8 MEI 2014. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 december 1967 houdende algemeen reglement in uitvoering van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen
Art. 1-5
Artikel 1. In artikel 88, § 2 van het koninklijk besluit van 19 december 1967 houdende algemeen reglement in uitvoering van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 6 april 2010, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
a) In de eerste zin wordt het woord " twee " geschrapt.
b) De onder 1° beoogde bepaling wordt vervangen als volgt :
" 1° de aanvraag moet worden ingediend bij het sociaal verzekeringsfonds waaraan de bijdragen waarvoor vrijstelling wordt gevraagd, verschuldigd zijn, hetzij bij neerlegging ter plaatse van een verzoekschrift, hetzij bij een ter post aangetekend schrijven, hetzij via elektronische weg, volgens de modaliteiten en voorwaarden vastgesteld bij de artikelen 3, 4/1 en 4/2 van de wet van 24 februari 2003 betreffende de modernisering van het beheer van de sociale zekerheid en betreffende de elektronische communicatie tussen ondernemingen en de federale overheid.
Via het informaticanetwerk van het sociaal statuut der zelfstandigen dat wordt beheerd door het Rijksinstituut stelt het fonds de griffie van de Commissie onmiddellijk op de hoogte van de indiening van de aanvraag.
Wanneer de aanvraag tot vrijstelling enkel bijdragen betreft verschuldigd in de hoedanigheid van onderworpene beoogd in artikel 12, § 2 van het koninklijk besluit nr. 38, wordt deze niet in overweging genomen en stelt het sociaal verzekeringsfonds de aanvrager hiervan onmiddellijk op de hoogte.
Wanneer de aanvraag ingediend wordt door het neerleggen van een verzoekschrift, reikt het fonds een attest aan betrokkene uit dat de datum vermeldt waarop de aanvraag werd ingediend. ".
c) Dezelfde paragraaf wordt aangevuld met een 3°, luidende :
" 3° De zelfstandige van wie de bijdragen het voorwerp uitmaken van de aanvraag moet sinds minstens vier opeenvolgende en verstreken kalenderkwartalen onderworpen zijn of zijn onderwerping hebben stopgezet vooraleer hij gedurende vier opeenvolgende kwartalen onderworpen geweest is. De aanvraag die ingediend wordt door een zelfstandige die niet aan deze voorwaarden voldoet, wordt niet in overweging genomen door het fonds dat de aanvrager hiervan onmiddellijk op de hoogte stelt.
In afwijking van wat voorzien is in 2°, begint de termijn van twaalf maanden te lopen op de eerste dag van het vijfde kalenderkwartaal onderwerping aan het sociaal statuut der zelfstandigen, voor wat de bijdragen van de eerste drie kalenderkwartalen onderwerping betreft. "
Art.2. Artikel 89, § 1 van hetzelfde besluit, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 6 april 2010, wordt vervangen als volgt :
" § 1. Wanneer het sociaal verzekeringsfonds een aanvraag ontvangt, verzoekt het de aanvrager onmiddellijk om een inlichtingsformulier A nauwkeurig in te vullen, te ondertekenen en het binnen de dertig dagen terug aan het fonds te bezorgen. Deze termijn van dertig dagen begint te lopen vanaf de ontvangst van de aanvraag.
Wanneer de aanvrager het nauwkeurig ingevulde en ondertekende inlichtingsformulier A binnen de dertig dagen aan zijn sociaal verzekeringsfonds bezorgt bij een ter post aangetekend schrijven of via elektronische weg overeenkomstig de wet van 24 februari 2003 betreffende de modernisering van het beheer van de sociale zekerheid en betreffende de elektronische communicatie tussen ondernemingen en de federale overheid, registreert het fonds de aanvraag in het informaticanetwerk van het sociaal statuut der zelfstandigen dat wordt beheerd door het Rijksinstituut.
De aanvraag wordt geacht niet te zijn ingediend wanneer de aanvrager het nauwkeurig ingevulde en ondertekende inlichtingsformulier A niet aan zijn sociaal verzekeringsfonds bezorgt binnen de dertig dagen, volgens de modaliteiten voorzien in het tweede lid.
Wanneer de aanvraag wordt ingediend bij een ter post aangetekend schrijven, geldt de datum van de poststempel als de datum waarop de aanvraag werd ingediend. Wanneer de aanvraag wordt ingediend bij een verzoekschrift ter plaatse, geldt de datum van de neerlegging van het verzoekschrift als de datum waarop de aanvraag werd ingediend. Wanneer de aanvraag wordt ingediend via elektronische weg, geldt de datum van de elektronische verzending als de datum waarop de aanvraag werd ingediend.
De aanvrager die een aanvraag indient via elektronische weg houdt de originelen van alle bewijsstukken en attesten die via elektronische weg bij de aanvraag worden gevoegd ter beschikking van de Commissie en dit tijdens de ganse duur van het onderzoek van de aanvraag.
Het fonds vult een inlichtingsformulier B in.
Het model van genoemde formulieren wordt vastgesteld door de Minister die het sociaal statuut der zelfstandigen onder zijn bevoegdheid heeft, evenals de voorwaarden waaronder het formulier A beschouwd wordt als nauwkeurig ingevuld.
Behalve wanneer de aanvraag geacht wordt niet te zijn ingediend, bezorgt het sociaal verzekeringsfonds het ingevolge de aanvraag samengesteld dossier aan de griffie van de Commissie, uiterlijk op de vijfde werkdag volgend op de in het eerste lid beoogde termijn van dertig dagen.
Dit dossier dient volgende stukken te omvatten :
1° de aanvraag, in voorkomend geval, vergezeld van de briefomslag waarin ze zich bevond;
2° het inlichtingsformulier A;
3° het inlichtingsformulier B;
4° in voorkomend geval, alle andere documenten dienstig om de staat van behoefte van de aanvrager te kunnen beoordelen.
Wanneer de aanvraag wordt geacht niet te zijn ingediend, dan informeert het sociaal verzekeringsfonds de zelfstandige of de hoofdelijk aansprakelijke hierover per aangetekende brief en dit uiterlijk op de vijfde werkdag volgend op de in het eerste lid beoogde termijn van dertig dagen. ".
Art.3. In artikel 27 van het koninklijk besluit van 24 januari 2014 tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 december 1967 houdende algemeen reglement in uitvoering van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen worden de woorden " gewijzigd bij koninklijk besluit van 6 april 2010 " vervangen door de woorden " laatst vervangen door het koninklijk besluit van 8 mei 2014 ".
Art.4. Dit besluit treedt in werking op 1 juni 2014.
Dit besluit is van toepassing op de aanvragen tot vrijstelling en ontheffing van hoofdelijke aansprakelijkheid die worden ingediend na 31 mei 2014.
Art. 5. De ministers die bevoegd zijn voor Sociale Zaken en Zelfstandigen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.