Details





Titel:

3 APRIL 2009. - Decreet betreffende de bescherming tegen de eventuele schadelijke effecten en de hinder van de niet-ioniserende stralingen die door stationaire zendantennes gegenereerd worden (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 06-05-2009 en tekstbijwerking tot 16-12-2022)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied en begripsomschrijving
Art. 1-2
HOOFDSTUK II. - Aangifte en integrale voorwaarden
Art. 3-5, 5/1, 6, 6/1, 6/2
HOOFDSTUK III. - Informatieverstrekking aan het publiek
Art. 7-8
HOOFDSTUK IV. - Wetenschappelijk onderzoek
Art. 9
HOOFDSTUK V. - Wijzigings-, opheffings-, overgangs- en slotbepalingen
Art. 10-15



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1985013378  2004A27101 



Uitvoeringsbesluit(en):

2011206473  2012027033 



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied en begripsomschrijving
Artikel 1.Dit decreet organiseert de bescherming tegen de eventuele schadelijke effecten en de hinder van de niet-ioniserende stralingen die door stationaire zendantennes gegenereerd worden ([1 ...]1.
  [1 Dit decreet is niet toepasselijk op de niet-ioniserende stralingen :
   1° van natuurlijke oorsprong;
   2° voortgebracht door toestellen gebruikt door particulieren;
   3° voortgebracht door toestellen gebruikt voor medische doeleinden;
   4° voortgebracht door het autonome overheidsbedrijf Skeyes om de veiligheid van het luchtverkeer in het luchtruim te waarborgen;
   5° voortgebracht door het Ministerie van Defensie;
   6° voortgebracht door de politie, reddingsdiensten en civiele bescherming;
   7° voortgebracht door radio- en televisieantennes;
   8° voortgebracht door antennes (radiogolven);
   9° voortgebracht door tijdelijke zendantennes gedurende maximaal een maand.
   De Regering kan, in geval van overmacht, de vrijstelling bedoeld in het tweede lid, 9°, uitbreiden tot periodes van meer dan één maand]1.
  ----------
  (1)<DWG 2022-12-08/06, art. 1, 005; Inwerkingtreding : 26-12-2022>

Art.2.In de zin van dit decreet wordt verstaan onder :
  1° stationaire zendantenne : element dat op permanente wijze op een vaste drager geplaatst wordt, dat een elektromagnetische straling genereert met een frequentie tussen 100 kHz en 300 GHz waarvan de maximale PIRE hoger is dan [1 10 W]1, en die als interface dient tussen de bevoorrading in hoge frequentiesignalen per kabel of per golfgids en de ruimte [1 ...]1;
  2° verblijfplaatsen :
  - de lokalen van een gebouw waarin personen regelmatig kunnen of zullen kunnen verblijven, [1 ...]1;
  - de werkplaatsen die regelmatig door werknemers ingenomen worden;
  - de ruimten bestemd voor de regelmatige sportbeoefening [1 , spellen en cultuur]1;
  - met uitzondering van,[1 ...]1., de wegen, trottoirs, parkeerplaatsen, garages, parken, tuinen, balkons, terrassen;
  3° Effectief Isotroop Uitgestraald Vermogen (EIRP) : het EIRP is gelijk aan het vermogen dat aan de ingang van de antenne voortgebracht wordt door de maximumwinst ervan (m.a.w. de winst gemeten t.o.v. een isotrope antenne in de richting waar de intensiteit van de straling maximaal is);
  [1 3/1° locatie van stationaire zendantennes: alle stationaire zendantennes die zich op dezelfde drager bevinden, zoals een toren of een gebouw, alsmede stationaire zendantennes die zich in de nabijheid bevinden. De Regering bepaalt, op voorstel van het "Institut scientifique de service public" (Openbaar wetenschappelijk instituut) of, op eigen initiatief, op advies van deze laatste, de nabijheidsperimeters op basis van het EIRP van de aanwezige antennes en van de fractie van de cumulatieve limiet vanaf welke een binnen de perimeter geplaatste antenne in aanmerking moet worden genomen]1
  [1 3/2° toegankelijke plaatsen: ruimten in een gebouw waar mensen regelmatig kunnen of mogen verblijven, met name woonruimten, hotels, scholen, kinderdagverblijven, ziekenhuizen, bejaardentehuizen en gebouwen die worden gebruikt voor de regelmatige beoefening van sport of spel; en plaatsen die zich buiten bevinden en waar mensen regelmatig kunnen of mogen verblijven, met name tuinen, binnenruimten, parkruimten en speelplaatsen;]1
  4° technisch ambtenaar : technisch ambtenaar in de zin van artikel 1, 16°, van het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning.
  ----------
  (1)<DWG 2022-12-08/06, art. 2, 005; Inwerkingtreding : 26-12-2022>

