1 DECEMBER 2013. - Wet tot hervorming van de gerechtelijke arrondissementen en tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek met het oog op een grotere mobiliteit van de leden van de rechterlijke orde(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 10-12-2013 en tekstbijwerking tot 25-04-2017)
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het Gerechtelijk Wetboek
Art. 2-38, 38/1, 39-105
HOOFDSTUK 3. - Aanpassingen van het bijvoegsel van het Gerechtelijk Wetboek
Art. 106-108
HOOFDSTUK 4. - Wijzigingen van de wet van 3 april 1953 betreffende de rechterlijke inrichting
Art. 109-110
HOOFDSTUK 5. - Wijziging van de wet van 7 juli 1969 tot vaststelling van de personeelsformatie van de arbeidshoven en -rechtbanken
Art. 111
HOOFDSTUK 6. - Wijzigingen van de wet van 15 juli 1970 tot vaststelling van de personeelsformatie van de rechtbanken van koophandel en tot wijziging van de wet van 10 oktober 1967 houdende het Gerechtelijk Wetboek
Art. 112-113
HOOFDSTUK 7. - Wijzigingen van de wet van 16 juli 1970 tot vaststelling van de personeelsformatie van de politierechtbanken
Art. 114-115
HOOFDSTUK 8. - Wijziging van de wet van 14 december 1970 tot vaststelling van de personeelsformatie van de plaatsvervangende rechters in de arbeidsrechtbanken en in de rechtbanken van koophandel
Art. 116
HOOFDSTUK 9. - Wijziging van de wet van 20 juli 1971 tot vaststelling van de personeelsformatie van de vredegerechten
Art. 117
HOOFDSTUK 10. - Wijzigingen van de wet van 2 juli 1975 tot vaststelling van de personeelsformatie van de rechtbanken van eerste aanleg
Art. 118
HOOFDSTUK 11. - Wijzigingen van diverse wetten
Art. 119-128
HOOFDSTUK 12. - [1 Advocaten]1
Art. 129-134
HOOFDSTUK 13. - Justitiehuizen
Art. 135
HOOFDSTUK 14. - Overgangsmaatregelen
Afdeling 1. - Algemeen
Art. 136-137
Afdeling 2. - Bevoegdheid
Art. 138-142, 142/1, 143, 143/1, 143/2, 144-146
Afdeling 3. - Magistraten
Art. 147-148, 148/1, 149, 149/1, 150-154, 154/1, 155, 155/1
Afdeling 4. - Gerechtspersoneel
Art. 156-158, 158/1, 158/2, 158/3, 159, 159/1
Afdeling 5. - Andere overgangsbepalingen
Art. 160-162, 162/1
HOOFDSTUK 15. - Inwerkingtreding
Art. 163-164
1803031601 1891081950 1935061501 1953040302 1967101058 1969070707 1970071508 1970071602 1970121405 1971072002 1975070206 1978101005
2014009088 2014009108 2014009126 2015009772 2015202384 2016009298 2016009383 2018011498 2018011654 2018012032 2018015470 2018040538 2019010269 2019030426
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het Gerechtelijk Wetboek
Art.2. In artikel 58bis van het Gerechtelijk Wetboek, ingevoegd bij de wet van 22 december 1998 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 19 juli 2012, worden volgende wijzigingen aangebracht :
a) in de bepaling onder 1° worden de woorden " toegevoegd vrederechter ", " toegevoegd rechter in de politierechtbank ", " en toegevoegd rechter ", " toegevoegd substituut-procureur des Konings, ", " en toegevoegd substituut-arbeidsauditeur " opgeheven;
b) in de bepaling onder 2° worden de woorden " voorzitter van de vrederechters en rechters in de politierechtbank, " ingevoegd tussen de woorden " van koophandel, " en de woorden " procureur des Konings ";
c) in de bepaling onder 3° worden de woorden " afdelingsvoorzitter of " ingevoegd tussen de woorden " mandaten van " en het woord " ondervoorzitter " en worden de woorden " ondervoorzitter van de vrederechters en rechters in de politierechtbank, afdelingsprocureur, afdelingsauditeur, " ingevoegd tussen de woorden " rechtbank van koophandel " en de woorden " eerste substituut-procureur des Konings ".
Art.3. Artikel 59 van hetzelfde Wetboek wordt aangevuld met drie leden, luidende :
" De vrederechter-titularis benoemd in een kanton wordt in subsidiaire orde benoemd in elk kanton van het gerechtelijk arrondissement waarin hij krachtens de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken kan worden benoemd.
Naargelang van de behoeften van de dienst wijst de voorzitter van de vrederechters en rechters in de politierechtbank, met inachtneming van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken, en na de betrokken magistraat te hebben gehoord, een of meer vrederechters aan om dit ambt gelijktijdig in een of meer kantons van het gerechtelijk arrondissement uit te oefenen.
De aanwijzingsbeschikking geeft de redenen van de aanwijzing op en bepaalt de nadere regels ervan. ".
Art.4.Artikel 60 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 11 juli 1994, wordt vervangen als volgt :
" Art. 60. Er zijn politierechtbanken, bestaande uit één of meer afdelingen. Een of meer rechters oefenen er hun ambt uit in de gebiedsomschrijving bepaald in het bijvoegsel bij dit Wetboek. Een vrederechter kan bovendien tot rechter in de politierechtbank worden benoemd.
De politierechtbanken en hun afdelingen bestaan uit een of meer kamers.
In het gerechtelijk arrondissement Brussel worden de rechters in de politierechtbank die worden benoemd in de personeelsformatie van de Nederlandstalige politierechtbank of de politierechtbank [1 te Halle en te Vilvoorde]1, in subsidiaire orde in de andere Nederlandstalige politierechtbanken te Brussel benoemd. ".
----------
(1)<W 2014-05-08/02, art. 97, 004; Inwerkingtreding : 01-04-2014>
Art.5. In artikel 64, tweede lid, van hetzelfde Wetboek, wordt het woord " gerecht " vervangen door de woorden " vredegerecht of afdeling van de politierechtbank ".
Art.6. Artikel 65 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 11 juli 1994, wordt vervangen als volgt
" Art. 65. § 1. Naargelang van de behoeften van de dienst wijst de voorzitter van de vrederechters en rechters in de politierechtbank, met inachtneming van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken, tijdelijk en met zijn of hun instemming, een of meer vrederechters aan om de functie uit te oefenen van rechter in de politierechtbank, of een of meer rechters in de politierechtbank om de functie uit te oefenen van vrederechter in het gerechtelijk arrondissement.
Naargelang van de behoeften van de dienst in het gerechtelijk arrondissement Brussel wijst de voorzitter van de Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg, met inachtneming van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken, tijdelijk een of meer werkende of plaatsvervangende rechters in de politierechtbank aan, zonder dat zijn of hun instemming vereist is maar na hem of hen te hebben gehoord, om tegelijkertijd een ambt uit te oefenen in een andere politierechtbank van het arrondissement.
Naargelang van de behoeften van de dienst kan met instemming van de betrokkene of betrokkenen de eerste voorzitter van het hof van beroep, met inachtneming van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken en op advies van de voorzitter van de vrederechters en rechters in de politierechtbank een of meer rechters in de politierechtbank, of een of meer vrederechters opdragen tegelijkertijd een ambt uit te oefenen in een andere politierechtbank van het rechtsgebied of in een ander vredegerecht van het rechtsgebied gelegen in een ander arrondissement dan dat waarin hij benoemd is.
§ 2. De aanwijzings- of opdrachtbeschikking geeft de redenen van de aanwijzing of opdracht op en bepaalt de nadere regels ervan.
De aanwijzing of de opdracht eindigt wanneer de reden ervan vervalt; voor de zaken waarover de debatten aan de gang zijn of die in beraad zijn, blijft de aanwijzing of de opdracht echter gelden tot aan het vonnis. ".
Art.7. Artikel 65bis van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 13 maart 2001, wordt vervangen als volgt :
" Art. 65bis. Met uitzondering van de gerechtelijke arrondissementen Brussel en Eupen is er in elk arrondissement een voorzitter en ondervoorzitter van de vrederechters en rechters in de politierechtbank.
Het voorzitterschap wordt afwisselend waargenomen door een vrederechter en door een rechter in de politierechtbank. De ondervoorzitter is respectievelijk vrederechter of rechter in de politierechtbank, naar gelang de voorzitter rechter in de politierechtbank dan wel vrederechter is. ".
Art.8.In artikel 66 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 15 juli 1970, wordt het eerste lid vervangen als volgt :
" De zittingen worden op de zetel of afdeling van het gerecht gehouden. Het aantal, de dagen en de duur van de gewone zittingen worden in een bijzonder reglement vastgesteld :
1° voor de politierechtbank, door de voorzitter of ondervoorzitter van de vrederechters en rechters in de politierechtbank die de hoedanigheid heeft van politierechter, na advies van de procureur des Konings en van de stafhouder(s) van de Orde of Ordes van Advocaten van het arrondissement;
2° voor het vredegerecht, door de voorzitter of ondervoorzitter van de vrederechters en rechters in de politierechtbank die de hoedanigheid heeft van vrederechter, na advies van de betrokken vrederechter en van de stafhouder(s) van de Orde of Ordes van Advocaten van het arrondissement.
[1 In de gerechtelijke arrondissementen Brussel en Eupen is het advies van de politierechtbank eveneens vereist.]1
Het bijzonder reglement wordt publiek bekendgemaakt. ".
----------
(1)<W 2014-05-08/02, art. 99, 004; Inwerkingtreding : 01-04-2014>
Art.9. Artikel 68 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen als volgt :
" Art. 68. De voorzitter van de vrederechters en rechters in de politierechtbank is belast met de algemene leiding en de organisatie van de politierechtbank.
Hij verdeelt de zaken overeenkomstig het zaakverdelingsreglement en het bijzonder reglement van de rechtbank.
Wanneer de behoeften van de dienst het rechtvaardigen, kan hij een deel van de zaken die aan een kamer zijn toegewezen, onder de andere kamers van de afdeling verdelen.
Onder een behoefte van de dienst kan worden begrepen de verdeling van de werklast, de onbeschikbaarheid van een rechter, een vereiste deskundigheid, de goede rechtsbedeling of andere daarmee vergelijkbare objectieve redenen.
De voorzitter verdeelt de rechters over de afdelingen. Indien hij een rechter aan een andere afdeling toewijst, hoort hij de betrokken rechter en omkleedt hij zijn beslissing met redenen. ".
Art.10. Artikel 69 van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 13 maart 2001, wordt opgeheven.
Art.11. Artikel 70 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 15 juli 1970, wordt opgeheven.
Art.12. Artikel 71 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen als volgt :
" Art. 71. Naargelang van de behoeften van de dienst wijst de voorzitter van de vrederechters en rechters in de politierechtbank een van de plaatsvervangende rechters aan als vervanger van de vrederechter of van de rechter in de politierechtbank.
In de aanwijzingsbeschikking wordt vermeld waarom een beroep moet worden gedaan op een plaatsvervanger en worden de nadere regels van de aanwijzing omschreven. ".
Art.13.In artikel 72 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 19 juli 2012, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° het eerste en tweede lid worden opgeheven;
2° het derde lid wordt vervangen als volgt :
" In gevallen van overmacht kan de Koning, op advies van de voorzitter van de vrederechters en rechters in de politierechtbank en van de procureur des Konings, de zetel van het vredegerecht tijdelijk verplaatsen naar een andere gemeente van het arrondissement. ";
[1 2/1° in het vierde lid worden de woorden "De vorige bepalingen zijn van toepassing" vervangen door de woorden "Dit artikel is van toepassing.]1
3° het vijfde lid wordt opgeheven.
----------
(1)<W 2014-05-08/02, art. 100, 004; Inwerkingtreding : 01-04-2014>
Art.14. In artikel 72bis, eerste en tweede lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 19 juli 2012, worden de woorden " voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg bedoeld in dit hoofdstuk " telkens vervangen door de woorden " voorzitter bedoeld in dit hoofdstuk ".
