Details





Titel:

22 NOVEMBER 2006. - Koninklijk besluit betreffende het telewerk in het federaal administratief openbaar ambt. <KB2017-03-09/07, art. 20, 003; Inwerkingtreding : 01-04-2017> (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 01-12-2006 en tekstbijwerking tot 20-04-2022)



Inhoudstafel:


Art. 1-9, 9bis, 10-15, 15bis, 16-17



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:





Artikels:

Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op de personeelsleden van de federale overheidsdiensten, van de programmatorische federale overheidsdiensten alsook van de diensten die ervan afhangen, van het ministerie van landsverdediging of van één van de rechtspersonen, bepaald in artikel 1, 3° van de wet van 22 juli 1993 houdende bepaalde maatregelen inzake ambtenarenzaken.

Art.2.Voor de toepassing van dit besluit, wordt verstaan onder :
  1° telewerk : een vorm van organisatie en/of uitvoering van het werk waarin, met gebruikmaking van informatietechnologie, werkzaamheden die ook op de werkvloer van de werkgever zouden kunnen worden uitgevoerd, [1 op regelmatige basis of op incidentele basis]1 buiten die werkvloer worden uitgevoerd;
  [2 1° /1 satellietwerk : een vorm van organisatie en/of uitvoering van het werk waarin, met gebruik van informatietechnologie, werkzaamheden die normaliter verricht worden in de dienst van aanwijzing worden verricht in een satellietkantoor, d.w.z. een gedecentraliseerd lokaal van de werkgever of een lokaal dat de werkgever aan het personeelslid ter beschikking stelt. Verschillende werkgevers kunnen overeenkomen om samen lokalen in te richten met het oog op deze ter beschikking te stellen van hun personeelsleden;]2
  2° telewerker : elk personeelslid dat telewerk verricht zoals hierboven is gedefinieerd;
  [2 2° /1 satellietwerker : elk personeelslid dat satellietwerk verricht;]2
  3° werkgever : elke in artikel 1 bedoelde instellingen;
  4° dienst : de verschillende entiteiten die aanwezig zijn binnen een instelling;
  5° directiecomité : het directiecomité voor een federale overheidsdienst of voor een programmatorische federale overheidsdienst of de directieraad voor het ministerie van landsverdediging en voor één van de rechtspersonen, bepaald in artikel 1, 3°, van de wet van 22 juli 1993 houdende bepaalde maatregelen inzake ambtenarenzaken;
  [2 6° hiërarchische meerdere : de ambtenaar aan wie de houder van de managementfunctie N-1 of van de staffunctie die deze dienst leidt of, bij afwezigheid, de leidend ambtenaar of zijn afgevaardigde de verantwoordelijkheid over een dienst of over een team heeft toegekend en die dientengevolge rechtstreeks gezag uitoefent over de personeelsleden van die dienst of van dat team;]2
  [2 7° functionele chef : de ambtenaar, de contractueel of de statutair die onder een andere rechtstoestand ressorteert die, onder de verantwoordelijkheid van de hiërarchische meerdere van een personeelslid, een rechtstreekse gezagsrelatie heeft ten aanzien van deze laatste bij het dagelijks uitoefenen van zijn ambt;]2
  [3 8° P&O-directeur: de directeur van de stafdienst Personeel en Organisatie of, in de federale diensten waar deze functie niet is toegekend, de ambtenaar die verantwoordelijk is voor de dienst belast met het humanresourcesmanagement of, bij gebrek hieraan, de ambtenaar die verantwoordelijk is voor de personeelsdienst.]3
  Dit besluit heeft geen betrekking op de zogenaamde mobiele telewerkers, dwz deze voor wie mobiliteit noodzakelijk deel uitmaakt van de functie.
  ----------
  (1)<KB 2011-10-07/02, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 29-10-2011>
  (2)<KB 2017-03-09/07, art. 21, 003; Inwerkingtreding : 01-04-2017>
  (3)<KB 2022-04-10/04, art. 1, 005; Inwerkingtreding : 01-05-2022>

