Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

5 OKTOBER 2018. - Koninklijk besluit tot wijziging van sommige bepalingen betreffende bepaalde leidende ambten bij de politiediensten



Inhoudstafel:

TITEL I. - WIJZIGINGSBEPALINGEN
HOOFDSTUK 1. - De loonschalen O7 en O8
Art. 1-8
HOOFDSTUK 2. - De weddebijslag voor de uitoefening van een mandaat
Art. 9
HOOFDSTUK 3. - Wijziging van het koninklijk besluit van 15 januari 2001 tot instelling bij het Departement van Binnenlandse Zaken van een Administratief-Technisch Secretariaat
Art. 10-11
HOOFDSTUK 4. - Wijziging van het koninklijk besluit van 10 mei 2007 tot instelling bij de Minister van Justitie van een Technisch en Administratief Secretariaat
Art. 12-13
HOOFDSTUK 5. - Wijziging van het koninklijk besluit van 19 maart 2008 betreffende de werking van het secretariaat van de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus
Art. 14
TITEL II. - OVERGANGSBEPALINGEN
Art. 15-16
TITEL III. - SLOTBEPALINGEN
Art. 17-18



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2001000075  2001000327  2007009529  2008000199 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

TITEL I. - WIJZIGINGSBEPALINGEN
HOOFDSTUK 1. - De loonschalen O7 en O8
Artikel 1. In artikel VII.II.3 RPPol, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 2 maart 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° paragraaf 1 wordt opgeheven;
  2° in paragraaf 2, eerste lid, worden de woorden "Met uitzondering van de loonschaalverhoging bedoeld in § 1, wordt de hogere loonschaal binnen de baremische loopbaan toegekend" vervangen door de woorden "De hogere loonschaal binnen de baremische loopbaan wordt toegekend".

Art.2. In artikel VII.II.24 RPPol, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 december 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in het eerste lid worden de woorden "Onverminderd de artikelen VII.II.28 tot VII.II.49 wordt een baremische loopbaan" vervangen door de woorden "Een baremische loopbaan wordt";
  2° in het eerste lid, 4°, wordt het woord "zes" vervangen door het woord "tien";
  3° in het eerste lid wordt de bepaling onder 5° opgeheven;
  4° het artikel wordt aangevuld met een lid, luidende :
  "De toekenning van de loonschaal O7 is eveneens onderworpen aan de aanvraag van het personeelslid. Die aanvraag kan later niet worden herroepen. Indien aan alle voorwaarden is voldaan, wordt de loonschaal O7 toegekend op de eerste dag van de volgende maand, tenzij de aanvraag geschiedt op de eerste dag van een maand, in welk geval die loonschaal onmiddellijk wordt toegekend.".

Art.3. In deel VII, titel II, hoofdstuk IV, afdeling 4, RPPol, worden de onderafdelingen 2, 3 en 4, die de artikelen VII.II.25 tot VII.II.49 bevatten, opgeheven.

Art.4. In deel XI, titel II, hoofdstuk II, afdeling 1, onderafdeling 1, RPPol, besluit worden de artikelen XI.II.3bis, XI.II.3ter en XI.II.3quater ingevoegd, luidende :
  "Art. XI.II.3bis. De directeurs-generaal van de federale politie alsook de korpschefs die een mandaat van categorie 4 of 5, bedoeld in artikel 67 van de wet van 26 april 2002, uitoefenen, genieten de loonschaal O8 voor de duur van hun aanwijzing voor dit mandaat. Hun baremische loopbaan blijft ondertussen evolueren overeenkomstig de regelgeving dienaangaande.
  Art. XI.II.3ter. Onverminderd artikel XI.II.10bis, genieten de andere mandatarissen alsook de hoofdcommissarissen van politie die een ambt van directeur van een centrale directie van de federale politie bekleden, bedoeld in de artikelen 3, 7, 9 en 11 van het koninklijk besluit van 14 november 2006 betreffende de organisatie en de bevoegdheden van de federale politie, voor de duur van hun aanwijzing voor dit ambt, de loonschaal O7. Hun baremische loopbaan blijft ondertussen evolueren overeenkomstig de regelgeving dienaangaande.
  Indien de in het eerste lid bedoelde personeelsleden krachtens artikel VII.II.24, 4°, de loonschaal O7 hebben verworven of verwerven, genieten zij de loonschaal O8 voor de duur van hun aanwijzing voor dit ambt of, in voorkomend geval voor het, na het verwerven van de loonschaal O7, nog resterende deel van die duur.
  Art. XI.II.3quater. De bepalingen van artikel XI.II.3ter zijn eveneens van toepassing op de hoofdcommissarissen van politie die een ambt van directeur in een korps van lokale politie van categorie 4 of 5, bedoeld in artikel 67 van de wet van 26 april 2002, dat als dusdanig gekwalificeerd is in de personeelsformatie bekleden.".