Art.15. In het tweede deel, boek I, titel I, hoofdstuk I, afdeling II, van hetzelfde Wetboek wordt een artikel 72ter ingevoegd, luidende :
" Art. 72ter. Voor de politierechtbanken en de vredegerechten waarvan de zetel gevestigd is in het gerechtelijke arrondissement Eupen, worden de opdrachten van de voorzitter van de vrederechters en rechters in de politierechtbank bedoeld in dit hoofdstuk, uitgeoefend door de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg van het arrondissement. ".
Art.16. Artikel 73, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, wordt vervangen als volgt :
" Er is een rechtbank van eerste aanleg, een arbeidsrechtbank en een rechtbank van koophandel, waarvan de gebiedsomschrijving is vastgesteld in het bijvoegsel van dit Wetboek. ".
Art.17. In artikel 74 van hetzelfde Wetboek, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° het eerste lid wordt vervangen als volgt :
" In ieder arrondissement is er een arrondissementsrechtbank die bestaat uit de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg, de voorzitter van de arbeidsrechtbank, de voorzitter van de rechtbank van koophandel en de voorzitter van de vrederechters en rechters in de politierechtbank of een door hen aangewezen rechter.
Bij staking van stemmen, beslist de voorzitter van de arrondissementsrechtbank. ";
2° in het tweede lid worden de woorden " of uit de rechters die hen in die respectieve rechtbanken vervangen " vervangen door de woorden " of uit een door hen aangewezen rechter ".
Art.18. In artikel 76 van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 21 april 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid worden de woorden " De rechtbank van eerste aanleg bestaat " vervangen door de woorden " De rechtbank van eerste aanleg en, in voorkomend geval, zijn afdelingen bestaan " en worden de woorden " bij de rechtbank " vervangen door de woorden " bij de afdeling van de rechtbank ";
2° in het tweede lid wordt het woord " afdelingen " vervangen door het woord " secties ";
3° het woord " afdeling " wordt telkens vervangen door het woord " sectie ".
Art.19. Artikel 77, tweede lid, van hetzelfde Wetboek, wordt vervangen als volgt :
" In de gevallen bepaald in de wet tot vaststelling van de personeelsformatie van hoven en rechtbanken bestaat ze daarenboven uit een of meer afdelingsvoorzitters en ondervoorzitters. ".
Art.20. In artikel 80 van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 18 december 2006, wordt het derde lid opgeheven.
Art.21. Artikel 82, tweede lid, van hetzelfde Wetboek wordt vervangen als volgt :
" In de gevallen bepaald in de wet tot vaststelling van de personeelsformatie van hoven en rechtbanken, bestaat zij bovendien uit een of meer afdelingsvoorzitters, ondervoorzitters en een of meer rechters in de arbeidsrechtbank. ".
Art.22.[1 In artikel 85 van hetzelfde Wetboek worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° het tweede lid wordt vervangen als volgt :
"In de gevallen bepaald in de wet tot vaststelling van de personeelsformatie van hoven en rechtbanken, bestaat zij bovendien uit een of meer afdelingsvoorzitters, ondervoorzitters en een of meer rechters in de rechtbank van koophandel.";
2° in het derde lid worden de woorden "De rechters in handelszaken kiezen" vervangen door de woorden "In elk arrondissement kiezen de rechters in handelszaken".]1
----------
(1)<W 2014-05-08/02, art. 101, 004; Inwerkingtreding : 01-04-2014>
Art.23. In het tweede deel, boek I, titel I, hoofdstuk II van hetzelfde Wetboek, worden de afdeling VIbis, alsook artikel 86bis, ingevoegd bij de wet van 10 februari 1998 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 3 mei 2003, opgeheven.
Art.24. In artikel 87 van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 17 mei 2006 wordt tussen het tweede en het derde lid een lid ingevoegd, luidende :
" In de aanwijzingsbeschikking wordt vermeld waarom een beroep moet worden gedaan op een plaatsvervanger en worden de nadere regels van de aanwijzing omschreven. ".
Art.25.In artikel 88 van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 3 december 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° paragraaf 1, eerste lid, wordt vervangen als volgt :
" § 1. Het bijzonder reglement voor elke rechtbank wordt bij beschikking van de voorzitter van de rechtbank vastgesteld na advies van, naar gelang van het geval, de eerste voorzitter van het hof van beroep of de eerste voorzitter van het arbeidshof, van de procureur-generaal en, naar gelang van het geval, van de procureur des Konings of van de arbeidsauditeur, van de hoofdgriffier van de rechtbank en van de stafhouders van de Orde of Ordes van advocaten van het arrondissement. Het advies van de voorzitter van de arbeidsrechtbank is eveneens vereist voor de in artikel 76, zesde lid, bedoelde gespecialiseerde correctionele kamers. Het bijzonder reglement wordt publiek bekendgemaakt. ";
2° paragraaf 2, eerste lid, wordt vervangen als volgt :
" § 2. Incidenten in verband met de verdeling van de zaken onder de afdelingen, secties, kamers of rechters van een zelfde rechtbank worden op de volgende manier geregeld : ";
[1 2/1° in § 2, tweede lid, eerste zin, worden de woorden "de sectie," ingevoegd tussen de woorden "uitgelokt, legt" en de woorden "de afdeling, de kamer".]1
3° in paragraaf 2, tweede lid, worden de woorden " De procureur gehoord " vervangen door de woorden " Na advies van de procureur des Konings of de arbeidsauditeur " en worden de woorden " rechtbank van eerste aanleg " vervangen door het woord " rechtbank ".
----------
(1)<W 2014-05-08/02, art. 102, 004; Inwerkingtreding : 01-04-2014>
Art.26.Artikel 90 van het hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 25 april 2007, wordt vervangen als volgt :
" Art. 90. De voorzitter is belast met de algemene leiding en de organisatie van de rechtbank.
In de gevallen bepaald in de wet tot vaststelling van de personeelsformatie van hoven en rechtbanken staat een afdelingsvoorzitter de voorzitter bij in de leiding van de rechtbank en haar afdelingen.
De voorzitter verdeelt de zaken overeenkomstig het zaakverdelingsreglement en het bijzonder reglement van de rechtbank. Wanneer de behoeften van de dienst het rechtvaardigen, kan hij een deel van de zaken die aan een kamer zijn toegewezen, onder de andere kamers van de afdeling verdelen.
Onder een behoefte van de dienst kan worden begrepen de verdeling van de werklast, de onbeschikbaarheid van een rechter, een vereiste deskundigheid, de goede rechtsbedeling of [1 andere daarmee]1 vergelijkbare objectieve reden.
De voorzitter verdeelt de rechters over de afdelingen. Indien hij een rechter aan een andere afdeling toewijst, hoort hij de betrokken rechter en omkleedt hij zijn beslissing met redenen. ".
----------
(1)<W 2014-05-08/02, art. 103, 004; Inwerkingtreding : 01-04-2014>
Art.27. In het tweede deel, boek I, titel I, hoofdstuk II, van hetzelfde Wetboek wordt het opschrift van afdeling IX vervangen als volgt : " Opdracht en aanwijzing van rechters ".
Art.28. In artikel 98 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 10 februari 1998, worden het eerste tot het vijfde lid vervangen als volgt :
" Wanneer de behoeften van de dienst binnen de rechtbank van eerste aanleg het rechtvaardigen, kan de eerste voorzitter van het hof van beroep, met inachtneming van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken, via een beschikking, een rechter in de rechtbank van koophandel van het rechtsgebied van het hof van beroep, die deze opdracht aanvaardt, opdragen er tijdelijk het ambt van rechter uit te oefenen.
Wanneer de behoeften van de dienst binnen de rechtbank van koophandel het rechtvaardigen, kan de eerste voorzitter van het hof van beroep, met inachtneming van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken, via een beschikking, een rechter in de rechtbank van eerste aanleg van het rechtsgebied van het hof van beroep, die deze opdracht aanvaardt, opdragen er tijdelijk het ambt van rechter uit te oefenen.
In dezelfde omstandigheden kan de eerste voorzitter ook een rechter van het rechtsgebied van het hof van beroep die deze opdracht aanvaardt via een beschikking opdragen zijn ambt bijkomend en voor een bepaalde termijn uit te oefenen in een rechtbank van eerste aanleg of een rechtbank van koophandel die in dat rechtsgebied ligt.
Wanneer de behoeften van de dienst het rechtvaardigen kunnen, in het rechtsgebied van het hof van beroep te Luik, naargelang het geval, respectievelijk de eerste voorzitter van het hof van beroep of de eerste voorzitter van het arbeidshof, de rechters in de rechtbank van eerste aanleg, de rechters in de rechtbank van koophandel en de rechters in de arbeidsrechtbanken, met hun instemming en met inachtneming van de wet van 15 juni 1935 op gebruik der taal in gerechtszaken, opdracht geven, zowel in de rechtbank van eerste aanleg als in de rechtbank van koophandel of de arbeidsrechtbank van het gerechtelijk arrondissement Eupen. Naargelang van het geval kunnen de eerste voorzitter van het hof van beroep of de eerste voorzitter van het arbeidshof respectievelijk rechters in de rechtbank van koophandel en in de arbeidsrechtbank van Eupen met hun instemming opdracht geven, hetzij in een rechtbank van koophandel of in een rechtbank van eerste aanleg van het rechtsgebied, hetzij in een arbeidsrechtbank van het rechtsgebied.
In de beschikking wordt vermeld waarom een beroep moet worden gedaan op een rechter van een andere rechtbank van het rechtsgebied en worden de nadere regels van de opdracht omschreven. ".
Art.29. In artikel 99 van hetzelfde Wetboek worden de woorden " of plaatsvervangende rechter " opgeheven.
Art.30. In het tweede deel, boek I, titel I, hoofdstuk II, afdeling IX, van hetzelfde Wetboek wordt een artikel 99ter ingevoegd, luidende :
" Art. 99ter. Naargelang van de behoeften van de dienst kan de eerste voorzitter van het hof van beroep een rechter in de rechtbank van eerste aanleg of een rechter in de rechtbank van koophandel, benoemd in het rechtsgebied, met zijn instemming opdragen zijn ambt uit te oefenen in het hof van beroep.
Naargelang van de behoeften van de dienst kan de eerste voorzitter van het arbeidshof een rechter in de arbeidsrechtbank, benoemd in het rechtsgebied, met zijn instemming opdragen zijn ambt uit te oefenen in het arbeidshof.
In de beschikking wordt vermeld waarom een beroep moet worden gedaan op een rechter en worden de nadere regels van de opdracht omschreven. ".
Art.31. In de Franse tekst van het tweede deel, boek I, titel I, hoofdstuk II, van hetzelfde Wetboek, wordt het opschrift van afdeling X vervangen als volgt : " Nominations simultanées dans plusieurs tribunaux ".
Art.32.Artikel 100 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wetten van 15 juli 1970 en 22 december 1998, wordt vervangen als volgt :
" Art. 100. § 1. De rechters benoemd in een rechtbank van eerste aanleg worden, met inachtneming van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken, in subsidiaire orde benoemd in de andere rechtbanken van eerste aanleg van het rechtsgebied van het hof van beroep.
De substituten benoemd in een parket van de procureur des Konings worden, met inachtneming van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken, in subsidiaire orde benoemd in de andere parketten van de procureur des Konings van het rechtsgebied.
§ 2. De aanwijzing van een magistraat buiten het rechtscollege of het parket in de personeelsformatie waarvan hij in hoofdorde wordt benoemd, wordt in onderling overleg tussen de betrokken korpschefs geregeld nadat de betrokkene werd gehoord. De gemeenschappelijke beslissing bepaalt de nadere regels van de aanwijzing.
De aanwijzingsbeschikking omschrijft de redenen waarom het noodzakelijk is een beroep te doen op een magistraat benoemd in hoofdorde in de personeelsformatie van een andere rechtbank of parket en omschrijft de nadere regels van de aanwijzing. De aanwijzing geldt voor een hernieuwbare periode van ten hoogste een jaar.
De instemming van de aangewezen magistraat is niet vereist.
Ingeval de korpschefs weigeren of bij gebreke van een akkoord over de nadere regels van de aanwijzing, beslist, naar gelang van het geval, de eerste voorzitter van het hof van beroep of de procureur-generaal bij het hof van beroep op grond van een met redenen omkleed advies van de korpschefs die betrokken zijn bij deze aanwijzing.
§ 3. Een magistraat benoemd overeenkomstig § 1 wordt niet benoemd in de personeelsformatie van de rechtscolleges of van de parketten waarin hij in subsidiaire orde wordt benoemd.
