29 JANUARI 2014. - Koninklijk besluit betreffende de vierdagenweek en het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar voor de personeelsleden van de geïntegreerde politie en van de algemene inspectie van de federale politie en van de lokale politie
HOOFDSTUK 1. - Wijzigingsbepalingen
Art. 1-16
HOOFDSTUK 2. - Overgangs- en slotbepalingen
Art. 17-19
HOOFDSTUK 1. - Wijzigingsbepalingen
Artikel 1. Artikel VIII.III.4, tweede lid, RPPol, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 29 januari 2014, wordt aangevuld met de bepalingen onder 8° en 9°, luidende :
"8° de vierdagenweek met of zonder premie;
9° het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar.".
Art.2. In artikel VIII.X.2, eerste lid, 1°, RPPol worden de woorden "in artikel VIII.III.4, tweede lid, 1° tot en met 6° " vervangen door de woorden "in artikel VIII.III.4, tweede lid, 1° tot en met 6°, 8° en 9° ".
Art.3. In artikel VIII.X.3, § 1, RPPol wordt het eerste lid aangevuld met de woorden "noch aan de stelsels van de vierdagenweek met of zonder premie en van het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar bedoeld in de wet van 19 juli 2012 betreffende de vierdagenweek en het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar in de openbare sector en in het koninklijk besluit van 20 september 2012 houdende diverse bepalingen betreffende de vierdagenweek en het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar in de openbare sector.".
Art.4. In artikel VIII.X.16ter RPPol, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 29 januari 2014, wordt het enig lid aangevuld met de woorden "en de vierdagenweek met of zonder premie.".
Art.5. In artikel VIII.XI.6 RPPol wordt het eerste lid aangevuld met de woorden "noch aan de stelsels van de vierdagenweek met of zonder premie en van het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar bedoeld in de wet van 19 juli 2012 betreffende de vierdagenweek en het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar in de openbare sector en in het koninklijk besluit van 20 september 2012 houdende diverse bepalingen betreffende de vierdagenweek en het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar in de openbare sector.".
Art.6. In deel VIII RPPol wordt de titel XVI, die de artikelen VIII.XVI.1 en VIII.XVI.2 bevat, vervangen als volgt :
"TITEL XVI. - DE VIERDAGENWEEK MET OF ZONDER PREMIE
Hoofdstuk I. - De vierdagenweek met premie
Art. VIII.XVI.1. De personeelsleden, met uitzondering van de aspiranten en de stagiairs, van jonger dan 55 jaar kunnen het stelsel van de vierdagenweek met premie bedoeld in hoofdstuk II van de wet van 19 juli 2012 betreffende de vierdagenweek en het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar in de openbare sector bekomen overeenkomstig de voorwaarden en nadere regelen bepaald in de artikelen 4 en 5 van het koninklijk besluit van 20 september 2012 houdende diverse bepalingen betreffende de vierdagenweek en het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar in de openbare sector.
De personeelsleden, met uitzondering van de aspiranten, de stagiairs en de contractuele personeelsleden, kunnen het stelsel van de vierdagenweek met premie vanaf 50 of 55 jaar bedoeld in hoofdstuk II van de wet van 19 juli 2012 betreffende de vierdagenweek en het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar in de openbare sector bekomen overeenkomstig de voorwaarden en nadere regelen bepaald in de artikelen 4 en 5 van het koninklijk besluit van 20 september 2012 houdende diverse bepalingen betreffende de vierdagenweek en het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar in de openbare sector.
Hoofdstuk II. - De vierdagenweek zonder premie
Art. VIII.XVI.2. Onder voorbehoud van de bijzondere bepalingen van dit besluit, kunnen de personeelsleden, met uitzondering van de aspiranten en de stagiairs, het stelsel van de vierdagenweek zonder premie bekomen overeenkomstig de voorwaarden en nadere regelen bepaald in artikel 6 van het koninklijk besluit van 20 september 2012 houdende diverse bepalingen betreffende de vierdagenweek en het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar in de openbare sector.
De prestaties in het raam van de vierdagenweek zonder premie worden gespreid over vier werkdagen. Met akkoord van de overheid kunnen de personeelsleden een andere spreiding op weekbasis bekomen.
Het artikel 3 van het koninklijk besluit van 20 september 2012 houdende diverse bepalingen betreffende de vierdagenweek en het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar in de openbare sector, is niet van toepassing op de arbeidsregeling bedoeld in het eerste lid.
Hoofdstuk III. - Uitsluitingen
Art. VIII.XVI.3. In afwijking van de artikelen VIII.XVI.1 en VIII.XVI.2, is het personeelslid dat een mandaat bekleedt of dat titularis is van een door de minister bepaalde graad, uitgesloten van het recht op de vierdagenweek met of zonder premie. De minister of, naar gelang van het geval, de burgemeester of het politiecollege, bepaalt de andere ambten waarvan de titularissen, om redenen die inherent zijn aan de goede werking van de dienst, eveneens van dit recht zijn uitgesloten.
