Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

30 APRIL 2018. - Koninklijk besluit tot wijziging van het statuut van de militairen betreffende de bevorderingscomités



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Wijziging van het koninklijk besluit van 7 april 1959 betreffende de stand en de bevordering van de beroepsofficieren
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het koninklijk besluit van 25 oktober 1963 betreffende het statuut van de onderofficieren van het actief kader van de krijgsmacht
Art. 2
HOOFDSTUK 3. - Overgangs- en slotbepaling
Art. 3-4



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1959040702  1963102507 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Wijziging van het koninklijk besluit van 7 april 1959 betreffende de stand en de bevordering van de beroepsofficieren
Artikel 1. In artikel 6, § 2, tweede lid, van het koninklijk besluit van 7 april 1959 betreffende de stand en de bevordering van de beroepsofficieren, vervangen bij het koninklijk besluit van 25 juni 1991 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 5 december 2013, worden de woorden "op zeven opeenvolgende lijsten" vervangen door de woorden "van rechtswege op zeven lijsten".

HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het koninklijk besluit van 25 oktober 1963 betreffende het statuut van de onderofficieren van het actief kader van de krijgsmacht
Art.2. In artikel 4, derde lid, van het koninklijk besluit van 25 oktober 1963 betreffende het statuut van de onderofficieren van het actief kader van de Krijgsmacht, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 26 december 2013, worden de woorden "op zeven opeenvolgende lijsten" vervangen door de woorden "van rechtswege op zeven lijsten".

HOOFDSTUK 3. - Overgangs- en slotbepaling
Art.3. De officier van het actief kader die vóór de datum van 16 december 2013, en de onderofficier van het actief kader die vóór de datum van 31 december 2013 niet meer aan de bevorderingsvoorwaarden voldeden, blijven onderworpen aan de bepalingen die van toepassing waren voor de inwerkingtreding van dit besluit.

Art. 4. De minister bevoegd voor Defensie, is belast met de uitvoering van dit besluit.