HOOFDSTUK II. - Aangifte en integrale voorwaarden
Art.3.De stationaire zendantennes onder 500 kW [1 als omschreven in artikel 2 en waarvan het maximale EIRP minder dan 500 kW bedraagt]1 worden onderworpen aan een aangifte in de zin van het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning.
  Ze voldoen aan de integrale voorwaarden bepaald bij de artikelen 4 tot 6.
  ----------
  (1)<DWG 2022-12-08/06, art. 3, 005; Inwerkingtreding : 26-12-2022>

Art.4.[1 § 1. In woongebieden wordt de intensiteit van de elektromagnetische straling die door alle stationaire zendantennes van een exploitant op dezelfde drager wordt gegenereerd, zodanig beperkt dat :

   Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

   § 2. Onverminderd paragraaf 1 wordt in woongebieden de intensiteit van de elektromagnetische straling die door alle stationaire zendantennes van alle exploitanten van één stationaire zendantennelocatie wordt opgewekt, zodanig beperkt dat :

   Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

   § 3. Stationaire zendantennes van openbare mobiele netwerken die elektromagnetische straling genereren in het frequentiegebied tussen 20 GHz en 300 GHz zijn niet toegestaan.
   De antennes (radiogolven) vallen niet onder dit verbod.
   § 4 De in de paragrafen 1 en 2 bedoelde elektrische veldsterkte op verblijfsplaatsen wordt berekend en gemeten op de volgende niveaus :
   1° in lokalen, 1,5 meter boven vloerniveau ;
   2° in andere ruimten, 1,5 meter boven de grond.
   § 5 Stationaire zendantennes voor openbare mobiele netwerken die elektromagnetische straling genereren in het frequentiegebied tussen 20 GHz en 300 GHz zijn niet toegestaan.
   De antennes (radiogolven) vallen niet onder dit verbod".]1
  ----------
  (1)<DWG 2022-12-08/06, art. 4, 005; Inwerkingtreding : 26-12-2022>


Art.5.Behalve de gegevens voorgeschreven door de Regering voor de installaties en activiteiten van klasse 3, bevat de aangifte een rapport met :
  - de technische gegevens betreffende de antenne waarmee de naleving van artikel 4 gegarandeerd kan worden;
  - een beschrijving van de omgeving van de antenne aan de hand van een plan in verticale projectie dat de hoogte van de gebouwen vermeldt in een straal waarin de naleving van de immissienorm gecontroleerd kan worden;
  - een evaluatie van de elektromagnetische straling van de stationaire zendantenne;
  - een advies van het "Institut scientifique de service public" (Openbaar wetenschappelijk instituut) waaruit blijkt dat de in artikel 4 bedoelde immissienorm in acht genomen wordt;
  - een niet-technisch overzicht van de evaluatie van het elektromagnetische veld voor de niet geïnitieerde personen;
  - de datum vastgelegd voor de inbedrijfstelling van de antenne.
  De exploitant richt dat rapport aan de gemeente waar de installatie van de stationaire zendantenne overwogen wordt, aan de technisch ambtenaar en, desgevallend, aan de aangrenzende [1 Waalse]1 gemeente die zich binnen een omtrek van 200 meter rondom de stationaire zendantenne bevindt.
  [1 Het "Institut scientifique de service public" (Openbaar wetenschappelijk instituut) publiceert op zijn website een document waarin de methode die het gebruikt om zijn in lid 1 bedoelde advies te baseren, wordt toegelicht.]1
  ----------
  (1)<DWG 2022-12-08/06, art. 5, 005; Inwerkingtreding : 26-12-2022>

