Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

24 APRIL 2014. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 juli 2002 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector en van het koninklijk besluit van 16 mei 2003 tot uitvoering van het Hoofdstuk 7 van Titel IV van de programmawet van 24 december 2002 (I), betreffende de harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen inzake verminderingen van de sociale zekerheidsbijdragen



Inhoudstafel:


Art. 1-12



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2002022549  2003012302  2003022288 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In artikel 2 van het koninklijk besluit van 18 juli 2002 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 13 juni 2010, worden volgende wijzigingen aangebracht :
  1°, § 2 wordt aangevuld met een lid luidende :
  " In afwijking van het eerste lid wordt de vermindering van de werkgeversbijdragen als bedoeld in paragraaf 1 per werknemer en per trimester beperkt tot het bedrag van de loonmatigingsbijdrage bedoeld in artikel 38, § 3bis, van voornoemde wet van 29 juni 1981 voor de werknemers bedoeld in artikel 28/11, derde lid van voornoemd besluit van 16 mei 2003. "
  2° § 5 wordt vervangen als volgt :
  " § 5. De in § 2, eerste lid, bedoelde vermindering van de werkgeversbijdragen is niet cumuleerbaar met :
  - een doelgroepvermindering bedoeld in artikel 28/11, eerste en tweede lid van voornoemd besluit van 16 mei 2003;
  - een doelgroepvermindering bedoeld in artikel 28/15 van voornoemd besluit van 16 mei 2003. "

Art.2. Artikel 6, § 2, van hetzelfde besluit, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 10 juni 2013, wordt aangevuld met een lid luidende :
  " Voor de toepassing van deze titel worden ook de werknemers bedoeld in artikel 28/15 van voornoemd besluit van 16 mei 2003 beschouwd als recht openende werknemers. "

Art.3. In artikel 2, eerste lid, 2°, i), van het koninklijk besluit van 16 mei 2003 tot uitvoering van het Hoofdstuk 7 van Titel IV van de programmawet van 24 december 2002 (I), betreffende de harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen inzake verminderingen van de sociale zekerheidsbijdragen, vervangen door het koninklijk besluit van 24 januari 2013, worden twee streepjes toegevoegd aan het vijfde lid, als volgt :
  " - Vanaf 1 januari 2014 voor de tewerkstellingen van een werknemer zoals bedoeld in de artikelen 353bis/9 en 353bis/10 van de programmawet van 24 december 2002;
  - Vanaf 1 januari 2014 voor de tewerkstellingen van een werknemer zoals bedoeld in artikel 353bis/13 van de programmawet van 24 december 2002;
  - Vanaf 1 januari 2014 voor de tewerkstellingen van een werknemer zoals bedoeld in artikel 353bis/14 van de programmawet van 24 december 2002. "

Art.4. In artikel 2, eerste lid, 4° van hetzelfde besluit, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 12 juni 2013, worden volgende wijzigingen aangebracht :
  1° csexies, opgeheven bij het koninklijk besluit van 3 februari 2010, wordt opnieuw ingevoerd als volgt :
  " G7 is het forfaitair bedrag bedoeld in artikel 336 van de programmawet van 24 december 2002. ";
  2° er wordt een cdecies) ingevoerd, dat luidt :
  " G11 = het forfaitair bedrag bedoeld in artikel 336 van de programmawet van 24 december 2002. ";
  3° er wordt een cundecies) ingevoerd, dat luidt :
  " G12 = het forfaitair bedrag bedoeld in artikel 336 van de programmawet van 24 december 2002. ";
  4° er wordt een cduodecies) ingevoerd, dat luidt :
  " G13 = het forfaitair bedrag bedoeld in artikel 336 van de programmawet van 24 december 2002. ";
  5° in g) worden de woorden "G1, G2, G3, G4, G5, G6, G8, of G9" vervangen door de woorden "G1, G2, G3, G4, G5, G6, G7, G8, G9, G10, G11, G12 of G13".
  6° i) wordt aangevuld met een zin, als volgt :
  " Pg mag voor de werknemers bedoeld in artikel 353bis/13 van de Programmawet van 24 december 2002 nooit hoger zijn dan 517,00 EUR per kwartaal. "

Art.5. In Titel III van hetzelfde besluit, wordt een hoofdstuk X ingevoegd die artikel 28/11 bevat, luidende :
  " Hoofdstuk X. Gesubsidieerde contractuelen.
  Art. 28/11. Een doelgroepvermindering G13 wordt toegekend voor de werknemers bedoeld in artikel 353bis/9, eerste lid, 1° van de programmawet van 24 december 2002 die tewerkgesteld zijn door de werkgevers die aangesloten zijn bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten, gedurende de volledige duur van de tewerkstelling. "
  Voor de andere werknemers bedoeld in artikel 353bis/9 van de programmawet van 24 december 2002 wordt een doelgroepvermindering G7 toegekend gedurende de volledige duur van de tewerkstelling.
  Een doelgroepvermindering G13 wordt toegekend voor de werknemers bedoeld in artikel 353bis/10 van de programmawet van 24 december 2002, gedurende de volledige duur van de tewerkstelling. "

