Details





Titel:

5 JUNI 2009. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de subsidiëring en erkenning van partnerorganisaties en organisaties met terreinwerking via een beheersovereenkomst (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 07-08-2009 en tekstbijwerking tot 30-06-2023)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Definities
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied en algemene bepalingen
Art. 2-5
HOOFDSTUK III. - De subsidiëring en erkenning via een beheersovereenkomst
Afdeling 1. - [1 De oproep en het dossier]1
Art. 6
Afdeling 2. - De beheersovereenkomst en het jaarplan
Art. 7-8
Afdeling 3. - De subsidiëringsvoorwaarden
Art. 9
Afdeling 4. - De subsidie via een beheersovereenkomst
Art. 10-17
Afdeling 5. - De procedure voor het sluiten van een beheersovereenkomst en voor het weigeren van het sluiten van een beheersovereenkomst
Art. 18-19
Afdeling 6. - Het toezicht
Art. 20-21
HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen
Art. 22-27



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1991036430 



Uitvoeringsbesluit(en):

2011200118  2012036209  2014035894  2015035158  2015035433  2018015593 



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Definities
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder :
  1° [2 administratie: het Departement Zorg, vermeld in artikel 2, eerste lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 mei 2023 over het Departement Zorg]2;
  2° [2 ...]2
  3° [1 beheersovereenkomst: een meerjarige overeenkomst tussen de Vlaamse Gemeenschap en een rechtspersoon waarin, na overleg, bepaald is onder welke voorwaarden een subsidie wordt toegekend om resultaten te behalen binnen de resultaatgebieden door acties uit te voeren;]1;
  4° [1 beleidsplan: de algemene meerjarige planning voor de volledige duur van de beheersovereenkomst, met inbegrip van de begroting, die aangeeft hoe de resultaten worden behaald binnen de verschillende resultaatgebieden en volgens welke criteria dat wordt geëvalueerd;]1;
  5° beleidsthema : een thematisch gebied binnen het preventieve gezondheidsbeleid waarrond de Vlaamse [1 Gemeenschap of het Vlaamse Gewest]1 initiatieven neemt;
  6° decreet van 21 november 2003: het decreet van 21 november 2003 betreffende het preventieve gezondheidsbeleid;
  7° evaluatiecriterium : een element of parameter op basis waarvan het resultaat dat behaald wordt binnen een resultaatgebied wordt beoordeeld;
  8° financieel verslag: de rapportage over de besteding van de middelen tijdens een werkingsjaar;
  9° jaarplan : de planning voor een werkingsjaar, met inbegrip van een begroting, die het beleidsplan en de beheersovereenkomst concretiseert;
  10° jaarverslag: de rapportage over de uitvoering van de beheersovereenkomst in het algemeen en over de uitvoering van het jaarplan van het voorbije werkingsjaar in het bijzonder;
  11° methodiek : een geheel van te volgen vaste, weldoordachte werkwijzen om een bepaalde doelstelling te bereiken;
  12° minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor het gezondheidsbeleid;
  13° [1 resultaatgebied: een gebied waarbinnen resultaten moeten worden behaald door acties uit te voeren;]1
  [2 13° /1 secretaris-generaal: het hoofd van de administratie;]2
  14° variabele subsidie : de subsidie die berekend wordt op basis van vooraf bepaalde prestaties of prestatieniveaus en de bijbehorende financieringsparameters.
  ----------
  (1)<BVR 2014-05-16/31, art. 51, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
  (2)<BVR 2023-05-12/09, art. 162, 007; Inwerkingtreding : 10-07-2023>

HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied en algemene bepalingen
Art.2. Dit besluit regelt de subsidiëring en de erkenning van partnerorganisaties en organisaties met terreinwerking via een beheersovereenkomst.

Art.3.[1 De minister lanceert een oproep om een beheersovereenkomst te sluiten als partnerorganisatie of organisatie met terreinwerking in het kader van het preventieve gezondheidsbeleid.
   De minister kan met een kandidaat, met een partnerorganisatie of met een organisatie met terreinwerking een of meer beheersovereenkomsten sluiten in het kader van het preventieve gezondheidsbeleid. Als er meer beheersovereenkomsten worden gesloten, kunnen, na akkoord van [2 de administratie]2, de jaarplannen, begrotingen, jaarverslagen en financiële verslagen samengevoegd worden, op voorwaarde dat ze afzonderlijk herkenbaar en evalueerbaar blijven.
   Door een beheersovereenkomst te sluiten met de minister wordt, met toepassing van artikel 21, § 1, derde lid, en artikel 23, § 1, derde lid, van het decreet van 21 november 2003, de organisatie geacht te zijn erkend voor de duur van de beheersovereenkomst.]1
  ----------
  (1)<BVR 2014-05-16/31, art. 52, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
  (2)<BVR 2023-05-12/09, art. 163, 007; Inwerkingtreding : 10-07-2023>