Art. 5/1.[1 De exploitant van een stationaire zendantenne brengt de dienst aangewezen door de Regering [2 en het "Institut scientifique de service public" (Openbaar wetenschappelijk instituut)]2 op de hoogte van de datum van inbedrijfstelling van de antenne binnen dertig dagen na de inbedrijfstelling.]1
  [2 In geval van buitengebruikstelling van een stationaire zendantenne stelt de exploitant ervan de door de Regering aangewezen dienst en het "Institut scientifique de service public" (Openbaar wetenschappelijk instituut) binnen dertig dagen na de buitengebruikstelling in kennis van de datum van buitengebruikstelling van de antenne.]2
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij DWG 2011-10-27/04, art. 48, 003; Inwerkingtreding : 04-12-2011>
  (2)<DWG 2022-12-08/06, art. 6, 005; Inwerkingtreding : 26-12-2022>

Art.6.[1 § 1. [2 Op verzoek van de betrokken gemeente(n) of van de toezichthoudende ambtenaar maakt een persoon, een laboratorium of een openbare of particuliere instelling die krachtens artikel 9 erkend is voor rekening van de exploitant een rapport op waaruit blijkt dat de immissienorm bedoeld in artikel 4 nageleefd wordt. Vóór de indiening van dit verzoek informeert de betrokken gemeente(n) of de toezichthoudende ambtenaar bij de dienst die de Regering heeft aangewezen of er niet meerdere rapporten door verschillende erkende personen, laboratoria of openbare of particuliere instellingen worden opgemaakt voor eenzelfde stationaire zendantenne. De Regering bepaalt de modaliteiten van deze raadpleging.
   Voordat het rapport opgemaakt wordt, biedt de erkende persoon, laboratorium of openbare of particuliere instelling de exploitant de mogelijkheid om zijn opmerkingen binnen redelijke termijnen mondeling of schriftelijk te laten gelden. De modaliteiten voor de procedure worden door de Regering vastgelegd.
   Binnen negentig dagen na de aanvraag van het rapport wordt het aan de betrokken gemeente(n), de toezichthoudende ambtenaar, de exploitant en de door de Regering aangewezen dienst gezonden door de erkende persoon, laboratorium of openbare of particuliere instelling. Het rapport wordt op de website van de door de Regering aangewezen dienst bekendgemaakt.
   In afwijking van het vorig lid kan de Regering om redenen van openbare veiligheid uitzonderingen voorzien i.v.m. de modaliteiten betreffende de verzending en de bekendmaking van de opgemaakte rapporten.
   Het rapport is tijdens twee jaar geldig, behalve wijziging van de immissieparameters of in geval van verplaatsing of vervanging van de stationaire zendantenne.
   In geval van overschrijding van de immissienorm bedoeld in artikel 4, stelt de exploitant orde op zaken uiterlijk binnen zestig dagen na ontvangst van het rapport.] [3 Na deze periode wordt, onverminderd artikel 12, de overschrijding bekendgemaakt op een door de Regering te bepalen wijze.]3
   § 2. [3 ...]3
  ----------
  (1)<DWG 2010-07-22/10, art. 99, 002; Inwerkingtreding : 30-08-2010>
  (2)<DWG 2011-10-27/04, art. 49, 003; Inwerkingtreding : 04-12-2011>
  (3)<DWG 2022-12-08/06, art. 7, 005; Inwerkingtreding : 26-12-2022>

