2 MAART 2004. - [Ministerieel besluit betreffende het fiscaal stelsel van drankverpakkingen onderworpen aan verpakkingsheffing en van producten onderworpen aan milieuheffing] <Opschrift vervangen bij MB2014-01-31/06, art. 6, 007; Inwerkingtreding : 21-02-2014> <Opschrift gewijzigd bij MB2015-07-15/05, art. 2, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2015> (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 05-03-2004 en tekstbijwerking tot 12-08-2015)
TITEL I. - Algemeenheden.
Art. 1
TITEL Ibis. - [1 Aangifte ten verbruik]1
Art. 1/1
TITEL II. - Verpakkingsheffing.
Art. 1bis
HOOFDSTUK I. - (Inverbruikstelling.) <MB 2007-03-22/33, art. 2; Inwerkingtreding : 10-04-2007>
Art. 2-4
HOOFDSTUK II. - (Erkenning als individuele herbruikbare verpakking.) <MB 2007-06-08/31, art. 2, 005; Inwerkingtreding : 01-07-2007>
Art. 5
HOOFDSTUK III. - (Inverbruikstelling van individuele verpakkingen die genieten van het verlaagd tarief van verpakkingsheffing.) <MB 2007-03-22/33, art. 5; Inwerkingtreding : 10-04-2007>
Art. 6-7
HOOFDSTUK IV. - (Ingebruikstelling van individuele verpakkingen die niet zijn onderworpen aan de verpakkingsheffing.) <MB 2007-03-22/33, art. 6; Inwerkingtreding : 10-04-2007>
Art. 8
HOOFDSTUK V. - (Ingebruikstelling van individuele verpakkingen vrij van verpakkingsheffing.) <MB 2004-09-16/31, art. 11, 002; Inwerkingtreding : 24-09-2004>
Art. 9
TITEL III.
HOOFDSTUK I.
Art. 10-11
HOOFDSTUK II.
Art. 12-16
HOOFDSTUK III.
Art. 17-19
HOOFDSTUK IV.
Art. 20
Titel IIIbis.
HOOFDSTUK I.
Art. 21
HOOFDSTUK II.
Art. 22-25
HOOFDSTUK III.
Art. 26
TITEL IV. - Diverse bepalingen.
Art. 27-28
2004003375 2006003368 2007003159 2007003328 2014003053 2015003271
TITEL I. - Algemeenheden.
Artikel 1.[1 Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
- administratie : de Algemene administratie der douane en accijnzen;
- administrateur : de administrateur-generaal Douane en Accijnzen;
- wet : de gewone wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur;
- enig kantoor : het kantoor beoogd door het ministerieel besluit van 19 juli 2006 houdende oprichting van het enig kantoor der douane en accijnzen en door het ministerieel besluit van 26 maart 2007 houdende de oprichting van de hulpkantoren van het enig kantoor der douane en accijnzen en de bepaling van de bevoegdheden van het enig kantoor der douane en accijnzen en van zijn hulpkantoren;
- hulpkantoor : het hulpkantoor beoogd door het ministerieel besluit van 26 maart 2007 houdende de oprichting van de hulpkantoren van het enig kantoor der douane en accijnzen en de bepaling van de bevoegdheden van het enig kantoor der douane en accijnzen en van zijn hulpkantoren.]1
----------
(1)<MB 2012-09-24/03, art. 4, 006; Inwerkingtreding : 01-10-2012>
TITEL Ibis. - [1 Aangifte ten verbruik]1
----------
(1)
Art. 1/1.[1 § 1. De verpakkingsheffing wordt bij de inverbruikstelling van drankverpakkingen onderworpen aan verpakkingsheffing voldaan door middel van een aangifte ten verbruik met gebruikmaking van het elektronisch systeem paperless douane en accijnzen, die wordt ingezonden bij het enig kantoor.
[2 ...]2.
Het hulpkantoor waar de belanghebbende van afhangt wordt geacht het kantoor te zijn waar de aangifte wordt ingediend.
