1 JUNI 2012. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse besluiten van de Vlaamse Regering betreffende de financiën en de begrotingen
HOOFDSTUK 1. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 januari 2001 houdende regeling van de begrotingscontrole en -opmaak
Art. 1-2
HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2011 betreffende de boekhoudregels en de aanrekeningsregels die van toepassing zijn op de Vlaamse ministeries, en betreffende de controle op de vastleggingskredieten
Art. 3-5
HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen aan de diverse besluiten betreffende het financiële en materiële beheer van een DAB
Art. 6-29
HOOFDSTUK 4. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2011 betreffende de begroting en de boekhouding van de Vlaamse rechtspersonen
Art. 30-31
HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen
Art. 32-33
1991036466 1992036247 1993036215 1994036122 1995036140 2000035453 2001035150 2001035189 2001035621 2004035670 2006035061 2006035857 2008201999 2008202000 2008202001 2008203674 2008204546 2008204814 2009200620 2009200927 2009203644 2012035079 2012035190
HOOFDSTUK 1. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 januari 2001 houdende regeling van de begrotingscontrole en -opmaak
Artikel 1. In artikel 15, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 januari 2001 houdende regeling van de begrotingscontrole en -opmaak, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2010, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° punt 2° wordt vervangen door wat volgt :
" 2° voorstellen die krachtens artikel 6, § 2 en § 2ter, het begrotingsakkoord vereisen; ";
2° er wordt een punt 4° toegevoegd, dat luidt als volgt :
" 4° voorstellen met betrekking tot :
- de herverdelingen, vermeld in artikel 20, § 1, van het decreet van 8 juli 2011 houdende regeling van de begroting, de boekhouding, de toekenning van subsidies en de controle op de aanwending ervan, en de controle door het Rekenhof;
- de herverdelingen van de vastleggingskredieten, vermeld in artikel 20, § 3, van hetzelfde decreet;
- de herverdelingen van kredieten of overschrijdingen van limitatieve kredieten van een Vlaamse rechtspersoon zonder raad van bestuur overeenkomstig artikel 9, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2011 betreffende de begroting en de boekhouding van de Vlaamse rechtspersonen. ".
Art.2. In artikel 25 van hetzelfde besluit wordt het eerste lid vervangen door wat volgt : " De inspecteur van Financiën voert bijzondere audits uit met het oog op de controle van de naleving van artikel 53 tot en met artikel 62 van het decreet van 8 juli 2011 houdende regeling van de begroting, de boekhouding, de toekenning van subsidies en de controle op de aanwending ervan, en de controle door het Rekenhof. ".
HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2011 betreffende de boekhoudregels en de aanrekeningsregels die van toepassing zijn op de Vlaamse ministeries, en betreffende de controle op de vastleggingskredieten
Art.3. In het opschrift van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2011 betreffende de boekhoudregels en de aanrekeningsregels die van toepassing zijn op de Vlaamse ministeries, en betreffende de controle op de vastleggingskredieten worden tussen de woorden " Vlaamse ministeries " en de woorden " , en betreffende " de woorden " en de diensten met afzonderlijk beheer " ingevoegd.
Art.4. In hetzelfde besluit van de Vlaamse Regering wordt een hoofdstuk 1/1, dat bestaat uit artikel 2/1 en 2/2, ingevoegd, dat luidt als volgt :
" Hoofdstuk 1/1. Herverdelingen
" Art. 2/1. De leden van de Vlaamse Regering hebben delegatie voor het uitvoeren van de volgende herverdelingen :
- de herverdelingen binnen en tussen de vastleggingskredieten, vastleggingskredieten van het Mina-fonds en het Vlaams Infrastructuurfonds, en de vastleggingsmachtigingen van de Vlaamse rechtspersonen, vermeld in artikel 4, § 1, 2°, van het Rekendecreet, binnen hetzelfde programma als vermeld in artikel 20, § 1, van hetzelfde decreet;
- de herverdelingen binnen en tussen de vereffeningskredieten, vereffeningskredieten van het Mina-fonds en het Vlaams Infrastructuurfonds, en de vastleggings- en vereffeningskredieten, gerelateerd aan de vastleggingsmachtigingen van de Vlaamse rechtspersonen, vermeld in artikel 4, § 1, 2°, van hetzelfde decreet, binnen hetzelfde programma;
- de herverdelingen van de vastleggingskredieten en de vereffeningskredieten van een dienst met afzonderlijk beheer tussen de programma's die deel uitmaken van die dienst, vermeld in artikel 20, § 3, van hetzelfde decreet.
