Details





Titel:

1 JULI 2011. - Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 16, 13°, 17, 20, 63, 70 en 88 van het Sociaal Strafwetboek en tot bepaling van de datum van inwerkingtreding van de wet van 2 juni 2010 houdende bepalingen van het sociaal strafrecht(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 06-07-2011 en tekstbijwerking tot 03-10-2024)



Inhoudstafel:

TITEL I. - Bepalingen tot uitvoering van bepaalde artikelen van het Sociaal Strafwetboek
HOOFDSTUK I. - Bepalingen genomen tot uitvoering van artikel 17 van het Sociaal Strafwetboek betreffende de aanduiding van de met het toezicht belaste overheden
Art. 1-6, 6/1, 6/2, 6/3, 6/4, 6/5, 6/6, 6/7, 6/8, 6/9, 6/10, 6/11, 6/12, 6/13, 6/14, 6/15
HOOFDSTUK II. - Bepaling genomen tot uitvoering van artikel 20 van het Sociaal Strafwetboek betreffende het legitimatiebewijs
Art. 7
HOOFDSTUK III. - Bepalingen genomen tot uitvoering van artikel 63 van het Sociaal Strafwetboek betreffende de aanwijzing van de ambtenaar bevoegd om het tijdstip uit te stellen van de mededeling van een kopie van de tekst van het verhoor aan de verhoorde persoon
Art. 8
HOOFDSTUK IV. - Bepalingen genomen tot uitvoering van de artikelen 16, 13° en 70 van het Sociaal Strafwetboek betreffende de aanduiding van de bevoegde administratie en van de ambtenaren van deze administratie die gemachtigd zijn om administratieve geldboeten op te leggen
Art. 9-10
HOOFDSTUK V. - Bepalingen genomen tot uitvoering van artikel 88 van het Sociaal Strafwetboek betreffende de rekeningen waarop de administratieve geldboete moet betaald worden en de betalingsregels
Art. 11-12
TITEL II. - Opheffingsbepaling
Art. 13
TITEL III. - Bepaling betreffende de inwerkingtreding van de wet van 2 juni 2010 houdende bepalingen van het sociaal strafrecht
Art. 14
TITEL IV. - Bepaling betreffende de inwerkingtreding van dit koninklijk besluit
Art. 15-16
BIJLAGE.
Art. N



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2007200972 





Artikels:

TITEL I. - Bepalingen tot uitvoering van bepaalde artikelen van het Sociaal Strafwetboek
HOOFDSTUK I. - Bepalingen genomen tot uitvoering van artikel 17 van het Sociaal Strafwetboek betreffende de aanduiding van de met het toezicht belaste overheden
Artikel 1. De bepalingen die de ambtenaren aanduiden bevoegd om toe te zien op de naleving van de sociale wetten bedoeld in Boek 2 van het Sociaal Strafwetboek die vervat zijn in de van kracht zijnde koninklijke en ministeriële besluiten, opgenomen in bijlage, blijven van toepassing na de inwerkingtreding van voormeld Wetboek.

Art.2.Zijn belast met het toezicht op de naleving van de Besluitwet van 7 februari 1945 betreffende de maatschappelijke veiligheid van de zeelieden ter koopvaardij, bedoeld in de artikelen 219, 221, 223 en 226 van het Sociaal Strafwetboek, en de uitvoeringsbesluiten ervan :
  1°de sociaal inspecteurs van de [1 Rijksdienst voor sociale zekerheid]1;
  2° de sociaal inspecteurs van de algemene Directie Toezicht op de Sociale Wetten van de federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg;
  3° de sociaal inspecteurs van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening.
  ----------
  (1)<KB 2017-06-22/02, art. 1, 008; Inwerkingtreding : 01-07-2017>

Art.3.Zijn belast met het toezicht op de naleving van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994, bedoeld in de artikelen 222, 3°, 224, 225, 1° en 3° en 229 van het Sociaal Strafwetboek, en de uitvoeringsbesluiten ervan :
  1° [1 ...]1
  2° de sociaal inspecteurs van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering.
  ----------
  (1)<KB 2017-06-22/02, art. 2, 008; Inwerkingtreding : 01-07-2017>