Art.4.[1 § 1. Voor de subsidiëring via een beheersovereenkomst worden opeenvolgend de volgende stappen gezet:
   1° de minister lanceert een oproep, na advies van de Inspectie van Financiën;
   2° de kandidaten reageren op de oproep door een dossier in te dienen;
   3° [2 de administratie]2 onderzoekt de ontvankelijkheid van de dossiers die ingediend worden en deelt de beslissing daarover mee aan de kandidaten;
   4° [2 de administratie]2 onderzoekt de sterktes en zwaktes van de ontvankelijke dossiers;
   5° [2 de administratie]2 pleegt collectief overleg met alle kandidaten die een ontvankelijk dossier hebben ingediend. Dat kan resulteren in de indiening van een nieuw dossier door de kandidaten, dat het vorige vervangt;
   6° als er meerdere kandidaten zijn rangschikt [2 de administratie]2 rangschikt de kandidaten op basis van de beoordeling van de dossiers, met inbegrip van de voorstellen van beleidsplan en de voorstellen van jaarplan voor het eerste werkingsjaar;
   7° [2 de administratie]2 maakt voor de best gerangschikte kandidaat een voorontwerp van beheersovereenkomst en voegt het voorontwerp van jaarplan voor het eerste werkingsjaar eraan toe. Die voorontwerpen geven duidelijk aan op welke punten het agentschap voorstelt af te wijken van het dossier;
   8° [2 de administratie]2 bezorgt het voorontwerp van beheersovereenkomst en het voorontwerp van jaarplan voor het eerste werkingsjaar aan de minister;
   9° de minister onderhandelt met de kandidaat over die voorontwerpen, of verzoekt [2 de administratie]2 om erover te onderhandelen. Als de onderhandelingen leiden tot een akkoord, maakt het agentschap een ontwerp van beheersovereenkomst op. Als de minister vaststelt dat de onderhandelingen niet tot een akkoord leiden, beslist de minister om hetzij af te zien van het sluiten van een beheersovereenkomst en de oproep terug te trekken, hetzij onderhandelingen op te starten met de kandidaat die als tweede gerangschikt is, en de stappen vanaf punt 7° te hernemen;
   10° de minister legt het ontwerp van beheersovereenkomst, het ontwerp van jaarplan voor het eerste werkingsjaar en het bijbehorende ontwerp van subsidiebesluit voor het eerste werkingsjaar ter advies voor aan de Inspectie van Financiën en, als dat vereist is volgens de regels van de begrotingscontrole en -opmaak, ter goedkeuring voor aan de Vlaamse Regering;
   11° de minister en de kandidaat sluiten de beheersovereenkomst.
   De stappen, vermeld in het eerste lid, 2° tot en met 11°, verlopen volgens de procedure, vermeld in artikel 18.]1
  § 2. En application de l'article 21, § 1er, alinéa deux, et l'article 23, § 1er, alinéa deux, du décret du 21 novembre 2003, un contrat de gestion est conclu pour trois ans au minimum et cinq ans au maximum.
  [1 Als [2 de administratie]2 de uitvoering van de beheersovereenkomst en de financiële verantwoording voor de duur van de beheersovereenkomst als voldoende heeft geëvalueerd, kan de minister, na goedkeuring door de Vlaamse Regering, beslissen de beheersovereenkomst een keer te verlengen voor een periode van ten hoogste drie jaar, zonder een nieuwe oproep te lanceren.]1
  § 3. Une organisation partenaire ou une organisation oeuvrant sur le terrain est subventionnée par le biais d'un contrat de gestion, au moyen :
   1° d'une subvention forfaitaire;
   2° d'une subvention variable;
   3° d'une combinaison d'une subvention forfaitaire et d'une subvention variable.
  ----------
  (1)<BVR 2014-05-16/31, art. 53, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
  (2)<BVR 2023-05-12/09, art. 164, 007; Inwerkingtreding : 10-07-2023>

Art.5.De werking van een partnerorganisatie omvat het hele Vlaamse Gewest en het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad.
  Per combinatie van beleidsthema's, resultaatgebieden en doelgroepen kan er [1 tijdens dezelfde]1 periode met maar één partnerorganisatie een beheersovereenkomst worden gesloten.
  ----------
  (1)<BVR 2014-05-16/31, art. 54, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

