Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

7 OKTOBER 2011. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 26 januari 2001 betreffende de mandaten van directeur, algemeen directeur en coördinerend directeur in het niet-tertiair onderwijs, het besluit van de Vlaamse Regering van 21 november 2003 houdende de salarisschalen van bepaalde personeelsleden van het onderwijs en het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2003 tot vaststelling van de bekwaamheidsbewijzen en de salarisschalen van de personeelsleden van de centra voor leerlingenbegeleiding



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 26 januari 2001 betreffende de mandaten van directeur, algemeen directeur en coördinerend directeur in het niet-tertiair onderwijs
Art. 1-2
HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 november 2003 houdende de salarisschalen van bepaalde personeelsleden van het onderwijs
Art. 3
HOOFDSTUK 3. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2003 tot vaststelling van de bekwaamheidsbewijzen en de salarisschalen van de personeelsleden van de centra voor leerlingenbegeleiding
Art. 4-7
HOOFDSTUK 4. - Slotbepalingen
Art. 8-9
BIJLAGEN.
Art. N1-N3



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2001036514  2004035036  2004035829 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 26 januari 2001 betreffende de mandaten van directeur, algemeen directeur en coördinerend directeur in het niet-tertiair onderwijs
Artikel 1. Hoofdstuk II van het besluit van de Vlaamse Regering van 26 januari 2001 betreffende de mandaten van directeur, algemeen directeur en coördinerend directeur in het niet-tertiair onderwijs, opgeheven door het besluit van de Vlaamse Regering van 26 januari 2001 betreffende de mandaten van directeur, algemeen directeur en coördinerend directeur in het niet-tertiair onderwijs, wordt opnieuw opgenomen in de volgende lezing :
  " HOOFDSTUK II. - Administratieve en geldelijke toestand van de houder van een mandaat in het bevorderingsambt van directeur in een centrum voor leerlingenbegeleiding
  Afdeling I. - Toepassingsgebied
  Art. 2. De bepalingen van dit hoofdstuk zijn van toepassing op :
  1° de personeelsleden, vermeld in artikel 2, § 1, van het decreet rechtspositie personeelsleden gemeenschapsonderwijs van 27 maart 1991, die bij mandaat worden aangesteld in het bevorderingsambt van directeur van een centrum voor leerlingenbegeleiding, ter uitvoering van hoofdstuk Vter van voormeld decreet;
  2° de personeelsleden, vermeld in artikel 4, § 1, van het decreet rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd onderwijs van 27 maart 1991, die bij mandaat worden aangesteld in het bevorderingsambt van directeur van een centrum voor leerlingenbegeleiding, ter uitvoering van hoofdstuk lVter van hetzelfde decreet.
  Afdeling II. - Administratieve toestand
  Art. 3. § 1. De personeelsleden, vermeld in artikel 2, die vastbenoemd zijn of tot de proeftijd zijn toegelaten in een ambt in het niet-tertiair onderwijs, en die dat ambt als hoofdambt uitoefenen, krijgen een verlof om het mandaat van directeur uit te oefenen.
  § 2. Het schoolbestuur of het bestuur dat of de inrichtende macht die het personeelslid vastbenoemd heeft of tot de proeftijd toegelaten heeft, kent het verlof, vermeld in paragraaf 1, toe.
  Het verlof wordt verleend voor de volledige opdracht waarvoor het personeelslid vastbenoemd is of tot de proeftijd toegelaten is.
  Het verlof vangt aan op het ogenblik dat het mandaat aanvangt en eindigt op het ogenblik dat het mandaat eindigt.
  § 3. Het verlof wordt gelijkgesteld met een periode van dienstactiviteit.
  Met behoud van de toepassing van afdeling III van dit hoofdstuk, heeft het personeelslid tijdens het verlof geen recht op salaris of een salaristoelage voor de prestaties waarvoor het verlof wordt toegekend.
  Art. 4. De houder van een mandaat in het bevorderingsambt van directeur kan elke vorm van verlof, terbeschikkingstelling of afwezigheid verkrijgen als hij voldoet aan alle terzake geldende voorwaarden. Voor de toekenning van een verlof, terbeschikkingstelling of afwezigheid, worden de personeelsleden die het mandaat van directeur uitoefenen via het verlof vermeld in artikel 3, voor het volume van dat verlof als vastbenoemd beschouwd.
  Afdeling III. - Geldelijke toestand
  Art. 5. § 1. In deze afdeling wordt onder salaris of jaarsalaris respectievelijk ook salaristoelage of jaarsalaristoelage verstaan.
  § 2. Het jaarsalaris à 100 % van de houder van een mandaat in het bevorderingsambt van directeur voor een personeelslid als vermeld in artikel 2, is telkens het jaarsalaris à 100 % %, vastgesteld in de salarisschaal van het ambt van directeur, overeenkomstig de bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2003 tot vaststelling van de bekwaamheidsbewijzen en de salarisschalen van de personeelsleden van de centra voor leerlingenbegeleiding.
  § 3. De mandaathouder die vastbenoemd is of tot de proeftijd is toegelaten in een ambt in het niet-tertiair onderwijs, ontvangt voor het gepondereerd volume van de opdracht waarvoor hij vastbenoemd is of tot de proeftijd is toegelaten, een salaris dat als vastbenoemde wordt uitgekeerd. Voor het resterende gedeelte van de opdracht als mandaathouder ontvangt het personeelslid een salaris zoals een tijdelijk personeelslid.
  De andere mandaathouders ontvangen het salaris dat aan een tijdelijk personeelslid wordt uitgekeerd.
  § 4. Het personeelslid ontvangt het salaris vanaf de dag waarop hij het mandaat effectief opneemt.
  Het personeelslid behoudt het salaris gedurende de vakantieperioden, vermeld in artikel 80 en 81 van het decreet van 1 december 1998 betreffende de centra voor leerlingenbegeleiding, als die vallen binnen de periode van de toewijzing als mandaathouder.
  § 5. De geldelijke toestand van de houder van een mandaat in het bevorderingsambt van directeur tijdens een verlof, terbeschikkingstelling of afwezigheid vermeld in artikel 4, wordt geregeld overeenkomstig de specifieke voorschriften van het verlof, de terbeschikkingstelling of de afwezigheid. Voor de geldelijke toestand tijdens het verlof, de terbeschikkingstelling of de afwezigheid worden de personeelsleden die het mandaat van directeur uitoefenen via het verlof vermeld in artikel 3, voor het volume van dat verlof als vastbenoemd beschouwd. "