Art.4.Zijn belast met het toezicht op de naleving van het koninklijk besluit van 5 november 2002 tot invoering van een onmiddellijke aangifte van tewerkstelling, met toepassing van artikel 38 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, bedoeld in artikel 181 van het Sociaal Strafwetboek, en de uitvoeringsbesluiten ervan :
  1° de sociaal inspecteurs van de algemene Directie Toezicht op de Sociale Wetten van de federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg;
  2° [1 ...]1
  3° de sociaal inspecteurs van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid;
  4° [2 ...]2
  5° de sociaal inspecteurs van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening.
  ----------
  (1)<KB 2017-06-22/02, art. 3,1°, 008; Inwerkingtreding : 01-07-2017>
  (2)<KB 2017-06-22/02, art. 3,2°, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2017>

Art.5.[1 Zijn belast met de vaststelling van de inbreuken op de artikelen 106, § 4, en 107, § 4, van het Eerste Boek van het Sociaal Strafwetboek, alsook met de vaststelling van de inbreuken op de artikelen 137/1, 137/2, [2 152/2]2, [3 152/3,]3 209, 210, 211, 232 tot en met 235, van Boek 2 van het voormelde Wetboek, de sociaal inspecteurs van de volgende diensten of instellingen:
   - de Algemene Directie Toezicht op de Sociale Wetten van de federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg;
   - de Algemene Directie Toezicht op het Welzijn op het Werk van de federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg;
   - de Rijksdienst voor sociale zekerheid;
   - de Rijksdienst voor arbeidsvoorziening;
   - FEDRIS;
   - het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen;
   - het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering;
   - de Rijksdienst voor jaarlijkse vakantie;
   - FAMIFED;
   - de dienst van het ministerie van Landsverdediging die belast is met het toezicht op het welzijn op het werk.]1
  ----------
  (1)<KB 2019-05-12/04, art. 1, 012; Inwerkingtreding : 03-06-2019>
  (2)<KB 2023-10-01/01, art. 1, 015; Inwerkingtreding : 16-10-2023>
  (3)<KB 2024-05-03/11, art. 1, 018; Inwerkingtreding : 03-06-2024>

Art.6. Zijn belast met de vaststelling van de inbreuken op artikel 237 van het Sociaal Strafwetboek, de sociaal inspecteurs belast met het toezicht op de naleving van de wetgeving waarop de inbreuk werd vastgesteld door het vonnis bedoeld in voormeld artikel 237 van het Sociaal Strafwetboek.

Art. 6/1. [1 Zijn belast met het toezicht op de naleving van de wet van 22 mei 2001 betreffende de werknemersparticipatie in het kapitaal van de vennootschappen en tot instelling van een winstpremie voor de werknemers, bedoeld in artikel 171/4 van het Sociaal Strafwetboek, en de uitvoeringsbesluiten ervan, de sociaal inspecteurs van de Algemene Directie Toezicht op de Sociale Wetten van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij KB 2019-03-01/16, art. 3, 011; Inwerkingtreding : 29-03-2019>


Art. 6/2.[1 Zijn belast met het toezicht op de naleving van [2 de artikelen 30, § 2, 30bis, § 2, 30ter, 30quater en 30sexies van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten]2, [2 bedoeld in de artikelen 147/1, 148 en 148/1 van het Sociaal Strafwetboek en de uitvoeringsbesluiten ervan]2, de sociaal inspecteurs van de Algemene Directie Toezicht op de Sociale Wetten van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij KB 2019-05-12/04, art. 2, 012; Inwerkingtreding : 03-06-2019>
  (2)<KB 2023-10-01/01, art. 2, 015; Inwerkingtreding : 16-10-2023>

Art. 6/3.[1 Zijn belast met het toezicht op de naleving van artikel 4bis van het koninklijk besluit van 1 april 2007 houdende diverse uitvoeringsmaatregelen betreffende de detachering van werknemers in België, genomen ter uitvoering [2 van artikel 7/2, § 1, eerste lid,]2 van de wet van 5 maart 2002 betreffende de arbeids-, loon- en tewerkstellingsvoorwaarden in geval van detachering van werknemers in België en de naleving ervan, bedoeld in [2 artikel 184/1, eerste lid,]2 van het Sociaal Strafwetboek, de sociaal inspecteurs van de Algemene Directie Toezicht op de Sociale Wetten van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg.]1
  [2 Zijn belast met het toezicht op de naleving van artikel 7/2, § 2, van de wet van 5 maart 2002 betreffende de arbeids-, loon- en tewerkstellingsvoorwaarden in geval van detachering van werknemers in België en de naleving ervan, bedoeld in artikel 184/1, tweede lid, van het Sociaal Strafwetboek, de sociaal inspecteurs van de Algemene Directie Toezicht op de Sociale Wetten van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg.]2
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij KB 2019-05-12/04, art. 3, 012; Inwerkingtreding : 03-06-2019>
  (2)<KB 2022-10-02/01, art. 4, 014; Inwerkingtreding : 10-11-2022>