Art. 2/2. § 1. Het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, is vereist voor :
- de herverdelingen, vermeld in artikel 20, § 1, van hetzelfde decreet;
- de herverdelingen van de vastleggingskredieten, vermeld in artikel 20, § 3, van hetzelfde decreet.
§ 2. De Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, bepaalt de nadere regels voor de indiening van een aanvraag tot herverdeling van kredieten. ".
Art.5. In hetzelfde besluit van de Vlaamse Regering wordt een hoofdstuk 4/1, dat bestaat uit artikel 8/1 tot en met 8/5, ingevoegd, dat luidt als volgt :
" Hoofdstuk 4/1. De begroting en de boekhouding van de diensten met afzonderlijk beheer
Afdeling 1. - Algemene bepalingen
Art. 8/1. Het saldo van het lopende jaar wordt gevormd door het verschil tussen de geboekte aanrekeningen van ontvangsten en uitgaven.
Art. 8/2. Het beginsaldo van het volgende jaar ofwel het over te dragen saldo van het lopende jaar bestaat uit :
- het gecumuleerde saldo van de voorbije jaren;
- het saldo van het lopende jaar;
- een vermindering met de middelen die zijn aangewend voor de vorming of spijzing van het reservefonds.
Afdeling 2. - Begroting
Art. 8/3. § 1. In de begroting van de dienst met afzonderlijk beheer moeten alle ontvangsten en alle uitgaven worden opgenomen. Een opname uit het reservefonds en het overgedragen saldo worden beschouwd als ontvangsten en kunnen, na akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gebruikt worden om vanaf het begin van het begrotingsjaar uitgaven te dekken. De spijzing van het reservefonds en het over te dragen saldo worden beschouwd als uitgaven.
§ 2. De begroting maakt een duidelijk onderscheid tussen de apparaatsuitgaven en de beleidsuitgaven van de dienst met afzonderlijk beheer.
Art. 8/4. § 1. Het saldo van het lopende jaar, verminderd met het totale bedrag van de aangegane verbintenissen die nog niet zijn vereffend, kan voor maximaal 10 % worden aangewend voor de vorming of de spijzing van een reservefonds. De minister die belast is met het beheer van of het toezicht op de dienst met afzonderlijk beheer kan dat percentage aanpassen met het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting.
De voorafname gebeurt tot de middelen van het reservefonds 10 % bedragen van het gemiddelde van de uitgaven van de drie voorafgaande begrotingsjaren, tenzij dat bedrag wordt gewijzigd op voorstel van de minister die belast is met het beheer van of het toezicht op de dienst met afzonderlijk beheer, met akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting.
§ 2. De middelen van het reservefonds kunnen met het akkoord van de minister die belast is met het beheer van of het toezicht op de dienst met afzonderlijk beheer, en van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, aangewend worden om uitgaven te dekken die voortvloeien uit onvoorziene omstandigheden of uit specifieke doelstellingen van de dienst met afzonderlijk beheer.
§ 3. Het reservefonds kan aangewend worden op basis van een aanwendingsplan dat door de minister die belast is met het beheer van of het toezicht op de dienst met afzonderlijk beheer, ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting. Het aanwendingsplan kan in voorkomend geval betrekking hebben op verschillende begrotingsjaren.
Afdeling 3. - Boekhouding
Art. 8/5. Op het einde van ieder jaar wordt een rekening van uitvoering van de begroting opgesteld. Uiterlijk op 15 februari na het jaar waarop ze betrekking hebben, stuurt de minister die belast is met het beheer van of het toezicht op de dienst met afzonderlijk beheer, die rekeningen naar de Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën en de begrotingen, die ze uiterlijk 31 maart van hetzelfde jaar aan het Rekenhof bezorgt. ".
HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen aan de diverse besluiten betreffende het financiële en materiële beheer van een DAB
Art.6. In het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 1991 betreffende het financieel en materieel beheer van het Fonds voor Preventie en Sanering inzake Leefmilieu en Natuur, afgekort MINA-fonds, worden de volgende paragrafen, artikelen en hoofdstukken opgeheven :
1° paragraaf 2 van artikel 1;
2° artikel 2 en 3;
3° artikel 4bis, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 26 september 2003;
4° artikel 5;
5° artikel 5bis, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 26 september 2003;
6° hoofdstuk 3, dat bestaat uit artikel 6 en 7;
7° hoofdstuk 4, dat bestaat uit artikel 8 en 9;
8° hoofdstuk 5, dat bestaat uit artikel 10 tot en met 13.
Art.7. In het besluit van de Vlaamse Regering van 16 september 1992 betreffende het financieel en materieel beheer van de Gewestdienst met Afzonderlijk Beheer Vlaams Infrastructuurfonds worden de volgende paragrafen, artikelen en hoofdstukken opgeheven :
1° paragraaf 2 van artikel 1;
2° artikel 2 en 3;
3° artikel 5;
4° hoofdstuk 3, dat bestaat uit artikel 6 en 7;
5° hoofdstuk 4, dat bestaat uit artikel 8 en 9;
6° hoofdstuk 5, dat bestaat uit artikel 10 tot en met 13.
Art.8. In het besluit van de Vlaamse Regering van 9 juni 1993 betreffende het financieel en materieel beheer van het Fonds voor de financiering van het urgentieplan voor de sociale huisvesting worden de volgende paragrafen, artikelen en hoofdstukken opgeheven :
1° paragraaf 2 van artikel 1;
2° artikel 2 en 3;
3° artikel 5 tot en met 7;
4° hoofdstuk 4, dat bestaat uit artikel 8 en 9;
5° hoofdstuk 5, dat bestaat uit artikel 10 tot en met 13.
Art.9. In het besluit van de Vlaamse Regering van 8 juni 1994 betreffende het financiële en materiële beheer van de diensten met afzonderlijk beheer Luchthaven Antwerpen en Luchthaven Oostende worden de volgende paragrafen, artikelen en hoofdstukken opgeheven :
1° paragraaf 2 van artikel 1;
2° artikel 2 en 3;
3° artikel 5, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 22 november 2002;
4° artikel 6 tot en met 8;
5° artikel 9bis tot en met 15;
6° artikel 18 tot en met 21;
7° artikel 24;
8° hoofdstuk 5, dat bestaat uit artikel 26.
Art.10. In het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 betreffende het financieel en materieel beheer van de dienst met afzonderlijk beheer Schoonmaak worden de volgende paragrafen, artikelen en hoofdstukken opgeheven :
1° paragraaf 2 van artikel 1;
2° artikel 2 en 3;
3° artikel 5, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 april 2002;
4° artikel 6 tot en met 8;
5° artikel 10 tot en met 13;
6° artikel 14, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 april 2002;
7° artikel 15;
8° artikel 18 tot en met 21;
9° hoofdstuk 5, dat bestaat uit artikel 22.
Art.11. In het besluit van de Vlaamse Regering van 14 april 2000 betreffende het financiële en materiële beheer van de dienst met afzonderlijk beheer "Grondfonds " worden de volgende paragrafen, artikelen en hoofdstukken opgeheven :
1° paragraaf 2 van artikel 1;
2° artikel 2 en 3;
3° artikel 5 tot en met 8;
4° artikel 10 tot en met 15;
5° artikel 18 tot en met 20;
6° hoofdstuk 5, dat bestaat uit artikel 21.
Art.12. In het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 2000 betreffende het financiële en materiële beheer van de dienst met afzonderlijk beheer Loodswezen worden de volgende leden, artikelen en hoofdstukken opgeheven :
1° het derde lid van artikel 1;
2° artikel 2 en 3;
3° artikel 5 tot en met 8;
4° het tweede lid van artikel 9;
5° artikel 10 tot en met 15;
6° artikel 17 tot en met 20;
7° hoofdstuk 5, dat bestaat uit artikel 22.
Art.13. In het besluit van de Vlaamse Regering van 26 januari 2001 betreffende het financiële en materiële beheer van de dienst met afzonderlijk beheer " Catering " worden de volgende paragrafen, artikelen en hoofdstukken opgeheven :
1° paragraaf 2 van artikel 1;
2° artikel 2 en 3;
3° artikel 5, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 april 2002;
4° artikel 6 en 7;
5° artikel 9 tot en met 12;
6° artikel 13, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 april 2002;
7° artikel 14;
8° artikel 17 tot en met 20;
9° hoofdstuk 5, dat bestaat uit 21 en 22.
