Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

24 SEPTEMBER 2012. - Ministerieel besluit houdende diverse bepalingen inzake accijnzen



Inhoudstafel:


Art. 1-10



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2004003131  2010003258 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In het ministerieel besluit van 19 april 2010 betreffende het accijnsstelsel van alcoholvrije dranken en koffie, wordt artikel 1 vervangen als volgt :
  " Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
  - wet : de wet van 21 december 2009 betreffende het accijnsstelsel van alcoholvrije dranken en koffie;
  - koninklijk besluit : het koninklijk besluit van 18 april 2010 betreffende het accijnsstelsel van alcoholvrije dranken en koffie;
  - directeur : de gewestelijk directeur der douane en accijnzen;
  - ambtenaren : de ambtenaren van de Algemene administratie der douane en accijnzen;
  - week : van maandag om 0 uur tot zondag om 24 uur;
  - administratie : de Algemene administratie der douane en accijnzen;
  - administrateur : de administrateur-generaal Douane en Accijnzen;
  - enig kantoor : het kantoor beoogd door het ministerieel besluit van 19 juli 2006 houdende oprichting van het enig kantoor der douane en accijnzen en door het ministerieel besluit van 26 maart 2007 houdende de oprichting van de hulpkantoren van het enig kantoor der douane en accijnzen en de bepaling van de bevoegdheden van het enig kantoor der douane en accijnzen en van zijn hulpkantoren;
  - hulpkantoor : het hulpkantoor beoogd door het ministerieel besluit van 26 maart 2007 houdende de oprichting van de hulpkantoren van het enig kantoor der douane en accijnzen en de bepaling van de bevoegdheden van het enig kantoor der douane en accijnzen en van zijn hulpkantoren. ".

Art.2. In hetzelfde ministerieel besluit wordt artikel 4 vervangen als volgt :
  " Art. 4. § 1. De accijnzen worden bij de inverbruikstelling van accijnsproducten voldaan door middel van een aangifte ten verbruik met gebruikmaking van het elektronisch systeem paperless douane en accijnzen, die wordt ingezonden bij het enig kantoor.
  Het hulpkantoor waar de belanghebbende van afhangt wordt geacht het kantoor te zijn waar de aangifte wordt ingediend.
  § 2. De administrateur stelt de specificaties betreffende de structuur en de techniek van het bericht voor het elektronisch inzenden met gebruikmaking van het elektronisch systeem paperless douane en accijnzen van de aangifte ten verbruik ter beschikking van de aangevers.
  Het geheel van het bericht moet door elektronische ondertekening, voorzien bij de wet van 9 juli 2001 houdende vaststelling van bepaalde regels in verband met het juridisch kader voor elektronische handtekeningen, de elektronisch aangetekende zending en certificatiediensten, authentiek worden gemaakt.
  § 3. De administrateur bepaalt de voorwaarden waaronder de aangever door middel van zijn eigen applicatie berichten mag aanmaken om met gebruikmaking van het elektronisch systeem paperless douane en accijnzen aangiften ten verbruik in te zenden.
  § 4. De elektronische aangifte ten verbruik wordt ingevuld overeenkomstig de toelichting opgenomen als bijlage 11 bij het ministerieel besluit van 18 maart 2010 betreffende de algemene regeling inzake accijnzen.
  § 5. De administrateur :
  - bepaalt de situaties en de voorwaarden waarin een aangifte ten verbruik plaatsvindt door middel van de exemplaren 6 en 8 van het formulier enig document overeenkomstig het model van bijlage 31 en bijlage 33 van Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek;
  - legt de procedures vast die moeten gevolgd worden in geval van het niet-beschikbaar zijn van het elektronisch systeem paperless douane en accijnzen.
  § 6. Het indienen van een aangifte ten verbruik is eveneens vereist indien het accijnstarief nul bedraagt. Dit gebeurt op de wijze voorzien in paragraaf 1. ".

Art.3. In hetzelfde ministerieel besluit wordt artikel 5 vervangen als volgt :
  " Art. 5. Het indienen van een aangifte ten verbruik is eveneens vereist bij inverbruikstelling met vrijstelling van accijnzen. Dit gebeurt op de wijze voorzien in artikel 4, § 1. ".

Art.4. In het ministerieel besluit van 2 maart 2004 betreffende het fiscaal stelsel van drankverpakkingen onderworpen aan verpakkingsheffing, van producten onderworpen aan milieutaks en van producten onderworpen aan milieuheffing, wordt artikel 1 vervangen als volgt :
  " Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
  - administratie : de Algemene administratie der douane en accijnzen;
  - administrateur : de administrateur-generaal Douane en Accijnzen;
  - wet : de gewone wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur;
  - enig kantoor : het kantoor beoogd door het ministerieel besluit van 19 juli 2006 houdende oprichting van het enig kantoor der douane en accijnzen en door het ministerieel besluit van 26 maart 2007 houdende de oprichting van de hulpkantoren van het enig kantoor der douane en accijnzen en de bepaling van de bevoegdheden van het enig kantoor der douane en accijnzen en van zijn hulpkantoren;
  - hulpkantoor : het hulpkantoor beoogd door het ministerieel besluit van 26 maart 2007 houdende de oprichting van de hulpkantoren van het enig kantoor der douane en accijnzen en de bepaling van de bevoegdheden van het enig kantoor der douane en accijnzen en van zijn hulpkantoren. ".