HOOFDSTUK III. - De subsidiëring en erkenning via een beheersovereenkomst
Afdeling 1. - [1 De oproep en het dossier]1   ----------   (1)
Art.6.[1 § 1. De oproep tot het sluiten van een of meer beheersovereenkomsten vermeldt minstens de volgende elementen:
   1° de verplichting dat de kandidaat een rechtspersoon, een entiteit van een rechtspersoon met een eigen werking of een groepering van rechtspersonen of entiteiten van rechtspersonen met een eigen werking is en de verplichting om, bij een groepering, een penvoerende rechtspersoon aan te wijzen die de eindverantwoordelijkheid draagt;
   2° de verplichting voor de kandidaat, de partnerorganisatie of de organisatie met terreinwerking om elke wijziging van de statuten onmiddellijk mee te delen aan [2 de administratie]2, als ze betrekking heeft op de uitvoering van de beheersovereenkomst;
   3° of een beheersovereenkomst met een partnerorganisatie dan wel met een organisatie met terreinwerking beoogd wordt;
   4° de aard van de subsidie, vermeld in artikel 4, § 3, en de maximale subsidie die kan worden toegekend in het kader van de oproep;
   5° de vermoedelijke datum waarop de beheersovereenkomst ingaat en eindigt;
   6° een of meer beleidsthema's voor de beheersovereenkomst. Die beleidsthema's hebben betrekking op de initiatieven, vermeld in artikel 31 tot en met 33, 39 tot met 72, 74 en 75 van het decreet van 21 november 2003, of op een combinatie van die artikelen;
   7° de minimaal te behalen resultaatgebieden;
   8° de acties die minimaal uitgevoerd moeten worden om de resultaten binnen de resultaatgebieden te behalen;
   9° de minimale kwaliteits- en samenwerkingsvereisten bij de uitvoering van de acties;
   10° de doelgroepen waarop de beleidsthema's, de resultaatgebieden of de acties betrekking hebben;
   11° de minimale evaluatiecriteria die worden gebruikt om te evalueren of de resultaten binnen de verschillende resultaatgebieden behaald zijn;
   12° de vermelding dat de kandidaat rekening houdt met de aandachtspunten, vermeld in artikel 7, § 1, van het decreet van 21 november 2003;
   13° indien van toepassing, de programmatie;
   14° de wijze waarop een dossier ingediend moet worden, en de uiterste datum van de indiening;
   15° de criteria waarop een dossier wordt beoordeeld door [2 de administratie]2;
   16° een verwijzing naar de ontvankelijkheidsvereisten, vermeld in paragraaf 4.
   De oproep voor het sluiten van een beheersovereenkomst als partnerorganisatie of als organisatie met terreinwerking, kan uit verschillende percelen bestaan. Voor elk perceel afzonderlijk kan een dossier worden ingediend. Elk perceel wordt afzonderlijk beoordeeld en voor elk perceel kan een afzonderlijke beheersovereenkomst worden gesloten. Als de oproep uit verschillende percelen bestaat, vermeldt de oproep per perceel die elementen die nodig zijn om een afzonderlijke beheersovereenkomst per perceel te kunnen sluiten, onder meer:
   1° of met het perceel het sluiten van een beheersovereenkomst met een partnerorganisatie dan wel met een organisatie met terreinwerking beoogd wordt;
   2° de aard van de subsidie, vermeld in artikel 4, § 3, en de maximale subsidie die in het kader van de beheersovereenkomst voor dat perceel kan worden toegekend;
   3° welke beleidsthema's betrekking hebben op het perceel in kwestie.
   De oproep wordt gelanceerd, minstens een jaar voor de vermoedelijke datum waarop de beheersovereenkomst ingaat, of, indien van toepassing, een jaar voor het aflopen van de beheersovereenkomst.
   § 2. Als de aard van de subsidie, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, 4°, variabel is of een variabel deel bevat, worden over de variabele subsidie of het variabele deel van de subsidie de volgende gegevens opgenomen in de oproep:
   1° de financieringsparameters om de uiteindelijke subsidie te bepalen, namelijk de prestaties of de prestatieniveaus en de maximale subsidie die daaraan verbonden is;
   2° de maximale subsidie die kan worden toegekend als variabele subsidie;
   3° de groei van de subsidie die wordt toegestaan.
   § 3. De resultaatgebieden, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, 7°, zijn voor partnerorganisaties minstens een van de volgende:
   1° het aanbod van informatie, documentatie en advies;
   2° de ontwikkeling van methodieken;
   3° de ondersteuning van de implementatie van methodieken, met inbegrip van deskundigheidsbevordering;
   4° de uitbouw of het beheer van registratiesystemen;
   5° de inhoudelijke of organisatorische coördinatie van aspecten van het preventieve gezondheidsbeleid.
   § 4. De ontvankelijkheidsvereisten voor een dossier, vermeld in artikel 4, § 1, eerste lid, 3°, zijn:
   1° het dossier is tijdig ingediend als vermeld in de oproep;
   2° het dossier is ingediend op de wijze, vermeld in de oproep;
   3° het dossier vermeldt, indien van toepassing, op welke percelen het betrekking heeft;
   4° het dossier bevat alle gegevens die vermeld zijn in dit besluit of die gevraagd worden in de oproep, om [2 de administratie]2 toe te laten het dossier te beoordelen. Dit betekent dat het dossier ten minste de volgende gegevens bevat:
   a) de contactgegevens van de personen die namens de kandidaat de eindverantwoordelijkheid dragen;
   b) een organigram van de kandidaat met vermelding van de personeelsbezetting, de functies en de deskundigheden op het ogenblik van het indienen van het dossier en de wijzigingen daarin bij het sluiten van een beheersovereenkomst;
   c) andere documenten, vermeld in de oproep;
   d) de omvang en de bron van de huidige inkomsten die betrekking hebben op resultaatgebieden en acties die gerelateerd zijn aan de oproep en een algemene beschrijving van de besteding van die inkomsten;
   e) een voorstel van beleidsplan dat voldoet aan de bepalingen, vermeld in artikel 7, 6° ;
   f) een voorstel van jaarplan voor het eerste werkingsjaar dat voldoet aan de bepalingen, vermeld in artikel 8, 1°.
   § 5. De criteria, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, 15°, waarop een dossier van een kandidaat partnerorganisatie wordt beoordeeld, zijn:
   1° de wetenschappelijke onderbouwing van de werkwijze om de resultaten binnen de verschillende resultaatgebieden te behalen;
   2° de netwerking en samenwerking;
   3° de resultaatgerichtheid van de acties en de meetbaarheid van het behalen van de resultaten binnen de resultaatgebieden door de acties uit te voeren;
   4° de onderbouwing van de begrotingen en de afweging van de kosten tegenover de baten;
   5° eventuele andere criteria, vermeld in de oproep.
   De criteria, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, 15°, waarop een dossier van een kandidaat-organisatie met terreinwerking wordt beoordeeld, zijn:
   1° de resultaatgerichtheid van de acties en de meetbaarheid van het behalen van de resultaten binnen de resultaatgebieden door de acties uit te voeren;
   2° de onderbouwing van de begrotingen en de afweging van de kosten tegenover de baten;
   3° eventuele andere criteria, vermeld in de oproep.
   § 6. Als de beheersovereenkomst niet op 1 januari ingaat, heeft het eerste werkingsjaar, uitzonderlijk, betrekking op een langere of een kortere periode dan een jaar. In dat geval bepaalt de oproep of de beheersovereenkomst de periode waarop het eerste werkingsjaar betrekking heeft.
   § 7. De oproep wordt voldoende kenbaar gemaakt, onder meer door publicatie op de website van [2 de administratie]2 [2 ...]2.]1
  ----------
  (1)<BVR 2014-05-16/31, art. 56, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
  (2)<BVR 2023-05-12/09, art. 165, 007; Inwerkingtreding : 10-07-2023>