Art.5. Artikel XI.III.6, § 1, tweede lid, RPPol, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 april 2013, wordt aangevuld met de bepalingen onder 5° en 6°, luidende :
  " 5° de loonschaal O7 of de loonschaal O8 of één van de loonschalen verbonden aan de klassen A4 of A5 geniet;
  6° de weddebijslag voor het uitoefenen van een hoger ambt ontvangt, indien deze het verschil met de loonschaal O7, de loonschaal O8 of één van de loonschalen verbonden aan de klassen A4 of A5 dekt.".

Art.6. In artikel XI.III.7, eerste lid, RPPol, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 3 april 2013 en 29 januari 2014, worden de woorden ", noch de loonschaal O7 of de loonschaal O8 of één van de loonschalen verbonden aan de klassen A4 of A5, noch de weddebijslag voor de uitoefening van een hoger ambt, indien deze het verschil met de loonschaal O7, de loonschaal O8 of één van de loonschalen verbonden aan de klassen A4 of A5 dekt," ingevoegd tussen de woorden "in het buitenland" en het woord "ontvangen".

Art.7. In artikel XI.III.10, § 1, eerste lid, RPPol, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 april 2013, worden de woorden ", noch de loonschaal O7 of de loonschaal O8 of één van de loonschalen verbonden aan de klassen A4 of A5, noch de weddebijslag voor de uitoefening van een hoger ambt die het verschil met de loonschaal O7, de loonschaal O8 of één van de loonschalen verbonden aan de klassen A4 of A5 dekt," ingevoegd tussen de woorden "in het buitenland" en het woord "genieten".

Art.8. In het RPPol wordt een artikel XI.III.12bis ingevoegd, luidende :
  "Art. XI.III.12bis. De directeurs van de centrale directies van de federale politie, bedoeld in de artikelen 3, 7, 9 en 11 van het koninklijk besluit van 14 november 2006 betreffende de organisatie en de bevoegdheden van de federale politie genieten een functietoelage ten bedrage van 8.031,76 EUR per jaar.
  Het eerste lid is eveneens van toepassing op de hoofdcommissarissen van politie alsook op de adviseurs van klasse A4 en A5 die een ambt van directeur in een korps van lokale politie van categorie 4 of 5, bedoeld in artikel 67 van de wet van 26 april 2002, dat als dusdanig gekwalificeerd is in de personeelsformatie, bekleden.".

HOOFDSTUK 2. - De weddebijslag voor de uitoefening van een mandaat
Art.9. Artikel XI.II.17, § 2, RPPol, wordt aangevuld met een lid, luidende :
  "De weddebijslag wordt gevoegd bij de jaarlijkse brutobezoldiging voor de berekening van het vakantiegeld en de eindejaarstoelage.".