Art.5. In de artikelen 1bis, 4, 5, 10, 11 en 19 van hetzelfde ministerieel besluit, wordt het woord " directeur-generaal " telkens vervangen door het woord " administrateur ".

Art.6. In hetzelfde ministerieel besluit wordt een Titel Ibis ingevoegd die het artikel 1/1 bevat, luidende :
  " TITEL Ibis. - Aangifte ten verbruik
  Artikel 1/1. De accijnzen worden bij de inverbruikstelling van drankverpakkingen onderworpen aan verpakkingsheffing, van producten onderworpen aan milieutaks en van producten onderworpen aan milieuheffing voldaan door middel van een aangifte ten verbruik met gebruikmaking van het elektronisch systeem paperless douane en accijnzen, die wordt ingezonden bij het enig kantoor.
  Het hulpkantoor waar de belanghebbende van afhangt wordt geacht het kantoor te zijn waar de aangifte wordt ingediend.
  § 2. De administrateur stelt de specificaties betreffende de structuur en de techniek van het bericht voor het elektronisch inzenden met gebruikmaking van het elektronisch systeem paperless douane en accijnzen van de aangifte ten verbruik ter beschikking van de aangevers.
  Het geheel van het bericht moet door elektronische ondertekening, voorzien bij de wet van 9 juli 2001 houdende vaststelling van bepaalde regels in verband met het juridisch kader voor elektronische handtekeningen, de elektronisch aangetekende zending en certificatiediensten, authentiek worden gemaakt.
  § 3. De administrateur bepaalt de voorwaarden waaronder de aangever door middel van zijn eigen applicatie berichten mag aanmaken om met gebruikmaking van het elektronisch systeem paperless douane en accijnzen aangiften ten verbruik in te zenden.
  § 4. De elektronische aangifte ten verbruik wordt ingevuld overeenkomstig de toelichting opgenomen als bijlage 11 bij het ministerieel besluit van 18 maart 2010 betreffende de algemene regeling inzake accijnzen.
  § 5. De administrateur :
  - bepaalt de situaties en de voorwaarden waarin een aangifte ten verbruik plaatsvindt door middel van de exemplaren 6 en 8 van het formulier enig document overeenkomstig het model van bijlage 31 en bijlage 33 van Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek;
  - legt de procedures vast die moeten gevolgd worden in geval van het niet-beschikbaar zijn van het elektronisch systeem paperless douane en accijnzen.
  § 6. Het indienen van een aangifte ten verbruik is eveneens vereist indien het tarief nul bedraagt en bij inverbruikstelling met vrijstelling van accijnzen, met uitzondering van de producten die genieten van een bijzondere vrijstelling, zoals vermeld in Hoofdstuk III van Titel III.
  Het indienen van de aangifte ten verbruik gebeurt op de wijze voorzien in paragraaf 1. ".

Art.7. In hetzelfde ministerieel besluit wordt artikel 4, vervangen bij het ministerieel besluit van 22 maart 2007, vervangen als volgt :
  " Art. 4. In het vak 31 van de aangifte ten verbruik of op een afzonderlijk blad moeten eveneens alle gegevens worden vermeld die voor de heffing van de verpakkingsheffing van belang zijn, zoals het aantal in het verbruik gebrachte verpakkingen, de verpakkingswijze, de inhoud van de verpakkingen, de inhoudsmaat van de verpakkingen, het samengesteld materiaal van de verpakkingen, de handelsbenaming (merknaam) van de verpakkingen. ".

Art.8. In hetzelfde ministerieel besluit wordt artikel 14 vervangen als volgt :
  " Art. 14. De belastingplichtige is gehouden een aangifte ten verbruik in te reiken uiterlijk de 15e van de maand volgend op de maand van inverbruikstelling van de aan de milieutaks onderworpen producten.
  Op het handelsdocument dat betrekking heeft op het in het verbruik brengen moet het totale bedrag van de milieutaks worden vermeld. ".

Art.9. In hetzelfde ministerieel besluit wordt artikel 23, ingevoegd bij het ministerieel besluit van 8 juni 2007, vervangen als volgt :
  " Art. 23. De belastingplichtige is gehouden een aangifte ten verbruik in te reiken uiterlijk de 15de van de maand volgend op de maand van inverbruikstelling van de aan de milieuheffing onderworpen producten.
  Op het handelsdocument dat betrekking heeft op het in het verbruik brengen moet het totale bedrag van de milieuheffing worden vermeld. ".

Art. 10. Dit besluit treedt in werking op 1 oktober 2012.

  Brussel, 24 september 2012.
  S. VANACKERE