12 NOVEMBER 2013. - Koninklijk besluit tot wijziging van diverse wetten ter gedeeltelijke omzetting van de Richtlijn 2010/78/EU van 24 november 2010 wat betreft de bevoegdheden van de Europese toezichthoudende autoriteiten (Europese Bankautoriteit, Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen en de Europese Autoriteit voor effecten en markten) (NOTA : Bekrachtigd met uitwerking op de datum van zijn inwerkingtreding bij W2014-04-25/64, art. 39)
HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepalingen
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen in de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen
Art. 2-16
HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen in de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen
Art. 17-30
HOOFDSTUK 4. - Wijzigingen in de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België
Art. 31-33
HOOFDSTUK 5. - Wijzigingen in de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen
Art. 34-36
HOOFDSTUK 6. - Wijzigingen in de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten
Art. 37
HOOFDSTUK 7. - Slotbepalingen
Art. 38-39
HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepalingen
Artikel 1. Dit koninklijk besluit voorziet in de gedeeltelijke omzetting van Richtlijn 2010/78/EU van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot wijziging van de Richtlijnen 98/26/EG, 2002/87/EG, 2003/6/EG, 2003/41/EG, 2003/71/EG, 2004/39/EG, 2004/109/EG, 2005/60/EG, 2006/48/EG, 2006/49/EG en 2009/65/EG wat de bevoegdheden van de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit), de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen) en de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten) betreft.
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen in de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen
Art.2. Artikel 3, § 1, van de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen, laatst gewijzigd bij de wet van 27 november 2012, wordt aangevuld met de bepalingen onder 26°, 27° en 28°, luidende :
"26° Europese Bankautoriteit : de Europese Bankautoriteit opgericht bij verordening nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/78/EG van de Commissie;
27° Europese Autoriteit voor effecten en markten : de Europese Autoriteit voor effecten en markten opgericht bij verordening nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/77/EG van de Commissie;
28° verordening nr. 1093/2010 : verordening nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/78/EG van de Commissie.".
Art.3. Artikel 13 van dezelfde wet, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 maart 2011, wordt als volgt gewijzigd :
1° in het eerste lid, worden de woorden "Commissie van de Europese Gemeenschappen" vervangen door de woorden "Europese Commissie en de Europese Bankautoriteit";
2° het vierde lid wordt aangevuld met de volgende zin :
"Deze bijlage en alle daarin aangebrachte wijzigingen worden op haar website bekend gemaakt en ter kennis gebracht van de buitenlandse bevoegde autoriteiten, de Europese Commissie en de Europese Bankautoriteit.".
Art.4. In artikel 19, paragraaf 1, 2°, v), van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 6 april 2010, worden de woorden "de artikelen 205 tot 211 van de wet van 20 juli 2004 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles" vervangen door de woorden "de artikelen 286 tot 292 van de wet van 3 augustus 2012 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles".
Art.5. In artikel 27, paragraaf 3, derde lid, van dezelfde wet, laatst gewijzigd bij de wet van 15 mei 2007, worden de woorden "in de zin van de wet van ... betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles" vervangen door de woorden "in de zin van de wet van 3 augustus 2012 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles".
Art.6. In artikel 32, paragraaf 4, van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 15 mei 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in 2° quater, worden de woorden "artikel 23 van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten" vervangen door de woorden "artikel 36/26 van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België";
2° in 3° bis, worden de woorden "als bedoeld in de wet van 20 juli 2004 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles" vervangen door de woorden "als bedoeld in de wet van 3 augustus 2012 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles".
Art.7. In artikel 34, van dezelfde wet, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 maart 2011, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° het vijfde lid wordt vervangen als volgt :
"De Bank geeft de Europese Commissie en de Europese Bankautoriteit, volgens de frequentie die ze bepalen, kennis van het aantal en de motivering van de definitieve beslissingen tot verzet tegen de geplande opening van een bijkantoor in de Europese Economische Ruimte, zoals bedoeld in het derde lid."
2° in het zesde lid worden de woorden "zesde lid" vervangen door de woorden "vijfde lid".
