24 JANUARI 2014. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 december 1967 houdende algemeen reglement in uitvoering van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 12-02-2014 en tekstbijwerking tot 04-06-2014)
Art. 1-32
Artikel 1. In de Nederlandse tekst van artikel 1 van het koninklijk besluit van 19 december 1967 houdende algemeen reglement in uitvoering van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 12 december 2006, wordt de bepaling onder 3° vervangen als volgt:
"3° onder "sociaal verzekeringsfonds" en "sociale verzekeringskas" : de sociale verzekeringsfondsen voor zelfstandigen, de Nationale Hulpkas voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen, behoudens andersluidende bepaling, inbegrepen.".
Art.2. In artikel 10, § 1 van hetzelfde besluit, laatst gewijzigd bij koninklijk besluit van 6 april 2010, worden het derde en het vierde lid vervangen als volgt:
"Er mag geen verandering van fonds plaatsvinden indien er, op de dag dat de verandering moet gebeuren, bijdragen die van de onderworpene werden gevorderd en die opeisbaar zijn, verschuldigd zijn.
Onder bijdragen in de zin van het voorgaande lid dient te worden verstaan, zowel de bijdragen in hoofdsom als de aanhorigheden bedoeld in het koninklijk besluit nr. 38 en in dit besluit, evenals de administratieve geldboeten zoals bedoeld in de artikelen 17bis en 17ter van het koninklijk besluit nr. 38."
Art.3. In artikel 11 van hetzelfde besluit, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 19 september 2008, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° paragraaf 2 wordt vervangen als volgt:
" § 2. De in § 1 beoogde helper is verschul- digd :
1° de volgende jaarlijkse bijdrage :
- 0,79 pct. op het gedeelte van de beroepsinkomsten, in de zin van artikel 11, § 2 van het koninklijk besluit nr. 38, van de geholpen zelfstandige, dat het in artikel 12, § 1, eerste lid, 1°, van hetzelfde besluit vermelde bedrag niet te boven gaat, geïndexeerd overeenkomstig artikel 14 van hetzelfde besluit, en
- 0,51 pct. op het gedeelte van de genoemde beroepsinkomsten van de geholpen zelfstandige, beoogd in artikel 12, § 1, eerste lid, 2°, van hetzelfde besluit, waarvan de bedragen worden geïndexeerd overeen-komstig artikel 14 van hetzelfde besluit;
2° de in artikel 20, § 4, van het koninklijk besluit nr. 38 bedoelde bijdrage.
Voor de berekening van de bijdragen beoogd bij het voorgaand lid, 1°, zijn de bepalingen van artikel 12, § 1, tweede lid, van het koninklijk besluit nr. 38 van toepassing.
In het bijdragejaar zelf worden de bijdragen verschuldigd door genoemde helper berekend op basis van dezelfde inkomsten als deze waarop de geholpen zelfstandige bijdraagt. Deze bijdragen worden vervolgens geregulariseerd overeenkomstig artikel 11, § 5 van het koninklijk besluit nr. 38.
De bijdragen bedoeld bij deze paragraaf zijn verschuldigd ook indien de geholpen zelfstandige de bijdragen beoogd bij artikel 12, § 2, of bij artikel 13, § 1, van het koninklijk besluit nr. 38 verschuldigd is.";
2° in paragraaf 3 worden de woorden "38 tot 40, 41bis en 43 van dit besluit, evenals de artikelen 13bis en 13ter van het koninklijk besluit nr. 38," vervangen door de woorden "38 tot 39bis en 43 van dit besluit en bij artikel 13bis van het koninklijk besluit nr. 38".
Art.4. In artikel 11bis van hetzelfde besluit, laatst gewijzigd bij koninklijk besluit van 10 november 2005, wordt paragraaf 3 opgeheven.
Art.5. Artikel 14 van hetzelfde besluit, laatst gewijzigd bij koninklijk besluit van 5 april 1976, wordt opgeheven.
Art.6. Artikel 33 van hetzelfde besluit, vervangen bij koninklijk besluit van 7 februari 2003, wordt vervangen als volgt:
"Art. 33. De zelfstandige kan aan zijn sociaal verzekeringsfonds vragen om voor een bepaald bijdragejaar verminderde bijdragen te betalen zoals bedoeld in artikel 11, § 3, zesde lid van het koninklijk besluit nr. 38. Deze aanvraag gebeurt aan de hand van het aanvraagformulier waarvan het model wordt vastgelegd door de Minister die het sociaal statuut der zelfstandigen onder zijn bevoegdheden heeft. Deze aanvraag, vergezeld van alle nuttig geachte stavingsstukken, wordt bij het sociaal verzekeringsfonds ingediend, hetzij per aangetekend schrijven hetzij ter plaatse tegen afgifte van een ontvangstbewijs.