Art.6. In Titel III van hetzelfde besluit, wordt een hoofdstuk XI ingevoegd die artikel 28/12 bevat, luidende :
  " Hoofdstuk XI. Huispersoneel
  Art. 28/12. Een doelgroepvermindering G7 wordt toegekend voor de werknemers bedoeld in de artikel 353bis/11 van de programmawet van 24 december 2002, gedurende de volledige duur van de tewerkstelling.
  De in het eerste lid bedoelde werknemers moeten, sedert ten minste zes maanden :
  - hetzij uitkeringsgerechtigd volledig werkloze zijn;
  - hetzij gerechtigd zijn op maatschappelijke integratie in toepassing van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie en de periodes van toekenning van financiële maatschappelijke hulp aan personen van vreemde nationaliteit, ingeschreven in het vreemdelingenregister, die omwille van hun nationaliteit geen aanspraak kunnen maken op het recht op maatschappelijke integratie.
  Voor de toepassing van het tweede lid wordt de tewerkstelling met een startbaanovereenkomst, met toepassing van hoofdstuk VIII van titel II van de wet van 24 december 1999 ter bevordering van de werkgelegenheid, van een werknemer die geen getuigschrift of diploma van het hoger secundair onderwijs bezit, beschouwd als een periode van uitkeringsgerechtigde volledige werkloosheid.
  Wanneer de arbeidsovereenkomst van die werknemer een einde neemt, blijft de vermindering van de werkgeversbijdragen voor sociale zekerheid evenwel behouden indien de werkgever binnen de drie maanden na de beëindiging van de arbeidsovereenkomst een andere werknemer in dienst neemt onder de voorwaarden en volgens de modaliteiten bepaald bij dit besluit.
  Om het voordeel van dit hoofdstuk te genieten, moet de werkgever kunnen bewijzen dat de werknemer de in het tweede lid vermelde voorwaarde vervult. "

Art.7. In Titel III van hetzelfde besluit, wordt een hoofdstuk XII ingevoegd die het artikel 28/13 bevat, luidende :
  " Hoofdstuk XII. Onthaalouders
  Art. 28/13. Een doelgroepvermindering G11 wordt toegekend voor de personen bedoeld in artikel 353bis/12 van de programmawet van 24 december 2002, gedurende de volledige duur van de tewerkstelling. "

Art.8. In het koninklijk besluit van 18 maart 2003 tot aanvulling van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders en tot vaststelling van bijzondere bepalingen betreffende de schadeloosstelling van de arbeidsongevallen en de beroepsziekten ten gunste van de onthaalouders, wordt het artikel 5 opgeheven.

Art.9. In Titel III van hetzelfde koninklijk besluit van 16 mei 2003, wordt een hoofdstuk XIII ingevoegd die het artikel 28/14 bevat, luidende :
  " Hoofdstuk XIII. Kunstenaars
  Art. 28/14. Een doelgroepvermindering G12 wordt toegekend voor de personen bedoeld in artikel 353bis/13 van de programmawet van 24 december 2002, gedurende de volledige duur van de tewerkstelling.
  Een werkgever kan de voordelen bedoeld in het vorige lid slechts genieten indien het refertekwartaalloon van de werknemer, bedoeld in artikel 2, 3°, c), minstens gelijk is aan 3 maal het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen van de eerste maand van het kwartaal, zoals bepaald in artikel 3, eerste lid, van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 43 van 2 mei 1988 houdende wijziging en coördinatie van de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 21 van 15 mei 1975 en nr. 23 van 25 juli 1975 betreffende de waarborg van een gemiddeld minimum maandinkomen. "

Art.10. In Titel III van hetzelfde besluit, wordt een hoofdstuk XIV ingevoegd die het artikel 28/15 bevat, luidende :
  " Hoofdstuk XIV. Werknemers tewerkgesteld in toepassing van artikel 60, § 7 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.
  Art. 28/15. Een doelgroepvermindering G7 wordt toegekend voor de personen bedoeld in artikel 353bis/14 van de Programmawet van 24 december 2002, gedurende de volledige duur van de tewerkstelling. "

Art.11. Dit besluit heeft uitwerking met ingang op 1 januari 2014.

Art. 12. De minister bevoegd voor Sociale Zaken en de minister bevoegd voor Werk zijn, elk wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.