Art.8. In artikel 43 van dezelfde wet, wordt een vierde paragraaf, opgeheven bij de wet van 28 juli 2011, hersteld als volgt :
" § 4. De Bank stelt de Europese Bankautoriteit, de Europese Commissie en de Raad in kennis van de informatie vereist door de Europese Richtlijnen die verband houden met de toepassing van de in dit artikel bedoelde reglementen.".
Art.9. Artikel 48 van dezelfde wet, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 maart 2011, wordt aangevuld met een vierde lid, luidende :
"De Bank kan, zoals voorzien in artikel 36/16, § 3, van de wet van 22 februari 1998, situaties verwijzen naar de Europese Bankautoriteit waarin een verzoek om samenwerking, met name een verzoek om uitwisseling van informatie, is afgewezen of niet binnen een redelijke termijn is gehonoreerd.".
Art.10. In artikel 49 van dezelfde wet, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in paragraaf 5bis, ingevoegd bij de wet van 28 juli 2011, wordt tussen het vierde en het vijfde lid een lid ingevoegd, luidende :
"Indien een van de betrokken bevoegde autoriteiten aan het einde van de eerste termijn van twee maanden, de zaak heeft doorverwezen naar de Europese Bankautoriteit overeenkomstig artikel 19 van Verordening nr. 1093/2010, schort de Bank als bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst haar beslissing op en wacht zij het door de Europese Bankautoriteit overeenkomstig artikel 19, lid 3, van Verordening nr. 1093/2010 genomen besluit af. De Bank neemt haar besluit in overeenstemming met dat van de Europese Bankautoriteit. De termijn van twee maanden wordt beschouwd als verzoeningsfase in de zin van artikel 19 van Verordening nr. 1093/2010. De zaak kan niet meer worden doorverwezen naar de Europese Bankautoriteit na het einde van de eerste termijn van twee maanden of nadat een gezamenlijk besluit is genomen.";
2° paragraaf 5ter, ingevoegd bij de wet van 28 juli 2011, wordt aangevuld met de volgende zin :
"De Europese Bankautoriteit wordt in het kader van deze paragraaf beschouwd als bevoegde autoriteit.";
3° paragraaf 7, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 maart 2011, wordt aangevuld met een tweede zin, luidende :
"In dat geval stelt ze de Europese Commissie en de Europese Bankautoriteit daarvan in kennis.".
Art.11. In artikel 49bis, paragraaf 1, 3°, van dezelfde wet, laatst gewijzigd bij de wet van 16 februari 2009, worden de woorden "hetzij een beheervennootschap van instellingen voor collectieve belegging als gedefinieerd in artikel 138 van de wet van 20 juli 2004 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles" vervangen door de woorden "hetzij een beheervennootschap van instellingen voor collectieve belegging als gedefinieerd in artikel 3, 12° van de wet van 3 augustus 2012 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles".
Art.12. In artikel 60 van dezelfde wet, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 maart 2011, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het tweede lid, worden de woorden "Dit artikel" vervangen door de woorden "Het eerste lid";
2° er wordt een derde lid ingevoegd, luidende :
"Elke intrekking of herroeping van de vergunning van een kredietinstelling wordt met redenen omkleed en ter kennis gebracht aan de Europese Commissie en de Europese Bankautoriteit. De Bank brengt de betrokken instelling eveneens op de hoogte van de redenen van dergelijke intrekking of herroeping.".
Art.13. In artikel 75 van dezelfde wet, vervangen bij het koninklijk besluit van 27 april 2007 en laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 maart 2011, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in paragraaf 1, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
a) in het tweede lid wordt de laatste zin vervangen als volgt :
"De Europese Commissie, de Europese Bankautoriteit en indien het een kredietinstelling betreft die één of meer beleggingsdiensten en/of -activiteiten verricht tevens de Europese Autoriteit voor effecten en markten, worden onverwijld van deze maatregelen in kennis gesteld.";
b) er wordt een derde lid ingevoegd, luidende :
"De Bank kan de zaak naar de Europese Autoriteit voor effecten en markten verwijzen, zoals voorzien via artikel 36/16, § 3, van de wet van 22 februari 1998.";
2° in paragraaf 3, wordt een vierde lid ingevoegd, luidende :
"De Europese Commissie, de Europese Bankautoriteit, en indien het een kredietinstelling betreft die één of meer beleggingsdiensten en/of -activiteiten verricht tevens de Europese Autoriteit voor effecten en markten, worden onverwijld van de maatregelen zoals bedoeld in het eerste en derde lid in kennis gesteld.";
3° in paragraaf 4, eerste lid, tweede zin, worden de woorden ", de Europese Bankautoriteit" ingevoegd na de woorden "Commissie van de Europese Gemeenschappen";
4° in paragraaf 6, worden de woorden "en de Europese Bankautoriteit" ingevoegd na de woorden "Commissie van de Europese Gemeenschappen".