Art.3.[1 De beslissing om op telewerk en/of op satellietwerk beroep te kunnen doen in een instelling wordt door het directiecomité genomen.
   De beslissing om effectief beroep te doen op telewerk of satellietwerk wordt genomen door de functionele chef of de hiërarchische meerdere.]1
  ----------
  (1)<KB 2017-03-09/07, art. 22, 003; Inwerkingtreding : 01-04-2017>

Art.4.[1 Het telewerk kan worden verricht in de woning van de telewerker of in elke andere door hem gekozen plaats.
   Het telewerk en het satellietwerk geven geen recht op een verblijfsvergoeding, dit ongeacht de plaats waar het wordt uitgeoefend.]1
  ----------
  (1)<KB 2017-03-09/07, art. 23, 003; Inwerkingtreding : 01-04-2017>

Art.5.§ 1. [2 Het telewerk en het satellietwerk gebeuren op vrijwillige basis, zowel voor het betrokken personeelslid als voor de betrokken dienst.]2
  Het feit van het organiseren van telewerk [2 en/of van het satellietwerk]2 in een dienst creëert voor de werkgever geen enkele verplichting om aan alle personeelsleden van deze dienst toe te laten hiervan gebruik te maken.
  Evenzeer creëert het feit dat het telewerk [2 en/of van het satellietwerk]2 zou veralgemeend worden in een dienst, voor het personeelslid geen enkele verplichting om hiervan gebruik te maken.
  § 2. Geen enkele toelage of premie mag verbonden worden aan telewerk. Geen enkele verhoging of vermindering van de arbeidsduur mag eraan verbonden worden.
  Voor de telewerker gelden dezelfde werkbelasting en prestatienormen als voor vergelijkbare personeelsleden welke werken op de werkvloer van de werkgever.
  § 3. De telewerkers hebben dezelfde rechten op opleiding en mogelijkheden voor loopbaanontwikkeling als vergelijkbare personeelsleden die op de werkvloer van de werkgever tewerkgesteld zijn en zijn onderworpen aan dezelfde evaluaties.
  § 4. [1 Telewerk mag, over een periode van een jaar, niet meer dan drie vijfden van de arbeidsregeling die op de telewerker van toepassing is beslaan.
   Telewerk en satellietwerk mogen samen nooit gelijk zijn aan de arbeidsregeling die op het personeelslid van toepassing is.]1
  [2 De P&O-directeur kan een uitzondering op het eerste en tweede lid toestaan op vraag van het personeelslid en na een gemotiveerd advies van de functionele chef van het personeelslid. In zijn aanvraag motiveert het personeelslid de redenen waarom hij wenst een uitzondering te bekomen. De toelating geldt voor maximum vierentwintig maanden maar is telkens hernieuwbaar na een nieuwe beslissing van de P&O-directeur.]2
  § 5. [2 ...]2
  ----------
  (1)<KB 2017-03-09/07, art. 24, 003; Inwerkingtreding : 01-04-2017>
  (2)<KB 2022-04-10/04, art. 2, 005; Inwerkingtreding : 01-05-2022>

Art.6.§ 1. Gedurende [1 het telewerk of het satellietwerk]1, behoudt [1 de telewerker of de satellietwerker]1 dezelfde rechten en plichten als gedurende de op de werkvloer van de werkgever verrichte uren.
  § 2. De verlofregeling en de bepalingen inzake arbeidsongevallen en beroepsziekten blijven volledig op hem van toepassing.
  In geval van ziekte, [1 zijn de telewerker en de satellietwerker]1 ertoe gehouden de werkgever te verwittigen overeenkomstig de modaliteiten voorzien voor de andere personeelsleden.
  Bij arbeidsongeval is de telewerker ertoe gehouden zo vlug mogelijk de werkgever te verwittigen en hem alle gegevens te bezorgen die nuttig zijn voor de kwalificatie van het ongeval als arbeidsongeval.
  § 3. [1 De telewerker en de satellietwerker zorgen voor de organisatie van hun werk rekening houdend met de wet van 14 december 2000 tot vaststelling van sommige aspecten van de organisatie van de arbeidstijd in de openbare sector [2 ...]2.]1
  § 4. De werkgever neemt de nodige maatregelen zodat [1 de telewerker en de satellietwerker toegang hebben]1 tot informatie betreffende de instelling en de dienst.
  ----------
  (1)<KB 2017-03-09/07, art. 25, 003; Inwerkingtreding : 01-04-2017>
  (2)<KB 2022-04-10/04, art. 3, 005; Inwerkingtreding : 01-05-2022>

