Details





Titel:

28 APRIL 2011. - Koninklijk besluit tot vaststelling van het bedrag en de betalingswijze van de vergoedingen te innen voor de goedkeuring van motorvoertuigen (NOTA : opgeheven voor het Vlaams Gewest bij BVR2022-11-18/08, art. 5; Inwerkingtreding : 01-01-2023)(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 13-05-2011 en tekstbijwerking tot 13-12-2022)



Inhoudstafel:


Art. 1-10
BIJLAGE.
Art. N



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1968031501  1974101007  2009014022  2009014023  2009014026 



Uitvoeringsbesluit(en):

2018031050 



Artikels:

Artikel 1. Dit besluit bepaalt het bedrag en de betalingswijze van de vergoedingen te innen :
  1° voor de behandeling van de aanvragen tot goedkeuring, van de aanvragen van processen-verbaal van goedkeuring of van benaming, van vrijstellingsaanvragen, betreffende :
  a) motorvoertuigen en hun aanhangwagens, landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen, hun onderdelen en toebehoren;
  b) motorvoertuigen op twee of drie wielen, hun onderdelen en toebehoren;
  alsook voor de afgifte van de bijbehorende documenten.
  2° voor de behandeling van de aanvragen tot internationale goedkeuring van motorvoertuigen, systemen, onderdelen en technische eenheden van voertuigen, op grond van de Europese regelgeving of VN/ECE-reglementen, evenals voor de afgifte van de bijbehorende documenten;
  3° voor de certificatie van een proces uitgevoerd door de fabrikant;
  4° voor de behandeling van een aanvraag van een attest voor de validering, alsook bij de afgifte van elk bijbehorend document.

Art.2. Zijn onderworpen aan de bepalingen van dit besluit :
  1° elk voertuig, systeem, component of technische eenheid, onderdeel of uitrustingsstuk, dat moet worden goedgekeurd of erkend krachtens artikel 3 of 3bis van het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen en het koninklijk besluit van 26 februari 1981 houdende uitvoering van de richtlijnen van de Europese Gemeenschappen betreffende de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan, landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen, hun bestanddelen alsook hun veiligheidsonderdelen.
  2° elk voertuig, systeem, component of technische eenheid, onderdeel of uitrustingsstuk, dat moet worden goedgekeurd of erkend krachtens artikel 3 van het koninklijk besluit van 10 oktober 1974 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de bromfietsen, de motorfietsen en hun aanhangwagens moeten voldoen, of krachtens het koninklijk besluit van 4 augustus 1996 houdende uitvoering van de richtlijnen van de Europese Gemeenschappen betreffende de goedkeuring van twee- of driewielige motorvoertuigen, hun onderdelen en technische eenheden alsook hun veiligheidstoebehoren;
  3° elk voertuig, systeem, component of technische eenheid, onderdeel of uitrustingsstuk, dat moet worden goedgekeurd op grond van de Europese regelgeving of VN/ECE-reglementen.

Art.3. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
  1° " aanvrager " : de natuurlijke of rechtspersoon die in eigen naam of door een in een lidstaat van de Europese Unie gevestigde derde die namens hem optreedt :
  - een aanvraag tot goedkeuring of erkenning, van processen-verbaal van goedkeuring of van benaming, of een vrijstellingsaanvraag, indient, of die verzoekt om afgifte van documenten bedoeld in de voornoemde koninklijke besluiten van 10 oktober 1974, 15 maart 1968, 26 februari 1981 en 4 augustus 1996 of;
  - een aanvraag tot goedkeuring op grond van de Europese regelgeving of VN/ECE-reglementen of;
  - een aanvraag tot validatie alsook de afgifte van elk bijbehorend document of,
  - iedere andere aanvraag bedoeld in de bijlage bij dit besluit.
  2° " fabrikant " : de persoon of de instantie die tegenover de goedkeuringsinstantie verantwoordelijk is voor alle aspecten van de goedkeurings- en vergunningsprocedure en die instaat voor de overeenstemming van de productie. Het is niet noodzakelijk dat deze persoon of instantie rechtstreeks betrokken is bij alle fasen van de constructie van het voertuig, het systeem, het onderdeel of de technische eenheid dat/die aan de goedkeuringsprocedure wordt onderworpen.
  3° " vertegenwoordiger van de fabrikant " : elke in de Europese Unie gevestigde natuurlijke of rechtspersoon die door de fabrikant is aangewezen om hem bij de goedkeuringsinstantie te vertegenwoordigen en namens hem op te treden bij aangelegenheden die onder de voornoemde koninklijke besluiten van 10 oktober 1974, 15 maart 1968, 26 februari 1981 en 4 augustus 1996 of onder de Europese regelgeving of de VN/ECE-reglementen vallen. Wanneer de term " fabrikant " wordt gebruikt, wordt daaronder de fabrikant of zijn vertegenwoordiger verstaan.