Art.6/1.[1 § 1. De betrokken gemeente of gemeenten of de met het toezicht belaste ambtenaar kunnen het "Institut scientifique de service public" (Openbaar wetenschappelijk instituut) verzoeken campagnes uit te voeren om de door stationaire zendantennes veroorzaakte blootstellingsniveaus te meten.
   Deze campagnes kunnen bestaan uit :
   a) algemene immissiemetingen op toegankelijke openbare of particuliere plaatsen, dit laatste met toestemming van de eigenaar of bewoner;
   b) continue metingen van de blootstellingsniveaus op een vast punt of vaste punten. Voorrang wordt gegeven aan stationaire zendantennes die gebruik maken van de nieuwste technologie;
   c) maatregelen om op verzoek van de betrokken gemeente(n) in specifieke verblijfplaatsen zoals scholen, kinderdagverblijven, ziekenhuizen en bejaardentehuizen te controleren of de immissiegrenswaarde wordt nageleefd.
   De burgemeester van de betrokken gemeente(n) beschikt over een termijn van dertig dagen vanaf de datum waarop de stationaire zendantennes in gebruik zijn genomen om een beoordeling te vragen van de door de installaties veroorzaakte blootstellingsniveaus. De datum van de metingen van de blootstellingsniveaus wordt vastgesteld overeenkomstig de datum van ingebruikneming van de betrokken antennes. De burgemeester stelt deze informatie vervolgens uiterlijk tien dagen na ontvangst van de meetgegevens beschikbaar via alle middelen die hij geschikt acht, zoals de website, raadpleging in de gemeente, informatiebijeenkomst. Indien hij voornemens is de opmerkingen van de bewoners over het dossier te verzamelen, stelt hij hen daarvan in kennis zodra hij de aangifte ontvangt en zodra de meetgegevens ter beschikking worden gesteld en preciseert hij de middelen die hem ter beschikking worden gesteld om deze opmerkingen te formuleren. In dit geval worden de waarnemingen verzameld binnen drie weken nadat het dossier ter beschikking is gesteld.
   De Regering bepaalt, op voorstel van het "Institut scientifique de service public" (Openbaar wetenschappelijk instituut) of op eigen initiatief, op advies van dit Instituut, de wijze en de methode van meting.
   § 2. Indien tijdens de in paragraaf 1 bedoelde meetcampagnes een overschrijding van de in artikel 4 bedoelde immissiegrenswaarde wordt vastgesteld, wordt overeenkomstig artikel 6 een verslag opgesteld. De exploitant dient zich uiterlijk 60 dagen na ontvangst van het verslag in overeenstemming te brengen met de voorschriften. ]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij DWG 2022-12-08/06, art. 8, 005; Inwerkingtreding : 26-12-2022>


Art.6/2.[1 De kosten van de krachtens artikel 6 uitgevoerde metingen worden uitsluitend gedragen door de exploitanten. De kosten van de meetcampagnes in het kader van artikel 6/1 worden gedragen door het Waals Gewest voor de campagnes die het wenst uit te voeren en door de verzoekende gemeente(n) voor de campagnes die zij wenst uit te voeren. ]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij DWG 2022-12-08/06, art. 9, 005; Inwerkingtreding : 26-12-2022>

HOOFDSTUK III. - Informatieverstrekking aan het publiek
Art.7.De rapporten bedoeld in de artikelen 5 en 6 worden overeenkomstig boek I van het Milieuwetboek door de betrokken gemeente(n) en de technisch ambtenaar ter inzage van het publiek gelegd.
  [1 De gegevens uit de verslagen van de in artikel 6/1 bedoelde meetcampagnes worden bijgewerkt en ter beschikking van het publiek gesteld.
   De gegevens van de verslagen van de in de artikelen 5, 6 en 6/1 bedoelde meetcampagnes moeten eveneens aan het Waals Gewest worden toegezonden.]1
  ----------
  (1)<DWG 2022-12-08/06, art. 2, 005; Inwerkingtreding : 26-12-2022>

Art.8. Het kadaster van de stationaire zendantennes wordt door de Regering opgemaakt, bijgehouden en ter inzage van het publiek gelegd.

