22 FEBRUARI 2018. - Koninklijk besluit tot wijziging van diverse koninklijke besluiten in het kader van het toezicht op het welzijn op het werk in de schoot van het Ministerie van Landsverdediging
Art. 1-4
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit worden de hiertoe aangeduide leden van de dienst van het ministerie van Landsverdediging die belast is met het toezicht op het welzijn op het werk beschouwd als ambtenaren in de zin van artikel 17 van het Sociaal Strafwetboek.
Art.2. In het koninklijk besluit van 28 augustus 2002 tot aanwijzing van de ambtenaren belast met het toezicht op de naleving van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk en de uitvoeringsbesluiten ervan worden de artikelen 2/2 tot 2/3 ingevoegd, luidende :
"Art. 2/2. Zijn belast met het toezicht op de naleving van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk en de uitvoeringsbesluiten ervan, de hiertoe aangeduide leden van de dienst van het ministerie van Landsverdediging die belast is met het toezicht op het welzijn op het werk.
De personen bedoeld in het eerste lid oefenen het toezicht uit ten aanzien van de militairen en de leden van het burgerpersoneel die behoren tot het ministerie van Landsverdediging evenals ten aanzien van iedere persoon die wordt gelijkgesteld met werknemer van het ministerie van Landsverdediging krachtens artikel 2, § 1, tweede lid, 1°, van voornoemde wet van 4 augustus 1996.
De minister van Defensie wijst de personen bedoeld in het eerste lid aan en treft de nodige maatregelen om hun kwalificaties en hun onafhankelijkheid te waarborgen.
De onafhankelijkheid van de inspectiedienst wordt geborgd door het feit dat deze weliswaar aan de minister van Defensie rapporteert, maar dat laatstgenoemde niet optreedt in het feitelijke onderzoek dat deze dienst uitvoert.
Art. 2/3. De sociaal inspecteurs van de Directie-generaal Toezicht op het Welzijn op het Werk mogen op elk ogenblik, teneinde er hun opdrachten uit te voeren, de inrichtingen van het ministerie van Landsverdediging betreden waar werken uitgevoerd worden door personeel dat geen deel uitmaakt van dit ministerie."
Art.3. In artikel 5 van het koninklijk besluit van 1 juli 2011 tot uitvoering van de artikelen 16, 13°, 17, 20, 63, 70 en 88 van het Sociaal Strafwetboek en tot bepaling van de datum van inwerkingtreding van de wet van 2 juni 2010 houdende bepalingen van het sociaal strafrecht wordt de opsomming aangevuld met een streepje, luidende :
"- de dienst van het ministerie van Landsverdediging die belast is met het toezicht op het welzijn op het werk.".
Art. 4. De minister bevoegd voor Werk, de minister bevoegd voor Justitie, en de minister bevoegd voor Defensie zijn, ieder wat hen betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.