Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

12 JULI 1985. - Wet betreffende de bescherming van de mens en van het leefmilieu tegen de schadelijke effecten en de hinder van niet-ioniserende stralingen, infrasonen en ultrasonen. (NOTA : opgeheven wat de bevoegdheden van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreft. <ORD2007-03-01/38, art. 11, 004; Inwerkingtreding : 14-03-2009>) (NOTA : opgeheven voor het Waalse Gewest wat betreft de niet-ioniserende stralingen gegenereerd door stationaire zendantennes <DWG2009-04-03/25, art. 14, 005; Inwerkingtreding : 16-05-2009>) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 11-02-1999 en tekstbijwerking tot 18-02-2011)



Inhoudstafel:


Art. 1-8, 8bis, 9-10



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:





Artikels:

Artikel 1. Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder:
  1° niet-ioniserende stralingen: elektromagnetische stralingen met een frekwentie die kleiner is dan 2,5 X 106 GHz;
  2° infrasonen: mechanische trillingen met een frekwentie die kleiner is dan 20 Hz;
  3° ultrasonen: mechanische trillingen met een frekwentie die groter is dan 16 KHz;
  Deze wet is niet van toepassing op niet-ioniserende stralingen, infrasonen en ultrasonen van natuurlijke oorsprong.

Art.2. Onverminderd de bevoegdheden bepaald in de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, kan de Koning bij een in Ministerraad overlegd besluit, op voorstel van de Minister bevoegd voor leefmilieu, na raadpleging van de (Gewestregeringen), de algemene normen vaststellen voor de kwaliteitsobjectieven waaraan elk milieu moet voldoen met het oog op de bescherming van de mens en van het leefmilieu tegen de schadelijke effecten en de hinder van niet-ioniserende stralingen, infrasonen en ultrasonen. <W 2006-03-27/35, art. 9, 003; Inwerkingtreding : 21-04-2006>

Art.3. § 1. Ter bescherming van de mens en van het leefmilieu kan de Koning eveneens voorwaarden opleggen aan (...) het produceren, het vervaardigen, het onder zich houden, (...) het vervoer, (...) het onderhoud en het gebruik van commercieel, industrieel, wetenschappelijk, medisch of ander karakter van toestellen of inrichtingen die niet-ioniserende stralingen, infrasonen of ultrasonen kunnen opwekken, doorzenden of ontvangen. <W 1998-12-21/41, art. 21, 002; Inwerkingtreding : 21-02-1999>
  § 2. De Koning kan alle gepaste maatregelen treffen, en meer bepaald voorwaarden opleggen aan het opwekken, het doorzenden en het ontvangen van niet-ioniserende stralingen, infrasonen of ultrasonen.

Art.4. § 1. Naargelang de aard en de bron van de niet-ioniserende stralingen, infrasonen of ultrasonen alsook naargelang het milieu waarin deze worden opgewekt, doorgezonden of ontvangen, worden de koninklijke besluiten genomen in uitvoering van de artikelen 2 en 3 van deze wet, voorgedragen door de Minister bevoegd voor leefmilieu, hetzij gezamenlijk met elke andere nationale Minister.
  § 2. Over de koninklijke besluiten bedoeld in de vorige paragraaf wordt vooraf het advies van de Hoge Gezondheidsraad ingewonnen.

Art.5. De Minister bevoegd voor leefmilieu wordt belast met de coordinatie van elke reglementering, actie of maatregel die op nationaal vlak genomen wordt met het oog op de bescherming van de mens en van het leefmilieu tegen de schadelijke effecten en de hinder van niet-ioniserende stralingen, infrasonen of ultrasonen.

Art.6. Wanneer een niet-voorziene gebeurtenis de gezondheid van de bevolking en het leefmilieu in gevaar brengt, kan de Koning, ter bescherming hiervan, alle door de omstandigheden geboden maatregelen treffen tegenover de producenten, de vervaardigers, de houders, de vervoerders of gebruikers van toestellen of inrichtingen die niet-ioniserende stralingen, infrasonen of ultrasonen kunnen opwekken, doorzenden of ontvangen.

Art.7. De Koning mag bepalen dat retributies worden geheven ten bate van de Staat om de kosten te dekken die de toepassing van deze wet medebrengt.
  Hij stelt het tarief en de wijze van betaling van die retributies vast.

Art.8. De Koning bepaalt de algemene normen of minimale voorwaarden waaraan personen, laboratoria en openbare of privé-instellingen moeten voldoen met het oog op hun erkenning voor:
  1° het onderzoek naar de invloed van niet-ioniserende stralingen, infrasonen of ultrasonen op de gezondheid, de gedragingen en het welzijn van de mens alsook naar de invloed hiervan op het leefmilieu;
  2° het onderzoek naar efficiënte middelen om hinder of schadelijke effecten van niet-ioniserende stralingen, infrasonen of ultrasonen te bestrijden;
  3° het beproeven of controleren van toestellen of inrichtingen die niet-ioniserende stralingen, infrasonen of ultrasonen kunnen opwekken, doorzenden of ontvangen, bestemd om deze te meten, te dempen of op te slorpen, of de hinder of de schadelijke effecten ervan te verhelpen.

Art.8bis.(VLAAMSE OVERHEID)

   [1 Voor deze wet en zijn uitvoeringsbesluiten worden het toezicht en de bestuurlijke handhaving uitgeoefend en worden veiligheidsmaatregelen genomen volgens de regels bepaald in hoofdstukken III, IV en VII van titel XVI van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij DVR 2010-12-23/39, art. 101, 006; Inwerkingtreding : 28-02-2011>

Art.9.Overtreding van de bepalingen van deze wet en van haar uitvoeringsbesluiten wordt bestraft met een geldboete van 50 tot 10 000 F en met een gevangenisstraf van acht dagen tot twee jaar of met een van die straffen alleen.
   De straffen kunnen en de minimumstraffen zullen in elk geval verdubbeld worden als zij, die volgens de bepalingen van dit artikel zijn veroordeeld, binnen de twee jaar na die veroordeling de bepalingen van deze wet en van haar uitvoeringsbesluiten opnieuw overtreden.

Art. 9. (VLAAMSE OVERHEID)  [1 Met betrekking tot deze wet en zijn uitvoeringsbesluiten gebeuren het onderzoek, de vaststelling en de sanctionering van de milieumisdrijven volgens de regels bepaald in titel XVI van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid.]1
  ----------
  (1)<DVR 2010-12-23/39, art. 102, 006; Inwerkingtreding : 28-02-2011>

Art. 10.Alle bepalingen van boek I van het Strafwetboek, met inbegrip van hoofdstuk VII en artikel 85, zijn toepasselijk op de bij deze wet en haar uitvoeringsbesluiten omschreven misdrijven.

Art. 10 (VLAAMSE OVERHEID)  <Opgeheven bij DVR 2010-12-23/39, art. 103, 006; Inwerkingtreding : 28-02-2011>