Details





Titel:

14 APRIL 2000. - Besluit van de Vlaamse regering betreffende het financiële en materiële beheer van de dienst met afzonderlijk beheer [1BRV-fonds]1. (1)<BVR2023-07-07/20, art. 2, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2023>(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 13-05-2000 en tekstbijwerking tot 15-09-2023)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Inleidende bepalingen.
Art. 1
HOOFDSTUK II. - De begroting.
Art. 2-8
HOOFDSTUK III. - De comptabiliteit en aflegging der rekeningen.
Art. 9-15
HOOFDSTUK IV. - Beheer.
Art. 16-20
HOOFDSTUK V.
Art. 21
HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen.
Art. 22-23



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2002035097  2006036263  2012203825  2013200632  2016036331  2016205238 



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Inleidende bepalingen.
Artikel 1.§ 1. Dit besluit regelt het financiële en materiële beheer van de dienst met afzonderlijk beheer [3 BRV-fonds, vermeld in artikel 1.6.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, hierna BRV-fonds te noemen]3.
  § 2. [1 ...]1.
  § 3. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
  1° [2 ...]2;
  2° de Vlaamse minister : het lid van de Vlaamse regering, bevoegd voor de ruimtelijke ordening.
  ----------
  (1)<BVR 2012-06-01/12, art. 11, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2012>
  (2)<BVR 2013-01-11/09, art. 3, 005; Inwerkingtreding : 23-02-2013>
  (3)<BVR 2023-07-07/20, art. 3, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

HOOFDSTUK II. - De begroting.
Art.2.
  <Opgeheven bij BVR 2012-06-01/12, art. 11, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2012>

Art.3.
  <Opgeheven bij BVR 2012-06-01/12, art. 11, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2012>

Art.4.De raming van de ontvangsten heeft betrekking op :
  1° het over te dragen saldo;
  2° de dotaties;
  3° de bedragen die het [2 BRV-fonds]2 ontvangt [1 krachtens titel II, hoofdstuk VI, afdeling 2, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening]1;
  4° de bedragen die het [2 BRV-fonds]2 gedurende het begrotingsjaar in kwestie zal ontvangen.
  ----------
  (1)<BVR 2013-01-11/09, art. 4, 005; Inwerkingtreding : 23-02-2013>
  (2)<BVR 2023-07-07/20, art. 4, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art.5.
  <Opgeheven bij BVR 2012-06-01/12, art. 11, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2012>

Art.6.
  <Opgeheven bij BVR 2012-06-01/12, art. 11, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2012>

Art.7.
  <Opgeheven bij BVR 2012-06-01/12, art. 11, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2012>

Art.8.
  <Opgeheven bij BVR 2012-06-01/12, art. 11, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2012>

HOOFDSTUK III. - De comptabiliteit en aflegging der rekeningen.
Art.9.[2 [3 De leidend ambtenaar van het Departement Omgeving wordt aangesteld als inhoudelijk ordonnateur van het [4 BRV-fonds]4 voor de betaalbaarstelling van andere kredieten dan de kredieten voor de verrichtingen inzake de planbatenheffing, vermeld in titel II, hoofdstuk VI, afdeling 2, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. Hij wordt tevens belast met de inning van de inkomsten uit de handhaving die voortvloeien uit de toepassing van Titel VI van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. Hij kan de voormelde bevoegdheden delegeren aan ambtenaren van niveau A van het Departement Omgeving.]3]2.
  De leidend ambtenaar van de Vlaamse Belastingsdienst wordt aangesteld als inhoudelijk ordonnateur voor de betaalbaarstelling van kredieten voor de verrichtingen inzake de planbatenheffing. Hij wordt tevens belast met de inning van de planbatenheffingen. Hij kan zijn bevoegdheid delegeren aan ambtenaren van niveau A van het agentschap.
  [3 ...]3
  ----------
  (1)<BVR 2013-01-11/09, art. 5, 005; Inwerkingtreding : 23-02-2013>
  (2)<BVR 2016-07-15/32, art. 42, 006; Inwerkingtreding : 01-09-2016>
  (3)<BVR 2017-02-24/16, art. 30, 007; Inwerkingtreding : 01-04-2017>
  (4)<BVR 2023-07-07/20, art. 5, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art.10.
  <Opgeheven bij BVR 2012-06-01/12, art. 11, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2012>

Art.11.
  <Opgeheven bij BVR 2012-06-01/12, art. 11, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2012>

Art.12.
  <Opgeheven bij BVR 2012-06-01/12, art. 11, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2012>

Art.13.
  <Opgeheven bij BVR 2012-06-01/12, art. 11, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2012>

Art.14.
  <Opgeheven bij BVR 2012-06-01/12, art. 11, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2012>