§ 4. De rechters benoemd in de Franstalige rechtbank van eerste aanleg te Brussel worden in subsidiaire orde benoemd in de rechtbank van eerste aanleg te Waals-Brabant en de rechters benoemd in de rechtbank van eerste aanleg te Waals-Brabant worden in subsidiaire orde benoemd in de Franstalige rechtbank van eerste aanleg te Brussel. De rechters benoemd in de Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg te Brussel worden in subsidiaire orde benoemd in de rechtbank van eerste aanleg te Leuven en de rechters benoemd in de rechtbank van eerste aanleg te Leuven worden in subsidiaire orde benoemd in de Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg te Brussel.
De substituten benoemd bij het parket van de procureur des Konings te Brussel, daaronder begrepen de substituten bedoeld in artikel 150, § 3, worden, met inachtneming van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken, in subsidiaire orde benoemd bij het parket van de procureur des Konings te Waals-Brabant of bij de parketten van de procureur des Konings te Leuven en te Halle-Vilvoorde. De substituten van de procureur des Konings benoemd te Waals-Brabant worden in subsidiaire orde benoemd bij het parket van de procureur des Konings te Brussel [1 , de substituten benoemd bij het parket van de procureur des Konings te Leuven worden in subsidiaire orde benoemd bij het parket van de procureur des Konings te Brussel en te Halle-Vilvoorde en de substituten benoemd bij het parket van de procureur des Konings te Halle-Vilvoorde worden in subsidiaire orde benoemd bij het parket van de procureur des Konings te Brussel en te Leuven]1.
De rechters benoemd in de Franstalige rechtbank van koophandel te Brussel worden in subsidiaire orde benoemd in de rechtbank van koophandel [1 te Nijvel]1 en de rechters benoemd in de rechtbank van koophandel [1 te Nijvel]1 worden in subsidiaire orde benoemd in de Franstalige rechtbank van koophandel te Brussel. De rechters benoemd in de Nederlandstalige rechtbank van koophandel te Brussel worden in subsidiaire orde benoemd in de rechtbank van koophandel te Leuven en de rechters benoemd in de rechtbank van koophandel te Leuven worden in subsidiaire orde benoemd in de Nederlandstalige rechtbank van koophandel te Brussel.
De rechters benoemd in de Franstalige arbeidsrechtbank te Brussel worden in subsidiaire orde benoemd in de arbeidsrechtbank [1 te Nijvel]1 en de rechters benoemd in de arbeidsrechtbank [1 te Nijvel]1 worden in subsidiaire orde benoemd in de Franstalige arbeidsrechtbank te Brussel. De rechters benoemd in de Nederlandstalige arbeidsrechtbank te Brussel worden in subsidiaire orde benoemd in de arbeidsrechtbank te Leuven en de rechters benoemd in de arbeidsrechtbank te Leuven worden in subsidiaire orde benoemd in de Nederlandstalige arbeidsrechtbank te Brussel.
De substituten van de arbeidsauditeur benoemd te Brussel worden met inachtneming van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken respectievelijk in subsidiaire orde benoemd in het arbeidsauditoraat [1 te Nijvel]1 of in de arbeidsauditoraten te Leuven en te Halle-Vilvoorde. [1 De substituten van de arbeidsauditeur benoemd te Leuven worden in subsidiaire orde benoemd bij het arbeidsauditoraat te Brussel en te Halle-Vilvoorde en de substituten van de arbeidsauditeur benoemd bij het arbeidsauditoraat te Halle-Vilvoorde worden in subsidiaire orde benoemd bij het arbeidsauditoraat te Brussel en te Leuven.]1
§ 5. De aanwijzing van een in § 4 bedoelde magistraat buiten het rechtscollege of het parket in de personeelsformatie waarvan hij in hoofdorde wordt benoemd, wordt geregeld overeenkomstig § 2.
§ 6. Een overeenkomstig § 4 benoemde magistraat wordt niet benoemd in de personeelsformatie van het rechtscollege of van het parket waarin hij in subsidiaire orde wordt benoemd. ".
----------
(1)<W 2014-05-08/02, art. 104, 004; Inwerkingtreding : 01-04-2014>
Art.33. In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 100/1 ingevoegd, luidende :
" Art. 100/1. In het gerechtelijk arrondissement Eupen worden de rechters die benoemd zijn in een rechtbank, in subsidiaire orde benoemd in de andere rechtbanken, bedoeld in dit hoofdstuk, van het arrondissement. ".
Art.34. In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 100/2 ingevoegd, luidende :
" Art. 100/2. In het arrondissement Eupen wordt een enkele voorzitter aangewezen voor de rechtbank van eerste aanleg, de arbeidsrechtbank en de rechtbank van koophandel. Hij oefent binnen deze rechtbanken de bevoegdheden uit die de wet toekent aan de voorzitter van de rechtbank. ".
Art.35. In artikel 102, § 1, van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wetten van 27 december 2005 en 29 december 2010, wordt tussen het tweede en het derde lid een lid ingevoegd, luidende :
" In de aanwijzingsbeschikking wordt vermeld waarom een beroep moet worden gedaan op een plaatsvervanger en worden de nadere regels van de aanwijzing omschreven. ".
Art.36. In artikel 106 van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 3 december 2006, wordt het eerste lid vervangen als volgt :
" Het bijzonder reglement van het hof van beroep en dat van het arbeidshof worden door de eerste voorzitter vastgesteld, op advies van de procureur-generaal, van de hoofdgriffier en van de vergadering van de stafhouders van de balies van het rechtsgebied van het hof van beroep, voorgezeten door de eerste voorzitter van het hof van beroep. De stafhouders kunnen evenwel hun advies schriftelijk aan de eerste voorzitter van het hof van beroep toezenden. Het advies van de eerste voorzitter van het arbeidshof is eveneens vereist voor de in artikel 101, derde lid, bedoelde gespecialiseerde correctionele kamer. ".
Art.37. Artikel 113bis van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 10 februari 1998, wordt aangevuld met drie leden, luidende :
" Naargelang van de behoeften van de dienst kunnen de eerste voorzitters van de hoven van beroep en van de arbeidshoven, met inachtneming van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken, in onderling overleg beslissen respectievelijk een magistraat van een hof van beroep of van een arbeidshof, die daarmee instemt, opdracht te geven in een ander hof van beroep of een ander arbeidshof.
Naargelang van de behoeften van de dienst kan de eerste voorzitter van het hof van beroep, met inachtneming van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken, een raadsheer bij het hof van beroep met zijn instemming opdragen het ambt van rechter uit te oefenen in een rechtbank van eerste aanleg of in een rechtbank van koophandel en kan de eerste voorzitter bij het arbeidshof een raadsheer bij dit hof opdragen het ambt van rechter uit te oefenen in een arbeidsrechtbank.
In de beschikking wordt vermeld waarom een beroep moet worden gedaan op een raadsheer en worden de nadere regels van de opdracht omschreven. ".
Art.38. In artikel 116 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 21 december 2009, worden de woorden " hetzij in de hoofdplaats van andere gerechtelijke arrondissementen " vervangen door de woorden " hetzij in een afdeling van een gerechtelijk arrondissement ".
Art. 38/1. [1 In artikel 132 van hetzelfde Wetboek worden de woorden "door de Koning vastgesteld, op advies van de eerste voorzitter" vervangen door de woorden "door de eerste voorzitter vastgesteld, op advies".]1
----------
(1)<Ingevoegd bij W 2014-05-08/02, art. 105, 004; Inwerkingtreding : 01-04-2014>
Art.39. Artikel 150 van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet 19 juli 2012, wordt aangevuld met een § 4, luidende :
" § 4. Onverminderd artikel 137 zijn er in het gerechtelijk arrondissement Henegouwen twee procureurs des Konings :
1° de procureur des Konings van Charleroi oefent in de kantons van Beaumont-Chimay-Merbes-le-Château, Binche, Charleroi, Châtelet, Fontaine-l'Evêque, Seneffe en Thuin en onder het gezag van de procureur-generaal, het ambt van openbaar ministerie uit bij de afdelingen van de rechtbank van eerste aanleg, de rechtbank van koophandel en de politierechtbank die gelegen zijn in dat grondgebied;
2° de procureur des Konings van Bergen oefent in de overige kantons van de provincie Henegouwen en onder het gezag van de procureur-generaal, het ambt van openbaar ministerie uit bij de afdelingen van de rechtbank van eerste aanleg, de rechtbank van koophandel en de politierechtbank die gelegen zijn in dat grondgebied.
De procureur des Konings van Bergen oefent het ambt van openbaar ministerie uit bij de arrondissementsrechtbank.
Binnen het grondgebied dat hem in het eerste lid is toegewezen, oefent elkeen de taken uit die de wetten en besluiten toekennen aan de procureur des Konings van een arrondissement. In de gevallen waarin de wet bepaalt dat de procureur des Konings een advies geeft aan de rechtbanken, geeft elk van beide procureurs een advies. ".
Art.40. In artikel 151 van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 17 mei 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid worden de woorden " en door een of meer toegevoegde substituten aan wie opdracht is gegeven overeenkomstig artikel 326, eerste lid " opgeheven;
2° het derde lid wordt aangevuld met de volgende zin : " In de gevallen bepaald bij de wet tot vaststelling van de personeelsformatie van hoven en rechtbanken staat een afdelingsprocureur de procureur des Konings bij in de leiding van het parket en zijn afdelingen. ";
3° het artikel wordt aangevuld met een lid, luidende :
" De procureur des Konings verdeelt de substituten over de afdelingen. Indien de procureur des Konings een substituut aan een andere afdeling toewijst, hoort hij de betrokken substituut en motiveert hij zijn beslissing. ".
Art.41. In artikel 153 van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 12 april 2004, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° eerste lid, tweede zin, wordt opgeheven;
2° het tweede lid, wordt aangevuld met de volgende zin : " In de gevallen bepaald bij de wet tot vaststelling van de personeelsformatie van hoven en rechtbanken staat een afdelingsauditeur de arbeidsauditeur bij in de leiding van het auditoraat en zijn afdelingen. ";
3° het artikel wordt aangevuld met een lid, luidende :
" De arbeidsauditeur verdeelt de substituten over de afdelingen. Indien de arbeidsauditeur een substituut aan een andere afdeling toewijst, hoort hij de betrokken substituut en motiveert hij zijn beslissing. ".
Art.42. Artikel 156 van hetzelfde Wetboek, opgeheven bij de wet van 18 juli 1991, wordt hersteld als volgt :
" Art. 156. In het gerechtelijk arrondissement Eupen oefent de procureur des Konings de bevoegdheden uit van arbeidsauditeur. De substituten van de procureur des Konings worden in subsidiaire orde benoemd tot substituut-arbeidsauditeur en de substituut-arbeidsauditeur wordt in subsidiaire orde benoemd tot substituut van de procureur des Konings. ".
Art.43. Artikel 159 van hetzelfde Wetboek, hersteld bij de wet van 25 april 2007, wordt aangevuld met drie leden, luidende :
" Onverminderd de artikelen 164 en 173 wordt het gerechtspersoneel van niveau A en B benoemd in een arrondissement. Het gerechtspersoneel van niveau C en D wordt benoemd in het arrondissement, dan wel in een of twee afdelingen indien de rechtbank uit meerdere afdelingen bestaat. In de vredegerechten wordt het gerechtspersoneel van niveau C en D benoemd in een kanton. Door de benoeming in het arrondissement is het gerechtspersoneel van niveau A en B in de vredegerechten van rechtswege benoemd in alle kantons.
De hoofdgriffier van de rechtbank van koophandel en de arbeidsrechtbank kan een personeelslid van niveau A en B met zijn instemming aanwijzen in een ander arrondissement.
De hoofdgriffier kan een personeelslid van niveau C of D met zijn instemming aanwijzen in een andere afdeling. De hoofdgriffier van de vredegerechten en de politierechtbank van het arrondissement kan een personeelslid van niveau C of D, met zijn instemming, aanwijzen in een ander kanton van het arrondissement of in een afdeling van de politierechtbank. ".