HOOFDSTUK 3. - Wijziging van het koninklijk besluit van 15 januari 2001 tot instelling bij het Departement van Binnenlandse Zaken van een Administratief-Technisch Secretariaat
Art.10. Artikel 5, eerste lid, van het koninklijk besluit van 15 januari 2001 tot instelling bij het departement van Binnenlandse Zaken van een Administratief-Technisch Secretariaat wordt aangevuld met de volgende zin :
  "Voor de duur van zijn aanwijzing en de uitoefening van zijn functies, geniet die hoger officier dezelfde bezoldiging als die toegekend aan een directeur-generaal van de federale politie.".

Art.11. In artikel 7, § 1, van hetzelfde besluit, wordt het eerste lid vervangen als volgt :
  "De leden van het Secretariaat, met uitzondering van de hoger officier bedoeld in artikel 5, eerste lid, ontvangen een toelage waarvan het jaarlijkse bedrag 3.402,84 EUR bedraagt.".

HOOFDSTUK 4. - Wijziging van het koninklijk besluit van 10 mei 2007 tot instelling bij de Minister van Justitie van een Technisch en Administratief Secretariaat
Art.12. Artikel 5 van het koninklijk besluit van 10 mei 2007 tot instelling bij de Minister van Justitie van een Technisch en Administratief Secretariaat wordt aangevuld met een lid, luidende :
  "Het lid van het SAT Justitie, bedoeld in het eerste lid, bekleed met een graad van hoger officier, geniet, voor de duur van zijn aanwijzing en de uitoefening van zijn functies, dezelfde bezoldiging als die toegekend aan een directeur-generaal van de federale politie.".

Art.13. In artikel 7 van hetzelfde besluit, wordt het eerste lid vervangen als volgt :
  "De leden van het SAT Justitie ontvangen een toelage waarvan het jaarlijkse bedrag het volgende is :
  - 6.465,39 EUR voor het lid van niveau A dat of de officier die, uitgezonderd die bedoeld in artikel 5, derde lid, instaat voor de leiding;
  - 3.402,84 EUR voor de overige officieren en de overige leden van niveau A;
  - 2.381,98 EUR voor de overige leden.".

HOOFDSTUK 5. - Wijziging van het koninklijk besluit van 19 maart 2008 betreffende de werking van het secretariaat van de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus
Art.14. Artikel 3 van het koninklijk besluit van 19 maart 2008 betreffende de werking van het secretariaat van de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus wordt aangevuld met een lid, luidende :
  "Voor de duur van zijn aanwijzing en de uitoefening van zijn functies, geniet de directeur-diensthoofd dezelfde bezoldiging als die toegekend aan een directeur van een centrale directie van de federale politie.".

TITEL II. - OVERGANGSBEPALINGEN
Art.15. De hoofdcommissarissen van politie die op datum van bekendmaking van dit besluit voor het overige reeds beantwoorden aan de voorwaarden van artikel VII.II.24 RPPol om van de loonschaal O6 naar de loonschaal O7 over te gaan, kunnen, in afwijking van het vierde lid van dat artikel, aanvragen om over te gaan naar de loonschaal O7 met terugwerkende kracht tot op de dag dat zij aan die voorwaarden voldeden en ten vroegste tot op de datum van inwerkingtreding van dit besluit. Die keuzemogelijkheid vervalt na één maand volgend op de bekendmaking van dit besluit.

Art.16. De personeelsleden die op de dag voor die waarop dit besluit uitwerking heeft, de loonschaal O7 of O8 of een van de loonschalen van de klasse A4 of A5 genoten, en die krachtens de wijzigingen aan de artikelen XI.III.6, XI.III.7 en XI.III.10, RPPol, het recht op de in die artikelen bedoelde toelagen voor onregelmatige prestaties zouden verliezen, blijven het recht op die toelagen te persoonlijken titel genieten, tenzij voor de periodes tijdens dewelke dat recht door een andere bepaling in diezelfde artikelen opgeschort is of zij de toelage bedoeld in artikel XI.III.12bis RPPol genieten.

TITEL III. - SLOTBEPALINGEN
Art.17. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2017.

Art. 18. De minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken en de minister bevoegd voor Justitie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.