De beslissing van het sociaal verzekeringsfonds zal schriftelijk aan de betrokken zelfstandige ter kennis worden gebracht.
Het sociaal verzekeringsfonds bewaart de aanvraag van de zelfstandige, de stavingsstukken zoals bedoeld in het eerste lid, de beslissing en eventuele andere relevante stukken waarop deze beslissing gebaseerd is.
Art.7. In artikel 34 van hetzelfde besluit, laatst gewijzigd bij koninklijk besluit van 7 februari 1989, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het eerste lid worden de woorden "bij artikel 33, 1°, bedoelde bedrijfsinkomsten" vervangen door de woorden "bij artikel 11, § 2 van het koninklijk besluit nr. 38 bedoelde beroepsinkomsten";
2° in het tweede lid worden de woorden "de Administratie der belastingen" vervangen door de woorden "de Administratie van de ondernemings- en inkomensfiscaliteit van de Federale Overheidsdienst Financiën".
Art.8. Artikel 34bis, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij koninklijk besluit van 7 februari 1989, wordt opgeheven.
Art.9. In artikel 37 van hetzelfde besluit, laatst gewijzigd bij koninklijk besluit van 7 februari 2003, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 1tweede lid, worden de woorden "in de zin van artikel 33, geherwaardeerd overeenkomstig artikel 11, § 3, van het koninklijk besluit nr. 38, en" geschrapt;
2° in paragraaf 3 worden de woorden "de Administratie der Directe Belastingen bedrijfsinkomsten" vervangen door de woorden "de Administratie van de ondernemings- en inkomensfiscaliteit van de Federale Overheidsdienst Financiën beroepsinkomsten".
Art.10. In artikel 38 van hetzelfde besluit, laatst gewijzigd bij koninklijk besluit van 19 september 2008, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
a) in paragraaf 1 wordt de bepaling onder 2° vervangen als volgt :
"2° wanneer de in artikel 7bis van het koninklijk besluit nr. 38 beoogde helper waarvan de onderwerping zich beperkt tot de ziekte- en invaliditeitsverzekering, sector uitkeringen, overstapt naar een andere categorie onderworpenen aan het sociaal statuut der zelfstandigen.";
b) in paragraaf 1 worden de bepalingen onder 3°, 4° en 5° opgeheven;
c) in paragraaf 2 worden in de bepaling onder 3° de woorden "onverminderd de gevallen bedoeld in § 1, 4° en 5° " vervangen door de woorden "onverminderd het geval bedoeld in § 1, 2° ";
d) paragraaf 2 wordt aangevuld als volgt:
"5° onverminderd het geval bedoeld in § 1, 2°, het feit dat de zelfstandige, al dan niet vrijwillig, onderworpen wordt aan het sociaal statuut der zelfstandigen in de hoedanigheid van helper bedoeld in artikel 7bis van het koninklijk besluit nr. 38;
6° onverminderd het geval bedoeld in § 1, 2°, het feit dat de betrokkene de categorie onderworpenen bedoeld in artikel 7bis van het koninklijk besluit nr. 38 verlaat;
7° het feit dat de onderworpene in de categorie van onderworpenen bedoeld in artikel 35 komt;
8° het feit dat de onderworpene de categorie van onderworpenen bedoeld in artikel 35 verlaat.";
e) paragraaf 3 wordt opgeheven.
Art.11. In artikel 39 van hetzelfde besluit, laatst gewijzigd bij koninklijk besluit van 10 november 2005, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 1 worden de woorden "artikel 38, § 1, 2° " vervangen door de woorden "artikel 38, § 2, 7° ";
2° in paragraaf 2 worden de woorden "artikel 38, § 1, 3° " vervangen door de woorden "artikel 38, § 2, 8° ".
Art.12. In artikel 39bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij koninklijk besluit van 10 november 2005, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 2 worden de woorden "de overige in artikel 38, § 1, 4°, bedoelde gevallen, alsook in de gevallen bedoeld in artikel 38, § 2, 4°, " vervangen door de woorden "de overige in artikel 38, § 2, 4° en 5°, bedoelde gevallen";
2° in paragraaf 3 worden de woorden "in artikel 38, § 1, 5° " vervangen door de woorden "in artikel 38, § 2, 6° ".