Art.44. In artikel 164 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 25 april 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° het eerste lid wordt vervangen als volgt :
" Er is een hoofdgriffier in elk hof of elke rechtbank en, met uitzondering in Brussel en Eupen in elk arrondissement voor de politierechtbank en vredegerechten. ";
2° in het tweede lid worden de woorden " de oudst benoemde politierechter of de vrederechter " opgeheven;
3° het artikel wordt aangevuld met twee leden, luidende :
" In het arrondissement Brussel is er een hoofdgriffier, in elk vredegerecht en in elke politierechtbank.
In het arrondissement Eupen oefent de hoofdgriffier van de rechtbank van eerste aanleg de bevoegdheden uit van hoofdgriffier bij de arbeidsrechtbank, de rechtbank van koophandel, de politierechtbank en de vredegerechten. ".
Art.45. Artikel 167 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 25 april 2007, wordt aangevuld met de volgende zin :
" De hoofdgriffier kan een of meer griffiers-hoofden van dienst aanwijzen als afdelingsgriffier om hem bij te staan bij de leiding van een afdeling, onverminderd de taken en bijstand bedoeld in artikel 168. ".
Art.46. In artikel 173 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 25 april 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° het woord " Onverminderd " wordt vervangen door de woorden " Er is een hoofdsecretaris in elk parketsecretariaat. Onverminderd ";
2° het artikel wordt aangevuld met een lid, luidende :
" In het arrondissement Eupen oefent de hoofdsecretaris van het parket bij de rechtbank van eerste aanleg de bevoegdheden uit van hoofdsecretaris bij het arbeidsauditoraat. ".
Art.47. Artikel 175 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 25 april 2007, wordt aangevuld met de volgende zin :
" De hoofdsecretaris kan een of meer secretarissen-hoofden van dienst aanwijzen als afdelingssecretaris om hem bij te staan bij de leiding van een afdeling, onverminderd de taken en bijstand bedoeld in artikel 176. ".
Art.48.In artikel 177 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 25 april 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° [1 ...]1 ";
2° tussen het eerste en het tweede lid wordt een lid ingevoegd, luidende :
" De hoofdsecretaris kan een personeelslid van niveau C of D, met zijn instemming, aanwijzen in een andere afdeling. ";
3° het artikel wordt aangevuld met een lid, luidende :
" De hoofdsecretaris van het arbeidsauditoraat kan een personeelslid van niveau A en B met zijn instemming aanwijzen in een ander arrondissement. ".
----------
(1)<W 2014-05-08/02, art. 106, 004; Inwerkingtreding : 01-04-2014>
Art.49. In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 178/1 ingevoegd, luidende :
" Art. 178/1. In het gerechtelijk arrondissement Eupen wordt het gerechtspersoneel bedoeld in hoofdstuk III en V, gelijktijdig benoemd in de rechtbank van eerste aanleg, de arbeidsrechtbank, de rechtbank van koophandel, de politierechtbank en de vredegerechten. De hoofdgriffier wijst het rechtscollege aan waarin die personeelsleden hun ambt vervullen.
Het in hoofdstuk IV en V bedoelde gerechtspersoneel wordt gelijktijdig benoemd in het parketsecretariaat van de procureur des Konings en dat van de arbeidsauditeur. De hoofdsecretaris wijst het parketsecretariaat aan waarin die personeelsleden hun ambt vervullen. ".
Art.50.In artikel 186 van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 25 april 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° het huidige eerste lid wordt voorafgegaan door de woorden " § 1. ";
2° het huidige tweede en derde lid wordt vervangen als volgt :
" De Koning kan, bij zaakverdelingsreglement in een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de hoven van beroep, de arbeidshoven, de rechtbanken van eerste aanleg, de arbeidsrechtbanken, de rechtbanken van koophandel of de politierechtbanken in twee of meer afdelingen verdelen en de plaatsen aanwijzen waar die afdeling zitting en haar griffie houdt.
In voorkomend geval bepaalt Hij het grondgebied van elke afdeling en voor welke categorieën van zaken die afdeling haar rechtsmacht uitoefent. Het zaakverdelingsreglement kan de territoriale bevoegdheid van de afdeling uitbreiden tot een deel of het geheel van het grondgebied van het arrondissement. Het kan in geen geval leiden tot de afschaffing van bestaande zittingsplaatsen.
Het zaakverdelingsreglement van het hof wordt op voorstel van de eerste voorzitter vastgesteld na advies van de procureur-generaal, de hoofdgriffier en de vergadering van de stafhouders van de balies van het rechtsgebied van het hof van beroep, voorgezeten door de eerste voorzitter. Indien het nodig blijkt, kan het zaakverdelingsreglement eveneens voorzien in de nadere regels om gedecentraliseerde zittingen van het hof te houden in het rechtsgebied.
Het zaakverdelingsreglement van de rechtbank wordt op voorstel van de voorzitter vastgesteld na advies, naar gelang van het geval, van de procureur des Konings, de arbeidsauditeur, de hoofdgriffier en de stafhouder(s) van de Orde of Ordes van advocaten.
Voor de politierechtbank wordt het zaakverdelingsreglement voorgesteld door de ondervoorzitter van de vrederechters en rechters in de politierechtbank indien de voorzitter een vrederechter is.
Indien de Koning bij een zaakverdelingsreglement een afdeling exclusief bevoegd maakt voor bepaalde categorieën van zaken, waakt Hij er over dat de toegang tot justitie en de kwaliteit van de dienstverlening gewaarborgd blijven. Het reglement dat een afdeling exclusief bevoegd maakt, kan in burgerlijke zaken enkel betrekking hebben op bevoegdheden bedoeld in :
a) voor de rechtbank van eerste aanleg : de artikelen 569, 2° tot 42°, 570, 571 en 572;
b) voor de rechtbank van koophandel : de artikelen 573, 2°, 574, 3°, 4°, 7°, 8°, 9°, 11° tot 19°, 575, 576 en 577;
c) voor de arbeidsrechtbank : de [1 artikelen 578, 579, 582, 3° tot 14° ]1, en 583.
Het reglement dat een afdeling exclusief bevoegd maakt, kan in strafzaken enkel betrekking hebben op :
1° cybercriminaliteit;
2° socio-economische zaken;
3° financiële en fiscale zaken;
4° internationale drugshandel;
5° wapenhandel;
6° schijnhuwelijken, gedwongen huwelijken, schijn-wettelijke samenwoningen en gedwongen wettelijke samenwoningen;
7° terrorisme;
8° mensenhandel;
9° milieu;
10° stedenbouw;
11° telecommunicatie;
12° militaire misdrijven;
13° intellectuele eigendom;
14° landbouw;
15° uitlevering;
16° douane en accijnzen;
17° hormonen;
18° doping;
19° voedselveiligheid;
20° dierenwelzijn. ";
3° het artikel wordt aangevuld met een paragraaf 2, luidende :
" § 2. De neerlegging van stukken ter griffie met het oog op de aanhangigmaking en behandeling van een vordering kan gebeuren in elke afdeling van de bevoegde rechtbank. De stukken worden door de griffie overgezonden aan de bevoegde afdeling en de griffie deelt de partijen die de stukken hebben neergelegd mee welke afdeling bevoegd is.
Geen nietigheid, onregelmatigheid of onontvankelijkheid van de vordering kan met betrekking tot de in dit artikel bedoelde bevoegdheidsverdeling tussen afdelingen of met betrekking tot het zaakverdelingsreglement worden ingeroepen.
De vorderingen of misdrijven die samenhangen met vorderingen of misdrijven die op grond van dit artikel uitsluitend tot de bevoegdheid van een bepaalde afdeling behoren, worden uitsluitend behandeld door deze afdeling. ".
----------
(1)<W 2014-05-08/02, art. 107, 004; Inwerkingtreding : 01-04-2014>
Art.51.In artikel 186bis van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 22 december 1998 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 19 juli 2012, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° het eerste lid wordt vervangen als volgt :
" Voor de toepassing van deze titel treedt de voorzitter van de vrederechters en rechters in de politierechtbank op als korpschef van de vrederechters en de rechters in de politierechtbank van zijn gerechtelijk arrondissement. ";
2° in het tweede lid worden de woorden " van de vrederechters, de rechters in de politierechtbank " vervangen door de woorden " van de vrederechters en de rechters in de politierechtbank " en worden de woorden " , de toegevoegde vrederechters en de toegevoegde rechters in de politierechtbank " en de woorden " en de toegevoegde rechters " opgeheven;
3° in het derde lid worden de woorden " en de toegevoegde vrederechters " opgeheven;
4° in het vierde lid, worden de woorden " en de toegevoegde vrederechters " opgeheven;
5° in het vijfde lid worden de woorden " en de toegevoegde rechters " opgeheven;
6° in het zesde lid worden de woorden " en [1 toegevoegde rechters van de vredegerechten]1 " en in de Franse tekst de woorden " et les juges de paix de complément " opgeheven;
7° tussen het zevende en het achtste lid wordt een lid ingevoegd, luidende :
" In het gerechtelijk arrondissement Eupen treedt de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg op als korpschef van de vrederechters en de rechters in de politierechtbank. ".
----------
(1)<W 2014-05-08/02, art. 108, 004; Inwerkingtreding : 01-04-2014>
Art.52. In het tweede deel, boek I, titel VI, hoofdstuk I, van hetzelfde Wetboek wordt een artikel 186ter ingevoegd, luidende :
" Art. 186ter. Om tot voorzitter van de vrederechters en rechters in de politierechtbank te worden aangewezen, moet de kandidaat :
1° hetzij sedert ten minste vijftien jaar juridische functies uitoefenen, waarvan de laatste vijf jaar als lid van de zittende magistratuur of magistraat van het openbaar ministerie;
2° hetzij de bij artikel 259octies voorgeschreven gerechtelijke stage hebben doorgemaakt en sedert ten minste zeven jaar het ambt van lid van de zittende magistratuur of magistraat van het openbaar ministerie uitoefenen.
Om tot ondervoorzitter van de vrederechters en rechters in de politierechtbank te worden aangewezen, moet de kandidaat sedert ten minste drie jaar vrederechter of rechter in een politierechtbank zijn. ".
Art.53. In artikel 187, § 1, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 18 juli 1991 en gewijzigd bij de wetten van 6 mei 1997 en 22 december 1998, worden de woorden " vrederechter, rechter in de politierechtbank " vervangen door de woorden " vrederechter of rechter in de politierechtbank " en worden de woorden " of toegevoegd rechter " opgeheven.
Art.54. In artikel 187ter van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 7 april 2005, worden de woorden " vijfde lid " vervangen door de woorden " artikel 186, § 1, tiende lid ".
Art.55. In artikel 190, § 1, van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 22 december 1998, worden de woorden " of toegevoegd rechter " opgeheven.
Art.56. In artikel 191 van hetzelfde Wetboek, hersteld bij de wet van 22 december 2003, worden de woorden " of toegevoegd rechter " opgeheven.
Art.57. In artikel 191ter van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 7 april 2005, worden de woorden " vijfde lid " vervangen door de woorden " artikel 186, § 1, tiende lid ".
Art.58. In artikel 194, § 1, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 22 december 1998, worden de woorden " , toegevoegd substituut-procureur des Konings, substituut-arbeidsauditeur of toegevoegd substituut-arbeidsauditeur " vervangen door de woorden " of substituut-arbeidsauditeur ".
Art.59. In artikel 194ter van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 7 april 2005, worden de woorden " vijfde lid " vervangen door de woorden " artikel 186, § 1, tiende lid ".
Art.60. In het artikel 216bis, tweede lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 3 mei 2003 en gewijzigd bij de wet van 22 december 2003, wordt de tweede zin opgeheven.
Art.61.In artikel 259quinquies van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 22 december 1998 en gewijzigd bij de wet van 18 december 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
a) in paragraaf 1, [1 ...]1, 1°, worden de woorden " in het arbeidshof en de ondervoorzitters van de rechtbank van eerste aanleg, de arbeidsrechtbank en de rechtbank van koophandel " vervangen door de woorden " in het arbeidshof, de ondervoorzitters van de rechtbank van eerste aanleg, de arbeidsrechtbank en de rechtbank van koophandel en de ondervoorzitters van de vrederechters en rechters in de politierechtbank. ";
b) paragraaf 1, [1 ...]1, wordt aangevuld met de bepaling onder 3°, luidende :
" 3° de afdelingsvoorzitter bij een rechtbank wordt voor een hernieuwbare periode van drie jaar aangewezen door de algemene vergadering uit twee kandidaten op een met redenen omklede voordracht van de voorzitter van de rechtbank uit magistraten van de zetel die zich bij hem kandidaat hebben gesteld.
