Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

6 MAART 2015. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 december 2001 betreffende de dienstencheques en het koninklijk besluit van 7 juni 2007 betreffende het opleidingsfonds dienstencheques



Inhoudstafel:


Art. 1-5



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2001013259  2007201784 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Artikel 2bis van het koninklijk besluit van 12 december 2001 betreffende de dienstencheques, hersteld hij het koninklijk besluit van 3 augustus 2012 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 december 2012, wordt opgeheven.

Art.2. In artikel 1 van het van het koninklijk besluit van 7 juni 2007 betreffende het opleidingsfonds dienstencheques, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° punt 2° wordt vervangen door wat volgt:
  " 2° het departement: het Departement Werk en Sociale Economie van het Vlaams Ministerie van Werk en Sociale Economie; ";
  2° punt 6° wordt vervangen door wat volgt:
  " 6° de Minister: de Vlaamse minister, bevoegd voor het tewerkstellingsbeleid, of de ambtenaar van het departement die hij aanduidt. "

Art.3. Artikel 4 van hetzelfde koninklijk besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 22 juli 2009, wordt vervangen door wat volgt:
  " Art. 4. § 1. Er wordt bij het departement een adviescommissie opleidingsfonds dienstencheques opgericht, hierna "de Commissie opleidingsfonds dienstencheques" genoemd, die advies moet verstrekken betreffende welke opleidingen, gezien hun inhoud, al dan niet passen in het kader van dit koninklijk besluit en bijgevolg al dan niet in aanmerking komen voor het verkrijgen van de gedeeltelijke terugbetaling van de opleidingskosten, vermeld in artikel 9bis, § 1, van de wet.
  § 2. De Commissie opleidingsfonds dienstencheques is samengesteld als volgt:
  1° een voorzitter als vertegenwoordiger van de Minister en een plaatsvervanger;
  2° zes werkende leden en zes plaatsvervangende leden die zijn voorgedragen door de meest representatieve werknemersorganisaties, die vertegenwoordigd zijn in de SERV;
  3° zes werkende leden en zes plaatsvervangende leden die zijn voorgedragen door de meest representatieve werkgeversorganisaties, die vertegenwoordigd zijn in de SERV;
  4° een werkend lid en een plaatsvervangend lid als vertegenwoordiger van het departement.
  § 3. De Minister benoemt de leden van de Commissie opleidingsfonds dienstencheques en waakt erover dat maximum twee derde van de leden van hetzelfde geslacht is.
  Het mandaat van de leden geldt voor een hernieuwbare duur van vier jaar die een einde neemt:
  1° in geval van ontslag;
  2° als de mandaterende instantie die een lid heeft voorgedragen om zijn vervanging verzoekt;
  3° als een lid niet langer de hoedanigheid heeft die zijn mandaat rechtvaardigde.
  Het lid dat afstand doet van zijn mandaat vóór de geplande einddatum, wordt vervangen door zijn plaatsvervanger, die het mandaat voleindigt. In dat geval wordt een nieuw plaatsvervangend lid aangewezen.
  § 4. Om op geldige wijze een advies te kunnen uitbrengen, moeten de volgende personen aanwezig zijn:
  1° de voorzitter of zijn plaatsvervanger;
  2° twee leden die de werknemers vertegenwoordigen of hun plaatsvervangers;
  3° twee leden die de werkgevers vertegenwoordigen of hun plaatsvervangers;
  4° een lid dat het departement vertegenwoordigt of zijn plaatsvervanger.
  Als de Commissie opleidingsfonds dienstencheques niet geldig kan zetelen, wordt een nieuwe vergadering bijeengeroepen binnen een termijn van vijftien dagen. Voor deze nieuwe vergadering is geen aanwezigheidsquorum vereist.
  § 5. Het departement staat in voor het secretariaat van de Commissie opleidingsfonds dienstencheques.
  § 6. De Commissie opleidingsfonds dienstencheques bepaalt haar huishoudelijk reglement dat ter goedkeuring aan de Minister wordt voorgelegd. "

Art.4. Dit besluit treedt in werking op 1 april 2015, met uitzondering van artikel 1, dat in werking treedt op 31 maart 2015.

Art. 5. De Vlaamse minister, bevoegd voor het Tewerkstellingsbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.