Art.4. § 1. Het onderzoek van een aanvraag tot (type- of individuele) goedkeuring, of tot erkenning, van een voertuig, systeem, component, technische eenheid, onderdeel of uitrustingsstuk, van processen-verbaal van goedkeuring of van benaming, van een vrijstellingsaanvraag, of van een aanvraag tot validering, alsook de afgifte van de documenten bepaald bij artikel 1, paragraaf 4bis, van de wet van 21 juni 1985 betreffende de technische eisen waaraan elk voertuig voor vervoer te land, de onderdelen ervan, evenals het veiligheidstoebehoren moeten voldoen of bij de voornoemde koninklijke besluiten van 10 oktober 1974, 15 maart 1968, 26 februari 1981 en 4 augustus 1996 of bij de Europese regelgeving of de VN/ECE-reglementen, geven aanleiding tot het innen van vergoedingen, waarvan het bedrag is vastgelegd in de bijlage bij dit besluit.
  § 2. De bedragen vermeld in de bijlage bij dit besluit zijn van toepassing tot 31 december 2011 en gekoppeld aan de gezondheidsindex van de maand november 2010.
  Ze worden automatisch aangepast op 1 januari van elk jaar op basis van de evolutie van de gezondheidsindex van de maand november van het voorgaande jaar. Bij het indexeren, wordt de uitkomst in voorkomend geval verhoogd met ten hoogste 0,50 euro of verminderd met ten hoogste 0,49 euro om een geheel getal te verkrijgen.

Art.5. § 1. De krachtens artikel 4 bepaalde vergoedingen zijn verschuldigd door de aanvrager, die verantwoordelijk is voor hun betaling.
  Ze moeten volledig worden betaald vóór de uitvoering van de prestaties en de afgifte van de documenten waarop ze betrekking hebben.
  Ze zijn betaalbaar overeenkomstig de instructies vermeld op het verzoek tot betaling.
  Bij gebrek aan een integrale betaling binnen de 30 kalenderdagen te rekenen vanaf de datum van het versturen van het verzoek tot betaling, wordt de aanvraag beschouwd als geannuleerd door de aanvrager.
  Indien de aanvraag is geannuleerd of als zodanig wordt beschouwd, moet er een nieuwe volledige aanvraag worden ingediend.
  § 2. Als de aanvraag door een fabrikant wordt ingediend, zijn de vergoedingen, in afwijking van paragraaf 1, betaalbaar na de uitvoering van de prestaties en, in voorkomend geval, na afgifte van de documenten waarop ze betrekking hebben, en dit binnen een termijn van 30 kalenderdagen vanaf de datum van de factuur, overeenkomstig de daarop vermelde instructies.
  Opdat de aanvraag ontvankelijk zou zijn, moeten de vergoedingen naar aanleiding van vroeger ingediende aanvragen betaald zijn, overeenkomstig de bepalingen van voorgaand lid.
  § 3. De vergoedingen voor reeds geheel of gedeeltelijk geleverde prestaties zijn niet terugbetaalbaar bij annulering van de aanvraag of in geval van een negatieve beslissing aangaande het dossier.

Art.6. Artikel 78 paragraaf 2 van voornoemd koninklijk besluit van 15 maart 1968, vervangen door het koninklijk besluit van 10 december 1976 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 31 januari 2009, wordt opgeheven.

Art.7. Artikel 7 van voornoemd koninklijk besluit van 10 oktober 1974, vervangen door het koninklijk besluit van 31 januari 2009, wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " Art. 7. Goedkeuringskosten.
  De goedkeuringskosten en de afgifte van alle bijbehorende documenten worden vastgelegd in het koninklijk besluit van 28 april 2011 tot vaststelling van het bedrag en de betalingswijze van de vergoedingen te innen voor de goedkeuring van motorvoertuigen. "

Art.8. Worden opgeheven :
  1° het ministerieel besluit van 31 januari 2009 tot vaststelling van het tarief der vergoedingen te innen voor de afgifte van een attest voor de validering van een gelijkvormigheidattest voor alle type van voertuig;
  2° het ministerieel besluit van 31 januari 2009 tot vaststelling van het tarief der vergoedingen te innen voor de afgifte van typegoedkeuringen en van de goedkeuringsdocumenten voor voertuigen;
  3° het koninklijk besluit van 31 januari 2009 tot vaststelling van het tarief der vergoedingen te innen voor de afgifte van de processen-verbaal van goedkeuring en van de goedkeuringsdocumenten voor bromfietsen en motorfietsen.