Art.7. De werkgever informeert de telewerker omtrent de beschermings- en preventiemaatregelen die van kracht zijn in de instelling inzake veiligheid en gezondheid op de werkplek, in het bijzonder de eisen inzake beeldschermapparatuur.
  De telewerker past die maatregelen toe.
  De bevoegde interne preventiediensten hebben toegang tot de werkplek van de telewerker om te kunnen controleren of de geldende regelingen inzake veiligheid en gezondheid op correcte wijze worden toegepast. Indien het telewerk wordt verricht in een bewoond lokaal, moet dit bezoek op voorhand worden aangekondigd en moet de telewerker ermee hebben ingestemd.
  De telewerker kan een inspectiebezoek van diezelfde diensten aanvragen.

Art.8.[1 De telewerkers en de satellietwerkers]1 hebben dezelfde rechten als de personeelsleden die op de werkvloer van de werkgever tewerkgesteld zijn inzake de vakbondsvertegenwoordiging en deelneming aan het vakbondsleven alsook inzake de sociale dienst.
  [1 De invoering van telewerk en/of satellietwerk]1 in een instelling maakt het voorwerp uit van een voorafgaand overleg in het bevoegd overlegcomité.
  In het geval dat algemene regels, die dit besluit zouden aanvullen, worden bijgevoegd [1 "inzake telewerk en/of satellietwerk]1, worden deze in het bevoegd sectorcomité onderhandeld.
  ----------
  (1)<KB 2017-03-09/07, art. 26, 003; Inwerkingtreding : 01-04-2017>

Art.9.[1 § 1.- De leidend ambtenaar bepaalt in toepassing van dit besluit:
   1° de lijst van de functies die zich niet lenen tot telewerk ;
   2° de modaliteiten volgens welke de toestemming voor het toegestane telewerk wordt gegeven;
   3° de modaliteiten betreffende de registratie van het telewerk;
   4° de modaliteiten betreffende de technische ondersteuning en de momenten waarop deze bereikbaar is;
   5° de modaliteiten betreffende de uitbetaling van de vergoeding van de telewerkkosten.
   De telewerker en de functionele chef maken onderling afspraken over:
   1° op welke dagen er telewerk verricht kan worden en op welke dagen de aanwezigheid op de werkvloer vereist is;
   2° de ogenblikken waarop of de periodes tijdens dewelke de telewerker bereikbaar moet zijn en via welke middelen;
   3° de manier waarop de werkgever aan de telewerker de te verwezenlijken taken onder vorm van telewerk opgeeft, alsook de methode waarmee het werk, geleverd door de telewerker, gemeten wordt.
   De telewerker registreert elke telewerkdag.
   Als de plaats van het telewerk afwijkt van de woonplaats van de telewerker, dan deelt hij dit mee aan zijn werkgever.
   § 2.- De toestemming tot telewerk blijft gelden tot de intrekking ervan door de werkgever of tot de beslissing van de telewerker dat hij niet meer wil telewerken.]1
  ----------
  (1)<KB 2022-04-10/04, art. 4, 005; Inwerkingtreding : 01-05-2022>

Art. 9bis. [1 Artikel 9 is eveneens van toepassing op de satellietwerker.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij KB 2017-03-09/07, art. 27, 003; Inwerkingtreding : 01-04-2017>