§ 2. De administrateur stelt de specificaties betreffende de structuur en de techniek van het bericht voor het elektronisch inzenden met gebruikmaking van het elektronisch systeem paperless douane en accijnzen van de aangifte ten verbruik ter beschikking van de aangevers.
Het geheel van het bericht moet door elektronische ondertekening, voorzien bij de wet van 9 juli 2001 houdende vaststelling van bepaalde regels in verband met het juridisch kader voor elektronische handtekeningen, de elektronisch aangetekende zending en certificatiediensten, authentiek worden gemaakt.
§ 3. De administrateur bepaalt de voorwaarden waaronder de aangever door middel van zijn eigen applicatie berichten mag aanmaken om met gebruikmaking van het elektronisch systeem paperless douane en accijnzen aangiften ten verbruik in te zenden.
§ 4. De elektronische aangifte ten verbruik wordt ingevuld overeenkomstig de toelichting opgenomen als bijlage 11 bij het ministerieel besluit van 18 maart 2010 betreffende de algemene regeling inzake accijnzen.
§ 5. De administrateur :
- bepaalt de situaties en de voorwaarden waarin een aangifte ten verbruik plaatsvindt door middel van de exemplaren 6 en 8 van het formulier enig document overeenkomstig het model van bijlage 31 en bijlage 33 van Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek;
- legt de procedures vast die moeten gevolgd worden in geval van het niet-beschikbaar zijn van het elektronisch systeem paperless douane en accijnzen.
§ 6. Het indienen van een aangifte ten verbruik is eveneens vereist indien het tarief nul bedraagt en bij inverbruikstelling met vrijstelling van verpakkingsheffing [2 ...]2. Dit gebeurt op de wijze voorzien in paragraaf 1.
§ 7. De aangever dient twee aangiften ten verbruik in als hij tot inverbruikstelling is overgegaan tijdens een periode die betrekking heeft op twee kalenderjaren.
§ 8. De belastingplichtige die een vrijstelling van verpakkingsheffing geniet overeenkomstig artikel 371bis van de wet moet een aangifte ten verbruik met vrijstelling van verpakkingsheffing indienen uiterlijk de vijftiende van de maand die volgt op de maand van de inverbruikstelling.]1
----------
(1)<MB 2014-01-31/06, art. 7, 007; Inwerkingtreding : 21-02-2014>
(2)<MB 2015-07-15/05, art. 3, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2015>
TITEL II. - Verpakkingsheffing.
Art. 1bis.<Ingevoegd bij MB 2004-09-16/31, art. 1; Inwerkingtreding : 24-09-2004> § 1. Iedere natuurlijke of rechtspersoon die dranken, zoals gedefinieerd in artikel 370 van de wet, verpakt in individuele verpakkingen wanneer de accijns voorafgaandelijk werd betaald op deze dranken, is gehouden een beroepsaangifte in te dienen bij de ontvanger der accijnzen of der douane en accijnzen over het gebied waarin hij is gevestigd, en dit op een formulier volgens het model voorgeschreven door de [1 administrateur]1.
Deze persoon moet een boekhouding voeren die de volgende elementen bevat :
- de hoeveelheid ontvangen dranken, uitgedrukt in hectoliter, met verwijzing naar de aankoopfacturen of de leveringsnota's;
- de hoeveelheid dranken verpakt in individuele verpakkingen, per datum en soort van verpakking(en).
§ 2. In afwijking van de bepalingen van § 1, zijn elke fysieke en rechtspersoon gekwalificeerd als erkend entrepothouder, geregistreerd bedrijf of fiscaal vertegenwoordiger, zoals omschreven in de wet van 10 juni 1997 betreffende de algemene regeling voor accijnsproducten, het voorhanden hebben en het verkeer daarvan en de controles daarop, vrijgesteld van het neerleggen van de beroepsaangifte.