HOOFDSTUK IV. - Wetenschappelijk onderzoek
Art.9.De Regering bepaalt de normen of de minimale algemene voorwaarden die nageleefd moeten worden door de personen, de laboratoria of de overheidsinstellingen die belast worden met :
  1° het onderzoek naar de invloed van de niet-ioniserende stralingen op het leefmilieu;
  2° het onderzoek naar doeltreffende middelen ter bestrijding van de eventuele hinder of de nadelige gevolgen van de niet-ioniserende stralingen;
  3° het uittesten van of de controle op de toestellen of inrichtingen die niet-ioniserende stralingen kunnen genereren, [1 ...]1, en die dienen om die stralingen te meten, te dempen of op te slorpen of om de hinder of de eventuele nadelige gevolgen ervan te verhelpen.
  [1 De Regering erkent, volgens de criteria en de procedure die zij bepaalt, de personen, laboratoria of openbare of particuliere instellingen die kunnen belast worden met :
   1° het uittesten van of de controle op de toestellen of inrichtingen die niet-ioniserende stralingen kunnen veroorzaken om na te gaan of zij het decreet naleven;
   2° het uittesten van of de controle op de toestellen die niet-ioniserende stralingen moeten dempen of opslorpen;
   3° het uittesten van of de controle op de toestellen die niet-ioniserende stralingen moeten meten.
   De Regering bepaalt :
   1° de regels inzake toekenning, opschorting en intrekking van de erkenning;
   2° de geldigheidsduur van de erkenning, die niet meer dan vijf jaar mag bedragen;
   3° de modellen van de meetprotocollen en de inhoud van de rapporten opgemaakt door erkende personen, laboratoria of openbare of particuliere instellingen.]1
  ----------
  (1)<DWG 2011-10-27/04, art. 50, 003; Inwerkingtreding : 04-12-2011>

HOOFDSTUK V. - Wijzigings-, opheffings-, overgangs- en slotbepalingen
Art.10.Elke exploitant van een stationaire zendantenne die voor de inwerkingtreding van dit decreet in bedrijf gesteld wordt, geeft de gemeente waar ze gevestigd is en de technisch ambtenaar binnen twee maanden na de inwerkingtreding van dit besluit kennis van het bestaan en van de vestigingsplaats ervan.
  [1 De vóór 1 juni 2022 afgegeven adviezen van het "Institut scientifique de service public" (Openbaar wetenschappelijk instituut), bedoeld in artikel 5, waaruit blijkt dat de in artikel 4 bedoelde immissielimiet wordt nageleefd, blijven geldig.]1
  ----------
  (1)<DWG 2022-12-08/06, art. 11, 005; Inwerkingtreding : 26-12-2022>

Art.11.
  <Opgeheven bij DWG 2010-07-22/10, art. 100, 002; Inwerkingtreding : 30-08-2010>

Art.12.Er wordt een overtreding van tweede categorie in de zin van deel VIII van het decretale gedeelte van Boek I van het Milieuwetboek begaan door al wie artikel 3, 4, 5 of 6 overtreedt.
  Er wordt een overtreding van derde categorie in de zin van deel VIII van het decretale gedeelte van Boek I van het Milieuwetboek begaan door al wie [2 de artikelen 5/1 of 10]2 [1 ...]1 overtreedt.
  ----------
  (1)<DWG 2010-07-22/10, art. 101, 002; Inwerkingtreding : 30-08-2010>
  (2)<DWG 2011-10-27/04, art. 51, 003; Inwerkingtreding : 04-12-2011>

Art.13.
  <Opgeheven bij DWG 2019-05-06/14, art. 29,1°, 004; Inwerkingtreding : uiterlijk op 01-07-2022>

Art.14. De wet van 12 juli 1985 betreffende de bescherming van de mens en van het leefmilieu tegen de schadelijke effecten en de hinder van niet-ioniserende stralingen, infrasonen en ultrasonen wordt opgeheven wat betreft de niet-ioniserende stralingen gegenereerd door stationaire zendantennes.

Art. 15. De artikelen 3, 5, 6 en 7 van dit decreet zijn vanaf 1 januari 2010 toepasselijk op de stationaire zendantennes die voor de inwerkingtreding van dit decreet in bedrijf gesteld worden.