ze liggen niet op openbaar domein;".

Art.14. In artikel 6.2, eerste lid, 3°, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016, worden de woorden "die de aard en de functie van het terrein niet wijzigen" geschrapt.

Art.15. In artikel 6.3 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016, worden de woorden "stedenbouwkundige vergunning of een" opgeheven.

Art.16. Artikel 7.1 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 en 15 juli 2016, wordt vervangen door wat volgt :
  "Art. 7.1. Een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen is niet nodig voor tijdelijke handelingen die nodig zijn om vergunde handelingen, meldingsplichtige handelingen waarvan akte is genomen of van vergunning vrijgestelde handelingen uit te voeren als die tijdelijke handelingen plaatsvinden op openbaar domein, op het goed of binnen de werkstrook die afgebakend is in de omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen of in de meldingsakte. De tijdelijke handelingen die nodig zijn om de van vergunning vrijgestelde handelingen uit te voeren, mogen niet langer dan een jaar duren.
  Een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen is niet nodig voor de tijdelijke plaatsing van verplaatsbare constructies tijdens de uitvoering van vergunde verbouwingen of herbouwingen van gebouwen, meldingsplichtige verbouwingen of herbouwingen waarvan akte is genomen of van vergunning vrijgestelde verbouwingen als aan al de volgende voorwaarden is voldaan :
  1° de constructies worden gebruikt om functies in onder te brengen die door de uitvoering van de handelingen niet meer kunnen plaatsvinden in de te verbouwen of herbouwen gebouwen;
  2° de constructies worden niet langer dan twee jaar geplaatst in geval van vergunde of meldingsplichtige verbouwingen of herbouwingen en niet langer dan een jaar in geval van verbouwingen die vrijgesteld zijn van vergunning;
  3° de maximale hoogte is beperkt tot 3,5 meter;
  4° bij plaatsing op een goed dat niet tot het openbaar domein behoort, wordt de constructie op minimaal twee meter afstand van de zijdelingse en van de achterste perceelsgrens geplaatst;
  5° de constructies worden verwijderd binnen dertig dagen nadat de verbouwde of herbouwde gebouwen in gebruik zijn genomen.".

Art.17. In de inleidende zin van artikel 7.5 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016, worden de woorden "stedenbouwkundige vergunning of een" opgeheven.

Art.18. In artikel 8.2 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 17 januari 2014 en 15 juli 2016, wordt punt 4°, opgeheven door het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016, opnieuw opgenomen in de volgende lezing :
  "4° de handelingen betreffen niet het slopen of verwijderen van gebouwen, met uitzondering van het slopen of verwijderen, vermeld in hoofdstuk 13.".

Art.19. Aan artikel 8.3 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015, wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt :
  "Een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen is niet nodig voor de aanleg van leidingen van militair strategisch belang en hun aanhorigheden.".

Art.20. In de inleidende zin van artikel 8.4, eerste lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 januari 2014 en vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 maart 2017, worden de woorden "stedenbouwkundige vergunning of een" opgeheven.

Art.21. In artikel 10 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 26 november 2010, 27 november 2015 en 15 juli 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in punt 1° wordt het getal "150" vervangen door het getal "300" en worden de woorden "of wijziging" geschrapt;
  2° punt 2° wordt vervangen door wat volgt :
  "2° het geheel of gedeeltelijk wijzigen van een bestaande verharding. De vrijstelling geldt niet als de bestaande weg een aardeweg, grindweg, steengruisweg of kasseiweg is of als de bestaande weg een waterdoorlatend karakter heeft;";
  3° in punt 4° worden de woorden "aardgas en andere nutsvoorzieningen" vervangen door de zinsnede "aardgas, warmte- en koudenetleidingen en andere nutsvoorzieningen".

Art.22. In artikel 11.5, 1°, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° de woorden "op dezelfde plaats" worden opgeheven;
  2° een zin wordt toegevoegd, die luidt als volgt: "De vervanging gebeurt op dezelfde plaats of onmiddellijk aansluitend bij de vergunde pyloon of mast, waarbij de nieuwe afstanden tot de perceelsgrenzen niet kleiner zijn dan de bestaande afstand tot de dichtstbijzijnde perceelsgrens.".

Art.23. In artikel 11.9 van hetzelfde besluit worden de woorden "handelingen niet niet voor komen" vervangen door de woorden "handelingen niet voor komen".

