5 APRIL 2006. - Koninklijk besluit houdende wijziging van het koninklijk besluit van 15 maart 1993 tot uitvoering van hoofdstuk II van titel III van de wet van 30 december 1992 houdende sociale en diverse bepalingen, met betrekking tot de invoering van een jaarlijkse bijdrage ten laste van de vennootschappen bestemd voor het sociaal statuut der zelfstandigen.
Art. 1-5
Artikel 1. Artikel 2bis van het koninklijk besluit van 15 maart 1993 tot uitvoering van hoofdstuk II van titel III van de wet van 30 december 1992 houdende sociale en diverse bepalingen, met betrekking tot de invoering van een jaarlijkse bijdrage ten laste van de vennootschappen, bestemd voor het sociaal statuut der zelfstandigen, ingevoegd bij koninklijk besluit van 31 juli 2004 en gewijzigd bij koninklijk besluit van 12 april 2005, wordt vervangen als volgt :
" Art. 2bis. De jaarlijkse forfaitaire bijdrage bedoeld in artikel 91 van de wet wordt voor het jaar 2006 vastgesteld op 347,50 EUR. "
Art.2. Artikel 2ter van hetzelfde besluit, ingevoegd bij koninklijk besluit van 31 juli 2004 en gewijzigd bij koninklijk besluit van 12 april 2005, wordt vervangen als volgt :
" Art. 2ter. In afwijking van artikel 2bis wordt de jaarlijkse forfaitaire bijdrage bedoeld in artikel 91 van de wet voor het jaar 2006 vastgesteld op 852,50 EUR voor de vennootschappen waarvoor blijkt, op basis van gegevens verstrekt door of beschikbaar bij de Balanscentrale van de Nationale Bank van België, dat het balanstotaal van het voorlaatste afgesloten boekjaar 532 022,59 EUR overschrijdt.
Voor de vaststelling per vennootschap van het voorlaatste afgesloten boekjaar wordt de toestand op 1 januari van het bijdragejaar in aanmerking genomen.
Het balanstotaal bedoeld in het eerste lid is de totale boekwaarde van de activa zoals blijkt uit het balansschema dat vastgesteld is bij koninklijk besluit op grond van artikel 92, § 1, van het Wetboek van vennootschappen. "
Art.3. Artikel 2quater van hetzelfde besluit, ingevoegd bij koninklijk besluit van 12 april 2005, wordt opgeheven.
Art.4. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2006.
Art. 5. Onze Minister van Middenstand is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 5 april 2006.
ALBERT
Van Koningswege :
Voor de Minister van Middenstand,
Mevr. S. LARUELLE
afwezig,
De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën,
D. REYNDERS.