Art.14. In artikel 79, § 1, 2° bis, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 16 juni 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° de woorden "artikel 14, eerste lid," worden vervangen door de woorden "artikel 13";
2° de woorden "en de Europese Bankautoriteit" worden ingevoegd na de woorden "Commissie van de Europese Gemeenschappen";
3° er wordt een tweede zin ingevoegd, luidende : ". Bovendien brengt de Bank het Europees Comité voor het bankwezen op de hoogte van vergunningen voor bijkantoren die aan kredietinstellingen met een hoofdkantoor in een derde land verleend zijn".
Art.15. In artikel 102 van dezelfde wet, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 maart 2011, wordt een tweede zin ingevoegd, luidende :
"In dat geval stelt de Bank de Europese Autoriteit voor effecten en markten tezelfdertijd in kennis van dergelijke openbaarmaking, indien het een kredietinstelling betreft die één of meer beleggingsdiensten en/of beleggingsactiviteiten in de zin van de Richtlijn 2004/39/EG verricht.".
Art.16. In artikel 103 van dezelfde wet, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 maart 2011, wordt een vierde paragraaf ingevoegd, luidende :
" § 4. Wanneer de Bank maatregelen die zij oplegt in overeenstemming met paragrafen 1 en 2 openbaar maakt, stelt ze de Europese Autoriteit voor effecten en markten tezelfdertijd in kennis, indien het een kredietinstelling betreft die één of meer beleggingsdiensten en/of beleggingsactiviteiten in de zin van de Richtlijn 2004/39/EG verricht.".
HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen in de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen
Art.17. In artikel 44, derde lid, van de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, vervangen bij het koninklijk besluit van 27 april 2007 en laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 maart 2011, wordt de derde zin vervangen als volgt :
"De FSMA maakt de lijst van dergelijke ondernemingen, met aanduiding van de geëxploiteerde MTF's op, maakt deze en de erin aangebrachte wijzigingen bekend op haar website, en deelt deze mee aan de Europese Autoriteit voor effecten en markten.".
Art.18. In artikel 46 van dezelfde wet, vervangen bij het koninklijk besluit van 27 april 2007 en laatst gewijzigd bij de wet van 28 juli 2011, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in 21°, worden de woorden "een beheervennootschap in de zin van deel III van de wet van 20 juli 2004 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles" vervangen door de woorden "een beheervennootschap in de zin van deel III van de wet van 3 augustus 2012 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles";
2° het artikel wordt aangevuld met de bepalingen onder 46° en 47°, luidende :
"46° Europese Autoriteit voor effecten en markten : de Europese Autoriteit voor effecten en markten opgericht bij Verordening nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/77/EG van de Commissie;
47° Europese Bankautoriteit : de Europese Bankautoriteit opgericht bij Verordening nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/78/EG van de Commissie.".
Art.19. In artikel 53, eerste lid, van dezelfde wet, vervangen bij het koninklijk besluit van 3 maart 2011, worden in de tweede zin de woorden "Commissie van de Europese Gemeenschappen" vervangen door de woorden "Europese Autoriteit voor effecten en markten".
Art.20. In artikel 54, van dezelfde wet, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 maart 2011, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid, eerste zin, worden de woorden "de Commissie van de Europese Gemeenschappen" vervangen door de woorden "de Europese Autoriteit voor effecten en markten";
2° in het tweede lid, worden de woorden "de Commissie van de Europese Gemeenschappen" vervangen door de woorden "de Europese Autoriteit voor effecten en markten".