Afdeling 2. - De beheersovereenkomst en het jaarplan
Art.7.De beheersovereenkomst bevat minstens de volgende gegevens :
  1° de contactgegevens van de personen binnen [2 de administratie]2 en van de personen die namens de organisatie de eindverantwoordelijkheid dragen voor de voortgangscontrole van de beheersovereenkomst. Wijzigingen van die gegevens worden in de loop van de overeenkomst doorgegeven;
  2° de gegevens over de subsidie die, overeenkomstig de oproep, wordt toegekend :
  a) de aard van de subsidie, vermeld in artikel 4, § 3;
  b) als de subsidie forfaitair is of een forfaitair deel bevat: de forfaitaire subsidie of de subsidie van het forfaitaire deel per werkingsjaar van de beheersovereenkomst;
  c) als de subsidie variabel is of een variabel deel bevat : de financieringsparameters om de uiteindelijke variabele subsidie of het variabel deel van de subsidie te bepalen, namelijk de prestaties of prestatieniveaus en de variabele subsidie of het variabel deel van de subsidie die daaraan verbonden is, de maximale variabele subsidie of het maximale variabel deel van de subsidie en de groei ervan die wordt toegestaan;
  d) de wijze waarop de variabele subsidie of het variabel deel van de subsidie [1 ...]1 wordt berekend;
  3° de begin- en einddatum van de beheersovereenkomst;
  4° de beleidsthema's en [1 eventueel]1 de doelgroepen waarop de beheersovereenkomst betrekking heeft;
  5° [1 ...]1;
  6° [1 met toepassing van artikel 21, § 1, tweede lid, en artikel 23, § 1, tweede lid van het decreet van 21 november 2003, het beleidsplan, dat bestaat uit:
   a) resultaatgebieden en eventuele doelgroepen waarop ze betrekking hebben;
   b) acties en eventuele doelgroepen waarop ze betrekking hebben;
   c) planning in de tijd van de acties om de resultaten te behalen binnen de resultaatgebieden;
   d) invulling van de kwaliteits- en samenwerkingsvereisten bij de uitvoering van de acties;
   e) invulling van de aandachtspunten, vermeld in artikel 7, § 1, van het decreet van 21 november 2003, bij de uitvoering van de acties;
   f) evaluatiecriteria;
   g) de meerjarenbegroting, zonder indexaanpassing, voor de duur van de beheersovereenkomst;
   h) eventuele andere gegevens, vermeld in de oproep;]1
  7° de jaarplannen, met inbegrip van de begrotingen, die elk werkingsjaar als bijlage worden gevoegd bij de beheersovereenkomst, en die goedgekeurd worden door [2 de administratie]2.
  [1 8° de nadere regels voor het opzeggen van de beheersovereenkomst.]1
  ----------
  (1)<BVR 2014-05-16/31, art. 57, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
  (2)<BVR 2023-05-12/09, art. 167, 007; Inwerkingtreding : 10-07-2023>

Art.8.[1 Voor een jaarplan in het kader van een beheersovereenkomst gelden al de volgende bepalingen:
   1° een jaarplan bestaat ten minste uit de concretisering voor het werkingsjaar in kwestie van de elementen uit het beleidsplan, vermeld in artikel 7, 6°, en:
   a) betrekking tot de begroting:
   1) een begroting die opgemaakt is zonder rekening te houden met de indexering voor het werkingsjaar in kwestie, maar met de indexering die toegekend is in de vorige werkingsjaren van de beheersovereenkomst;
   2) een begroting die ook de geplande besteding van de eventuele reserves vermeldt;
   b) met betrekking tot het jaarverslag: een opsomming van de gegevens om de uitvoering van de acties aan de hand van de evaluatiecriteria te beoordelen. Die gegevens worden, indien mogelijk, meetbaar voorgesteld met indicatoren en worden via het jaarverslag of het registratiesysteem, vermeld in artikel 9, § 1, 6°, bezorgd aan [2 de administratie]2;
   c) met betrekking tot het financiële verslag: indien van toepassing, een opsomming van de resultaatgebieden, de acties of de groepering van acties waarover afzonderlijk gerapporteerd wordt;
   2° [2 De administratie]2 kan de structuur van het jaarplan bepalen;
   3° het sluiten van de beheersovereenkomst houdt automatisch de goedkeuring in van het jaarplan voor het eerste werkingsjaar. De volgende jaarplannen binnen een beheersovereenkomst moeten worden goedgekeurd door het agentschap. Om dat tijdig te kunnen afronden, dient de organisatie voor eind oktober van het werkingsjaar dat voorafgaat aan het werkingsjaar in kwestie, een voorstel van jaarplan in bij [2 de administratie]2.]1
  ----------
  (1)<BVR 2014-05-16/31, art. 58, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
  (2)<BVR 2023-05-12/09, art. 167, 007; Inwerkingtreding : 10-07-2023>