Art.10.De werkgever is verantwoordelijk voor het beschikbaar stellen, het installeren en het onderhouden van [1 de voor telewerk en satellietwerk benodigde apparatuur]1 [3 , alsook een tweede voeding en eventueel ergonomisch materiaal zoals een headset, een tweede beeldscherm en een bureaustoel, vanaf dat een telewerker gemiddeld twee dagen per week telewerk verricht]3.
  [2 ...]2
  [2 ...]2
  ----------
  (1)<KB 2017-03-09/07, art. 28, 003; Inwerkingtreding : 01-04-2017>
  (2)<KB 2017-07-13/08, art. 110, 004; Inwerkingtreding : 01-09-2017>
  (3)<KB 2022-04-10/04, art. 5, 005; Inwerkingtreding : 01-05-2022>

Art.11.[1 De telewerker en de satellietwerker gaan zorgvuldig om met de hen ter beschikking gestelde apparatuur [2 en materiaal]2.
  [2 De telewerker en de satellietwerker gebruiken het ter beschikking gesteld materiaal niet voor private doelstellingen, tenzij er een specifieke regeling voorzien is voor hun organisatie en wanneer zij kenbaar hebben gemaakt dat zij dit materiaal willen gebruiken voor private doelstellingen.]2]1
  ----------
  (1)<KB 2017-03-09/07, art. 29, 003; Inwerkingtreding : 01-04-2017>
  (2)<KB 2022-04-10/04, art. 6, 005; Inwerkingtreding : 01-05-2022>

Art.12.De werkgever stelt [1 de telewerker en de satellietwerker]1 behoorlijke faciliteiten beschikbaar inzake technische ondersteuning.
  ----------
  (1)<KB 2017-03-09/07, art. 30, 003; Inwerkingtreding : 01-04-2017>

Art.13.[1 De kosten die voortvloeien uit verlies of beschadiging van de door de telewerker en de satellietwerker gebruikte apparatuur [2 , materiaal]2 en gegevens in het kader van het telewerk en het satellietwerk, zijn voor rekening van de werkgever, behalve bij bedrog of zware [2 fout]2 van de telewerker en de satellietwerker.]1
  In geval van beschadiging door derden of van diefstal, [1 verschaft de telewerker of de satellietwerker]1 aan de werkgever de informatie waarover hij beschikt en die van aard is om deze werkgever toe te laten het herstel van de geleden schade te bekomen.
  ----------
  (1)<KB 2017-03-09/07, art. 31, 003; Inwerkingtreding : 01-04-2017>
  (2)<KB 2022-04-10/04, art. 7, 005; Inwerkingtreding : 01-05-2022>

Art.14.[1 De telewerker en de satellietwerker brengen onmiddellijk de werkgever op de hoogte van een defect aan de door hen gebruikte apparatuur [2 of materiaal]2 of van een geval van overmacht waardoor zij hun werk niet kunnen verrichten.]1
  Er kan worden voorzien in specifieke regels zoals vervangende taken of een tijdelijke terugkeer naar de werkvloer van de werkgever.
  ----------
  (1)<KB 2017-03-09/07, art. 32, 003; Inwerkingtreding : 01-04-2017>
  (2)<KB 2022-04-10/04, art. 8, 005; Inwerkingtreding : 01-05-2022>

Art.15.De werkgever neemt maatregelen, in het bijzonder ten aanzien van de software, zodat de bescherming van de gegevens die door [1 de telewerker en de satellietwerker]1 voor professionele doeleinden worden gebruikt en verwerkt, gewaarborgd is.
  De werkgever informeert [1 de telewerker en de satellietwerker]1 omtrent de wetgeving en de in de instelling geldende regels inzake de bescherming van gegevens. [1 De telewerker en de satellietwerker moeten]1 die wetgeving en regels naleven.
  [1 De werkgever informeert de telewerker en de satellietwerker in het bijzonder omtrent de beperkingen ten aanzien van het gebruik van IT-apparatuur of -faciliteiten en de sancties ingeval zij zich niet aan die beperkingen houden.]1
  ----------
  (1)<KB 2017-03-09/07, art. 33, 003; Inwerkingtreding : 01-04-2017>