Art.14. In het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2003 betreffende het financiële en materiële beheer van de Dienst met Afzonderlijk Beheer Vloot worden de volgende leden, artikelen en hoofdstukken opgeheven :
1° het vierde lid van artikel 1;
2° artikel 3 en 4;
3° artikel 6 tot en met 10;
4° het derde en het vierde lid van artikel 11;
5° artikel 12 tot en met 17;
6° artikel 19 tot en met 22;
7° hoofdstuk 5, dat bestaat uit artikel 24.
Art.15. In het besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2005 betreffende het financiële en materiële beheer van de dienst met afzonderlijk beheer (DAB) Waarborgfonds Microfinanciering worden de volgende leden, artikelen en hoofdstukken opgeheven :
1° artikel 3 en 4;
2° artikel 6 tot en met 8;
3° het tweede en het derde lid van artikel 9;
4° artikel 10 tot en met 15;
5° artikel 17 tot en met 20;
6° hoofdstuk 5, dat bestaat uit artikel 21 en 22.
Art.16. In het besluit van de Vlaamse Regering van 21 april 2006 betreffende het financiële en materiële beheer van de dienst met afzonderlijk beheer Herstelfonds worden de volgende artikelen en hoofdstukken opgeheven :
1° artikel 2 en 3;
2° artikel 5 tot en met 7;
3° artikel 9 tot en met 14;
4° artikel 17 tot en met 19;
5° hoofdstuk 5, dat bestaat uit artikel 20.
Art.17. In het besluit van de Vlaamse Regering van 11 april 2008 betreffende het financiële en materiële beheer van de dienst met afzonderlijk beheer Beheersdienst van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten in Antwerpen worden de volgende leden, artikelen en hoofdstukken opgeheven :
1° het tweede lid van artikel 1;
2° artikel 2 en 3;
3° artikel 5 tot en met 7;
4° het tweede lid van artikel 8;
5° artikel 10 tot en met 13;
6° artikel 17 tot en met 19;
7° artikel 21;
8° hoofdstuk 5, dat bestaat uit 23.
Art.18. In het besluit van de Vlaamse Regering van 11 april 2008 betreffende het financiële en materiële beheer van de dienst met afzonderlijk beheer Beheersdienst van het kasteeldomein van Gaasbeek worden de volgende leden, artikelen en hoofdstukken opgeheven :
1° het tweede lid van artikel 1;
2° artikel 2 en 3;
3° artikel 5 tot en met 7;
4° het tweede lid van artikel 8;
5° artikel 10 tot en met 13;
6° artikel 17 tot en met 19;
7° artikel 21;
8° hoofdstuk 5, dat bestaat uit artikel 23.
Art.19. In het besluit van de Vlaamse Regering van 11 april 2008 betreffende het financiële en materiële beheer van de dienst met afzonderlijk beheer Cultureel Centrum van de Vlaamse Gemeenschap Landcommanderij Alden Biesen worden de volgende leden, paragrafen, artikelen en hoofdstukken opgeheven :
1° paragraaf 2 van artikel 1;
2° artikel 2 en 3;
3° artikel 5 tot en met 7;
4° het tweede lid van artikel 8;
5° artikel 10 tot en met 13;
6° artikel 17 tot en met 19;
7° artikel 21;
8° hoofdstuk 5, dat bestaat uit artikel 23.
Art.20. In het besluit van de Vlaamse Regering van 10 juli 2008 betreffende het financiële en materiële beheer van de dienst met afzonderlijk beheer Centrum voor Informatie, Communicatie en Vorming in de Welzijnssector worden de volgende leden, artikelen en hoofdstukken opgeheven :
1° artikel 2 tot en met 4;
2° het tweede lid van artikel 5;
3° artikel 6 tot en met 9;
4° het derde lid van artikel 10;
5° artikel 11 tot en met 14;
6° artikel 19 tot en met 21;
7° hoofdstuk 5, dat bestaat uit artikel 22.