De Koning wijst een afdelingsprocureur of afdelingsauditeur aan voor een hernieuwbare periode van drie jaar op een met redenen omklede voordracht door de korpschef van twee parketmagistraten die zich bij hem kandidaat hebben gesteld.
De afdelingsvoorzitter, afdelingsprocureur, of afdelingsauditeur, kan voor de duur van zijn mandaat worden vervangen, in voorkomend geval in overtal. ";
c) paragraaf 2, eerste lid, wordt aangevuld met de volgende zin :
" De afdelingsvoorzitters, afdelingsprocureurs, afdelingsauditeurs en ondervoorzitters van de vrederechters en rechters in de politierechtbank worden niet vast aangewezen in hun adjunct-mandaat. ".
----------
(1)<W 2014-05-08/02, art. 109, 004; Inwerkingtreding : 01-04-2014>
Art.62.In artikel 259sexies, § 1, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 22 december 1998 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 31 januari 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
a) in de bepaling onder 4° worden de woorden " rechters of de toegevoegde rechters in de rechtbanken van eerste aanleg " vervangen door de woorden " rechters in de rechtbanken van eerste aanleg of raadsheren in het hof van beroep ";
b) in dezelfde bepaling onder 4° wordt het vierde lid en het vijfde lid vervangen als volgt :
" Om te worden aangewezen als rechter in de strafuitvoeringsrechtbank, moet het bewijs worden geleverd van vijf jaar ervaring als werkend magistraat, waarvan drie jaar als rechter in de rechtbank van eerste aanleg of raadsheer bij het hof van beroep en de voortgezette gespecialiseerde opleiding hebben gevolgd, die georganiseerd wordt i[1 door het Instituut voor gerechtelijke opleiding]1.
De rechter in de strafuitvoeringsrechtbank kan voor de duur van zijn mandaat worden vervangen door middel van een benoeming of, in voorkomend geval, van een aanwijzing in overtal. ";
c) in de bepaling onder 5°, wordt het eerste lid vervangen als volgt :
" De substituten-procureur des Konings gespecialiseerd in strafuitvoeringszaken worden door de Koning aangewezen op met redenen omklede voordracht van de procureur-generaal bij het hof van beroep uit de substituten-procureurs des Konings en de substituten-procureur-generaal [1 en]1 de advocaten-generaal bij het hof van beroep die zich kandidaat hebben gesteld. ";
d) in de bepaling onder 5° wordt het vijfde lid vervangen als volgt :
" De parketmagistraat gespecialiseerd in strafuitvoeringszaken kan voor de duur van zijn mandaat worden vervangen door middel van een benoeming of, in voorkomend geval, van een aanwijzing in overtal. ".
[1 e) in de 5° wordt het vierde lid vervangen als volgt :
"De substituten-procureur des Konings gespecialiseerd in strafuitvoeringszaken worden aangewezen uit de magistraten bedoeld in het eerste lid die minimum vijf jaar ervaring hebben, waarvan drie jaar als substituut van de procureur des Konings, substituut van de procureur-generaal of advocaat-generaal bij het hof van beroep en die een voortgezette gespecialiseerde opleiding hebben gevolgd, georganiseerd door het Instituut voor gerechtelijke opleiding."]1
----------
(1)<W 2014-05-08/02, art. 110, 004; Inwerkingtreding : 01-04-2014>
Art.63.Artikel 259septies van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 22 december 1998, wordt aangevuld met een lid, luidende :
" In geval van met redenen omklede behoeften kan een onderzoeksrechter, een rechter in de jeugdrechtbank of een beslagrechter echter met zijn instemming, na gunstig advies van de betrokken korpschefs en met inachtneming van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken bij beschikking van de eerste voorzitter, de opdracht worden gegeven zijn ambt gelijktijdig en voor een beperkte periode uit te oefenen in een andere rechtbank van eerste aanleg van het rechtsgebied. In de beschikking van de eerste voorzitter wordt vermeld waarom deze opdracht [1 onontbeerlijk]1 is en worden de nadere regels van de opdracht bepaald. ".
----------
(1)<W 2014-05-08/02, art. 111, 004; Inwerkingtreding : 01-04-2014>
Art.64. In artikel 259novies, §§ 5, 6 en 8, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 22 december 1998 en vervangen bij de wet van 18 december 2006, worden de woorden " of de voorzitter van de algemene vergadering van de vrederechters en de rechters in de politierechtbank " telkens opgeheven.
Art.65.[1 In artikel 259decies, § 2, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 22 december 1998 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 19 juli 2012, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° het eerste lid wordt vervangen als volgt :
"De evaluatie geschiedt bij volstrekte meerderheid van stemmen door de korpschef en twee magistraten, verkozen door de algemene vergadering, de korpsvergadering of de algemene vergadering van de vrederechters en de rechters in de politierechtbank. De beoordelaars moeten ten minste de beoordeling "goed" hebben. De twee magistraten worden verkozen voor een hernieuwbare termijn van vijf jaar uit de leden van het rechtscollege of van het openbaar ministerie bij dat rechtscollege of door de algemene vergadering van vrederechters en rechters in de politierechtbank. Telt het rechtscollege of het openbaar ministerie bij een rechtscollege of de algemene vergadering van vrederechters en rechters in de politierechtbank minder dan vijf leden in de personeelsformatie, dan geschiedt de evaluatie door de korpschef.";
2° het derde lid wordt opgeheven;
3° het vierde lid wordt vervangen als volgt :
"Voor wat het gerechtelijk arrondissement Brussel betreft worden twee algemene vergaderingen van vrederechters en rechters in de politierechtbank opgericht volgens de taal van het diploma van de betrokken vrederechter of rechter in de politierechtbank.";
4° het vijfde lid wordt opgeheven."]1
----------
(1)<W 2014-05-08/02, art. 112, 004; Inwerkingtreding : 01-04-2014>
Art.66. In artikel 262, § 1, derde lid, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 25 april 2007, worden de woorden " de oudst benoemde politierechter of de vrederechter, " opgeheven.
Art.67. In artikel 263, § 1, derde lid, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 25 april 2007, worden de woorden " de oudst benoemde politierechter of de vrederechter, " opgeheven.
Art.68. In artikel 264, § 1, derde lid, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 25 april 2007, worden de woorden " van de eerste voorzitter, van de voorzitter, van de oudst benoemde politierechter of de vrederechter " vervangen door de woorden " van de eerste voorzitter of van de voorzitter ".
Art.69. In artikel 268, § 1, derde lid, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 25 april 2007, worden de woorden " , de oudst benoemde politierechter of de vrederechter " opgeheven.
Art.70. In artikel 270, § 1, derde lid, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 25 april 2007, worden de woorden " de oudst benoemde politierechter of de vrederechter " opgeheven.
Art.71. In artikel 271, § 1, tweede lid, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 25 april 2007, worden de woorden " de oudst benoemde politierechter of de vrederechter, " opgeheven.
Art.72. In artikel 272, derde lid, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 25 april 2007, worden de woorden " de oudst benoemde politierechter of de vrederechter, " opgeheven.
Art.73. In artikel 274, § 4, tweede lid, 1°, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 25 april 2007, worden de woorden " de oudst benoemde rechter in de politierechtbank of de vrederechter " opgeheven.
Art.74. In artikel 287ter van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 17 februari 1997 en vervangen bij de wet van 25 april 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in § 1, derde lid, 1°, worden de woorden " Naargelang het geval de korpschef, de oudstbenoemde rechter in de politierechtbank of de vrederechter van het gerecht " vervangen door de woorden " De korpschef bedoeld in artikel 58bis, 2°, ";
2° in § 3, eerste lid, worden de woorden " de al naar gelang van het geval de korpschef, de oudstbenoemde rechter in de politierechtbank of de vrederechter " vervangen door de woorden " de korpschef bedoeld in artikel 58bis, 2°, " en worden de woorden " Naargelang van het geval de korpschef, de oudstbenoemde rechter in de politierechtbank of de vrederechter " vervangen door de woorden " De korpschef bedoeld in artikel 58bis, 2°, ";
3° in dezelfde § 3, tweede lid, worden de woorden " naargelang het geval de korpschef, de oudstbenoemde rechter in de politierechtbank of de vrederechter " vervangen door de woorden " de korpschef bedoeld in artikel 58bis, 2°, ".
Art.75. In artikel 288, vijfde en zesde lid, van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 25 april 2007, worden de woorden " , toegevoegde rechters " telkens opgeheven.
Art.76. In artikel 291, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 17 mei 2006, worden de woorden " , toegevoegde rechters " opgeheven.
Art.77. In artikel 301 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 25 april 2007, worden de woorden " , toegevoegde rechters " opgeheven.
Art.78. In artikel 304 van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 17 mei 2006, worden de woorden " de toegevoegde rechter, " opgeheven.
Art.79. In artikel 312 van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd door de wet van 25 april 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° tussen het streepje " -De voorzitter van de rechtbank; " en het streepje " -De ondervoorzitters, naar orde van hun dienstouderdom als ondervoorzitter; " wordt een streepje ingevoegd, luidende : " -De afdelingsvoorzitters, naar orde van dienstouderdom als afdelingsvoorzitter; ";
2° in het derde streepje worden de woorden " en de toegevoegde rechters " opgeheven;
3° tussen het streepje " - De procureur des Konings of de arbeidsauditeur " en het streepje " - De eerste substituten-procureur des Konings of de eerste substituten-arbeidsauditeurs, naar orde van hun dienstouderdom als eerste substituut ", wordt een streepje ingevoegd luidende : " - De afdelingsprocureurs of afdelingsauditeur, naar orde van hun dienstouderdom als afdelingsprocureur of afdelingsauditeur; ";
4° in het zevende streepje worden de woorden" , de toegevoegde substituut-procureurs des konings en de toegevoegde substituut- arbeidsauditeurs " en de woorden " of de toegevoegde substituut " opgeheven.
Art.80. In artikel 312bis van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 17 februari 1997 en vervangen bij de wet van 25 april 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° tussen de zin " In de vredegerechten wordt een ranglijst bijgehouden, vastgesteld als volgt : " en het streepje " - De vrederechter; " worden twee streepjes ingevoegd luidende :
" - De voorzitter van de vrederechters en rechters in de politierechtbank;
- De ondervoorzitter van de vrederechters en rechters in de politierechtbank; ";
2° het streepje " - De toegevoegde vrederechter; " wordt opgeheven.
Art.81. In artikel 312ter van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 17 februari 1997 en vervangen bij de wet van 25 april 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° tussen de zin " In de politierechtbanken wordt een ranglijst bijgehouden, vastgesteld als volgt : " en het streepje " - de rechters, in de volgorde van hun benoeming; " worden twee streepjes ingevoegd, luidende :
" - de voorzitter van de vrederechters en rechters in de politierechtbank;
- de ondervoorzitter van de vrederechters en rechters in de politierechtbank; ";
2° het streepje " - de toegevoegde rechters in dezelfde volgorde; " wordt opgeheven.
Art.82. In artikel 314 van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 17 mei 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het vierde lid worden de woorden " De ondervoorzitters " vervangen door de woorden " De afdelingsvoorzitters, afdelingsprocureurs en afdelingsauditeur hebben rang voor de ondervoorzitters. De ondervoorzitters ";
2° in hetzelfde vierde lid worden de woorden " ondervoorzitters, de rechters " telkens vervangen door de woorden " ondervoorzitters en de rechters " en worden de woorden " en de toegevoegde rechters " telkens opgeheven;
3° tussen het vierde en het vijfde lid wordt een lid ingevoegd, luidende :
" De voorzitters en ondervoorzitters van de vrederechters en rechters in de politierechtbank hebben dezelfde rang als respectievelijk de voorzitters en afdelingsvoorzitters van de rechtbanken, rekening gehouden met hun anciënniteit. ".