Art.15bis. [1 § 1.- Het telewerk kan tijdelijk worden geschorst door de hiërarchische meerdere of de functionele chef van het personeelslid.
   De schorsing van het telewerk op initiatief van de hiërarchische meerdere of de functionele chef kan worden gevraagd, na het personeelslid gehoord te hebben, indien de goede werking van de dienst dit vereist, wanneer een tuchtonderzoek werd opgestart of na een vermelding `onvoldoende' in het kader van de evaluatieperiodes. De hiërarchische meerdere of functionele chef motiveert zijn beslissing en stelt het personeelslid in kennis van de tijdelijke schorsing. De schorsing start tien dagen na de voormelde beslissing of, in desbetreffend geval, na de bemiddeling zoals voorzien in § 3.
   § 2.- Het personeelslid, zijn hiërarchische meerdere of zijn functionele chef kan het telewerk beëindigen.
   De beëindiging van het telewerk op initiatief van de hiërarchische meerdere of de functionele chef kan geschieden als het personeelslid een fout begaat waarbij het vertrouwen in de telewerker verloren gaat, als de afspraken niet worden gerespecteerd of als de functie van het personeelslid zo geëvolueerd is dat telewerk niet meer mogelijk is. De hiërarchische meerdere of de functionele chef motiveert zijn beslissing en stelt het personeelslid in kennis van de beëindiging, na hem gehoord te hebben. De beëindiging van het telewerk gaat in tien dagen na de voormelde beslissing of, in desbetreffend geval, na de bemiddeling zoals voorzien in § 3.
   De beëindiging van het telewerk op initiatief van het personeelslid wordt ten laatste veertien dagen op voorhand aangevraagd. De beëindiging gaat in de eerste dag van de volgende maand.
   Er wordt geen einde gesteld aan het telewerk wanneer het personeelslid muteert, bevordert of benoemd wordt als stagiair, of als een tuchtsanctie wordt opgelegd aan de ambtenaar behalve als de werkgever dit uitdrukkelijk beslist.
   § 3.- Het personeelslid kan beroep doen op bemiddeling bij de P&O-directeur of zijn afgevaardigde:
   1° wanneer de hiërarchische meerdere of de functionele chef een negatieve beslissing heeft genomen bij de aanvraag tot telewerk;
   2° wanneer hij niet akkoord gaat met de schorsing van het telewerk door de hiërarchische meerdere of de functionele chef;
   3° wanneer hij niet akkoord gaat dat de hiërarchische meerdere of de functionele chef het telewerkregime beëindigt;
   4° wanneer er andere problemen zijn betreffende het telewerk waarin het personeelslid deze bemiddeling noodzakelijk acht.
   De P&O-directeur of zijn afgevaardigde maakt zijn advies kenbaar omtrent de toekenning, de schorsing of het einde van het telewerk binnen de eenentwintig dagen volgend op de datum waarop de vraag tot bemiddeling is ingediend.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij KB 2022-04-10/04, art. 9, 005; Inwerkingtreding : 01-05-2022>


Art.16.De werkgever die het telewerk invoert informeert hierover voorafgaandelijk de minister tot wiens bevoegdheid de ambtenarenzaken behoren [2 ...]2.
  [2 De FOD BOSA stelt op basis van de inlichtingen die door de werkgever aan hem verschaft zijn een jaarlijks rapport op met alle inlichtingen nuttig voor de globale evaluatie van telewerk. Het jaarlijks rapport wordt gericht aan de minister tot wiens bevoegdheid de ambtenarenzaken behoren en wordt voorgesteld aan de representatieve vakorganisaties.]2
  ----------
  (1)<KB 2011-10-07/02, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 29-10-2011>
  (2)<KB 2022-04-10/04, art. 10, 005; Inwerkingtreding : 01-05-2022>

Art. 17. Onze Ministers en Onze Staatssecretarissen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.