Art. 6/4.[1 Zijn belast met het toezicht op de naleving van artikel 7/1, 7/1/1 en 7/1/2 van de wet van 5 maart 2002 betreffende de arbeids-, loon- en tewerkstellingsvoorwaarden in geval van detachering van werknemers in België en de naleving ervan, bedoeld in artikel 188/2, 188/2/1, 188/2/2, 188/2/3, § 1, en 182, § 1, eerste lid, 2° en 3°, van het Sociaal Strafwetboek, de sociaal inspecteurs van de Algemene Directie Toezicht op de Sociale Wetten van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg.]1
  ----------
  (1)<KB 2022-10-02/01, art. 4, 014; Inwerkingtreding : 10-11-2022>

Art. 6/5. [1 Zijn belast met het toezicht op de naleving van artikel 353bis/8 van de programmawet (I) van 24 december 2002, de sociaal inspecteurs van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij KB 2019-05-12/04, art. 5, 012; Inwerkingtreding : 03-06-2019>


Art. 6/6.[1 De sociaal inspecteurs van de Algemene Directie Toezicht op de Sociale Wetten van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg zijn belast met het toezicht op de naleving van artikel 192/1 van de wet van 12 augustus 2000 houdende sociale, budgettaire en andere bepalingen, [2 zoals bedoeld in artikel 177, § 2, van het Sociaal Strafwetboek]2.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij KB 2020-07-15/04, art. 3, 013; Inwerkingtreding : 30-07-2020>
  (2)<KB 2024-09-12/06, art. 1, 020; Inwerkingtreding : 01-12-2024>

Art. 6/7. [1 Zijn belast met het toezicht op de naleving van artikel 4 van de wet van 19 juni 2022 houdende diverse bepalingen inzake de detachering van bestuurders in de sector van het wegvervoer, bedoeld in artikel 184/1/1 van het Sociaal Strafwetboek, de sociaal inspecteurs van de Algemene Directie Toezicht op de Sociale Wetten van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij KB 2022-10-02/01, art. 4, 014; Inwerkingtreding : 10-11-2022>


Art. 6/8. [1 Zijn belast met de vaststelling van de inbreuken op artikel 184/1/2 van het Sociaal Strafwetboek, de sociaal inspecteurs van de Algemene Directie Toezicht op de Sociale Wetten van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij KB 2022-10-02/01, art. 4, 014; Inwerkingtreding : 10-11-2022>


Art. 6/9. [1 De sociaal inspecteurs van de Algemene Directie Toezicht op de Sociale Wetten van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg zijn belast met het toezicht op de naleving van de wet van 7 oktober 2022 houdende gedeeltelijke omzetting van Richtlijn (EU) 2019/1152 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden in de Europese Unie, bedoeld in de artikelen 171/6, 174/1, 174/2 en 188/4 van het Sociaal Strafwetboek.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij KB 2023-10-01/01, art. 3, 015; Inwerkingtreding : 16-10-2023>


Art. 6/10. [1 Zijn belast met het toezicht op de naleving van de wet van 6 november 2022 betreffende de verbetering van de binnenluchtkwaliteit in gesloten plaatsen die publiek toegankelijk zijn, bedoeld in artikel 239 van het Sociaal Strafwetboek, en de uitvoeringsbesluiten ervan, de sociaal inspecteurs van de Algemene Directie Toezicht op het Welzijn op het Werk en van de Algemene Directie Toezicht op de Sociale Wetten van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij KB 2023-10-01/01, art. 4, 015; Inwerkingtreding : 16-10-2023>


