30 OKTOBER 2009. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het ondersteuningsaanbod voor gelijke onderwijskansen in het buitengewoon basisonderwijs(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 28-12-2009 en tekstbijwerking tot 28-08-2024)
HOOFDSTUK I. - Inleidende bepalingen
Art. 1-2
HOOFDSTUK II. - Gelijkekansenindicatoren
Art. 3-4
HOOFDSTUK III. - Toekenning van de middelen
Art. 5-10
HOOFDSTUK IV.
Afdeling 1.
Art. 11
Afdeling 2.
Art. 12-13
Afdeling 3.
Art. 14-15
HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen
Art. 16-17
HOOFDSTUK I. - Inleidende bepalingen
Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op het buitengewoon basisonderwijs, gefinancierd of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap.
Art.2.In dit besluit wordt verstaan onder :
1° aanvullende lestijden : de aanvullende lestijden vermeld in artikel 138, § 1, 6°, van het decreet Basisonderwijs;
2° [2 ...]2
3° [3 ...]3;
4° decreet : het decreet Basisonderwijs van 25 februari 1997;
5° [2 ...]2;
6° gelijkekansenindicatoren : de gelijkekansenindicatoren bedoeld in artikel 139undecies, § 1, van het decreet;
7° [2 ...]2
[3 De leerlingen in het buitengewoon basisonderwijs die regelmatige leerlingen in het type basisaanbod of type 3 zijn en die binnen de niet rechtstreeks toegankelijke jeugdhulpverlening, vermeld in artikel 2, § 1, 40°, van het decreet van 12 juli 2013 betreffende de integrale jeugdhulp, niet gebruik maken van de module verblijf in een multifunctioneel centrum als vermeld in artikel 10, § 1, 1° en § 2, van het besluit van de Vlaamse Regering van 26 februari 2016 houdende erkenning en subsidiëring van multifunctionele centra voor minderjarige personen met een handicap, vallen onder de toepassing van dit besluit]3.
[3 Leerlingen type 1 die vallen onder de toepassing van artikel 15, § 5, van het decreet en die voldoen aan de gelijkekansenindicator, vermeld in artikel 139undecies, § 1, 1°, van het decreet, worden voor de toepassing van dit besluit beschouwd als leerlingen type basisaanbod.]3
----------
(1)<BVR 2018-07-20/10, art. 8, 003; Inwerkingtreding : 01-09-2018>
(2)<BVR 2021-07-09/14, art. 5, 004; Inwerkingtreding : 01-09-2021>
(3)<BVR 2024-06-21/34, art. 32, 005; Inwerkingtreding : 01-09-2024>
HOOFDSTUK II. - Gelijkekansenindicatoren
Art.3.
<Opgeheven bij BVR 2021-07-09/14, art. 6, 004; Inwerkingtreding : 01-09-2021>
Art.4. De gewichten van de gelijkekansenindicatoren worden in toepassing van artikel 139undecies, § 3, van het decreet vastgelegd als volgt :
1° de indicator "de moeder is niet in het bezit van een diploma secundair onderwijs, een studiegetuigschrift van het tweede jaar van de derde graad van het beroepssecundair onderwijs of van een daarmee gelijkwaardig studiebewijs" heeft een gewicht van 0,8;
2° de indicator "de taal die de leerling in het gezin spreekt, is niet het Nederlands" heeft een gewicht van 0,4, en dit enkel in combinatie met de andere indicator.
HOOFDSTUK III. - Toekenning van de middelen
Art.5. Elke leerling die beantwoordt aan één of meerdere gelijkekansenindicatoren krijgt een bepaald gewicht. Het aantal punten dat een school genereert, is de som van het gewogen aantal leerlingen van die school.
Art.6.[1 Het totale aantal aanvullende lestijden voor het voeren van een gelijkekansenbeleid in het buitengewoon basisonderwijs waar de school recht op heeft, wordt met toepassing van artikel 139terdecies van het decreet op de volgende wijze berekend:
1° het aantal punten dat de school dat met toepassing van artikel 5 van dit besluit genereert op de eerste schooldag van februari van het voorgaande schooljaar, vermeld in artikel 139duodecies van het decreet, wordt vermenigvuldigd met 0,252220818 lestijden;
2° het aantal lestijden dat met toepassing van punt 1° wordt verkregen, wordt afgerond naar de hogere eenheid als het eerste cijfer na de komma groter dan vier is en naar de lagere eenheid als het eerste cijfer na de komma kleiner dan of gelijk aan vier is.
De lestijden, vermeld in het eerste lid, worden toegekend als de school beantwoordt aan de voorwaarden, vermeld in artikel 139duodecies van het decreet.]1
----------
(1)<BVR 2024-06-21/34, art. 33, 005; Inwerkingtreding : 01-09-2024>
Art.7.
<Opgeheven bij BVR 2024-06-21/34, art. 34, 005; Inwerkingtreding : 01-09-2024>
Art.8.
<Opgeheven bij BVR 2021-07-09/14, art. 8, 004; Inwerkingtreding : 01-09-2021>
Art.9.
<Opgeheven bij BVR 2021-07-09/14, art. 8, 004; Inwerkingtreding : 01-09-2021>
Art.10.De toegekende aanvullende lestijden, zoals bedoeld in artikel 6 [1 ...]1, worden steeds aangewend in het ambt van kleuteronderwijzer ASV, het ambt van onderwijzer ASV of het ambt van leermeester algemene en sociale vorming, specialiteit lichamelijke opvoeding. De aanvullende lestijden kunnen ook worden toegekend aan de directeur of de adjunct-directeur met lesopdracht.
----------
(1)<BVR 2021-07-09/14, art. 9, 004; Inwerkingtreding : 01-09-2021>
HOOFDSTUK IV.
Afdeling 1.
Art.11.
<Opgeheven bij BVR 2021-07-09/14, art. 10, 004; Inwerkingtreding : 01-09-2021>
Afdeling 2.
Art.12.
<Opgeheven bij BVR 2021-07-09/14, art. 10, 004; Inwerkingtreding : 01-09-2021>
Art.13.
<Opgeheven bij BVR 2021-07-09/14, art. 10, 004; Inwerkingtreding : 01-09-2021>
Afdeling 3.
Art.14.
<Opgeheven bij BVR 2021-07-09/14, art. 10, 004; Inwerkingtreding : 01-09-2021>
Art.15.
<Opgeheven bij BVR 2021-07-09/14, art. 10, 004; Inwerkingtreding : 01-09-2021>
HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen
Art.16. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 2009.
Art. 17. De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.