Art.83.[1 In artikel 315 van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 10 april 2003, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° het derde lid wordt opgeheven;
2° in het vijfde lid, dat het vierde lid wordt, worden de woorden "tweede en vierde lid" vervangen door de woorden "tweede en derde lid.]1
----------
(1)<W 2014-05-08/02, art. 113, 004; Inwerkingtreding : 01-04-2014>
Art.84. In artikel 322 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wetten van 10 februari 1998 en 17 mei 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste en tweede lid worden de woorden " , door een toegevoegd rechter " telkens opgeheven;
2° in het derde lid worden de woorden " , een toegevoegd rechter " opgeheven;
3° in het vierde lid worden de woorden " , een toegevoegd of " opgeheven.
Art.85. In artikel 323 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 11 juli 1994, worden de woorden " een vrederechter of " ingevoegd tussen de woorden " vervangen door " en de woorden " een plaatsvervangende ".
Art.86. In artikel 323bis, § 1, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 17 juli 2000 en gewijzigd bij de wet van 3 mei 2003, worden de woorden " de vrederechters, de rechters in de politierechtbank " vervangen door de woorden " de vrederechters en de rechters in de politierechtbank " en worden de woorden " , de toegevoegde vrederechters en de toegevoegde rechters in een politierechtbank " opgeheven.
Art.87. In artikel 326 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 12 april 2004 en gewijzigd bij de wet van 27 december 2004, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° paragraaf 1 wordt opgeheven;
2° in paragraaf 2, eerste lid, wordt de inleidende zin vervangen als volgt :
" Onverminderd artikel 100, § 2, eerste lid, wanneer de behoeften van de dienst het rechtvaardigen, kan de procureur- generaal voor een hernieuwbare periode van ten hoogste een jaar opdracht geven aan : ";
3° in paragraaf 2, tweede lid, wordt het woord " eensluidend " opgeheven;
4° in paragraaf 4, tweede lid, wordt het woord " eensluidend " opgeheven;
5° paragraaf 7 wordt vervangen als volgt :
" § 7. In de gevallen bedoeld in § 2, kan de magistraat slechts opdracht worden gegeven nadat hij is gehoord. In de gevallen bedoeld in §§ 4 en 5, kan de opdracht aan de magistraat slechts met zijn toestemming gegeven worden. Ingeval de ontstentenis van deze toestemming kennelijk de continuïteit van de dienst in gevaar brengt, kan de minister van Justitie, na eensluidend advies van de procureur- generaal en zonder de toestemming van de betrokken magistraat van het openbaar ministerie tot de opdracht besluiten. Deze laatste wordt echter vooraf gehoord. ".
Art.88.In artikel 328 van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 25 april 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het tweede lid worden de woorden " de vrederechter of de oudstbenoemde rechter in de politierechtbank " vervangen door de woorden " of de voorzitter van de vrederechters en rechters in de politierechtbank ";
2° het vierde lid wordt vervangen als volgt :
" Wanneer de behoeften van de dienst het rechtvaardigen, kan de eerste voorzitter, op advies van de hoofdgriffier en in voorkomend geval van de voorzitter, met inachtneming van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken, opdracht geven aan :
1° een personeelslid van niveau A of B, zonder zijn toestemming, zijn ambt uit te oefenen in een andere griffie van het rechtsgebied voor een periode van ten hoogste een jaar. De opdracht kan worden [1 hernieuwd]1 ingeval de betrokkene daarin toestemt;
2° een personeelslid van niveau A of B, zonder zijn toestemming, zijn functie uit te oefenen in een andere griffie van het arrondissement voor een hernieuwbare periode van ten hoogste een jaar;
3° een personeelslid van niveau C of D, zonder zijn toestemming, zijn functie uit te oefenen in een andere griffie van de afdeling, of in een andere griffie van het arrondissement Brussel, Waals-Brabant of Leuven voor een hernieuwbare periode van ten hoogste een jaar.
De opdrachtbeschikking geeft de redenen van de opdracht op en bepaalt de nadere regels ervan. Indien de toestemming niet vereist is, wordt de betrokken persoon op voorhand gehoord door de eerste voorzitter. ".
----------
(1)<W 2014-05-08/02, art. 114, 004; Inwerkingtreding : 01-04-2014>
Art.89. In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 328/1 ingevoegd, luidende :
" Art. 328/1. Wanneer de behoeften van de dienst het rechtvaardigen, kan de procureur-generaal, op advies van de hoofdsecretaris en, in voorkomend geval, van de procureur des Konings of de arbeidsauditeur, met inachtneming van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken, opdracht geven aan :
1° een personeelslid van niveau A of B, zonder zijn toestemming, zijn ambt uit te oefenen in een ander parketsecretariaat van het rechtsgebied voor een periode van ten hoogste een jaar. De opdracht kan worden hernieuwd ingeval de betrokkene daarin toestemt;
2° een personeelslid van niveau A of B, zonder zijn toestemming, zijn ambt uit te oefenen in een ander parketsecretariaat van het arrondissement voor een hernieuwbare periode van ten hoogste een jaar;
3° een personeelslid van niveau C of D, zonder zijn toestemming, zijn functie uit te oefenen in een ander parketsecretariaat van de afdeling, of in een ander parketsecretariaat van het arrondissement Brussel, Waals-Brabant of Leuven voor een hernieuwbare periode van ten hoogste een jaar.
De opdrachtbeschikking geeft de redenen van de opdracht op en bepaalt de nadere regels ervan. Indien de toestemming niet vereist is, wordt de betrokken persoon vooraf gehoord door de procureur-generaal. ".
Art.90. In artikel 330quater van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 10 juni 2006 en vervangen bij de wet van 25 april 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in paragraaf 1 wordt het eerste lid vervangen als volgt :
" Het gerechtspersoneel bij een hof, een rechtbank, een afdeling, een kanton, een griffie, een parketsecretariaat of een steundienst kan op zijn verzoek, door mutatie in een gelijke vakklasse of graad, definitief worden overgeplaatst naar een ander hof, een andere rechtbank, een andere afdeling, een ander kanton, een andere griffie, een ander parketsecretariaat of een andere steundienst, voor zover daar een plaats openstaat. ";
2° in paragraaf 2, tweede lid, worden de woorden " een griffie, een parketsecretariaat " vervangen door de woorden " een hof, een rechtbank, een griffie, een parketsecretariaat of een steundienst ".
Art.91. In artikel 331, tweede lid, van hetzelfde Wetboek, vervangen door de wet van 25 april 2007 en gewijzigd door de wet van 19 juli 2012, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in de bepaling onder 5°, worden de woorden " de voorzitters van de vredegerechten en rechters in de politierechtbank " ingevoegd tussen de woorden " voorzitters van de rechtbanken van eerste aanleg en van koophandel, " en het woord " de referendarissen ";
2° in de bepalingen onder 8° en 10°, worden de woorden " en de toegevoegde rechters " opgeheven;
3° in de bepaling onder 14° worden de woorden " voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg " vervangen door de woorden " voorzitter van vrederechters en rechters in de politierechtbank ";
4° in de bepaling onder 15° worden de woorden " de oudstbenoemde rechter in de politierechtbank of de vrederechter " vervangen door de woorden " de voorzitter van de vrederechters en rechters in de politierechtbank ";
5° dezelfde bepaling onder 15° wordt aangevuld met de woorden " ,de hoofdgriffiers, en in voorkomend geval het gerechtspersoneel van niveau A bij de vredegerechten en politierechtbanken van het gerechtelijk arrondissement Brussel, zonder vergunning van respectievelijk de vrederechter van het gerecht waaraan zij verbonden zijn of van de oudstbenoemde rechter in de politierechtbank; ".
Art.92.In artikel 340 van het hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 22 december 1993 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 29 december 2010, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° paragraaf 1 wordt vervangen als volgt :
" § 1. Bij elk hof, elke rechtbank en in elk arrondissement wat betreft de vrederechters, en de rechters in de politierechtbank, wordt een algemene vergadering opgericht.
De algemene vergadering van vrederechters en rechters in de politierechtbank heeft haar zetel op de politierechtbank. ";
2° in paragraaf 2 wordt de bepaling onder 6° opgeheven;
3° in § 3, vijfde lid, worden de woorden " of de voorzitter van de algemene vergadering van de vrederechters en de rechters in de politierechtbanken " opgeheven.
[1 4° in § 5, eerste lid, 4°, worden de woorden "319, tweede lid" vervangen door de woorden "319, eerste lid, tweede zin, of 319, tweede lid, tweede zin".]1
----------
(1)<W 2014-05-08/02, art. 115, 004; Inwerkingtreding : 01-04-2014>
Art.93. In artikel 341, § 1, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 22 december 1998 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 3 december 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid, 7°, worden de woorden " , 60 en 69 " vervangen door de woorden " en 60 ";
2° in het tweede lid worden de woorden " Toegevoegde rechters en rechters " vervangen door de woorden " Rechters ".
Art.94. In artikel 347, tweede lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 3 mei 2003, worden de woorden " toegevoegde substituut-procureurs des Konings, de toegevoegde substituut-arbeidsauditeurs, de " opgeheven.
Art.95.In de tabel opgenomen in artikel 355 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 27 december 2002 en gewijzigd bij de wet van 27 december 2004, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° tussen de woorden " voorzitter van de rechtbank, procureur des Konings en arbeidsauditeur 50 .565,67 EUR " en de woorden " Ondervoorzitter en eerste substituut " worden de woorden " Afdelingsvoorzitter, afdelingsprocureur, en afdelingsauditeur, 46 .960,31 EUR " ingevoegd;
2° tussen de woorden " Rechter, toegevoegd rechter, substituut en toegevoegd substituut 38 .793,06 EUR " en de woorden " Vredegerechten en politierechtbanken bedoeld in artikel 3 van het bijvoegsel bij dit Wetboek : " worden de woorden " Voorzitter van de vrederechters en rechters in de politierechtbank waarvan het rechtsgebied ten minste 250 000 inwoners telt 50 .565,67 EUR Voorzitter van de vrederechters en rechters in de politierechtbank waarvan het rechtsgebied minder dan 250 000 inwoners telt 46 .960,31 EUR. " ingevoegd;
3° de woorden " Rechter, toegevoegd rechter, substituut en toegevoegd substituut " worden telkens vervangen door de woorden " Rechter en substituut ";
4° [1 de woorden "Vrederechter, rechter in de politierechtbank en toegevoegd rechter" worden vervangen door de woorden "Ondervoorzitter van de vrederechters en rechters in de politierechtbank, vrederechter en rechter in de politierechtbank".]1
----------
(1)<W 2014-05-08/02, art. 116, 004; Inwerkingtreding : 01-04-2014>
Art.96. In artikel 357 van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 29 december 2010, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in paragraaf 1 wordt de bepaling onder 6° opgeheven;
2° in paragraaf 2, eerste lid, worden de woorden " en aan de toegevoegde substituut-procureurs des Konings " opgeheven.
Art.97.In artikel 360 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 27 december 2002, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° [1 in het eerste lid worden de woorden "van de vrederechters, van de rechters in de politierechtbank, van de toegevoegde vrederechters en van de toegevoegde rechters in de politierechtbank" vervangen door de woorden "van de ondervoorzitter van de vrederechters en rechters in de politierechtbank, van de vrederechters en van de rechters in de politierechtbank".]1
2° in het tweede lid worden de woorden " voor de toegevoegde rechters in die rechtbanken, " en de woorden " , de toegevoegde substituten-procureur des Konings en de toegevoegde substituten-arbeidsauditeur " opgeheven.