Art.21. In het besluit van de Vlaamse Regering van 10 oktober 2008 betreffende het financiële en materiële beheer van de dienst met afzonderlijk beheer Vlaams Instituut voor het Onroerend Erfgoed worden de volgende zinnen, paragrafen, artikelen en hoofdstukken opgeheven :
1° in artikel 2 de zin " De DAB VIOE werkt als een dienst met afzonderlijk beheer, zoals bepaald in artikel 140 van de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991. ";
2° artikel 3;
3° paragraaf 1, paragraaf 3 en paragraaf 4 van artikel 4;
4° artikel 5 tot en met 7;
5° artikel 9 en 10;
6° artikel 12 tot en met 16;
7° hoofdstuk 5, dat bestaat uit artikel 17 en 18.
Art.22. Artikel 8 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt :
" Art. 8. De administrateur-generaal van het Vlaams Instituut voor het Onroerend Erfgoed, of zijn plaatsvervanger, wordt aangesteld als beheerder en ordonnateur van de DAB VIOE. De bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de ordonnateur worden vastgesteld overeenkomstig de regels die gelden voor de diensten van de Vlaamse Regering. "
Art.23. In het besluit van de Vlaamse Regering van 17 oktober 2008 betreffende het financiële en materiële beheer van de dienst met afzonderlijk beheer van het Fonds Inschrijvingsgelden Centra voor Volwassenenonderwijs worden de volgende leden, paragrafen, artikelen en hoofdstukken opgeheven :
1° artikel 2 en 3;
2° paragraaf 2 van artikel 5;
3° artikel 6 en 7;
4° het tweede lid van artikel 8;
5° artikel 9 tot en met 13;
6° artikel 15 tot en met 18;
7° hoofdstuk 5, dat bestaat uit artikel 19 en 20.
Art.24. In artikel 5, § 1, van hetzelfde besluit wordt punt 2° vervangen door wat volgt :
" 2° vereffeningskredieten ten bedrage waarvan tijdens het begrotingsjaar verplichtingen ten opzichte van crediteuren kunnen worden geboekt ingevolge verbintenissen die in dat jaar of in vorige jaren zijn ontstaan of aangegaan. "
Art.25. Artikel 4 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008 tot vaststelling van de regels voor het beheer van de DAB ICT en tot regeling van de bevoegdheden van en de delegatie aan de ICT-manager wordt vervangen door wat volgt :
" Art. 4. De ICT-manager, of zijn plaatsvervanger, wordt aangesteld als beheerder en gedelegeerd ordonnateur van de DAB ICT. De ICT-manager is daarbij bevoegd voor :
1° de aanwending van de kredieten die ingeschreven zijn op de begroting van de DAB ICT;
2° de aanwending van de wedde-, werkings-, subsidie- en investeringskredieten voor de DAB ICT of de entiteit ICT-beleid als die nog niet opgenomen zijn in de eigen begroting van de DAB ICT, en ingeschreven zijn in de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap. "
Art.26. In hetzelfde besluit worden de volgende paragrafen, artikelen en hoofdstukken opgeheven :
1° artikel 8 en 9;
2° paragraaf 1, paragraaf 3 tot en met paragraaf 5 van artikel 10;
3° artikel 11 tot en met 13;
4° hoofdstuk 4, dat bestaat uit artikel 14 tot en met 21;
5° artikel 23 tot en met 26;
6° artikel 27.
Art.27. Artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 januari 2009 betreffende het financiële en materiële beheer van de dienst met afzonderlijk beheer Uitleendienst Kampeermateriaal voor de Jeugd wordt vervangen door wat volgt :
" Artikel 1. Dit besluit regelt het financiële en materiële beheer van de dienst met afzonderlijk beheer Uitleendienst Kampeermateriaal voor de Jeugd, afgekort ULDK. "
Art.28. In hetzelfde besluit worden de volgende leden, artikelen en hoofdstukken opgeheven :
1° artikel 2 en 3;
2° artikel 5 tot en met 7;
3° het tweede lid van artikel 8;
4° artikel 9 tot en met 13;
5° artikel 15 tot en met 17;
6° artikel 19;
7° hoofdstuk 5, dat bestaat uit artikel 21.
Art.29. In het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juli 2009 betreffende het financiële en materiële beheer van de dienst met afzonderlijk beheer Overheidspersoneel worden de volgende leden, artikelen en hoofdstukken opgeheven :
1° artikel 2 en 3;
2° artikel 5 tot en met 7;
3° het tweede lid van artikel 8;
4° artikel 9 tot en met 13;
5° artikel 15 tot en met 18;
6° hoofdstuk 5, dat bestaat uit artikel 19 en 20.
