15 JANUARI 2001. - Koninklijk besluit tot instelling bij het departement van Binnenlandse Zaken van een Administratief-Technisch Secretariaat. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 26-01-2001 en tekstbijwerking tot 26-06-2019)
Art. 1-7, 7bis, 7ter, 8-12
Artikel 1. Er wordt bij het Departement van de Minister van Binnenlandse Zaken een Administratief-Technisch Secretariaat inzake de geïntegreerde politie (hierna Secretariaat genoemd) ingesteld.
Art.2. Het Secretariaat adviseert de Minister van Binnenlandse Zaken met betrekking tot de technische, administratieve en logistieke aspecten van het dagelijks beheer en van de operaties in het raam van de geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus en staat in voor de verbinding tussen de politiediensten en het Kabinet.
Het Secretariaat zorgt er tevens voor dat de dossiers die aan de Minister van Binnenlandse Zaken binnen deze domeinen voorgelegd worden alle formele en beoordelingselementen bevatten, nodig om een beslissing te nemen.
Art.3. Het Secretariaat staat in voor de verbinding tussen de algemene directie van de bestuurlijke politie, het Crisis- en Coördinatiecentrum van de regering, de Antiterroristische Gemengde Groep (AGG) en het Kabinet van de Minister voor wat betreft de openbare veiligheid en de ordehandhaving.
Inzake de openbare orde en de nationale veiligheid en elke opdracht van bestuurlijke politie waarbij de Minister zijn injunctierecht zou kunnen doen gelden, staat het Secretariaat in voor :
- een wekelijkse evaluatie van de toestand op het grondgebied;
- een voorstel van de te nemen maatregelen;
- de opvolging van de getroffen beslissingen;
- de 24-uren permanentie;
op basis van de elementen aangereikt door de AGG, de algemene directie van de bestuurlijke politie, de veiligheid van de Staat, de algemene rijkspolitie en elke andere dienst die voor de opdrachten van bestuurlijke politie die tot de bevoegdheden van de Minister van Binnenlandse Zaken behoren, over noodzakelijke informatie beschikt.
Art.4.(Het Secretariaat bestaat uit 4 officieren [1 of personeelsleden van niveau A van het administratief en logistiek kader]1 van de federale politie, gedetacheerd uit de directies-generaal van de federale politie, uit ten minste 2 officieren [1 of personeelsleden van niveau A van het administratief en logistiek kader]1 gedetacheerd uit de lokale politie alsook uit één ambtenaar van niveau 1 gedetacheerd uit de Algemene Directie van de Algemene Rijkspolitie. <KB 2002-02-27/33, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 17-06-2002>
De leden worden door de Minister van Binnenlandse Zaken aangewezen voor een (...) hernieuwbaar mandaat van 5 jaar. <KB 2007-05-10/40, art. 10, 005; Inwerkingtreding : 01-06-2007>
Ze worden voorgedragen door :
- de commissaris-generaal voor wat de leden van de federale politie betreft;
- de Vaste Commissie voor de lokale politie voor wat de officieren van de lokale politie betreft.
(- De Directeur-generaal van de Algemene Rijkspolitie voor wat de ambtenaar van de Algemene Rijkspolitie betreft.) <KB 2002-02-27/33, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 17-06-2002>
De hernieuwing van hun mandaat gebeurt ook na voordracht.
De loonkosten van de leden van de lokale politie worden terugbetaald aan de detacherende gemeente of politiezone.
----------
(1)<KB 2011-03-18/06, art. 1, 006; Inwerkingtreding : 17-04-2011>
Art.5.Het Secretariaat wordt geleid door een hoger officier met de rang van directeur-generaal binnen een federale administratie of binnen de federale politie. Hij wordt aangeduid onder de leden van het Secretariaat en coördineert zijn activiteiten. [1 Voor de duur van zijn aanwijzing en de uitoefening van zijn functies, geniet die hoger officier dezelfde bezoldiging als die toegekend aan een directeur-generaal van de federale politie.]1
De administratieve steun van het Secretariaat wordt verleend door personeel dat gedetacheerd is uit de geïntegreerde politiedienst.
(De personeelsformatie van de administratieve steun bestaat uit zeven betrekkingen verdeeld als volgt : twee directiesecretarissen, drie assistenten en twee bedienden.) <KB 2001-07-08/41, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 01-03-2001>
----------
(1)<KB 2018-10-05/01, art. 10, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
Art.6. Het Secretariaat staat onder het gezag van de Minister van Binnenlandse Zaken die deze richtlijnen kan toezenden met betrekking tot zijn werking.
Art.7.(§ 1.) [1 De leden van het Secretariaat, met uitzondering van de hoger officier bedoeld in artikel 5, eerste lid, ontvangen een toelage waarvan het jaarlijkse bedrag 3.402,84 EUR bedraagt.]1
Deze toelage wordt maandelijks na vervallen termijn uitbetaald. De maandtoelage is gelijk aan 1/12e van het jaarlijks bedrag.
De mobiliteitsregeling die geldt voor de wedden van het personeel van de ministeries, geldt ook voor de in dit artikel bepaalde toelage.