In afwijking van het eerste lid en met uitzondering van de mandaathouders, kan de minister of, naar gelang van het geval, de burgemeester of het politiecollege, voor zover de goede werking van de dienst erdoor niet wordt verstoord en na advies van de korpschef, de commissaris-generaal of de door deze aangewezen directeur-generaal, aan het in het eerste lid bedoelde personeelslid dat erom verzoekt, het recht op de vierdagenweek met of zonder premie toekennen."
Art.7. In deel VIII RPPol wordt de titel XVIII, die de artikelen VIII.XVIII.1 en VIII.XVIII.2 bevat, vervangen als volgt :
"TITEL XVIII. - HALFTIJDS WERKEN VANAF 50 OF 55 JAAR
Art. VIII.XVIII.1. De personeelsleden, met uitzondering van de aspiranten, de stagiairs en de contractuele personeelsleden, kunnen het stelsel van het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar bedoeld in hoofdstuk III van de wet van 19 juli 2012 betreffende de vierdagenweek en het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar in de openbare sector bekomen overeenkomstig de voorwaarden en nadere regelen bepaald in de artikelen 9 en 10 van het koninklijk besluit van 20 september 2012 houdende diverse bepalingen betreffende de vierdagenweek en het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar in de openbare sector.
Art. VIII.XVIII.2. In afwijking van artikel VIII.XVIII.1, is het personeelslid dat een mandaat bekleedt of dat titularis is van een door de minister bepaalde graad, uitgesloten van het recht op het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar. De minister of, naar gelang van het geval, de burgemeester of het politiecollege, bepaalt de andere ambten waarvan de titularissen, om redenen die inherent zijn aan de goede werking van de dienst, eveneens van dit recht zijn uitgesloten.
In afwijking van het eerste lid en met uitzondering van de mandaathouders, kan de minister of, naar gelang van het geval, de burgemeester of het politiecollege, voor zover de goede werking van de dienst erdoor niet wordt verstoord en na advies van de korpschef, de commissaris-generaal of de door deze aangewezen directeur-generaal, aan het in het eerste lid bedoelde personeelslid dat erom verzoekt, het recht op het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar toekennen."
Art.8. In artikel XI.II.21, eerste lid, RPPol, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 13 juni 2005, worden de woorden "het stelsel van de vrijwillige vierdagenweek bedoeld in artikel VIII.XVI.1 evenals in het raam van het stelsel van de halftijdse vervroegde uittreding bedoeld in artikel VIII.XVIII.1" vervangen door de woorden "de stelsels van de vrijwillige vierdagenweek en van de halftijdse vervroegde uittreding bedoeld in de wet van 10 april 1995 betreffende de herverdeling van de arbeid in de openbare sector evenals in het raam van de stelsels van de vierdagenweek met of zonder premie en van het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar bedoeld in de wet van 19 juli 2012 betreffende de vierdagenweek en het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar in de openbare sector en in het koninklijk besluit van 20 september 2012 houdende diverse bepalingen betreffende de vierdagenweek en het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar in de openbare sector".
Art.9. In artikel XI.III.1, § 2, eerste lid, RPPol, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 13 juni 2005, worden de woorden "het stelsel van de vrijwillige vierdagenweek bedoeld in artikel VIII.XVI.1 evenals in het raam van het stelsel van de halftijdse vervroegde uittreding bedoeld in artikel VIII.XVIII.1" vervangen door de woorden "de stelsels van de vrijwillige vierdagenweek en van de halftijdse vervroegde uittreding bedoeld in de wet van 10 april 1995 betreffende de herverdeling van de arbeid in de openbare sector evenals in het raam van de stelsels van de vierdagenweek met of zonder premie en van het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar bedoeld in de wet van 19 juli 2012 betreffende de vierdagenweek en het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar in de openbare sector en in het koninklijk besluit van 20 september 2012 houdende diverse bepalingen betreffende de vierdagenweek en het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar in de openbare sector".
Art.10. In artikel XI.III.3 RPPol, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 24 oktober 2003, worden de woorden "en het stelsel van het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar" ingevoegd tussen de woorden "de halftijdse vervroegde uittreding" en de woorden ". Ze worden gekoppeld aan".