HOOFDSTUK 4. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2011 betreffende de begroting en de boekhouding van de Vlaamse rechtspersonen
Art.30. In het besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2011 betreffende de begroting en de boekhouding van de Vlaamse rechtspersonen wordt afdeling 4 van hoofdstuk 2, dat bestaat uit artikel 9, vervangen door wat volgt :
" Afdeling 4. Herverdelingen en overschrijdingen van limitatieve kredieten
Art. 9. § 1. Elke Vlaamse minister kan voor de Vlaamse rechtspersonen die onder zijn bestuur of toezicht staan, toestaan dat kredieten worden herverdeeld of limitatieve kredieten worden overschreden.
§ 2. Als de Vlaamse rechtspersoon beschikt over een raad van bestuur, keurt die het voorstel tot herverdeling van kredieten of overschrijding van limitatieve kredieten goed voor hij het voorstel voorlegt aan de bevoegde minister.
Een voorstel tot herverdeling of overschrijding van limitatieve kredieten dat niet wordt goedgekeurd door de bevoegde minister, wordt als onbestaand beschouwd.
Art. 9/1. § 1. Voor de herverdelingen van kredieten of overschrijdingen van limitatieve kredieten van een Vlaamse rechtspersoon is het akkoord vereist van de Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën en de begrotingen. Voor de Vlaamse rechtspersoon die niet onder het toepassingsgebied van artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 januari 2001 houdende regeling van de begrotingscontrole en -opmaak valt, is artikel 6 van hetzelfde besluit overeenkomstig van toepassing.
§ 2. De Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, bepaalt de nadere regels voor de indiening van een aanvraag tot begrotingsakkoord houdende herverdeling van kredieten of overschrijding van limitatieve kredieten.
§ 3. Als de Vlaamse rechtspersoon beschikt over een raad van bestuur, voegt de bevoegde minister het advies van de regeringsafgevaardigde, de regeringscommissaris, de gemachtigde van Financiën of een persoon met een soortgelijke functie die is aangesteld door de Vlaamse Regering op voordracht van de Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën en de begrotingen, bij het verzoek tot het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting. "
Art.31. In hetzelfde besluit wordt een hoofdstuk 3/1, dat bestaat uit artikel 15/1 tot en met 15/4, ingevoegd, dat luidt als volgt :
" Hoofdstuk 3/1. Bepalingen over de rapportering en het financiële toezicht
Art. 15/1. Als de Vlaamse rechtspersoon beschikt over een raad van bestuur, worden de documenten, vermeld in artikel 44, eerste lid, van het Rekendecreet, bezorgd aan de bevoegde minister en aan de Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën en begrotingen. De Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën en de begrotingen, coördineert alle rapporteringen.
De Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën en de begrotingen, stelt de regels en voorwaarden vast voor de tussentijdse rapportering, vermeld in artikel 44, § 2, van het Rekendecreet.
Art. 15/2. De jaarrekeningen van de Vlaamse rechtspersoon zonder raad van bestuur worden opgesteld door de inhoudelijk bevoegde minister en worden bezorgd aan de Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën en de begrotingen. Het agentschap Centrale Accounting bezorgt de jaarrekeningen aan het Rekenhof.
De jaarrekeningen van de Vlaamse rechtspersonen met raad van bestuur worden bezorgd aan de inhoudelijk bevoegde minister en aan de Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën en begrotingen. Het agentschap Centrale Accounting bezorgt de jaarrekeningen aan het Rekenhof.
Art. 15/3. Voor de personen, vermeld in artikel 49 van het Rekendecreet, kunnen door de Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën en de begrotingen, nadere regels inzake rapporteringsverplichtingen worden verstrekt.
Art. 15/4. Op voorstel van de bevoegde minister of de Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën en de begrotingen, kan de Vlaamse Regering beslissen om bij sommige rechtspersonen zonder raad van bestuur een bedrijfsrevisor aan te stellen. "
HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen
Art.32. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2012.
Art. 33. De Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën en de begrotingen, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 1 juni 2012.
De minister-president van de Vlaamse Regering,
K. PEETERS
De Vlaamse minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport,
Ph. MUYTERS