Ze wordt gekoppeld aan het spilindexcijfer 138,01.
[2 Deze bepaling is enkel nog van toepassing op de personeelsleden die in dienst zijn op 1 juli 2019, met uitzondering van de aspiranten, ook niet na hun basisopleiding en benoeming.
De personeelsleden die na deze datum het voorwerp uitmaken van een externe werving hebben geen recht op deze toelage.
Vanaf 1 november 2022 is deze bepaling niet meer van toepassing. De personeelsleden die de maandelijkse forfaitaire toelage genieten op die datum of dan zijn aangewezen voor een ambt dat het recht op deze toelage opent, behouden het voordeel van deze toelage zolang zij ononderbroken lid blijven van het Secretariaat. Bij een herplaatsing of mobiliteit naar een betrekking buiten het Secretariaat, vervalt het recht op de toelage definitief en te onherroepelijken titel. Een tijdelijke affectatie van minder dan één jaar, in voorkomend geval na een basisopleiding, doet het recht op deze toelage echter niet uitdoven.]2
(§ 2. Indien zij beantwoorden aan de toekenningsvoorwaarden gekoppeld aan de kennis van een andere taal, kunnen de leden van het Secretariaat eveneens aanspraak maken op de tweetaligheidstoelage bedoeld in artikel XI.III.31 of (XI.III.33bis), RPPol, voor de kennis van een andere landstaal dan de hunne en, indien zij gedetacheerd werden vanuit de lokale politie, op de maaltijdvergoeding en de vergoeding voor trajectkosten waarop de leden van de lokale politie, gedetacheerd in uitvoering van artikel 96 van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, aanspraak kunnen maken.) <KB 2005-03-26/34, art. 31, 004 ; Inwerkingtreding : 22-04-2005> <KB 2007-05-10/40, art. 11, 005; Inwerkingtreding : 01-06-2007>
----------
(1)<KB 2018-10-05/01, art. 11, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
(2)<KB 2019-06-20/02, art. 1, 008; Inwerkingtreding : 01-07-2019>
Art. 7bis.<Ingevoegd bij KB 2001-07-08/41, art. 2; Inwerkingtreding : 01-03-2001> § 1. Aan het personeelslid van het administratief en logistiek kader aangewezen voor de administratieve steun bij het Secretariaat wordt een aanvullende toelage toegekend waarvan het jaarlijks bedrag het volgende is : [1 2.381,98 euro]1.
Deze toelage wordt maandelijks na vervallen termijn uitbetaald. De maandtoelage is gelijk aan 1/12 van het jaarlijks bedrag.
Het mobiliteitsstelsel van toepassing op de wedden van het personeel van de ministeries is eveneens van toepassing op de hiervoor vermelde toelage. Ze wordt gekoppeld aan de spilindex 138,01.
[1 Deze bepaling is enkel nog van toepassing op de personeelsleden die in dienst zijn op 1 juli 2019.
De personeelsleden die na deze datum het voorwerp uitmaken van een externe werving hebben geen recht op deze toelage.
Vanaf 1 november 2022 is deze bepaling niet meer van toepassing. De personeelsleden die de maandelijkse forfaitaire toelage genieten op die datum of dan zijn aangewezen voor een ambt dat het recht op deze toelage opent, behouden het voordeel van deze toelage zolang zij ononderbroken aangewezen zijn voor de administratieve steun bij het Secretariaat. Bij een herplaatsing of mobiliteit naar een andere betrekking buiten het Secretariaat, vervalt het recht op de toelage definitief en te onherroepelijken titel. Een tijdelijke affectatie van minder dan één jaar, in voorkomend geval na een basisopleiding, doet het recht op deze toelage echter niet uitdoven.]1
§ 2. [1 ...]1
----------
(1)<KB 2019-06-20/02, art. 2, 008; Inwerkingtreding : 01-07-2019>
Art. 7ter. <ingevoegd bij 2005-03-26/34, art. 32 ; Inwerkingtreding : 22-04-2005> De wedde en de eventuele weddebijslagen, toelagen, vergoedingen en tegemoetkomingen, met inbegrip van de werkgeversbijdrage, van de gedetacheerden uit de lokale politie zijn ten laste van de Minister van Binnenlandse Zaken.
De nadere regels van deze tenlasteneming zijn dezelfde als deze die van toepassing zijn op de leden van de lokale politie die gedetacheerd zijn in uitvoering van artikel 96 van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus.
Art.8. De commissaris-generaal van de federale politie beheert de werkingsmiddelen van het Secretariaat.
Art.9. Bij overgangsmaatregel en voor het eerste mandaat van 5 jaar zijn de 2 officieren gedetacheerd uit de lokale politie bedoeld in artikel 3, officieren gedetacheerd uit de gemeentepolitie op voordracht van de Vaste Commissie van de gemeentepolitie.
Art.10. De bij artikel 4, eerste lid, bepaalde formatie maakt, op het einde van het vierde jaar na de inwerkingtreding van dit besluit, het voorwerp uit van een evaluatie. De eventuele wijzigingen hebben uitwerking bij de hernieuwing van het mandaat van de leden.
Art.11. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2001.
Art. 12. Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.