Art.2. In artikel 14 van hetzelfde besluit van de Vlaamse Regering worden de woorden " Hoofdstuk II van dit besluit houdt op van kracht te zijn op 31 augustus 2001. " opgeheven.

HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 november 2003 houdende de salarisschalen van bepaalde personeelsleden van het onderwijs
Art.3. Bijlage VI bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 november 2003 houdende de salarisschalen van bepaalde personeelsleden van het onderwijs, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 april 2010, wordt vervangen door de bijlage 1 die bij dit besluit gevoegd is.

HOOFDSTUK 3. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2003 tot vaststelling van de bekwaamheidsbewijzen en de salarisschalen van de personeelsleden van de centra voor leerlingenbegeleiding
Art.4. In artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2003 tot vaststelling van de bekwaamheidsbewijzen en de salarisschalen van de personeelsleden van de centra voor leerlingenbegeleiding, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 27 oktober 2006, 9 november 2007 en 24 april 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in paragraaf 1, derde lid, 2°, worden voor de woorden " met toepassing van " de woorden " tot 31 augustus 2011 " ingevoegd;
  2° aan paragraaf 1, derde lid, wordt een punt 6° toegevoegd, dat luidt als volgt :
  " 6° met ingang van 1 september 2011, met toepassing van de codex secundair onderwijs, het decreet van 10 juli 2008 betreffende het stelsel van leren en werken in de Vlaamse Gemeenschap en het decreet van 15 juni 2007 betreffende het volwassenenonderwijs. ";
  3° paragraaf 5 wordt opgeheven;
  4° in paragraaf 6, tweede lid, wordt de zinsnede " het voormelde besluit van de Vlaamse Regering van 21 november 2003 " vervangen door de zinsnede " het besluit van de Vlaamse Regering van 21 november 2003 houdende de salarisschalen van bepaalde personeelsleden van het onderwijs ";
  5° in paragraaf 6, derde lid, worden de woorden " het voormelde prijsindexcijfer " vervangen door de zinsnede " het prijsindexcijfer dat berekend en benoemd wordt voor de toepassing van artikel 2 van het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van 's lands concurrentievermogen, bekrachtigd bij de wet van 30 maart 1994 ".

Art.5. Artikel 4 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 27 oktober 2006 en 24 juli 2009, wordt opgeheven.

Art.6. Aan artikel 6bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 november 2007 en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 24 oktober 2008 en 10 september 2010, worden een punt 12, 13 en 14 toegevoegd, die luiden als volgt :
  " 12 : met ingang van 1 september 2000 tot en met 31 augustus 2011;
  13 : met ingang van 1 september 2007 tot en met 31 augustus 2011;
  14 : met ingang van 1 september 2011. ".

Art.7. In bijlage I bij hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 10 september 2010, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° het deel 1 AFKORTINGEN wordt vervangen door het deel 1 AFKORTINGEN dat als bijlage 2 bij dit besluit gevoegd is;
  2° het deel 2.1. DIRECTEUR wordt vervangen door het deel 2.1. DIRECTEUR dat als bijlage 3 bij dit besluit gevoegd is.

HOOFDSTUK 4. - Slotbepalingen
Art.8. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 2011.

Art.9. De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.

  Brussel, 7 oktober 2011.
  De minister-president van de Vlaamse Regering,
  K. PEETERS
  De Vlaamse minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel,
  P. SMET

BIJLAGEN.
Art. N1. Bijlage 1. - BIJLAGE VI. - Salarisschalen uitgedrukt in euro en van kracht met ingang van 1 september 2011.
  (Tabellen niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 29-12-2011, p. 81080-81113)

Art. N2. Bijlage 2. - 1. AFKORTINGEN.
  (Tabel niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 29-12-2011, p. 81114)

Art. N3. Bijlage 3. - 2.1. DIRECTEUR.
  (Tabel niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 29-12-2011, p. 81115)

  Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 oktober 2011 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 26 januari 2001 betreffende de mandaten van directeur, algemeen directeur en coördinerend directeur in het niet-tertiair onderwijs, het besluit van de Vlaamse Regering van 21 november 2003 houdende de salarisschalen van bepaalde personeelsleden van het onderwijs en het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2003 tot vaststelling van de bekwaamheidsbewijzen en de salarisschalen van de personeelsleden van de centra voor leerlingenbegeleiding.
  Brussel, 7 oktober 2011.
  De minister-president van de Vlaamse Regering,
  K. PEETERS
  De Vlaamse minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel,
  P. SMET