----------
(1)<MB 2012-09-24/03, art. 5, 006; Inwerkingtreding : 01-10-2012>
HOOFDSTUK I. - (Inverbruikstelling.)
Art.2. (Opgeheven) <MB 2004-09-16/31, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 24-09-2004>
Art.3. <MB 2004-09-16/31, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 24-09-2004> De belastingplichtige van de verpakkingsheffing, zoals bepaald in artikel 369, 12°, van de wet, betaalt de verpakkingsheffing onder dezelfde vorm en voorwaarden, inbegrepen deze met betrekking tot het uitstel van betaling, als deze inzake accijnzen.
Art.4.[1 In het vak 31 van de aangifte ten verbruik of op een afzonderlijk blad moeten eveneens alle gegevens worden vermeld die voor de heffing van de verpakkingsheffing van belang zijn, zoals het aantal in het verbruik gebrachte verpakkingen, de verpakkingswijze, de inhoud van de verpakkingen, de inhoudsmaat van de verpakkingen, het samengesteld materiaal van de verpakkingen, de handelsbenaming (merknaam) van de verpakkingen.]1
----------
(1)<MB 2012-09-24/03, art. 7, 006; Inwerkingtreding : 01-10-2012>
HOOFDSTUK II. - (Erkenning als individuele herbruikbare verpakking.)
Art.5.§ 1. ( (De individuele herbruikbare verpakkingen) zoals bedoeld in artikel 369, 19°, van de wet moeten als dusdanig worden erkend door de [1 administrateur]1.) <MB 2007-03-22/33, art. 4, 004; Inwerkingtreding : 10-04-2007> <MB 2007-06-08/31, art. 3, 005; Inwerkingtreding : 01-07-2007>
Deze erkenning wordt bekomen door middel van een aanvraag ingediend bij de [1 administrateur]1 door de persoon die een stelsel van statiegeld opzet voor de desbetreffende verpakkingen.
§ 2. De aanvraag bedoeld in § 1, bevat de volgende elementen :
- de naam en het adres van de betrokkene;
- het samengesteld materiaal van de verpakking;
- de inhoudsmaat van de verpakking, uitgedrukt in centiliter;
- de aangeboden verpakkingswijze;
- de handelsbenaming (merknaam) van de inhoud van de drankverpakking;
- de code van de gecombineerde nomenclatuur van de inhoud van de verpakking.
De aanvraag moet gedateerd zijn en eigenhandig ondertekend door de betrokkene. Wanneer de ondertekenaar een rechtspersoon is, moet degene die ondertekent zijn handtekening laten volgen door de vermelding van zijn functie, alsook van zijn naam en voornamen.
(Bij deze aanvraag worden alle bewijsstukken gevoegd waaruit blijkt dat de verpakkingen voldoen aan de definitie van individuele herbruikbare verpakking.) <MB 2007-03-22/33, art. 4, 004; Inwerkingtreding : 10-04-2007>
§ 3. (Na onderzoek levert de [1 administrateur]1 aan de betrokkene een machtiging af waarbij de betrokken verpakking wordt erkend als herbruikbare verpakking.
Deze erkenning, toegekend voor één of meerdere welbepaalde verpakking(en) is geldig bij het in het verbruik brengen of bij het op de Belgische markt brengen van deze verpakking(en).
Elke wijziging van de gegevens vermeld in § 2, moet door de betrokkene onmiddellijk ter kennis worden gebracht van de [1 administrateur]1.) <MB 2007-03-22/33, art. 4, 004; Inwerkingtreding : 10-04-2007>
----------
(1)<MB 2012-09-24/03, art. 5, 006; Inwerkingtreding : 01-10-2012>
HOOFDSTUK III. - (Inverbruikstelling van individuele verpakkingen die genieten van het verlaagd tarief van verpakkingsheffing.)
