16 SEPTEMBER 1992. - Besluit van de Vlaamse Executieve betreffende het financieel en materieel beheer van de Gewestdienst met Afzonderlijk Beheer Vlaams Infrastructuurfonds(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 12-07-2012 en tekstbijwerking tot 29-12-2023)
HOOFDSTUK I. - Inleidende bepalingen.
Art. 1
HOOFDSTUK II. - De begroting.
Art. 2-5
HOOFDSTUK III.
Art. 6-7
HOOFDSTUK IV.
Art. 8-9
HOOFDSTUK V.
Art. 10-13
HOOFDSTUK VI. - Overgangs- en slotbepalingen.
Art. 14-15
HOOFDSTUK I. - Inleidende bepalingen.
Artikel 1.§ 1. Dit besluit regelt het financieel en materieel beheer van de dienst met afzonderlijk beheer Vlaams Infrastructuurfonds als bedoeld in artikel 57 tot en met 60 van het decreet van 25 juni 1992 houdende diverse bepalingen tot begeleiding van de begroting 1992 van de Vlaamse Gemeenschap, hierna genoemd " de dienst ".
§ 2. [1 ...]1.
§ 3. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder de Gemeenschapsminister, het lid, of de leden, van de Vlaamse Executieve, elk wat hem betreft, dat krachtens het decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap, geheel of gedeeltelijk, functioneel belast is of zijn met het beheer van het Vlaams Infrastructuurfonds.
----------
(1)<BVR 2012-06-01/12, art. 7, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2012>
HOOFDSTUK II. - De begroting.
Art.2.
<Opgeheven bij BVR 2012-06-01/12, art. 7, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2012>
Art.3.
<Opgeheven bij BVR 2012-06-01/12, art. 7, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2012>
Art.4. De diverse ontvangsten bedoeld in artikel 58, 1, 9e van het voormelde decreet van 25 juni 1992, bestaan uit :
1. de opbrengst van de beleggingen, ongeacht de aard en de wijze, van de bedragen toegewezen of toekomend aan het Vlaams Infrastructuurfonds;
2. de schenkingen en de legaten ten voordele van het Gewest aanvaard volgens de geldende regels, en waarvan de bestemming en de aanwending ligt op het vlak van de openbare werken en het vervoer;
3. de ontvangsten voor orde;
4. alle andere toevallige ontvangsten.
Art.5.
<Opgeheven bij BVR 2012-06-01/12, art. 7, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2012>
HOOFDSTUK III.
Art.6.
<Opgeheven bij BVR 2012-06-01/12, art. 7, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2012>
Art.7.
<Opgeheven bij BVR 2012-06-01/12, art. 7, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2012>
HOOFDSTUK IV.
Art.8.
<Opgeheven bij BVR 2012-06-01/12, art. 7, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2012>
Art.9.
<Opgeheven bij BVR 2012-06-01/12, art. 7, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2012>
HOOFDSTUK V.
Art.10.
<Opgeheven bij BVR 2012-06-01/12, art. 7, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2012>
Art.11.
<Opgeheven bij BVR 2012-06-01/12, art. 7, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2012>
Art.12.
<Opgeheven bij BVR 2012-06-01/12, art. 7, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2012>
Art.13.
<Opgeheven bij BVR 2012-06-01/12, art. 7, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2012>
HOOFDSTUK VI. - Overgangs- en slotbepalingen.
Art.14. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 21 juli 1992.
De verrichtingen welke ingevolge het decreet d.d. 25 juni 1992 houdende diverse bepalingen tot begeleiding van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 1992 of het decreet d.d. 25 juni 1992 houdende de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 1992 toekomen aan het Vlaams Infrastructuurfonds worden geacht te zijn gedaan voor rekening van de Dienst met Afzonderlijk Beheer Vlaams Infrastructuurfonds.
Art. 15. De Gemeenschapsminister bevoegd voor Openbare Werken, de Gemeenschapsminister bevoegd voor het Vervoer, en de Gemeenschapsminister bevoegd voor de Begroting zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.