Art.15.
  <Opgeheven bij BVR 2012-06-01/12, art. 11, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2012>

HOOFDSTUK IV. - Beheer.
Art.16.[1 De leidend ambtenaar van het Departement Omgeving wordt aangesteld als beheerder van het [2 BRV-fonds]2. Hij kan zijn bevoegdheden, vermeld in dit hoofdstuk, overdragen aan ambtenaren van niveau A die tot zijn administratie behoren. De voormelde ambtenaren mogen niet als ordonnateur van het[2 BRV-fonds]2 rgedragen of benoemd.]1
  ----------
  (1)<BVR 2017-02-24/16, art. 31, 007; Inwerkingtreding : 01-04-2017>
  (2)<BVR 2023-07-07/20, art. 6, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art.17.§ 1. De beheerder is bevoegd om :
  1° bestekken voor werken, leveringen of diensten of de bescheiden die ze vervangen goed te keuren,
  2° de wijze te kiezen waarop de opdrachten worden gegund,
  3° opdrachten voor de aanneming van werken, leveringen of diensten te gunnen en in te staan voor de uitvoering ervan.
  Deze machtiging geldt slechts binnen de perken van de geopende kredieten en van de in de volgende tabel opgenomen ramingen of bedragen (in euro), exclusief de belasting over de toegevoegde waarden : <BVR 2001-12-14/63, art. 6, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
  [1

Bedragen
   in euro
Openbare
   aanbesteding
   Algemene
   offerteaanvraag
Beperkte aanbesteding Beperkte
   offerteaanvraag
Onderhandelings-
   procedure met voorafgaande bekendmaking
Onderhandelings-
   procedure zonder voorafgaande
   bekendmaking
Werken 13.000.000 2.000.000 1.500.000 1.000.000
Leveringen 8.000.000 1.200.000 900.000 600.000
Diensten 2.400.000 800.000 500.000 200.000
]1
  § 2. De beheerder staat bovendien in voor de eenvoudige uitvoering van de opdrachten voor de aanneming van werken, leveringen of diensten die in het kader van het functioneren van het [2 BRV-fonds]2 worden gegund door de Vlaamse regering of de Vlaamse minister. Onder eenvoudige uitvoering dient te worden verstaan het nemen van alle maatregelen en beslissingen om de opdracht binnen de perken van de aanneming te realiseren, met uitzondering van de maatregelen en beslissingen die een beoordeling door de gunnende overheid vereisen.
  § 3. De beheerder is tevens bevoegd om :
  1° met betrekking tot de in § 1, eerste lid, en § 2 vermelde opdrachten :
  a) gemotiveerde afwijkingen toe te staan op de essentiële bepalingen en voorwaarden, overeenkomstig artikel 8 van het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de Algemene Uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken;
  b) boeten kwijt te schelden, na advies van de bevoegde juridische afdeling over de gegrondheid en de ontvankelijkheid van de kwijtschelding;
  2° met betrekking tot de in § 1, eerste lid, en § 2 vermelde opdrachten :
  a) prijsherzieningen, voortvloeiend uit de betrokken overeenkomsten goed te keuren zonder beperking van bedrag;
  b) verrekeningen, andere dan voormelde herzieningen, ramingstaten en de hieraan verbonden termijnverlengingen goed te keuren voor zover hieruit geen totale extra uitgaven van meer dan 25 % voortvloeien en de uitgaven (250 000 euro) niet overschrijden. <BVR 2001-12-14/63, art. 7, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
  § 4. De beheerder is bovendien bevoegd om allerlei uitgaven die buiten de toepassing vallen van de wetgeving op de overheidsopdrachten en die betrekking hebben op de uitvoering van de taken van het [2 BRV-fonds ]2, goed te keuren tot een bedrag van maximum (62 500 euro) per beslissing, voor zover het niet gaat om subsidies. <BVR 2001-12-14/63, art. 8, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
  ----------
  (1)<BVR 2016-07-15/32, art. 44, 006; Inwerkingtreding : 01-09-2016>
  (2)<BVR 2023-07-07/20, art. 7, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art.18.
  <Opgeheven bij BVR 2012-06-01/12, art. 11, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2012>

Art.19.
  <Opgeheven bij BVR 2012-06-01/12, art. 11, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2012>

Art.20.
  <Opgeheven bij BVR 2012-06-01/12, art. 11, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2012>

HOOFDSTUK V.   
Art.21.
  <Opgeheven bij BVR 2012-06-01/12, art. 11, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2012>

HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen.
Art.22. Dit besluit treedt in werking op 1 mei 2000.

Art. 23. De Vlaamse minister, bevoegd voor de ruimtelijke ordening, en de Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën en de begroting zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.