----------
(1)<W 2014-05-08/02, art. 117, 004; Inwerkingtreding : 01-04-2014>
Art.98.[1 In de tabel opgenomen in artikel 360bis van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 20 juli 1991 en vervangen bij de wet van 27 december 2002, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° de woorden "Voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg, van de arbeidsrechtbank en van de rechtbank van koophandel waarvan het rechtsgebied ten minste 250 000 inwoners telt" worden telkens vervangen door de woorden "Voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg, van de arbeidsrechtbank, van de rechtbank van koophandel en voorzitter van de vrederechters en rechters in politierechtbanken waarvan het rechtsgebied ten minste 250 000 inwoners telt";
2° de woorden "Voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg, van de arbeidsrechtbank en van de rechtbank van koophandel waarvan het rechtsgebied minder dan 250.000 inwoners telt, procureur des Konings en arbeidsauditeur bij die rechtbanken" wordt telkens vervangen door de woorden "Voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg, van de arbeidsrechtbank, van de rechtbank van koophandel en voorzitter van vrederechters en rechters in politierechtbanken waarvan het rechtsgebied minder dan 250.000 inwoners telt, procureur des Konings en arbeidsauditeur bij die rechtbanken, afdelingsvoorzitter, afdelingsprocureur, afdelingsauditeur";
3° de woorden "toegevoegd rechter in die rechtbanken," en de woorden "toegevoegd substituut-procureur des Konings en toegevoegd substituut-arbeidsauditeur" worden telkens opgeheven en worden de woorden "vrederechter, toegevoegd vrederechter, rechter in de politierechtbank en toegevoegd rechter in de politierechtbank" telkens vervangen door de woorden "ondervoorzitter van de vrederechters en rechters in de politierechtbank, vrederechter en rechter in de politierechtbank".]1
----------
(1)<W 2014-05-08/02, art. 118, 004; Inwerkingtreding : 01-04-2014>
Art.99. In artikel 363, tweede lid, van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wetten van 10 februari 1998 en 21 juni 2001, wordt de zin " Voor de toepassing van het eerste lid worden de toegevoegde rechters bedoeld in artikel 86bis, de toegevoegde substituten van de procureur des Konings en de toegevoegde substituten van het arbeidsauditoraat geacht hun administratieve standplaats te hebben op de zetel van het hof van beroep of van het arbeidshof van het rechtsgebied waar ze zijn benoemd. " opgeheven.
Art.100. In artikel 410, § 1, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 7 juli 2002 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 19 juli 2012, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
a) in de bepaling onder 1°, tweede streepje worden de woorden " van de voorzitters van de rechtbanken van eerste aanleg en van de voorzitters van de rechtbanken van koophandel, van de toegevoegde rechters bij de rechtbank van eerste aanleg en van de toegevoegde rechters bij de rechtbank van koophandel " vervangen door de woorden " van de voorzitters van de rechtbanken van eerste aanleg, van de voorzitters van de rechtbanken van koophandel en van de voorzitters van de vrederechters en de rechters in de politierechtbank, ";
b) in de bepaling onder 1°, derde streepje, worden de woorden " en van de toegevoegde rechters bij de arbeidsrechtbank " opgeheven;
c) in de bepaling 1°, vierde streepje, worden de woorden " , van de vrederechters, van de rechters in de politierechtbanken, van de toegevoegde vrederechters en van de toegevoegde rechters bij de politierechtbanken " vervangen door de woorden " en, in de gerechtelijke arrondissementen Eupen en Brussel, van de vrederechters en van de rechters in de politierechtbanken; ";
d) de bepaling onder 1° wordt aangevuld met een streepje, luidende :
" - met uitzondering van de gerechtelijke arrondissementen Brussel en Eupen, de voorzitter van de vrederechters en rechters in de politierechtbank ten aanzien van de vrederechters en van de rechters in de politierechtbanken; ";
e) in de bepaling onder 2°, tweede streepje, worden de woorden " van de procureurs des Konings, van de arbeidsauditeurs, van de toegevoegde substituten procureur des Konings en de toegevoegde substituten arbeidsauditeur " vervangen door de woorden " van de procureurs des Konings en van de arbeidsauditeurs ".
Art.101. In artikel 412, § 2, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 7 juli 2002 en gewijzigd bij de wetten van 17 mei 2006 en 25 april 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
a) in de bepaling onder 1°, eerste streepje, worden de woorden " voorzitters van de vrederechters en de rechters in de politierechtbank " ingevoegd tussen het woord " koophandel, " en de woorden " de vrederechters " en worden de woorden " , de toegevoegde vrederechters, de rechters in de politierechtbanken en de toegevoegde rechters bij de politierechtbanken " vervangen door de woorden " en de rechters in de politierechtbanken ";
b) in de bepaling onder 1°, tweede streepje, worden de woorden " en de toegevoegde rechters bij de arbeidsrechtbanken " opgeheven;
c) in de bepaling onder 3°, vierde streepje, worden de woorden " , hierbij inbegrepen de toegevoegde substituten procureur des Konings en de toegevoegde substituten arbeidsauditeur, " opgeheven.
Art.102. In artikel 415, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 7 juli 2002 en gewijzigd bij de wetten van 17 mei 2006 en 25 april 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in paragraaf 2, zesde streepje, worden de woorden " met inbegrip van de toegevoegde rechters in de rechtbanken van eerste aanleg " opgeheven;
2° in paragraaf 2, zevende streepje, worden de woorden " met inbegrip van de toegevoegde rechters in de arbeidsrechtbanken " opgeheven;
3° in paragraaf 2, achtste streepje, worden de woorden " met inbegrip van de toegevoegde rechters in de rechtbanken van koophandel " opgeheven;
4° in paragraaf 2 wordt tussen het achtste streepje en het negende streepje een streepje ingevoegd, luidende :
" - aan de voorzitters van de vrederechters en rechters in de politierechtbank; ";
5° in paragraaf 2, negende streepje, worden de woorden " en aan de toegevoegde vrederechters " opgeheven;
6° in paragraaf 2, tiende streepje, worden de woorden " en aan de toegevoegde rechters in de politierechtbanken " opgeheven;
7° paragraaf 3 wordt aangevuld met een streepje, luidende :
" - aan de voorzitter van de vrederechters en rechters in de politierechtbank; ";
8° in paragraaf 4, eerste streepje, worden de woorden " met inbegrip van de toegevoegde rechters in de rechtbanken van eerste aanleg " opgeheven;
9° in paragraaf 4, tweede streepje, worden de woorden " met inbegrip van de toegevoegde rechters in de rechtbanken van koophandel " opgeheven;
10° in paragraaf 4, derde streepje, worden de woorden " en aan de toegevoegde vrederechters " opgeheven;
11° in paragraaf 4, vierde streepje, worden de woorden " en aan de toegevoegde rechters in de politierechtbanken " opgeheven;
12° in paragraaf 5, worden de woorden " met inbegrip van de toegevoegde rechters in de arbeidsrechtbanken " opgeheven;
13° in paragraaf 7, worden de streepjes 6 en 7 opgeheven.
Art.103. In artikel 633, § 2, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 30 december 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid worden de woorden " Veurne, Brugge " vervangen door het woord " West-Vlaanderen ";
2° in tweede lid worden de woorden " , Brugge en Veurne " vervangen door de woorden " en West-Vlaanderen ";
3° in derde lid wordt het woord " Dendermonde " vervangen door het woord " Oost-Vlaanderen ".
Art.104. Artikel 636 van hetzelfde Wetboek, opgeheven bij de wet van 16 juli 2004, wordt hersteld als volgt :
" Art. 636. Indien een rechtbank verdeeld is in afdelingen en de wet de territoriale bevoegdheid toewijst aan een rechtbank die gevestigd is in de zetel van een hof van beroep, dan is de afdeling die gevestigd is in de zetel van een hof van beroep territoriaal bevoegd, voor zover deze afdeling ook over de nodige volstrekte bevoegdheid beschikt. Indien dit laatste niet het geval is, is de bevoegde afdeling deze met de nodige volstrekte bevoegdheid die het dichtst gevestigd is bij de zetel van het hof van beroep. ".
Art.105. In artikel 770, § 2, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 26 april 2007, wordt het derde lid opgeheven.
HOOFDSTUK 3. - Aanpassingen van het bijvoegsel van het Gerechtelijk Wetboek
Art.106. Artikel 2 van het bijvoegsel bij hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 25 maart 1999, wordt vervangen als volgt :
" Art. 2. In elk hierboven vermeld kanton wordt een vrederechter benoemd. ".
Art.107. Artikel 3 van het bijvoegsel bij hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 11 juli 1994 en gewijzigd bij de wetten van 25 maart 1999 en 27 april 2001, wordt vervangen als volgt :
" Art. 3. Er wordt een politierechtbank opgericht in de hierna bepaalde plaatsen en rechtsgebieden.
1. te Antwerpen.
Deze rechtbank heeft rechtsmacht over het grondgebied van het gerechtelijk arrondissement Antwerpen.
2. te Hasselt.
Deze rechtbank heeft rechtsmacht over het grondgebied van het gerechtelijk arrondissement Limburg.
3. te Brussel.
De Franstalige en Nederlandstalige rechtbanken hebben rechtsmacht over het grondgebied van de twee kantons Anderlecht, van de zes kantons Brussel, van het kanton Elsene, van de kantons Etterbeek, Jette, Oudergem, van de twee kantons Schaarbeek, van de kantons Sint-Gillis, Sint-Jans-Molenbeek, Sint-Joost-ten-Noode, Sint-Pieters-Woluwe, Ukkel en Vorst.
4. te Vilvoorde.
Deze rechtbank heeft rechtsmacht over het grondgebied van de kantons Asse, Grimbergen, Meise, Overijse-Zaventem en Vilvoorde.
5. te Halle.
Deze rechtbank heeft rechtsmacht over het grondgebied van de kantons Halle, Herne-Sint-Pieters-Leeuw, Kraainem-Sint-Genesius-Rode en Lennik.
6. te Leuven.
Deze rechtbank heeft rechtsmacht over het grondgebied van het gerechtelijk arrondissement Leuven.
7. te Nijvel.
Deze rechtbank heeft rechtsmacht over het grondgebied van het gerechtelijk arrondissement Waals-Brabant.
8. te Gent
Deze rechtbank heeft rechtsmacht over het grondgebied van het gerechtelijk arrondissement Oost-Vlaanderen.
9. te Brugge.
Deze rechtbank heeft rechtsmacht over het grondgebied van het gerechtelijk arrondissement West-Vlaanderen.
10. te Luik.
Deze rechtbank heeft rechtsmacht over het grondgebied van het gerechtelijk arrondissement Luik.
11. te Eupen.
Deze rechtbank heeft rechtsmacht over het grondgebied van het gerechtelijk arrondissement Eupen.
12. te Aarlen.
Deze rechtbank heeft rechtsmacht over het grondgebied van het gerechtelijk arrondissement Luxemburg.
13. te Namen.
Deze rechtbank heeft rechtsmacht over het grondgebied van het gerechtelijk arrondissement Namen.
14. te Bergen en te Charleroi.
Deze rechtbank heeft rechtsmacht over het grondgebied van het gerechtelijk arrondissement Henegouwen.
Art.108. Artikel 4 van het bijvoegsel bij het Gerechtelijk Wetboek, vervangen bij de wet van 25 maart 1999, en gewijzigd bij de wetten van 11 maart 2003 en 20 december 2005, wordt vervangen als volgt :
" Art. 4. 1. De gerechtelijke kantons van de provincie Antwerpen vormen een gerechtelijk arrondissement.
De rechtbank van eerste aanleg met zetel te Antwerpen heeft rechtsmacht over het arrondissement Antwerpen.
2. De gerechtelijke kantons van de provincie Limburg vormen een gerechtelijk arrondissement.
De rechtbank van eerste aanleg met zetel te Hasselt heeft rechtsmacht over het arrondissement Limburg.
De arbeidsrechtbank en de rechtbank van koophandel met zetel te Antwerpen hebben rechtsmacht over de arrondissementen Antwerpen en Limburg.
3. De kantons Eigenbrakel, Geldenaken-Perwijs, Nijvel, Tubeke en de twee kantons van Waver vormen een gerechtelijk arrondissement.
De rechtbank van eerste aanleg, de arbeidsrechtbank en de rechtbank van koophandel, met zetel te Nijvel hebben rechtsmacht over het arrondissement Waals Brabant.
4. De twee kantons van Anderlecht, het kanton Asse, de zes kantons van Brussel, het kanton Elsene, de kantons Etterbeek, Grimbergen, Halle, Herne-Sint-Pieters-Leeuw, Jette, Kraainem-Sint-Genesius-Rode, Lennik, Meise, Oudergem en Overijse-Zaventem, de twee kantons Schaarbeek, de kantons Sint-Gillis, Sint-Jans-Molenbeek, Sint-Joost-ten-Node, Sint-Pieters-Woluwe, Ukkel, Vilvoorde en Vorst vormen een gerechtelijk arrondissement.
De zetel van de Nederlandstalige en Franstalige arrondissementsrechtbanken, rechtbanken van eerste aanleg, van de arbeidsrechtbanken en van de rechtbanken van koophandel is gevestigd te Brussel. De rechtbanken hebben rechtsmacht over het arrondissement Brussel.