Art.6. (opgeheven) <MB 2007-03-22/33, art. 5, 004; Inwerkingtreding : 10-04-2007>
Art.7. (opgeheven) <MB 2007-03-22/33, art. 5, 004; Inwerkingtreding : 10-04-2007>
HOOFDSTUK IV. - (Ingebruikstelling van individuele verpakkingen die niet zijn onderworpen aan de verpakkingsheffing.)
Art.8. (opgeheven) <MB 2007-03-22/33, art. 6, 004; Inwerkingtreding : 10-04-2007>
HOOFDSTUK V. - (Ingebruikstelling van individuele verpakkingen vrij van verpakkingsheffing.)
Art.9. <MB 2004-09-16/31, art. 12, 002; Inwerkingtreding : 24-09-2004> De aan de verpakkingsheffing onderworpen individuele verpakkingen bestemd om te worden geleverd in de gevallen bedoeld in artikel 32 van de wet van 10 juni 1997 betreffende de algemene regeling voor accijnsproducten, het voorhanden hebben en het verkeer daarvan en de controles daarop, kunnen vrij van verpakkingsheffing in het verbruik worden gebracht.
TITEL III.
HOOFDSTUK I.
Art.10.
<Opgeheven bij MB 2014-01-31/06, art. 8, 007; Inwerkingtreding : 21-02-2014>
Art.11.
<Opgeheven bij MB 2014-01-31/06, art. 8, 007; Inwerkingtreding : 21-02-2014>
HOOFDSTUK II.
Art.12.
<Opgeheven bij MB 2014-01-31/06, art. 8, 007; Inwerkingtreding : 21-02-2014>
Art.13.
<Opgeheven bij MB 2014-01-31/06, art. 8, 007; Inwerkingtreding : 21-02-2014>
Art.14.
<Opgeheven bij MB 2014-01-31/06, art. 8, 007; Inwerkingtreding : 21-02-2014>
Art.15.
<Opgeheven bij MB 2014-01-31/06, art. 8, 007; Inwerkingtreding : 21-02-2014>
Art.16.
<Opgeheven bij MB 2014-01-31/06, art. 8, 007; Inwerkingtreding : 21-02-2014>
HOOFDSTUK III.
Art.17.
<Opgeheven bij MB 2014-01-31/06, art. 8, 007; Inwerkingtreding : 21-02-2014>
Art.18.
<Opgeheven bij MB 2014-01-31/06, art. 8, 007; Inwerkingtreding : 21-02-2014>
Art.19.
<Opgeheven bij MB 2014-01-31/06, art. 8, 007; Inwerkingtreding : 21-02-2014>
HOOFDSTUK IV.
Art.20.
<Opgeheven bij MB 2014-01-31/06, art. 8, 007; Inwerkingtreding : 21-02-2014>
Titel IIIbis.
HOOFDSTUK I.
Art.21.
<Opgeheven bij MB 2015-07-15/05, art. 4, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2015>
HOOFDSTUK II.
Art.22.
<Opgeheven bij MB 2015-07-15/05, art. 4, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2015>
Art.23.
<Opgeheven bij MB 2015-07-15/05, art. 4, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2015>
Art.24.
<Opgeheven bij MB 2015-07-15/05, art. 4, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2015>
Art.25.
<Opgeheven bij MB 2015-07-15/05, art. 4, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2015>
HOOFDSTUK III.
Art.26.
<Opgeheven bij MB 2015-07-15/05, art. 4, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2015>
TITEL IV. - Diverse bepalingen.
Art.27. <Inhoud van vorig art. 21, vernummerd bij MB 2007-06-08/31, art. 8; Inwerkingtreding : 01-07-2007> Het ministerieel besluit van 11 september 1999 betreffende de regeling van producten onderworpen aan milieutaks, wordt opgeheven.
Art. 28. <Inhoud van vorig art. 22, vernummerd bij MB 2007-06-08/31, art. 9; Inwerkingtreding : 01-07-2007> Dit besluit treedt in werking op 1 april 2004.
Brussel, 2 maart 2004.
D. REYNDERS.