Afdeling 3. - De subsidiëringsvoorwaarden
Art.9.[1 § 1. Om in aanmerking te komen voor een subsidie via een beheersovereenkomst moet een partnerorganisatie of een organisatie met terreinwerking aan al de volgende voorwaarden voldoen:
   1° de bepalingen in de beheersovereenkomst naleven;
   2° per werkingsjaar een jaarplan indienen als vermeld in artikel 8;
   3° het jaarplan uitvoeren;
   4° een jaarverslag als vermeld in paragraaf 2, indienen;
   5° een financieel verslag als vermeld in paragraaf 3, indienen;
   6° als dat opgenomen is in het jaarplan, de acties in het kader van de beheersovereenkomst registreren en die registratiegegevens, vermeld in artikel 8, 1°, b), bezorgen aan [2 de administratie]2. [2 De administratie]2 bepaalt de vorm en de overdrachtswijze en -frequentie van de registratiegegevens en kan daartoe, na overleg met de betrokkenen, een registratiesysteem invoeren waarvan de administratieve last zo beperkt mogelijk wordt gehouden. De laatste registratiegegevens van een werkingsjaar worden bezorgd uiterlijk drie maanden nadat het werkingsjaar is verstreken;
   7° alle andere bepalingen van dit besluit naleven die van toepassing zijn op een partnerorganisatie of op een organisatie met terreinwerking.
   § 2. Voor het jaarverslag, vermeld in paragraaf 1, 4°, gelden al de volgende bepalingen:
   1° het jaarverslag bevat ten minste de gegevens waarmee aan de hand van de evaluatiecriteria de uitvoering van de acties beoordeeld kan worden en een samenvatting van het jaarverslag die aangevuld kan worden met bijlagen. Als dat opgenomen is in het jaarplan, kan de indiening van registratiegegevens via het registratiesysteem, het jaarverslag, of delen ervan, vervangen;
   2° het jaarverslag wordt, tenzij het anders bepaald is in de beheersovereenkomst, ingediend bij [2 de administratie]2 voor 31 maart van het jaar dat volgt op het werkingsjaar in kwestie;
   3° de structuur van het jaarverslag is afgestemd op de structuur van het jaarplan;
   4° het jaarverslag, of de samenvatting ervan, kan door [2 de administratie]2 beschikbaar worden gesteld op de website van [2 de administratie]2.
   § 3. Een financieel verslag als vermeld in paragraaf 1, 5°, wordt, tenzij het anders bepaald is in de beheersovereenkomst, ingediend bij [2 de administratie]2 voor 31 maart van het jaar dat volgt op het werkingsjaar in kwestie, en bevat over de uitvoering van de beheersovereenkomst al de volgende gegevens:
   1° de staat van ontvangsten en uitgaven, gegroepeerd per kosten- en inkomstensoort, als een enkelvoudige boekhouding of kasboekhouding wordt gevoerd, of de resultatenrekening als een dubbele boekhouding wordt gevoerd, met inbegrip van de oorsprong, de omvang en de besteding van de eventuele middelen die verkregen worden buiten de beheersovereenkomst en die verband kunnen houden met de beheersovereenkomst;
   2° per medewerker de naam, de functie, de gemiddelde tewerkstellingstijd over het hele werkingsjaar en het bruto jaarloon;
   3° een genummerde lijst van de kosten en opbrengsten, met een verwijzing naar de begunstigde, het bedrag en een omschrijving, gerangschikt per kosten- of opbrengstensoort. De begunstigde houdt de originele bewijsstukken bij;
   4° indien van toepassing, een afschrijvingstabel met de lopende en de nieuwe afschrijvingen;
   5° een toelichting bij de evolutie van de inkomsten en uitgaven en bij de besteding van de reserve;
   6° een rapportage over de inkomsten en uitgaven met betrekking tot de resultaatgebieden, de acties of de groepering van acties waarover volgens het jaarplan afzonderlijk gerapporteerd moet worden in het financiële verslag;
   7° voor vzw's: de balans van activa en passiva.
   [2 De administratie]2 kan de vorm van het financiële verslag nader bepalen.]1
  ----------
  (1)<BVR 2014-05-16/31, art. 59, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
  (2)<BVR 2023-05-12/09, art. 168, 007; Inwerkingtreding : 10-07-2023>

Afdeling 4. - De subsidie via een beheersovereenkomst
Art.10. De minister betaalt per werkingsjaar van de beheersovereenkomst, en overeenkomstig de bepalingen van de beheersovereenkomst, de subsidie uit.
  Na de goedkeuring van het jaarplan voor het werkingsjaar in kwestie en na de goedkeuring door het Vlaams Parlement van de uitgavenbegroting voor het jaar in kwestie wordt de subsidie, binnen de beschikbare begrotingskredieten, uitbetaald.
  Een subsidie via een beheersovereenkomst sluit niet uit dat een partnerorganisatie of een organisatie met terreinwerking een andere subsidie kan ontvangen tijdens de looptijd van een beheersovereenkomst.

Art.11.De subsidie, vermeld in artikel 7, 2°, wordt elk werkingsjaar in januari geïndexeerd volgens de ontwikkeling van de gezondheidsindex en volgens de volgende formule :


<table border="0"> gezondheidsindex december [<font color="red">1</font> Y-1]<font color="red">1</font>[<font color="red">1</font> bedrag Y = bedrag Y-1]<font color="red">1</font>[<font color="red">1</font> Y]<font color="red">1</font> ------------------------------ gezondheidsindex december [<font color="red">1</font> Y-2]<font color="red">1</font>(<font color="red">1</font>)<BVR <a href="/cgi_loi/article.pl?language=nl&lg_txt=n&cn_search=2014051631" target="_blank">2014-05-16/31</a>, art. 60, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
  In de formule vermeld in het eerste lid, wordt verstaan onder :
  1° [1 ...]1;
  2° [1 y]1 : het werkingsjaar waarop de subsidie of de financieringsparameters, vermeld in artikel 7, 2°, betrekking hebben;
  3° gezondheidsindex : het prijsindexcijfer dat berekend en benoemd wordt voor de toepassing van artikel 2 van het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van 's lands concurrentievermogen, bekrachtigd bij de wet van 30 maart 1994 houdende sociale bepalingen.
  [1 Het subsidiebedrag voor een bepaald werkingsjaar wordt afgerond tot op de euro. Bij de afronding wordt vanaf vijftig eurocent naar boven afgerond, lager dan vijftig eurocent worden naar beneden afgerond.
   Het subsidiebedrag kan worden verhoogd in uitvoering van Vlaamse Intersectorale Akkoorden voor de social- en non-profitsectoren.]1
  ----------
  (1)<BVR 2014-05-16/31, art. 60, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