Art.21. In artikel 70, paragraaf 3, derde lid, van dezelfde wet, laatst gewijzigd bij de wet van 15 mei 2007, worden de woorden "in de zin van de wet van ... betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles" vervangen door de woorden "in de zin van de wet van 3 augustus 2012 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles".
Art.22. In artikel 76, paragraaf 4, van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 15 mei 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in 5°, worden de woorden "artikel 23 van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten" vervangen door de woorden "artikel 36/26 van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België";
2° in 7°, worden de woorden "als bedoeld in de wet van 20 juli 2004 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles" vervangen door de woorden "als bedoeld in de wet van 3 augustus 2012 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles".
Art.23. In artikel 85 van dezelfde wet, vervangen bij het koninklijk besluit van 27 april 2007 en laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 maart 2011, worden na de woorden "de artikelen 74 tot 77bis van de wet van 2 augustus 2002" de woorden "of de artikelen 35 en 36/13 tot 36/17 van de wet van 22 februari 1998, naargelang de FSMA of de Bank de ter zake bevoegde toezichthoudende overheid is" ingevoegd.
Art.24. In artikel 90, van dezelfde wet, wordt een vierde paragraaf, opgeheven bij de wet van 28 juli 2011, hersteld als volgt :
"De toezichthoudende overheid stelt de Europese Bankautoriteit, de Europese Commissie en de Raad in kennis van de informatie vereist door de Europese Richtlijnen die verband houden met de toepassing van de in dit artikel bedoelde reglementen.".
Art.25. Artikel 95, paragraaf 7, van dezelfde wet, wordt aangevuld met een tweede zin, luidende :
"In dat geval stelt ze de Europese Commissie en de Europese Bankautoriteit daarvan in kennis.".
Art.26. In artikel 95bis, paragraaf 1, 3°, van dezelfde wet, laatst gewijzigd bij de wet van 16 februari 2009, worden de woorden "hetzij een beheervennootschap van instellingen voor collectieve belegging als gedefinieerd in artikel 138 van de wet van 20 juli 2004 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles" vervangen door de woorden "hetzij een beheervennootschap van instellingen voor collectieve belegging als gedefinieerd in artikel 3, 12° van de wet van 3 augustus 2012 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles".
Art.27. In artikel 107 van dezelfde wet, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 maart 2011, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het tweede lid, worden de woorden "Dit artikel" vervangen door de woorden "Het eerste lid";
2° er wordt een derde lid ingevoegd, luidende :
"De toezichthoudende overheid brengt de Europese Autoriteit voor effecten en markten op de hoogte van de intrekking of herroeping van een vergunning op grond van de artikelen 103 en 104.".
Art.28. In artikel 108 van dezelfde wet, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 maart 2011, wordt een tweede lid ingevoegd, luidende :
"De toezichthoudende overheid stelt de Europese Autoriteit voor effecten en markten in kennis van de openbaarmaking zoals bedoeld in het eerste lid.".
Art.29. In artikel 109 van dezelfde wet, laatst gewijzigd bij de wet van 30 juli 2013, wordt een vierde paragraaf ingevoegd, luidende :
" § 4. Wanneer de toezichthoudende overheid een maatregel die zij oplegt in overeenstemming met paragrafen 1 en 2 openbaar maakt, stelt ze de Europese Autoriteit voor effecten en markten daarvan tegelijkertijd in kennis.".
Art.30. In dezelfde wet wordt artikel 146, opgeheven bij de wet van 2 augustus 2002, hersteld als volgt :
"Art. 146. De toezichthoudende overheid kan, zoals voorzien in respectievelijk artikel 77, § 1, van de wet van 2 augustus 2002 en artikel 36/16, § 3, van de wet van 22 februari 1998, naargelang de bevoegde toezichthoudende overheid de FSMA of de Bank is, situaties naar de Europese Autoriteit voor effecten en markten verwijzen waarin een verzoek in verband met toezichtsactiviteiten, verificatie ter plaatse, onderzoek en informatie-uitwisseling werd afgewezen, of niet binnen een redelijke termijn gehonoreerd werd.".