Art.11. In artikel XI.III.4, eerste lid, 6°, RPPol, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 13 juni 2005, worden de woorden "loopbaanonderbreking, van het stelsel van de vrijwillige vierdagenweek of van het stelsel van de halftijdse vervroegde uittreding, zoals respectievelijk bedoeld in de artikelen VIII.XV.1 tot en met VIII.XV.6, VIII.XVI.1 en VIII.XVIII.1" vervangen door de woorden "loopbaanonderbreking bedoeld in de artikelen VIII.XV.1 tot en met VIII.XV.6, van de stelsels van de vrijwillige vierdagenweek en van de halftijdse vervroegde uittreding bedoeld in de wet van 10 april 1995 betreffende de herverdeling van de arbeid in de openbare sector evenals in het raam van de stelsels van de vierdagenweek met of zonder premie en van het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar bedoeld in de wet van 19 juli 2012 betreffende de vierdagenweek en het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar in de openbare sector en in het koninklijk besluit van 20 september 2012 houdende diverse bepalingen betreffende de vierdagenweek en het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar in de openbare sector".
Art.12. In artikel XI.III.29, § 5, eerste lid, RPPol, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 26 maart 2005, worden de woorden "het stelsel van de vrijwillige vierdagenweek bedoeld in artikel VIII.XVI.1, van de halftijdse vervroegde uittreding bedoeld in artikel VIII.XVIII.1" vervangen door de woorden "de stelsels van de vrijwillige vierdagenweek en van de halftijdse vervroegde uittreding bedoeld in de wet van 10 april 1995 betreffende de herverdeling van de arbeid in de openbare sector of van de stelsels van de vierdagenweek met of zonder premie en van het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar bedoeld in de wet van 19 juli 2012 betreffende de vierdagenweek en het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar in de openbare sector en in het koninklijk besluit van 20 september 2012 houdende diverse bepalingen betreffende de vierdagenweek en het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar in de openbare sector".
Art.13. In artikel XI.III.43, eerste lid, RPPol, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 13 juni 2005, worden de woorden "het stelsel van de vrijwillige vierdagenweek bedoeld in artikel VIII.XVI.1 evenals in het raam van het stelsel van de halftijdse vervroegde uittreding bedoeld in artikel VIII.XVIII.1" vervangen door de woorden "de stelsels van de vrijwillige vierdagenweek en van de halftijdse vervroegde uittreding bedoeld in de wet van 10 april 1995 betreffende de herverdeling van de arbeid in de openbare sector evenals in het raam van de stelsels van de vierdagenweek met of zonder premie en van het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar bedoeld in de wet van 19 juli 2012 betreffende de vierdagenweek en het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar in de openbare sector en in het koninklijk besluit van 20 september 2012 houdende diverse bepalingen betreffende de vierdagenweek en het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar in de openbare sector".
Art.14. In artikel XI.IV.121, eerste lid, RPPol, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 13 juni 2005, worden de woorden "het stelsel van de vrijwillige vierdagenweek bedoeld in artikel VIII.XVI.1 evenals in het raam van het stelsel van de halftijdse vervroegde uittreding bedoeld in artikel VIII.XVIII.1" vervangen door de woorden "de stelsels van de vrijwillige vierdagenweek en van de halftijdse vervroegde uittreding bedoeld in de wet van 10 april 1995 betreffende de herverdeling van de arbeid in de openbare sector evenals in het raam van de stelsels van de vierdagenweek met of zonder premie en van het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar bedoeld in de wet van 19 juli 2012 betreffende de vierdagenweek en het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar in de openbare sector en in het koninklijk besluit van 20 september 2012 houdende diverse bepalingen betreffende de vierdagenweek en het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar in de openbare sector".
Art.15. In artikel 79quater, § 2, eerste lid, van het koninklijk besluit van 20 juli 2001 betreffende de werking en het personeel van de algemene inspectie van de federale politie en van de lokale politie, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 23 oktober 2003, worden de woorden "het stelsel van de vrijwillige vierdagenweek of in dit van de halftijdse vervroegde uittreding bepaald in Titel XVI en XVIII van Deel VIII van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten" vervangen door de woorden "de stelsels van de vrijwillige vierdagenweek en van de halftijdse vervroegde uittreding bedoeld in de wet van 10 april 1995 betreffende de herverdeling van de arbeid in de openbare sector evenals in het raam van de stelsels van de vierdagenweek met of zonder premie en van het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar bedoeld in de wet van 19 juli 2012 betreffende de vierdagenweek en het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar in de openbare sector en in het koninklijk besluit van 20 september 2012 houdende diverse bepalingen betreffende de vierdagenweek en het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar in de openbare sector".
Art.16. Bijlage I bij het koninklijk besluit van 10 juni 2006 houdende de regeling van het uniform van de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, wordt aangevuld met de bepalingen onder de punten 31 en 32, luidende :
31. Vierdagenweek met of zonder premie | NIHIL | NIHIL |
32. Halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar | NIHIL | NIHIL |