Art.12.In de subsidie, vermeld in de beheersovereenkomst, zijn [1 alle kosten]1 de overheadkosten voor centraal beheer en algemene exploitatie inbegrepen. Dat geldt ook voor de kosten die gemaakt zijn door de universiteiten, vermeld in het Besluit van de Vlaamse Regering 14 juli 1993 tot regeling van de vergoeding van de centrale beheerskosten en de algemene exploitatiekosten van de universiteiten, verbonden aan de uitvoering van wetenschappelijke activiteiten die door de Vlaamse Gemeenschap gefinancierd worden. Die kosten [1 voor centraal beheer en algemene exploitatie]1 bedragen maximaal 10 % van de uiteindelijke subsidie voor een bepaald werkingsjaar.
  ----------
  (1)<BVR 2014-05-16/31, art. 61, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

Art.13.§ 1. Als de subsidie alleen bestaat uit een forfaitaire subsidie, ontvangt de partnerorganisatie of de organisatie met terreinwerking per werkingsjaar vier gelijke delen van de subsidie voor dat werkingsjaar. Het eerste deel wordt na de ondertekening van het subsidiebesluit uitbetaald.
  § 2. Als de subsidie variabel is of een variabel deel bevat, ontvangt de partnerorganisatie of de organisatie met terreinwerking per werkingsjaar een voorschot in vier gelijke delen van de uiteindelijke subsidie voor dat werkingsjaar. Het eerste deel wordt na de ondertekening van het subsidiebesluit uitbetaald.
  [1 Elk deel bedraagt 22,5% van het maximale geïndexeerde subsidiebedrag dat bepaald is voor het werkingsjaar in kwestie.]1
  [1 ...]1.
  [1 ...]1.
  Het saldo van de subsidie van een werkingsjaar wordt bepaald op basis van een jaarafrekening door [2 de administratie]2 als vermeld in paragraaf 3, en wordt uitbetaald na de goedkeuring door [2 de administratie]2 van het financiële verslag en het jaarverslag.
  [1 ...]1.
  § 3. In de loop van het volgende werkingsjaar maakt [2 de administratie]2, op basis van zijn beoordeling van het jaarverslag en het financiële verslag, een jaarafrekening op.
  Als uit de evaluatie door [2 de administratie ]2 blijkt dat de financiële verantwoording of de uitvoering van de activiteiten onvoldoende is, [1 beslist het]1 agentschap [1 ...]1 een deel van de ingebrachte kosten niet te aanvaarden. [1 ...]1.
  ----------
  (1)<BVR 2014-05-16/31, art. 62, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
  (2)<BVR 2023-05-12/09, art. 169, 007; Inwerkingtreding : 10-07-2023>

Art.14. Inkomsten die verkregen worden buiten de beheersovereenkomst, worden niet in mindering gebracht van de subsidie die toegekend wordt in het kader van de beheersovereenkomst, tenzij dubbele financiering wordt aangetoond. Als dubbele financiering van dezelfde activiteit wordt aangetoond, worden de uitgaven in kwestie niet als kosten aanvaard in het kader van de beheersovereenkomst.

Art.15.De aanleg van een reserve, als vermeld in artikel 38, § 3, van het decreet van 21 november 2003, die opgebouwd wordt uit subsidies in het kader van een beheersovereenkomst, hierna reserve te noemen, wordt toegestaan.
  De reserve wordt elk werkingsjaar, ter gelegenheid van de jaarafrekening door [2 de administratie]2, bepaald door de uiteindelijke subsidie in het kader van de beheersovereenkomst te verminderen met de uitgaven die aanvaard zijn door het agentschap in het kader van de uitvoering van de beheersovereenkomst.
  De reserve die opgebouwd wordt in een bepaald werkingsjaar, mag niet meer bedragen dan een [1 vijfde]1 van de geïndexeerde subsidie voor het werkingsjaar in kwestie.
  De gecumuleerde reserve mag op het einde van een bepaald werkingsjaar nooit meer bedragen dan de helft van de geïndexeerde subsidie voor het werkingsjaar in kwestie.
  Als de reserve die limieten overschrijdt, wordt dat verrekend bij de eerstvolgende uitbetaling van subsidies in het kader van de beheersovereenkomst of wordt het bedrag van de overschrijding van de reserve teruggevorderd.
  De reserve is overdraagbaar naar een volgend werkingsjaar binnen een beheersovereenkomst of naar een eventuele volgende beheersovereenkomst.
  Zonder afbreuk te doen aan de bepaling, vermeld in het vierde lid, wordt de reserve, in dit geval, verhoogd met de reserve, of een deel ervan, van een of meer partnerorganisaties of organisaties met terreinwerking waarvan de activiteiten, of een deel van de activiteiten worden voortgezet of overgenomen en die voordien analoge activiteiten uitvoerden en hun reserve opbouwden met subsidies van de Vlaamse overheid.
  [1 ...]1.
  [1 Als er geen nieuwe beheersovereenkomst wordt gesloten, wordt de gecumuleerde reserve na afloop van de lopende beheersovereenkomst teruggevorderd.]1.
  Als er geen nieuwe beheersovereenkomst wordt gesloten, wordt de reserve ingebracht bij de jaarafrekening van het laatste werkingsjaar van de beheersovereenkomst. In dat geval wordt de subsidie teruggevorderd.
  ----------
  (1)<BVR 2014-05-16/31, art. 63, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
  (2)<BVR 2023-05-12/09, art. 170, 007; Inwerkingtreding : 10-07-2023>