5. De kantons Aarschot, Diest, Haacht, Landen-Zoutleeuw, de drie kantons van Leuven en het kanton Tienen vormen een gerechtelijk arrondissement.
De rechtbank van eerste aanleg, van de arbeidsrechtbank en van de rechtbank van koophandel, met zetel te Leuven hebben rechtsmacht over het arrondissement Leuven.
6. De gerechtelijke kantons van de provincie Oost-Vlaanderen vormen een gerechtelijk arrondissement.
De rechtbank van eerste aanleg met zetel te Gent heeft rechtsmacht over het arrondissement Oost-Vlaanderen.
7. De gerechtelijke kantons van de provincie West-Vlaanderen vormen een gerechtelijk arrondissement.
De rechtbank van eerste aanleg met zetel te Brugge heeft rechtsmacht over het arrondissement West-Vlaanderen.
De arbeidsrechtbank en de rechtbank van koophandel met zetel te Gent hebben rechtsmacht over de arrondissementen Oost-Vlaanderen en West-Vlaanderen.
8. De gerechtelijke kantons van de provincie Luik, de kantons Sankt Vith en Eupen uitgezonderd, vormen een gerechtelijk arrondissement.
De rechtbank van eerste aanleg met zetel te Luik heeft rechtsmacht over het arrondissement Luik.
9. De kantons Eupen en Sankt Vith vormen een gerechtelijk arrondissement.
De rechtbank van eerste aanleg, de arbeidsrechtbank en de rechtbank van koophandel, met zetel te Eupen hebben rechtsmacht over het arrondissement Eupen.
10. De gerechtelijke kantons van de provincie Luxemburg vormen een gerechtelijk arrondissement.
De rechtbank van eerste aanleg met zetel te Aarlen heeft rechtsmacht over het arrondissement Luxemburg.
11. De gerechtelijke kantons van de provincie Namen vormen een gerechtelijk arrondissement.
De rechtbank van eerste aanleg met zetel te Namen heeft rechtsmacht over het arrondissement Namen.
De arbeidsrechtbank en de rechtbank van koophandel met zetel te Luik hebben rechtsmacht over de arrondissementen Luik, Luxemburg, en Namen.
12. De gerechtelijke kantons van de provincie Henegouwen vormen een gerechtelijk arrondissement.
De rechtbank van eerste aanleg met zetel te Bergen en te Charleroi heeft rechtsmacht over het arrondissement Henegouwen.
De arbeidsrechtbank en de rechtbank van koophandel met zetel te Bergen en te Charleroi hebben rechtsmacht over het arrondissement Henegouwen.
HOOFDSTUK 4. - Wijzigingen van de wet van 3 april 1953 betreffende de rechterlijke inrichting
Art.109. De tabel III " Rechtbanken van eerste aanleg " gevoegd bij de wet van 3 april 1953 betreffende de rechterlijke inrichting, vervangen bij de wet van 20 juli 1998 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 31 december 2012, wordt vervangen door de volgende tabel :
[<font color="red">1</font> Arrondissement | Kader rechtbank - rechters | Mandaten Voorzitter | Mandaten Afdelingsvoorzitter | Mandaten Ondervoorzitter | Plaatsvervangende rechters | Kader Parket Substituten | Mandaat Procureur des Konings | Mandaten Afdelingsprocureur | Mandaten eerste-substituten- procureur des Konings |
Antwerpen | 107 | 1 | 3 | 14 | 23 | 94 | 1 | 3 | 23 |
Limburg | 40 | 1 | 2 | 3 | 8 | 36 | 1 | 2 | 7 |
Brussel Nederlandstalig | 41 | 1 | 0 | 7 | 7 | 19 | - | 0 | 5 |
Brussel Franstalig | 122 | 1 | 0 | 21 | 19 | 95 | 1 | 0 | 25 |
Halle-Vilvoorde | - | - | - | - | - | 24 | 1 | 0 | 6 |
Leuven | 25 | 1 | 0 | 3 | 6 | 22 | 1 | 0 | 5 |
Waals-Brabant | 27 | 1 | 0 | 3 | 6 | 19 | 1 | 0 | 5 |
Oost-Vlaanderen | 95 | 1 | 3 | 13 | 25 | 85 | 1 | 3 | 20 |
West-Vlaanderen | 69 | 1 | 4 | 7 | 21 | 62 | 1 | 4 | 13 |
Eupen | 6 | 1 | 0 | 1 | 2 | 4 | 1 | 0 | 1 |
Luik | 79 | 1 | 3 | 9 | 21 | 69 | 1 | 3 | 15 |
Luxemburg | 24 | 1 | 3 | 0 | 12 | 20 | 1 | 3 | 0 |
Namen | 31 | 1 | 2 | 2 | 10 | 29 | 1 | 2 | 5 |
Henegouwen Zetel Charleroi | 97 | 1 | 3 | 12 | 40 | 1 | 1 | 11 | |
Henegouwen Zetel Bergen | 25 | 44 | 1 | 2 | 9]<font color="red">1</font> | ||||
[1 Zetel | (1) | (2) | (3) | (4) | (5) | (6) | (7) | (8) | (9) | (10) | (11) |
Antwerpen | 31 | 1 | 2 | 1 | 21 | 1 | 2 | 2 | 1 | 3 | 44 |
Brussel Nederlandstalig | 9 | 1 | 0 | 1 | 3 | - | - | 1 | 1 | 1 | 12 |
Brussel Franstalig | 22 | 1 | 0 | 3 | 15 | 1 | - | 3 | 1 | 2 | 27 |
Halle-Vilvoorde | - | - | - | - | 4 | 1 | 0 | 1 | - | - | - |
Leuven | 4 | 1 | 0 | 0 | 3 | 1 | 0 | 0 | 1 | 0 | 5 |
Nijvel | 4 | 1 | 0 | 0 | 3 | 1 | 0 | 0 | 1 | 0 | 5 |
Gent | 28 | 1 | 2 | 2 | 20 | 1 | 2 | 1 | 1 | 4 | 38 |
Eupen | 1 | 0 | 0 | 0 | 1 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 2 |
Luik | 27 | 1 | 3 | 0 | 21 | 1 | 3 | 0 | 1 | 3 | 30 |
Mons - Charleroi | 21 | 1 | 1 | 2 | 14 | 1 | 1 | 2 | 1 | 2 | 26 |
(1) cadre tribunal du travail : Rechters dont-waarvan (2) mandaten Voorzitter (3) mandaten Afdelingsvoorzitter (4) mandaten Ondervoorzitter (5) kader arbeidsauditoraat : Substituten-arbeidsauditeur dont - waarvan (6) mandaten Arbeidsauditeur (7) mandaten Afdelingsauditeur (8) mandaten 1e substituut-Arbeidsauditeur (9) Hoofdgriffier (10) Griffiers-hoofd van dienst (11) Griffiers | |||||||||||
(1)<W 2014-01-06/64, art. 55, 002; Inwerkingtreding : 31-01-2014> |
[<font color="red">1</font> Zettel | Kader Rechters | Mandaten Voorzitter | Mandaten Afdelingsvoorzitter | Mandaten Ondervoorzitter | Hoofdgriffier | Greffiers-hoofd van dienst | Griffiers |
Antwerpen | 32 | 1 | 2 | 1 | 1 | 2 | 38 |
Brussel Nederlandstalig | 11 | 1 | 0 | 1 | 1 | 1 | 11 |
Brussel Franstalig | 14 | 1 | 0 | 1 | 1 | 2 | 16 |
Leuven | 4 | 1 | 0 | 1 | 0 | 4 | |
Nijvel | 4 | 1 | 0 | 1 | 0 | 4 | |
Gent | 28 | 1 | 2 | 1 | 1 | 3 | 37 |
Eupen | 1 | 0 | 0 | 0 | 0 | 2 | |
Luik | 16 | 1 | 3 | 0 | 1 | 3 | 22 |
Bergen - Charleroi | 10 | 1 | 1 | 0 | 1 | 1 | 15]<font color="red">1</font> |
[<font color="red">1</font> Arrondissement | Rechters in handelszaken |
Antwerpen | 235 |
Limburg | 55 |
Brussel Nederlandstalig | 84 |
Brussel Franstalig | 106 |
Louvain | 30 |
Waals-Brabant | 32 |
Oost-Vlaanderen | 114 |
West-Vlaanderen | 125 |
Luik | 78 |
Eupen | 6 |
Luxemburg | 30 |
Namen | 45 |
Henegouwen | 95]<font color="red">1</font> |
(<font color="red">1</font>)<W <a href="/cgi_loi/article.pl?language=nl&lg_txt=n&cn_search=2014010664" target="_blank">2014-01-06/64</a>, art. 57, 002; Inwerkingtreding : 31-01-2014> |
[1 Rechtbank | Rechters | Hoofdgriffiers | Griffiers-hoofd van dienst | Griffiers |
Antwerepn | 19 | - | 3 | 23 |
Limburg | 7 | - | 2 | 11 |
Brussel Nederlandstalig | 3 | 1 | 3 | |
Brussel Franstalig | 11 | 1 | 1 | 13 |
Halle-Vilvoorde | 5 | 1 | 1 | 4 |
Lenven | 4 | - | 5 | |
Waals Brabant | 3 | - | 3 | |
Oost-Vlaanderen | 14 | 5 | 17 | |
West-Vlaanderen | 12 | - | 4 | 14 |
Eupen | 1 | - | 2 | |
Luik | 12 | - | 3 | 12 |
Luxemburg | 3 | - | 3 | 3 |
Namen | 5 | - | 2 | 6 |
Henegouwen | 12 | - | 3 | 14]1 |
(1)<W 2014-01-06/64, art. 58, 002; Inwerkingtreding : 31-01-2014> |
Voorzitter van de vrederechters en rechters in de politierechtbank | Ondervoorzitter van de vrederechters en rechters in de politierechtbank | Hoofdgriffier van de vrede- gerechten en de politierechtbanken | Griffiers hoofden van dienst | Arrondissement |
1 | 1 | 1 | 3 | Antwerpen |
1 | 1 | 1 | 2 | Limburg |
1 | 1 | 1 | 1 | Leuven |
1 | 1 | 1 | 1 | Waals Brabant |
1 | 1 | 1 | 3 | Oost-Vlaanderen |
1 | 1 | 1 | 2 | West-Vlaanderen |
1 | 1 | 1 | 2 | Luik |
1 | 1 | 1 | 1 | Luxemburg |
1 | 1 | 1 | 1 | Namen |
1 | 1 | 1 | 3 | Henegouwen |
[<font color="red">1</font> Zetel | Arbeidsrechtbanken | Rechtbanken van koophandel |
Antwerpen | 19 | 35 |
Brussel Nederlandstalig | 4 | 10 |
Brussel Franstalig | 11 | 13 |
Leuven | 2 | 4 |
Nijvel | 2 | 4 |
Gent | 23 | 39 |
Eupen | 2 | 2 |
Luik | 21 | 31 |
Bergen - Charleroi | 14 | 17]<font color="red">1</font> |
Arrondissement | Griffier |
Antwerpen | 87 |
Limburg | 36 |
Brussel | 62 |
Leuven | 22 |
Waals-Brabant | 16 |
Oost-Vlaanderen | 66 |
West-Vlaanderen | 55 |
Eupen | 3 |
Luik | 55 |
Luxemburg | 13 |
Namen | 23 |
Henegouwen | 66 |
[1 Arrondissement | Hoofdgriffier | Griffier-hoofd van dienst | Griffier |
Antwerpen | 1 | 8 | 108 |
Limburg | 1 | 4 | 35 |
Brussel Nederlandstalig | 1 | 3 | 45 |
Brussel Franstalig | 1 | 8 | 125 |
Leuven | 1 | 3 | 21 |
Waals-Brabant | 1 | 2 | 22 |
Oost-Vlaanderen | 1 | 7 | 92 |
West-Vlaanderen | 1 | 7 | 66 |
Eupen | 1 | 0 | 5 |
Luik | 1 | 5 | 77 |
Luxemburg | 1 | 3 | 24 |
Namen | 1 | 3 | 29 |
Henegouwen | 1 | 8 | 97]1 |
(1)<W 2014-01-06/64, art. 60, 002; Inwerkingtreding : 31-01-2014> |