HOOFDSTUK 4. - Wijzigingen in de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België
Art.31. Artikel 36/1 van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 3 maart 2011 en laatst gewijzigd bij de wet van 27 november 2012, wordt aangevuld met de bepalingen onder 19°, 20° en 21°, luidende :
"19° "Europese Bankautoriteit" : de Europese Bankautoriteit opgericht bij Verordening nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/78/EG van de Commissie;
20° "Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen" : de Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen opgericht bij Verordening nr. 1094/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/79/EG van de Commissie;
21° "Europese Autoriteit voor effecten en markten" : de Europese Autoriteit voor effecten en markten opgericht bij Verordening 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/77/EG van de Commissie.".
Art.32. Artikel 36/16 van dezelfde wet, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 3 maart 2011, wordt aangevuld met een derde paragraaf, luidende :
" § 3. De Bank kan in de gevallen bepaald in Europese Richtlijnen situaties verwijzen naar respectievelijk de Europese Bankautoriteit, de Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen of de Europese Autoriteit voor effecten en markten.".
Art.33. In artikel 36/17, paragraaf 2, van dezelfde wet, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 3 maart 2011, worden in het tweede lid de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in de franse tekst worden de woorden "l'autorité compétente qui a présenté la demande" vervangen door de woorden "l'autorité compétente requérante" en wordt het woord "lui" vervangen door het woord "leur";
2° de woorden "en de Europese Autoriteit voor effecten en markten" worden ingevoegd na de woorden "de verzoekende bevoegde autoriteit".
HOOFDSTUK 5. - Wijzigingen in de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen
Art.34. Artikel 1/1 van de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen, ingevoegd bij de wet van 26 september 2011, wordt aangevuld met de bepalingen onder 18° en 19°, luidende :
"18° "Europees Comité voor systeemrisico's" : het Europees Comité voor systeemrisico's opgericht bij Verordening nr. 1092/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 betreffende macroprudentieel toezicht van de Europese Unie op het financiële stelsel en tot oprichting van een Europees Comité voor systeemrisico's;
19° "Europese Autoriteit voor effecten en markten" : de Europese Autoriteit voor effecten en markten opgericht bij Verordening nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/77/EG van de Commissie.".
Art.35. In artikel 2, § 5, 3°, van dezelfde wet, worden de woorden "Europese Commissie" vervangen door de woorden "Europese Autoriteit voor effecten en markten".
Art.36. In artikel 5, paragraaf 1, van dezelfde wet, laatst gewijzigd bij de wet van 26 september 2011, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in de eerste zin worden de woorden "de kredietinstellingen en" geschrapt en worden de woorden "Commissie voor het Bank- en Financiewezen" vervangen door de woorden "Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten";
2° in de laatste zin worden de woorden "in de zin van artikel 7, § 3" geschrapt;
3° er wordt een tweede lid toegevoegd, luidende :
"De Nationale Bank van België brengt het Europees Comité voor systeemrisico's, de overige lidstaten en de Europese Autoriteit voor effecten en markten op de hoogte van de vordering of het vonnis.".
HOOFDSTUK 6. - Wijzigingen in de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten
Art.37. In artikel 6, § 9, derde lid, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, als vervangen door het koninklijk besluit van 27 april 2007, wordt de zin "De Europese Commissie wordt onverwijld van deze maatregelen in kennis gesteld." vervangen door de zin "De Europese Commissie en de ESMA worden onverwijld van deze maatregelen in kennis gesteld.".
HOOFDSTUK 7. - Slotbepalingen
Art.38. In de bepalingen als gewijzigd door het onderhavige besluit, alsook in de andere bepalingen van de door onderhavig besluit gewijzigde wetten, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° de woorden "Commissie van de Europese Gemeenschappen" worden vervangen door de woorden "Europese Commissie";
2° de woorden "Europese Gemeenschap" worden vervangen door de woorden "Europese Unie".
Art. 39. De minister bevoegd voor Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 12 november 2013.
FILIP
Van Koningswege :
De Minister van Financiën,
K. GEENS