Art.13. Artikel 40 van hetzelfde besluit, laatst gewijzigd bij koninklijk besluit van 19 september 2008, wordt opgeheven.
Art.14. In artikel 41bis van hetzelfde besluit, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 19 september 2008, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° het eerste lid wordt opgeheven;
2° het tweede lid, dat het enige lid wordt, wordt vervangen als volgt:
"Het fonds vraagt de onderworpene (op het moment van de aansluiting) een formulier te ondertekenen waarbij hij erkent de nodige inlichtingen overeenkomstig artikel 11, § 4, van het koninklijk besluit nr. 38 te hebben bekomen en waarop hij vermeldt of hij wenst dat zijn voorlopige bijdragen overeenkomstig artikel 11, § 3, vijfde of zesde lid, van het koninklijk besluit nr. 38 zouden worden berekend op grond van hogere of lagere beroepsinkomsten dan deze die resulteren uit de toepassing van artikel 13bis, § 2, van het koninklijk besluit nr. 38 en, in bevestigend geval, op grond van welk bedrag.".
Art.15. In artikel 42 van hetzelfde besluit, laatst gewijzigd bij koninklijk besluit van 5 december 1989, wordt in het eerste lid het woord "voorlopige" ingevoegd tussen de woorden "het bedrag kennen van de" en de woorden "bijdrage die hij voor dat kwartaal verschuldigd is".
Art.16. Artikel 42bis van hetzelfde besluit, laatst gewijzigd bij koninklijk besluit van 19 september 2008, wordt opgeheven.
Art.17. In artikel 43 van hetzelfde besluit, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 19 september 2008, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het enig lid worden de woorden "artikel 13ter" vervangen door de woorden "artikel 11, § 5, eerste lid";
2° hetzelfde artikel, waarvan het enig lid paragraaf 1 zal vormen, wordt aangevuld met een paragraaf 2, luidende:
" § 2. De aanvraag in toepassing van artikel 11, § 5, vierde lid, van het koninklijk besluit nr. 38 wordt ingediend bij het sociaal verzekeringsfonds waarbij de zelfstandige is aangesloten hetzij per aangetekend schrijven, hetzij ter plaatse tegen afgifte van een ontvangstbewijs.".
Art.18. In artikel 44 van hetzelfde besluit, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 6 april 2010, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 1, eerste lid, wordt het woord "voorlopige" ingevoegd tussen de woorden "op het einde van het kwartaal, de " en de woorden " bijdrage niet betaald heeft";
2° paragraaf 3 wordt vervangen als volgt:
"Wanneer een regularisatie overeenkomstig artikel 11, § 5, van het koninklijk besluit nr. 38 of ingevolge een rechtzetting in de vaststelling der bijdragen dient te geschieden, wordt de in § 1 bedoelde verhoging voor de eerste maal op het onbetaald gebleven gedeelte van het bijdragesupplement toegepast, bij het verstrijken van het kalenderkwartaal dat volgt op datgene in de loop waarvan het sociaal verzekeringsfonds aan de onderworpene de bijdrage-afrekening heeft verstuurd welke uit die regularisatie voortspruit.
Wanneer de aansluiting bij een sociaal verzekeringsfonds plaatsvindt op een tijdstip waarop blijkt dat de regularisatiebijdragen overeenkomstig artikel 11, § 5 van het koninklijk besluit nr. 38 reeds naar behoren kunnen worden vastgesteld, zijn de in § 1 bedoelde verhogingen verschuldigd vanaf het eerste kwartaal onderwerping en worden ze toegepast op de voorlopige bijdragen naar behoren vastgesteld en verschuldigd overeenkomstig de artikelen 11, § 3 en 13bis van het koninklijk besluit nr. 38, alsook, in voorkomend geval op het bijdragesupplement, vastgesteld overeenkomstig artikel 11, § 5 van het koninklijk besluit nr. 38.";
3° paragraaf 5 wordt vervangen als volgt:
" § 5. De in § 1, eerste lid, bedoelde verhoging wordt in voorkomend geval verminderd wanneer en in de mate waarin de voorlopige bijdragen voor het betrokken bijdragejaar overeenkomstig artikel 11, § 3, zesde lid, van het koninklijk besluit nr. 38 worden verminderd.