Art. 6/11. [1 Zijn belast met het toezicht op de naleving van de wet van 28 november 2022 betreffende de bescherming van melders van inbreuken op het Unie- of nationale recht vastgesteld binnen een juridische entiteit in de private sector, bedoeld in artikel 133/1 van het Sociaal Strafwetboek, en de uitvoeringsbesluiten ervan, de sociaal inspecteurs van de Algemene Directie Toezicht op het Welzijn op het Werk en de Algemene Directie Toezicht op de Sociale Wetten van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij KB 2023-10-01/01, art. 5, 015; Inwerkingtreding : 16-10-2023>


Art. 6/12. [1 Zijn belast met het toezicht op de naleving van de bepalingen van hoofdstuk 1 van Titel 4 van de programmawet van 26 december 2022, bedoeld in de artikelen 137/3 en 137/4 van het Sociaal Strafwetboek en de uitvoeringsbesluiten ervan, de sociaal inspecteurs van de volgende diensten of instellingen:
   - de Algemene Directie Toezicht op de sociale wetten van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg;
   - de Algemene Directie Toezicht op het Welzijn op het Werk van de federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg;
   - de Rijksdienst voor sociale zekerheid;
   - de Rijksdienst voor arbeidsvoorziening;
   - het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen;
   - Fedris.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij KB 2024-05-15/10, art. 4, 019; Inwerkingtreding : 01-09-2024>


Art. 6/13. [1 De sociaal inspecteurs van de Algemene Directie Toezicht op het Welzijn op het Werk en van de Algemene Directie Toezicht op de Sociale Wetten van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg zijn belast met het toezicht op de naleving van het hoofdstuk 3 van de wet van 5 september 2001 tot de verbetering van de werkgelegenheidsgraad van de werknemers en de uitvoeringsbesluiten ervan, bedoeld in het artikel 220/2 van het Sociaal Strafwetboek.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij KB 2024-03-28/03, art. 3, 016; Inwerkingtreding : 01-04-2024>


Art. 6/14. [1 Onverminderd de bevoegdheid van de ambtenaren van de administratie belast met de belasting over de toegevoegde waarde, zijn belast met het toezicht op de naleving van het koninklijk besluit van 30 december 2009 tot het bepalen van de definitie en de voorwaarden waaraan een geregistreerd kassasysteem in de horecasector moet voldoen, bedoeld in het artikel 137/5 van het sociaal strafwetboek:
   1° de sociaal inspecteurs van de Algemene Directie Toezicht op de sociale wetten van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg;
   2° de sociaal inspecteurs van de Algemene Directie Toezicht op het welzijn op het werk van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg;
   3° de sociaal inspecteurs van de Rijksdienst voor sociale zekerheid;
   4° de sociaal inspecteurs van de Rijksdienst voor arbeidsvoorziening;
   5° de sociaal inspecteurs van het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen;
   6° de sociaal inspecteurs van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij KB 2024-05-03/11, art. 2, 018; Inwerkingtreding : 03-06-2024>


Art. 6/15. [1 § 1. Onverminderd de bevoegdheden van de officieren van gerechtelijke politie, worden de sociaal inspecteurs van de volgende diensten of instellingen belast met het toezicht op de naleving van de wet van 3 mei 2024 houdende bepalingen betreffende sekswerk onder arbeidsovereenkomst en de uitvoeringsbesluiten ervan, en met de vaststelling van de inbreuken bedoeld in de artikelen 136/2, 177, § 3, en 186/2 van het Sociaal Strafwetboek:
   1° de sociaal inspecteurs van de Algemene Directie Toezicht op de Sociale Wetten van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg;
   2° de sociaal inspecteurs van de Algemene Directie Toezicht op het Welzijn op het Werk van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg;
   3° de sociaal inspecteurs van de Rijksdienst voor sociale zekerheid.
   § 2. Onverminderd de bevoegdheden bedoeld in § 1, worden belast met de vaststelling van de inbreuken bedoeld in het artikel 122/3, tweede lid, van het Sociaal Strafwetboek, de sociaal inspecteurs van de Algemene Directie Toezicht op het Welzijn op het Werk van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg.
   § 3. De krachtens artikel 7, § 3, van voormelde wet van 3 mei 2024 aangewezen dienst is de Algemene Directie Toezicht op het Welzijn op het Werk van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij KB 2024-09-12/06, art. 2, 020; Inwerkingtreding : 01-12-2024>