Art.16.Alleen de kosten die betrekking hebben op de uitvoering van de beheersovereenkomst, kunnen in rekening worden gebracht.
  Kosten van reizen naar en verblijven in het buitenland en reis- en verblijfskosten van buitenlandse deskundigen zijn alleen vergoedbaar als [2 de administratie]2 daarvoor op voorhand toestemming heeft verleend.
  Kosten die verbonden zijn aan leningen, worden niet terugbetaald, behalve als [2 de administratie]2 daarvoor op voorhand toestemming heeft verleend.
  Voor de aankoop van uitrustingsgoederen voor een [1 totaal]1 bedrag hoger dan 5 % van de subsidie voor het werkingsjaar in kwestie, moet op voorhand toestemming worden verleend door [2 de administratie]2. [1 Voor die toestemming worden alleen uitrustingsgoederen met een aanschaf van meer dan 500 euro, btw inbegrepen, in rekening gebracht.]1.
  Uitrustingsgoederen kunnen alleen worden gefinancierd als de kosten ervan gespreid worden afgeschreven. De afschrijvingstermijn voor informatica-apparatuur, hard- en software bedraagt minstens drie jaar [1 , voor meubilair en andere uitrustingsgoederen bedraagt die ten minste vijf jaar]1.
  Het aanwenden van middelen die verkregen zijn in het kader van een beheersovereenkomst, voor het al dan niet volledig verwerven van onroerende goederen is alleen mogelijk als de minister daarvoor op voorhand toestemming heeft verleend.
  ----------
  (1)<BVR 2014-05-16/31, art. 64, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
  (2)<BVR 2023-05-12/09, art. 171, 007; Inwerkingtreding : 10-07-2023>

Art.17.§ 1. Iedere mediacampagne over de activiteiten, vermeld in de beheersovereenkomst, wordt minimaal veertien dagen vooraf gemeld aan [2 de administratie]2.
  § 2. Resultaten van activiteiten die gefinancierd worden in het kader van de beheersovereenkomst, mogen alleen openbaar gemaakt worden of gepubliceerd worden nadat ze bezorgd zijn aan [2 de administratie]2.
  § 3. De steun van de Vlaamse overheid moet vermeld worden bij publicaties, presentaties en andere mededelingen over de activiteiten, vermeld in de beheersovereenkomst.
  Die publicaties, presentaties en mededelingen worden, bij voorkeur elektronisch, bezorgd aan [2 de administratie]2. Als dat niet mogelijk is, wordt het agentschap daarover geïnformeerd.
  § 4. [1 De Vlaamse overheid en de organisaties of personen die zij zelf aanwijst, mogen, zonder dat ze eventuele kosten moeten betalen of aan andere verplichtingen moeten voldoen, gebruikmaken van alle gegevens, producten, documenten en materialen, zoals ontwikkelde software en bijbehorende broncodes, logo's, foto's en publicaties die in het kader van de beheersovereenkomst zijn ontwikkeld en waarvan de begunstigde, of zijn onderaannemer, de rechten bezit.]1.
  § 5. [2 De administratie]2 kan twee vertegenwoordigers kosteloos laten deelnemen aan vormings- of studiedagen die door de partnerorganisatie of organisatie met terreinwerking worden georganiseerd ter uitvoering van de beheersovereenkomst. De kosten voor de deelname aan intensieve trainingen en de reis- en verblijfskosten blijven ten laste van [2 de administratie"]2.
  ----------
  (1)<BVR 2014-05-16/31, art. 65, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
  (2)<BVR 2023-05-12/09, art. 172, 007; Inwerkingtreding : 10-07-2023>

Afdeling 5. - De procedure voor het sluiten van een beheersovereenkomst en voor het weigeren van het sluiten van een beheersovereenkomst
Art.18.[1 § 1. De kandidaat dient het dossier, vermeld in artikel 4, § 1, eerste lid, 2°, in bij de [2 secretaris-generaal]2. Een ontvangstbevestiging wordt aan de kandidaat bezorgd binnen drie werkdagen.
   Nadat de oproep tot het sluiten van een beheersovereenkomst kenbaar is gemaakt, wordt minstens in een periode van tweeënvijftig kalenderdagen voorzien om het dossier in te dienen.
   § 2. De beslissing over de ontvankelijkheid, vermeld in artikel 4, § 1, eerste lid, 3°, wordt door [2 de administratie]2 meegedeeld aan de kandidaat binnen twintig werkdagen na de ontvangstmelding. De onontvankelijkheid wordt gemotiveerd.
   Als de kandidaat op de hoogte is gebracht van de onontvankelijkheid, heeft hij tien werkdagen de tijd om aan alle voorwaarden te voldoen. Als hij niet of niet tijdig alle nodige formaliteiten vervult, vervalt het voorstel dat hij heeft ingediend.
   § 3. Na het overleg, vermeld in artikel 4, § 1, eerste lid, 5°, delen de kandidaten binnen drie werkdagen mee of ze een nieuw dossier indienen. Binnen twintig werkdagen na het overleg worden de nieuwe dossiers ingediend bij de administrateur-generaal.
   § 4. Als er geen beheersovereenkomst wordt gesloten of als de beheersovereenkomst niet wordt verlengd, kan de kandidaat, de partnerorganisatie of de organisatie met terreinwerking, geen aanspraak maken op een vergoeding van de kosten die verbonden zijn aan activiteiten die hebben plaatsgevonden om een beheersovereenkomst te sluiten of om de beheersovereenkomst te verlengen, of op een vergoeding voor het verlies van inkomsten door geen beheersovereenkomst te sluiten of de beheersovereenkomst niet te verlengen.]1
  ----------
  (1)<BVR 2014-05-16/31, art. 66, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
  (2)<BVR 2023-05-12/09, art. 173, 007; Inwerkingtreding : 10-07-2023>