De in § 3, eerste en tweede lid, bedoelde verhoging wordt in voorkomend geval verminderd wanneer en in de mate waarin het in § 3, eerste lid, bedoelde bijdragesupplement naar beneden toe wordt herzien.";
4° hetzelfde artikel wordt aangevuld met een paragraaf 6, luidende :
" § 6. Dit artikel doet geen afbreuk aan de verhogingen zoals bepaald in artikel 11bis, § 1, van het koninklijk besluit nr. 38.".
Art.19. In artikel 44bis van hetzelfde besluit, laatst gewijzigd bij koninklijk besluit van 6 april 2010, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 1 wordt in het eerste lid het woord "voorlopige" ingevoegd tussen de woorden "op het einde van een kalenderjaar" en de woorden " bijdragen die in de loop van dat jaar";
2° in paragraaf 2, tweede lid, worden de woorden "artikel 40 van dit besluit en" geschrapt;
3° paragraaf 3 wordt vervangen als volgt:
"Voor de toepassing van § 1 wordt, wanneer een bijdrageafrekening overeenkomstig artikel 11, § 5, van het koninklijk besluit nr. 38 verstuurd werd in de loop van het laatste kwartaal van een kalenderjaar, de opvordering van het bijdragesupplement geacht te hebben plaatsgevonden in de loop van het kalenderjaar volgend op datgene waarin genoemde bijdrageafrekening werd verstuurd.
Wanneer echter de aansluiting bij een sociaal verzekeringsfonds plaatsvindt op een tijdstip waarop blijkt dat de bijdragen overeenkomstig artikel 11, § 5 van het koninklijk besluit nr. 38 reeds naar behoren kunnen worden vastgesteld, wordt, voor de toepassing van § 1, de opvordering van de overeenkomstig artikel 11, § 3 of 13bis van het koninklijk besluit nr. 38 verschuldigde voorlopige bijdragen, alsook, in voorkomend geval, van het bijdragesupplement, vastgesteld overeenkomstig artikel 11, § 5 van het koninklijk besluit nr. 38, geacht te hebben plaatsgevonden in de loop van het kalenderjaar waarop deze bijdragen betrekking hebben.";
4° paragraaf 5 wordt vervangen als volgt:
" § 5. De in § 1, eerste lid, bedoelde verhoging wordt in voorkomend geval verminderd wanneer en in de mate waarin de voorlopige bijdragen voor het betrokken bijdragejaar overeenkomstig artikel 11, § 3, zesde lid van het koninklijk besluit nr. 38 worden verminderd.
De in § 3, eerste lid, bedoelde verhoging wordt in voorkomend geval verminderd wanneer en in de mate waarin het in artikel 44, § 3, eerste en tweede lid, bedoelde bijdragesupplement naar beneden toe wordt herzien.";
5° hetzelfde artikel wordt aangevuld met een paragraaf 6, luidende:
" § 6. Dit artikel doet geen afbreuk aan de verhogingen zoals bepaald in artikel 11bis, § 1 van koninklijk besluit nr. 38.".
Art.20. Artikel 45 van hetzelfde besluit, laatst gewijzigd bij koninklijk besluit van 19 september 2008, wordt opgeheven.
Art.21. In artikel 48, eerste lid, van hetzelfde besluit, laatst gewijzigd bij koninklijk besluit van 10 juli 1996, worden de woorden " alsook de verhogingen bedoeld in artikel 11bis, § 1, van het koninklijk besluit nr. 38" ingevoegd tussen de woorden " bedoelde verhogingen," en de woorden ", kan geheel".
Art.22. Artikel 49 van hetzelfde besluit, laatst gewijzigd bij koninklijk besluit van 19 september 2008, wordt opgeheven.
Art.23. Artikel 50ter van hetzelfde besluit, ingevoegd bij koninklijk besluit van 21 juni 2006, wordt opgeheven.
Art.24. Artikel 52 van hetzelfde besluit, laatst gewijzigd bij koninklijk besluit van 10 juli 1996, wordt vervangen als volgt :
"Art. 52. De in de artikelen 44 en 44bis bedoelde verhogingen alsmede de in artikel 11bis, § 1 van het koninklijk besluit nr. 38 bedoelde verhogingen, hebben dezelfde bestemming als de bijdragen waarop zij betrekking hebben."