HOOFDSTUK II. - Bepaling genomen tot uitvoering van artikel 20 van het Sociaal Strafwetboek betreffende het legitimatiebewijs
Art.7.
  <Opgeheven bij KB 2014-05-15/57, art. 6, 004; Inwerkingtreding : 01-07-2015 (KB 2014-12-19/42, art. 1)>

HOOFDSTUK III. - Bepalingen genomen tot uitvoering van artikel 63 van het Sociaal Strafwetboek betreffende de aanwijzing van de ambtenaar bevoegd om het tijdstip uit te stellen van de mededeling van een kopie van de tekst van het verhoor aan de verhoorde persoon
Art.8. De ambtenaar die, met toepassing van artikel 63 van het Sociaal Strafwetboek, met een met redenen omklede beslissing, het tijdstip van de mededeling van een kopie van de tekst van het verhoor van de verhoorde persoon kan uitstellen, is de leidend ambtenaar van de betrokken inspectiedienst of de ambtenaren van niveau A die hij daartoe aanwijst.

HOOFDSTUK IV. - Bepalingen genomen tot uitvoering van de artikelen 16, 13° en 70 van het Sociaal Strafwetboek betreffende de aanduiding van de bevoegde administratie en van de ambtenaren van deze administratie die gemachtigd zijn om administratieve geldboeten op te leggen
Art.9. De bevoegde administratie voor het opleggen van administratieve geldboeten is de Directie van de administratieve geldboeten van de Afdeling van de juridische studiën, de documentatie en de geschillen van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg.

Art.10.[1 Volgende ambtenaren worden aangewezen voor het opleggen van de administratieve geldboeten:
   - De heer Jan Vanermen, adviseur-generaal;
   - Mevr. Murielle Fabrot, adviseur;
   - Mevr. Joanne Lecoq, adviseur;
   - Mevr. Karla Waumans, adviseur;
   - Mevr. Carine Boulanger, attaché;
   - Mevr. Bernadette Hastir, attaché;
   - Mevr. Nancy Maelstaf, attaché;
   - Mevr. Anja Van Goethem, attaché;
   - Mevr. Kaat Lewyllie, attaché;
   - Mevr. Riet Schotte, attaché;
   - Mevr. Ilse Parmentier, attaché;
   - Mevr. Caroline Pierard, attaché;
   - Mevr. Séverine Dohogne, attaché;
   - Mevr. Florence Malaise, attaché.]1
  ----------
  (1)<KB 2024-02-29/15, art. 1, 017; Inwerkingtreding : 19-03-2024>

HOOFDSTUK V. - Bepalingen genomen tot uitvoering van artikel 88 van het Sociaal Strafwetboek betreffende de rekeningen waarop de administratieve geldboete moet betaald worden en de betalingsregels
Art.11. De administratieve geldboete wordt voldaan door storting of overschrijving op de postrekening van de Directie van de administratieve geldboeten van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg.

Art.12. De administratieve geldboete dient in principe in één keer betaald te worden.
  In geval van onmogelijkheid voor de overtreder de hem opgelegde administratieve geldboete in één keer te voldoen, kan hij met een schriftelijke en gemotiveerde vraag, verzoeken het verschuldigde bedrag in verschillende termijnen te betalen.
  In geval van het niet naleven van het door de bevoegde administratie toegekende afbetalingsplan, zal het dossier, zonder enige betalingsherinnering, aan de Administratie van de btw, registratie en domeinen worden overgemaakt, met het oog op de inning van de boete via dwangbevel.

TITEL II. - Opheffingsbepaling
Art.13. Het koninklijk besluit van 1 april 2007 tot uitvoering van de wet van 30 juni 1971 betreffende de administratieve geldboeten toepasselijk in geval van inbreuk op sommige sociale wetten, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 24 februari 2008 en bij het koninklijk besluit van 6 april 2010, wordt opgeheven.

TITEL III. - Bepaling betreffende de inwerkingtreding van de wet van 2 juni 2010 houdende bepalingen van het sociaal strafrecht
Art.14. De wet van 2 juni 2010 houdende bepalingen van het sociaal strafrecht treedt in werking op 1 juli 2011.

TITEL IV. - Bepaling betreffende de inwerkingtreding van dit koninklijk besluit
Art.15. Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2011.

