Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

9 SEPTEMBER 2016. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 maart 2004 tot vaststelling van het statuut van de arrondissementscommissarissen en de adjunct-arrondissementscommissaris en het besluit van de Vlaamse Regering van 5 maart 2004 tot vaststelling van het statuut van de provinciegouverneurs en de adjunct van de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant wat betreft de loopbaanonderbreking en andere bepalingen



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 maart 2004 tot vaststelling van het statuut van de arrondissementscommissarissen en de adjunct-arrondissementscommissaris
Art. 1-9
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 maart 2004 tot vaststelling van het statuut van de provinciegouverneurs en de adjunct van de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant
Art. 10-13
HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen
Art. 14-15



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2004035465  2004035477 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 maart 2004 tot vaststelling van het statuut van de arrondissementscommissarissen en de adjunct-arrondissementscommissaris
Artikel 1. Artikel 37 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 maart 2004 tot vaststelling van het statuut van de arrondissementscommissarissen en de adjunct-arrondissementscommissaris wordt vervangen door wat volgt:
  " Art. 37. De tuchtprocedure wordt geschorst in de gevallen bepaald in artikel 32tredecies, § 1, van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk".

Art.2. Artikel 40 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art.3. Aan artikel 60, § 3, van hetzelfde besluit wordt een derde lid toegevoegd dat luidt als volgt:
  "Als de tijdelijke arbeidsongeschiktheid minder dan dertig kalenderdagen duurt en als de arrondissementscommissaris een medisch attest van genezing zonder blijvende arbeidsongeschiktheid indient, deelt de gouverneur met een aangetekende brief de beslissing tot genezenverklaring zonder blijvende arbeidsongeschiktheid mee aan de arrondissementscommissaris."

Art.4. Aan artikel 64, § 2, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 september 2011, worden een tweede tot en met een zesde lid toegevoegd, die luiden als volgt:
  "In afwijking van het eerste lid kan een arrondissementscommissaris voor de bijstand of de verzorging van een minderjarig kind, tijdens of vlak na de ziekenhuisopname van het kind als gevolg van een zware ziekte, gedurende een week voltijdse loopbaanonderbreking opnemen, eventueel verlengbaar met een week.
  In het tweede lid wordt verstaan onder een zware ziekte: elke ziekte of medische ingreep die door de behandelende geneesheer van het zwaar zieke kind als dusdanig wordt beschouwd en waarbij de geneesheer oordeelt dat elke vorm van sociale, familiale of psychologische bijstand of verzorging noodzakelijk is.
  De volgende arrondissementscommissarissen kunnen gebruikmaken van de opnamemogelijkheid, vermeld in het tweede lid:
  1° de arrondissementscommissaris die ouder is in de eerste graad van het zwaar zieke kind en ermee samenwoont;
  2° de arrondissementscommissaris die samenwoont met het zwaar zieke kind en belast is met de dagelijkse opvoeding.
  Als de arrondissementscommissarissen, vermeld in het vierde lid, niet kunnen gebruikmaken van de opnamemogelijkheid, vermeld in het tweede lid, kunnen de volgende arrondissementscommissarissen ervan gebruikmaken:
  1° de arrondissementscommissaris die ouder is in de eerste graad van het zwaar zieke kind en er niet mee samenwoont;
  2° een familielid van het zwaar zieke kind tot de tweede graad, als de arrondissementscommissaris, vermeld in punt 1°, in de onmogelijkheid verkeert om het verlof op te nemen.
  De arrondissementscommissaris die de verlengingsmogelijkheid, vermeld in het tweede lid, heeft uitgeput, kan zijn voltijdse medische-bijstandsverlof nog uitbreiden tot een maand door ook voor de tussenliggende periode voltijds medische-bijstandsverlof te nemen.".

Art.5. In artikel 65, § 1, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 september 2011, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in punt 1° worden de woorden "drie maanden" vervangen door de woorden "vier maanden";
  2° in punt 2° worden de woorden "zes maanden" vervangen door de woorden "acht maanden";
  3° in punt 3° worden de woorden "vijftien maanden" vervangen door de woorden "twintig maanden".

Art.6. Artikel 66 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 september 2011, wordt vervangen door wat volgt:
  "Art. 66. De arrondissementscommissaris heeft recht op ouderschapsverlof:
  1° naar aanleiding van de geboorte van zijn kind tot het kind twaalf jaar wordt;
  2° in het kader van de adoptie van een kind, gedurende een periode die loopt vanaf de inschrijving van het kind als lid van zijn gezin in het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister van de gemeente waar de arrondissementscommissaris zijn verblijfplaats heeft, uiterlijk tot het kind twaalf jaar wordt.
  Aan de voorwaarde van de twaalfde verjaardag moet zijn voldaan uiterlijk gedurende de periode van het ouderschapsverlof.
  De leeftijdsgrens van twaalf jaar wordt verhoogd tot 21 jaar als het kind voor ten minste 66% getroffen is door een lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid of een aandoening die tot gevolg heeft dat ten minste vier punten toegekend worden in pijler I van de medisch-sociale schaal als vermeld in de regelgeving over de kinderbijslag.".