Art.25. In artikel 60bis van hetzelfde besluit, laatst gewijzigd bij koninklijk besluit van 3 juli 2005, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° paragraaf 1, enig lid, tweede streepje, wordt vervangen als volgt :
" - Effectieve verstrekking van correcte en volledige informatie door de sociale verzekeringsfondsen;";
2° paragraaf 1, enig lid, derde streepje, wordt vervangen als volgt:
" - Opvolging van de invordering van de achterstallige sociale bijdragen via dwangbevel of langs gerechtelijke weg, waarbij indien mogelijk steeds voorrang gegeven wordt aan de goedkoopste manier van invordering;";
3° paragraaf 1, enig lid, wordt aangevuld met een zevende en een achtste streepje, luidende:
" - Naleving van de richtlijnen inzake het al dan niet aanvaarden van objectieve elementen bij de vraag van zelfstandigen om verminderde bijdragen te betalen;
- Tijdige registratie van de aanvragen tot vrijstelling van sociale bijdragen bij de Commissie voor vrijstelling van bijdragen en tijdig overmaken van het elektronische dossier aan de griffie van deze Commissie.".
Art.26. In artikel 88 van hetzelfde besluit, laatst gewijzigd bij koninklijk besluit van 6 april 2010, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 1, eerste lid, wordt het woord "derde" vervangen door het woord "negende";
2° paragraaf 2, eerste lid, punt 2° wordt vervangen als volgt:
" 2° de aanvraag dient gedaan te zijn binnen de twaalf maanden. Deze termijn begint te lopen vanaf de eerste dag van het kalenderkwartaal dat volgt op datgene waarop de door de aanvraag beoogde voorlopige bijdrage betrekking heeft.";
3° in paragraaf 3, eerste lid, wordt het woord "derde" vervangen door het woord "negende";
4° paragraaf 5 wordt opgeheven.
Art.27.Artikel 89, § 1, tweede lid, van hetzelfde besluit, [1 laatst vervangen door het koninklijk besluit van 8 mei 2014]1, wordt aangevuld met de volgende zin:
"Wanneer het inlichtingsformulier niet de informatie, bedoeld in artikel 89bis, § 1, bevat, wordt het als onnauwkeurig ingevuld beschouwd."
----------
(1)<KB 2014-05-08/24, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 01-06-2014>
Art.28. In hetzelfde besluit wordt een artikel 89bis ingevoegd, luidend als volgt:
" Art. 89bis. § 1. De in artikel 88, § 2 bedoelde aanvrager, dient in het inlichtingsformulier A opgave te doen van een raming van zijn beroepsinkomsten als zelfstandige voor het jaar waarin hij zijn aanvraag doet, alsook van de beroepsinkomsten als zelfstandige van de twee daaraan voorafgaande jaren voor zover er in die jaren sprake was van een zelfstandige beroepsactiviteit. De aldus opgegeven inkomsten kunnen tot op het moment van de zitting aangepast worden. Wanneer geen of onvolledige opgave van de vereiste inkomsten wordt gedaan in het inlichtingsformulier A, wordt toepassing gemaakt van artikel 89, § 1, tweede lid.
§ 2. Wanneer het jaar van de zitting verschilt van het jaar van de aanvraag, dient de aanvrager ook een raming van zijn zelfstandige beroepsinkomsten van het jaar van de zitting aan de griffie mee te delen. Wanneer de aanvrager nalaat dit te doen, worden de inkomsten van het jaar van de zitting geacht dezelfde te zijn als deze van het jaar van de aanvraag."
Art.29. In artikel 91 van hetzelfde besluit, laatst gewijzigd bij koninklijk besluit van 6 april 2010, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 4, eerste lid, worden de punten 1° en 2° vervangen als volgt:
"1° de voorlopige bijdragen die vervallen zijn op het ogenblik van de aanvraag en dit voor zover ze uitdrukkelijk bedoeld zijn in de aanvraag;
2° de voorlopige bijdragen die vervallen zijn tussen het ogenblik van de aanvraag en het ogenblik waarop de Commissie beslist.";
2° in paragraaf 4, tweede lid, wordt het woord "voorlopige" ingevoegd tussen de woorden "verschuldigde" en "bijdragen".
Art.30. Artikel 94bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij koninklijk besluit van 5 april 1976, wordt opgeheven.
Art.31. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2015.
Art. 32. De ministers bevoegd voor Sociale Zaken en Zelfstandigen zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.