Art.16. De Minister bevoegd voor Sociale Zekerheid, de Minister bevoegd voor Werk; de Minister bevoegd voor Justitie en de Minister bevoegd voor Zelfstandigen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

BIJLAGE.
Art. N.Lijst met van kracht zijnde koninklijke en ministeriële besluiten die bepalingen bevatten tot aanwijzing van de ambtenaren die bevoegd zijn om toezicht uit te oefenen op de naleving van de sociale wetgeving bedoeld in het Sociaal Strafwetboek
  - het koninklijk besluit van 25 juni 1951 waarbij gepaste maatregelen om de veiligheid, hygiëne en welvoeglijkheid van de arbeiders in mijnen, ondergrondse groeven en graverijen, te verzekeren, worden voorgeschreven;
  - het koninklijk besluit van 27 december 1957 betreffende de verdeling van de bevoegdheden der ambtenaren en beambten van het Ministerie van Arbeid en Sociale Voorzorg en de Administratie der Mijnen, belast met de arbeidsinspectie;
  - het koninklijk besluit van 30 mei 1960 getroffen in uitvoering van de wet van 6 april 1960 betreffende de uitvoering van bouwwerken;
  - het koninklijk besluit van 23 april 1965 tot aanwijzing van de ambtenaren en agenten die het toezicht verzekeren op de uitvoering van de wet van 24 december 1963 en van de besluiten genomen in uitvoering van deze wet;
  - het koninklijk besluit van 10 mei 1965 tot aanwijzing van de ambtenaren en beambten belast met het toezicht over de toepassing van de wet van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon der werknemers;
  - het koninklijk besluit van 10 mei 1965 tot aanwijzing van de ambtenaren en beambten belast met het toezicht over de toepassing van de wet van 8 april 1965, tot instelling van de arbeidsreglementen;
  - het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers;
  - het koninklijk besluit van 21 oktober 1969 tot aanwijzing van de ambtenaren belast met het toezicht op de toepassing van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomst en de paritaire comités;
  - het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders;
  - het koninklijk besluit van 10 november 1971 tot aanwijzing van de ambtenaren en beambten belast met het toezicht op de uitvoering van de arbeidswet van 16 maart 1971 en op de uitvoeringsbesluiten ervan;
  - het koninklijk besluit van 25 maart 1974 tot aanwijzing van de ambtenaren en beambten, belast met het toezicht op de toepassing van de wet van 4 januari 1974 betreffende de feestdagen en de uitvoering ervan;
  - het ministerieel besluit van 12 juni 1974 waarbij de inspecteurs en de adjunct-inspecteurs van de Sociale Inspectie van het Ministerie van Sociale Voorzorg belast worden met het toezicht over de uitvoering van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders;
  - het koninklijk besluit van 4 juli 1975 tot aanwijzing van de ambtenaren en beambten belast met het toezicht op de uitvoering van de wet van 12 april 1960 tot oprichting van een sociaal fonds voor de diamantarbeiders en op de uitvoeringsbesluiten ervan;
  - het koninklijk besluit van 5 januari 1978 tot aanwijzing van de ambtenaren en beambten, belast met het toezicht op de toepassing van de wet van 8 juni 1972 betreffende de havenarbeid en van de uitvoeringsbesluiten ervan;
  - het koninklijk besluit van 30 september 1980 tot aanwijzing van de ambtenaren en beambten belast met het toezicht op de uitvoering van het koninklijk besluit nr. 5 van 23 oktober 1978 betreffende het bijhouden van sociale documenten en op de uitvoeringsbesluiten ervan;
  - het koninklijk besluit van 5 december 1983 tot aanwijzing van de ambtenaren, belast met het toezicht op de toepassing van het koninklijk besluit nr. 213 van 26 september 1983 betreffende de arbeidsduur in de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf ressorteren;
  - het koninklijk besluit van 23 juli 1985 tot uitvoering van afdeling 6 - toekenning van betaald educatief verlof in het kader van de voortdurende vorming van de werknemers van hoofdstuk IV van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen;
  - het koninklijk besluit van 30 augustus 1985 houdende een nieuwe reglementering van toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen;
  - het koninklijk besluit van 25 oktober 1985 tot uitvoering van Hoofdstuk 1, sectie 1, van de wet van 1 augustus 1985 houdende sociale bepalingen;
  - het koninklijk besluit van 20 augustus 1986 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen;
  - het koninklijk besluit van 9 december 1987 tot aanwijzing van de ambtenaren belast met het toezicht op de uitvoering van de wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers en van de uitvoeringsbesluiten ervan en met het verlenen van de machtigingen bedoeld in deze wet;