Art.19.Alle gegevens en documenten worden elektronisch uitgewisseld tussen de kandidaat en [1 de administratie]1. Stukken die niet elektronisch beschikbaar zijn, worden per post of fax gestuurd.
  ----------
  (1)<BVR 2023-05-12/09, art. 174, 007; Inwerkingtreding : 10-07-2023>

Afdeling 6. - Het toezicht
Art.20.De voortgang van de realisatie van de activiteiten wordt bij partnerorganisaties of organisaties met terreinwerking onder meer gecontroleerd en aangestuurd tijdens een overleg, als [1 de administratie]1 dat nodig acht.
  Het overleg wordt door de partnerorganisatie of organisatie met terreinwerking voorbereid en gedocumenteerd.
  [1 De administratie]1 kan andere deskundigen uitnodigen om deel te nemen aan dat overleg.
  ----------
  (1)<BVR 2023-05-12/09, art. 175, 007; Inwerkingtreding : 10-07-2023>

Art.21.[3 De administratie]3 wordt belast met het toezicht op partnerorganisaties en op organisaties met terreinwerking waarmee een beheersovereenkomst is gesloten.[2 ...]2
  ----------
  (2)<BVR 2018-12-07/22, art. 16, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
  (3)<BVR 2023-05-12/09, art. 176, 007; Inwerkingtreding : 10-07-2023>

HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen
Art.22. Het Besluit van de Vlaamse Regering van 31 juli 1991 inzake gezondheidspromotie wordt opgeheven op 1 januari 2010, met inbegrip van de erkenningen verleend op basis van dit besluit.

Art.23. Eventuele reserves van convenanten in het kader van het preventieve gezondheidsbeleid, gesloten met de Vlaamse Regering voor het in werking treden van dit besluit, worden overgedragen op een of meer organisaties waarmee voor analoge activiteiten een of meer beheersovereenkomsten worden gesloten.

Art.24.§ 1. De convenanten van de volgende organisaties die van toepassing zijn op het ogenblik van de inwerkingtreding van dit besluit, kunnen, als [2 de administratie]2 de uitvoering van de activiteiten en de financiële verantwoording als voldoende heeft geëvalueerd, eenmalig worden verlengd tot 31 december 2015 :
  a) de Vereniging voor Alcohol- en Andere Drugproblemen, afgekort VAD;
  b) Sensoa, de rechtsopvolger van het Interprovinciaal Aidscoördinaat;
  c) het Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie en Ziektepreventie, afgekort VIGEZ, de rechtsopvolger van het Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie.
  In het geval, vermeld in het eerste lid, blijft VIGEZ, jaarlijks tot 31 december 2015, de basissubsidie voor werkings- en personeelskosten ontvangen, en blijven VAD en Sensoa, jaarlijks tot 31 december 2015, de subsidie voor vaste kosten voor personeels- en werkingskosten ontvangen, op de wijze en volgens de regels die gelden voor de inwerkingtreding van dit besluit.
  [1 De subsidie, vermeld in het tweede lid, bedraagt vanaf 1 januari 2015 voor VAD 569.271 euro (vijfhonderdnegenenzestigduizend tweehonderdeenenzeventig euro), voor Sensoa 569.271 euro (vijfhonderdnegenenzestigduizend tweehonderdeenenzeventig euro) en voor VIGEZ 975.957 euro (negenhonderdvijfenzeventigduizend negenhonderdzevenenvijftig euro). Die bedragen zijn berekend, rekening houdend met de gezondheidsindex van december 2013 en worden geïndexeerd op dezelfde manier als bepaald in de convenanten die met die organisaties gesloten zijn.
   Onder de gezondheidsindex, vermeld in het derde lid, wordt verstaan: het prijsindexcijfer dat berekend en benoemd wordt voor de toepassing van artikel 2 van het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van 's lands concurrentievermogen, bekrachtigd bij de wet van 30 maart 1994 houdende sociale bepalingen.]1
  § 2. De verlenging, vermeld in § 1 wordt toegepast, als de organisaties de minister daartoe per aangetekende zending verzoekt, uiterlijk op 30 oktober 2009. Als de organisatie hiertoe geen verzoek indient, verzaakt zij aan de verlenging, vermeld in § 1, en kan de minister al dan niet beslissen tot het lanceren van een oproep.
  ----------
  (1)<BVR 2015-03-13/05, art. 6, 005; Inwerkingtreding : 24-04-2015>
  (2)<BVR 2023-05-12/09, art. 177, 007; Inwerkingtreding : 10-07-2023> Art.25. Artikel 18 en artikel 19 van het decreet van 20 maart 2009 houdende diverse bepalingen betreffende het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, treden in werking op de datum van de inwerkingtreding van dit besluit.

Art.26. Dit besluit treedt in werking op 15 september 2009.

Art. 27. De Vlaamse minister, bevoegd voor het gezondheidsbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.