Art.7. Artikel 84 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt:
  "Art. 84. Ambtshalve wordt een einde gemaakt aan het ambt van arrondissementscommissaris op de laatste dag van de maand waarin hij de leeftijd van 65 jaar bereikt.
  In afwijking van het eerste lid wordt, als een tuchtprocedure tegen de arrondissementscommissaris loopt, ambtshalve een einde gemaakt aan het ambt van arrondissementscommissaris na afloop van de tuchtprocedure.".

Art.8. Artikel 117/4 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 18 juni 2010 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 18 juni 2012, wordt vervangen door wat volgt:
  "Art. 117/4. De nominale waarde van de maaltijdcheques, alsook het bedrag van het werknemers- en werkgeversaandeel daarin, wordt vastgesteld conform artikel VII 109ter van het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006.".

Art.9. In artikel 117/5 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 18 juni 2010, wordt het derde lid opgeheven.

HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 maart 2004 tot vaststelling van het statuut van de provinciegouverneurs en de adjunct van de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant
Art.10. Aan artikel 26, § 3, van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 maart 2004 tot vaststelling van het statuut van de provinciegouverneurs en de adjunct van de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant wordt een derde lid toegevoegd dat luidt als volgt:
  "Als de tijdelijke arbeidsongeschiktheid minder dan dertig kalenderdagen duurt en als de gouverneur een medisch attest van genezing zonder blijvende arbeidsongeschiktheid indient, deelt de minister van Binnenlandse Aangelegenheden met een aangetekende brief de beslissing tot genezenverklaring zonder blijvende arbeidsongeschiktheid mee aan de gouverneur.".

Art.11. Aan artikel 30, § 2, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 september 2011, worden een tweede tot en met een zesde lid toegevoegd, die luiden als volgt:
  "In afwijking van het eerste lid kan een gouverneur voor de bijstand of de verzorging van een minderjarig kind, tijdens of vlak na de ziekenhuisopname van het kind als gevolg van een zware ziekte, gedurende een week voltijdse loopbaanonderbreking opnemen, eventueel verlengbaar met een week.
  In het tweede lid wordt verstaan onder een zware ziekte: elke ziekte of medische ingreep die door de behandelende geneesheer van het zwaar zieke kind als dusdanig wordt beschouwd en waarbij de geneesheer oordeelt dat elke vorm van sociale, familiale of psychologische bijstand of verzorging noodzakelijk is.
  De volgende gouverneurs kunnen gebruikmaken van de opnamemogelijkheid, vermeld in het tweede lid:
  1° de gouverneur die ouder is in de eerste graad van het zwaar zieke kind en ermee samenwoont;
  2° de gouverneur die samenwoont met het zwaar zieke kind en belast is met de dagelijkse opvoeding.
  Als de gouverneurs, vermeld in het vierde lid, niet kunnen gebruikmaken van de opnamemogelijkheid, vermeld in het tweede lid, kunnen de volgende gouverneurs ervan gebruikmaken:
  1° de gouverneur die ouder is in de eerste graad van het zwaar zieke kind en er niet mee samenwoont;
  2° een familielid van het zwaar zieke kind tot de tweede graad, als de gouverneur vermeld in punt 1°, in de onmogelijkheid verkeert om het verlof op te nemen.
  De gouverneur die de verlengingsmogelijkheid, vermeld in het tweede lid, heeft uitgeput, kan zijn voltijdse medische-bijstandsverlof nog uitbreiden tot een maand door ook voor de tussenliggende periode voltijds medische-bijstandsverlof te nemen.".

Art.12. In artikel 31, eerste lid, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 september 2011, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in punt 1° worden de woorden "drie maanden" vervangen door de woorden "vier maanden";
  2° in punt 2° worden de woorden "zes maanden" vervangen door de woorden "acht maanden";
  3° in punt 3° worden de woorden " vijftien maanden" vervangen door de woorden "twintig maanden".

Art.13. Artikel 32 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 september 2011, wordt vervangen door wat volgt:
  "Art. 32. De gouverneur heeft recht op ouderschapsverlof:
  1° naar aanleiding van de geboorte van zijn kind tot het kind twaalf jaar wordt;
  2° in het kader van de adoptie van een kind, gedurende een periode die loopt vanaf de inschrijving van het kind als lid van zijn gezin in het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister van de gemeente waar de gouverneur zijn verblijfplaats heeft, uiterlijk tot het kind twaalf jaar wordt.
  Aan de voorwaarde van de twaalfde verjaardag moet zijn voldaan uiterlijk gedurende de periode van het ouderschapsverlof.
  De leeftijdsgrens van twaalf jaar wordt verhoogd tot 21 jaar als het kind voor ten minste 66% getroffen is door een lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid of een aandoening die tot gevolg heeft dat ten minste vier punten toegekend worden in de pijler I van de medisch-sociale schaal als vermeld in de regelgeving over de kinderbijslag.".

HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen
Art.14. Dit besluit zet de richtlijn 2010/18/EU van de Raad van 8 maart 2010 tot uitvoering van de door BUSINESSEUROPE, UEAPME, het CEEP en het EVV gesloten herziene raamovereenkomst en tot intrekking van Richtlijn 96/34/EG om.

Art. 15. De Vlaamse minister, bevoegd voor de binnenlandse aangelegenheden, is belast met de uitvoering van dit besluit.