Art.24. In artikel 12.1 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 en 15 juli 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in punt 4° wordt het woord "bestaande" opgeheven en worden de woorden "en de bijbehorende technische installatie ondergronds geplaatst wordt of onmiddellijk aansluit bij de pyloon of mast" opgeheven;
  2° aan punt 5° wordt de zinsnede ", met een maximaal volume van dertig kubieke meter per openbare telecommunicatie-operator" toegevoegd;
  3° punt 8° wordt vervangen door wat volgt :
  "8° de plaatsing op de grond van installaties met een maximale hoogte van vijf meter, en de bij deze installaties horende ondergrondse constructies waarbij het maximaal bovengronds volume per openbare telecommunicatie-operator als volgt bedraagt :
  a) drie kubieke meter als het hoogste punt van de hoogste antenne lager is dan 15 meter boven het maaiveld;
  b) vijf kubieke meter als het hoogste punt van de hoogste antenne lager is dan 25 meter boven het maaiveld;
  c) tien kubieke meter als het hoogste punt van de hoogste antenne lager is dan 35 meter boven het maaiveld;
  d) dertig kubieke meter als het hoogste punt van de hoogste antenne hoger is dan 35 meter boven het maaiveld;";
  4° een punt 9° wordt toegevoegd, dat luidt als volgt :
  "9° de plaatsing op openbaar domein van installaties met een maximaal volume van dertig kubieke meter per openbare telecommunicatie-operator en met een maximale hoogte van vijf meter.".

Art.25. Artikel 12.3 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 en 15 juli 2016, wordt vervangen door wat volgt :
  "Art. 12.3. Een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen is niet nodig voor de plaatsing van allerlei installaties met betrekking tot zend- en ontvangstinstallaties voor telecommunicatie als voldaan is aan al de volgende voorwaarden :
  1° het betreft geen gebouwen of delen van gebouwen;
  2° de plaatsing gebeurt op daken;
  3° de hoogte van de installaties op elk punt boven de dakrand is kleiner dan de afstand tot de dakrand of tot minstens één van de in een bepaalde richting gelegen dakranden van het gebouw en de aangrenzende gebouwen;
  4° de maximale hoogte van de installaties is beperkt tot vijf meter boven de dakrand van het dak waarop de installaties zich bevinden.".

Art.26. In artikel 12.4 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in de inleidende zin van het eerste lid worden de woorden "stedenbouwkundige vergunning of" opgeheven;
  2 er wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt :
  "Een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen is niet nodig voor de plaatsing van ondergrondse technische installaties en van ondergrondse leidingen en communicatiekabels naar zend- en ontvangstinstallaties voor telecommunicatie.".

Art.27. In artikel 12/1.1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° de woorden "stedenbouwkundige vergunning of" worden opgeheven;
  2° punt 2° wordt vervangen door wat volgt :
  "2° de aard van het terrein kan wijzigen, maar de functie van het terrein wijzigt niet;";
  3° in punt 3° wordt tussen het woord "het" en de woorden "volume van" het woord "totale" ingevoegd.

Art.28. In hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 14 juli 2017, wordt een artikel 13.3 ingevoegd, dat luidt als volgt :
  "Art. 13.3. Een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen is niet nodig voor de volledige afbraak of volledige bovengrondse afbraak van een bestaande pyloon of mast en aanhorigheden zoals leidingen en omvormingsstations."."

HOOFDSTUK 7. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 29 januari 2016 houdende de uitvoering van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid
Art.29. In artikel 3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 29 januari 2016 houdende de uitvoering van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid, wordt punt 8° vervangen door wat volgt :
  "8° Omgeving.".

HOOFDSTUK 8. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2017 betreffende het geïntegreerde planningsproces voor ruimtelijke uitvoeringsplannen, planmilieueffectrapportage, ruimtelijke veiligheidsrapportage en andere effectbeoordelingen
Art.30. In artikel 7, vijfde lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2017 betreffende het geïntegreerde planningsproces voor ruimtelijke uitvoeringsplannen, planmilieueffectrapportage, ruimtelijke veiligheidsrapportage en andere effectbeoordelingen, worden de woorden "of met een beveiligde zending" vervangen door de zinsnede ", schriftelijk of digitaal".

HOOFDSTUK 9. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 tot bepaling van nadere regels voor de opmaak, de vaststelling en de herziening van ruimtelijke beleidsplannen en tot wijziging van diverse besluiten van de Vlaamse Regering in het kader van de regeling van de ruimtelijke beleidsplanning
Art.31. Aan artikel 25, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 tot bepaling van nadere regels voor de opmaak, de vaststelling en de herziening van ruimtelijke beleidsplannen en tot wijziging van diverse besluiten van de Vlaamse Regering in het kader van de regeling van de ruimtelijke beleidsplanning, wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt als volgt :
  "De deputatie brengt het departement vóór de aanvang van het openbaar onderzoek schriftelijk, analoog of digitaal, op de hoogte van de voorlopige vaststelling en de startdatum van het openbaar onderzoek.".

Art.32. Aan artikel 42, § 1, van hetzelfde besluit, wordt een derde lid toegevoegd dat luidt als volgt :
  "Het college van burgemeester en schepenen brengt het departement, de deputatie en de colleges van burgemeester en schepenen van de aangrenzende gemeenten vóór de aanvang van het openbaar onderzoek schriftelijk, analoog of digitaal, op de hoogte van de voorlopige vaststelling en de startdatum van het openbaar onderzoek.".

HOOFDSTUK 10. - Slotbepaling
Art. 33. De Vlaamse minister, bevoegd voor de ruimtelijke ordening, en de Vlaamse minister, bevoegd voor het leefmilieu en het waterbeleid, zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.