Art.9. Dit besluit treedt in werking op 1 juni 2011.

Art.10. De Minister bevoegd voor het Wegverkeer is belast met de uitvoering van dit besluit.

BIJLAGE.
Art. N.


EURI. Aanvraag (1) tot goedkeuring van voertuigen
  
665,00a) typegoedkeuring (alle categorieën)
  
 b) typegoedkeuring in kleine series
  
235,001° categorieën O1, O2, R1, R2, S1
  
475,002° categorieën M2, M3, N2, N3
  
345,003° categorieën niet vermeld in punten 1° en 2°
  
 c) Individuele goedkeuring
  
120,001° categorieën O1, O2, R1, R2, S1
  
235,002° categorieën M2, M3, N2, N3
  
475,003° categorieën [<font color="red">1</font> L3e, L4e, L5e, L6e en L7e ]<font color="red">1</font>
  
170,004° categorieën niet vermeld in punten 1° tot 3°
  
EURII. Aanvraag (1) van een proces-verbaal van benaming (PVB)
  
235,001° motorvoertuig
  
195,002° gesleept voertuig
  
EURIII. Aanvraag (1) door de fabrikant van een afwijking van een nationaal proces-verbaal van goedkeuring (PVG) (2) voor een bepaald voertuig
  
235,001° motorvoertuig (alle categorieën)
  
170,002° gesleept voertuig (alle categorieën)
  
EURIV. Aanvraag (1) tot ontheffing (3)
  
0,001° [<font color="red">1</font> aanvraag van individuele goedkeuring van een voertuig dat aangepast is om bestuurd te kunnen worden door personen met een beperkte mobiliteit]<font color="red">1</font>
  
65,002° [<font color="red">1</font> ...]<font color="red">1</font>
  
EUR
  65,00
V. Aanvraag (1) van een goedkeuring van systemen, onderdelen en technische eenheden van een voertuig
  
EUR
  65,00
VI. Aanvraag van een validatie-attest (verificatie, opstellen van het attest, archivering)
  
EURVII. Proeven
  
90,001° proeven (uurtarief (4) van een ambtenaar)
  
120,002° testrapport
  
317,003° categorieën L : kosten voor testen uitgevoerd door een instelling belast met de controle van de in het verkeer gebrachte voertuigen
  
EURVIII. Certificatie van een procedure die door de fabrikant werd verwezenlijkt
  
280,001° aanvraag (1) tot eerste beoordeling
  
280,002° aanvraag (1) van overeenstemming van de productie (COP : conformity of production)
  
EURIX. Bijlagen, uitbreidingen en herzieningen
  
 a) bijlage bij een bestaande goedkeuring, bij een nationaal PVG of bij een alleenstaand geval EVA
  
120,001° categorieën O1, O2, R1, R2, S1
  
235,002° categorieën M2, M3, N2, N3
  
475,003° categorieën L
  
170,004° categorieën niet vermeld in punten 1° tot 3°
  
65,00b) herziening of uitbreiding dossiers e6 of E6
  
120,00c) wijziging van de omvang van de eerste beoordeling of van de COP
  
EUR
  65,00
X. Afgifte van documenten buiten het kader van de procedures beschreven in de punten I tot IX (bijvoorbeeld : getuigschrift, duplicaat, enz.)
(<font color="red">1</font>)<BVR <a href="/cgi_loi/article.pl?language=nl&lg_txt=n&cn_search=2018042714" target="_blank">2018-04-27/14</a>, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 18-05-2018>

  (1) Forfaitaire vergoedingen te innen bij het onderzoek van een aanvraag en de afgifte van de bijbehorende documenten.
  (2) Het nummer van het nationale PVG telt 6 tekens en het begint niet met de tekens e6.
  (3) Aanvragen tot ontheffing ingesteld op grond van artikel 78 van het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen.
  (4) Voor de berekening van het bedrag van de vergoeding, wordt de duur van de prestatie van de ambtenaar verhoogd met de verplaatsingsduur. Elk uur waarin meer dan 15 minuten is gewerkt, wordt als een gepresteerd werkuur beschouwd.