  - het koninklijk besluit van 8 maart 1990 tot uitvoering van de bepalingen van de programmawet van 22 december 1989 die betrekking hebben op het toezicht op de afwijkingen van het normale werkrooster van de deeltijdse werknemers;
  - het koninklijk besluit van 9 juli 1990 tot aanwijzing van de ambtenaren belast met het toezicht op de naleving van de wetgeving betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen en de daarmee gelijkgestelde uitkeringen;
  - het koninklijk besluit van 17 oktober 1991 houdende aanwijzing van de sociale inspecteurs belast met het uitoefenen van het strafrechtelijk toezicht op de naleving van de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid en van de uitvoeringsmaatregelen ervan;
  - het koninklijk besluit van 10 januari 1992 tot uitvoering van artikel 10 van de wet van 17 maart 1987 betreffende de invoering van nieuwe arbeidsregelingen in de ondernemingen;
  - het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen;
  - het koninklijk besluit van 4 juli 1994 tot aanwijzing van de ambtenaren en beambten belast met het toezicht op de toepassing van hoofdstuk III van titel I en van titel IV van het koninklijk besluit van 24 december 1993 tot uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van 's lands concurrentievermogen;
  - het koninklijk besluit van 4 augustus 1996 betreffende de sociale balans;
  - het koninklijk besluit van 22 februari 1998 houdende uitvoeringsmaatregelen inzake de sociale identiteitskaart;
  - het koninklijk besluit van 9 juni 1999 houdende de uitvoering van de wet van 30 april 1999 betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers;
  - het koninklijk besluit van 12 december 2001 tot uitvoering van hoofdstuk IV van de wet van 10 augustus 2001 betreffende verzoening van werkgelegenheid en kwaliteit van het leven betreffende het stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking;
  - het koninklijk besluit van 18 juli 2002 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector;
  - het koninklijk besluit van 28 augustus 2002 tot aanwijzing van de ambtenaren belast met het toezicht op de naleving van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk en de uitvoeringsbesluiten ervan;
  - het koninklijk besluit van 18 februari 2003 tot bepaling van de informatie betreffende een stof of een preparaat die naar aanleiding van de levering aan de werkgevers moet worden verstrekt en tot aanwijzing van de ambtenaren belast met het toezicht op de naleving van de wet van 28 januari 1999 betreffende de waarborgen die de stoffen en preparaten inzake de veiligheid en de gezondheid van de werknemers met het oog op hun welzijn moeten bieden, alsmede van haar uitvoeringsbesluiten;
  - het koninklijk besluit van 17 februari 2005 houdende erkenning van een organisatie van werkgevers in uitvoering van artikel 26 van de wet van 3 mei 2003 tot regeling van de arbeidsovereenkomst wegens scheepsdienst voor de zeevisserij en tot verbetering van het sociaal statuut van de zeevisser;
  - het koninklijk besluit van 20 maart 2007 tot uitvoering van het Hoofdstuk 8 van Titel IV van de programmawet (I) van 27 december 2006 tot voorafgaande melding voor gedetacheerde werknemers en zelfstandigen;
  - het koninklijk besluit van 23 maart 2007 tot uitvoering van de wet van 26 juni 2002 betreffende de sluiting van de ondernemingen;
  - het koninklijk besluit van 10 februari 2008 tot uitvoering van hoofdstuk XIV van Titel XIII van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen betreffende de mededeling aan de werknemersvertegenwoordigers van de inlichtingen over de voordelen betreffende de maatregelen ten gunste van de tewerkstelling;
  - het koninklijk besluit van 16 december 2008 tot aanwijzing van de ambtenaren belast met het toezicht op de naleving van de wet van 7 januari 1958 betreffende de Fondsen voor bestaanszekerheid en de uitvoeringsbesluiten ervan;
  - het koninklijk besluit van 8 maart 2009 tot aanwijzing van de ambtenaren belast met het toezicht op de naleving van hoofdstuk VIII, afdeling 4, onderafdeling 2, van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk en de uitvoeringsbesluiten ervan;
  [1 - het ministerieel besluit van 5 november 2009 waarbij ambtenaren van de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers gemachtigd zijn om PV's op te stellen.]1
  ----------
  (1)<KB 2013-04-18/12, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 18-05-2013>