25 MAART 2004. - Decreet betreffende de erkenning van en de toekenning van subsidies aan de plaatselijke ontwikkelingsagentschappen. (VERTALING) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 29-04-2004 en tekstbijwerking tot 23-10-2023)
Art. 1-11
Artikel 1. De regering kan tegen de voorwaarden van dit decreet de plaatselijke ontwikkelingsagentschappen, afgekort " A.D.L. " naar de Franse benaming " Agences de Développement Local ", erkennen en kent binnen de specifieke jaarlijks vastgestelde begrotingsperken subsidies toe aan de erkende A.D.L's.
Art.2.In de zin van dit decreet dient te worden verstaan onder :
1° " plaatselijke ontwikkeling " : de bevordering van de duurzame ontwikkeling op plaatselijk vlak, die erin bestaat de leefkwaliteit op economisch vlak en wat jobcreatie betreft te verbeteren; de ontwikkeling moet globaal, prospectief en geïntegreerd zijn, vastgeankerd worden in de plaatselijk-interne bestaansmiddelen en voordelig zijn voor de plaatselijke gemeenschap en diens leden;
2° " A.D.L. " : de instelling die de voorwaarden bedoeld in de artikelen 4 en 5 vervult;
3° " [2 strategisch plan]2 " : het document voor de sturing en de strategische programmering van de duurzame ontwikkeling van de gemeente of op sociaal-economisch vlak verenigde gemeenten voortvloeiende uit het overleg tussen de plaatselijke actoren, namelijk de overheden, de privé-sector of het verenigingsleven en de inwoners, verwezenlijkt op grond van de studie over de troeven, zwakke punten, kansen en gevaren en de daaruit voortvloeiende globale diagnose voor het grondgebied;
[1 4° het "netwerk van de plaatselijke ontwikkelingsagentschappen" : georganiseerde vorm van collectieve actie die de plaatselijke ontwikkelingsagentschappen erkend in het Waalse Gewest via ontmoetingen, opleidingen en uitwisselingen verenigt.]1
----------
(1)<DWG 2013-11-28/17, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
(2)<DWG 2018-07-17/04, art. 1, 010; Inwerkingtreding : 18-10-2018>
Art.3.Het A.D.L. vervult volgende opdrachten :
1° alle plaatselijke actoren in een samenwerkingsverband voor de plaatselijke ontwikkeling verenigen;
2° dat samenwerkingsverband dat de overheden, de privé-sector of het verenigingsleven op het grondgebied van de gemeente of de verenigde gemeenten verenigt, opstarten en bezielen;
3° de aard van de behoeften en de plaatselijke potentialiteiten identificeren rekening houdend met de economische aspecten en de jobcreatie;
4° in het [1 strategisch plan]1 de prioritaire doelstellingen bepalen en ze ten uitvoer brengen;
5° [1 tot de samenwerkingsbevorderende acties omschreven in het strategisch plan aanzetten en ze coördineren en mogelijkheden voor de rationalisering van de werkingsstructuren tussen de plaatselijke actieregelingen nastreven;]1
6° prioritair de plaatselijke bestaansmiddelen en know-how gebruiken met het oog op de ontwikkeling van de potentiële ondernemingszin op het gemeentelijk grondgebied en de duurzame werkgelegenheid in stand houden of tot stand brengen;
7° aan het A.D.L.-netwerk deelnemen om bij te dragen tot het uitwisselen van de verworven kennis en goede praktijken en ze toepassen op het gemeentelijk grondgebied;
8° de plaatselijke ontwikkeling laten aansluiten op de andere instrumenten en organen voor de territoriale ontwikkeling op gemeentelijk, intergemeentelijk, provinciaal, gewestelijk, federaal en Europees vlak.
De regering kan de opdrachten bedoeld in het eerste lid nader bepalen. Hij kan eveneens de modaliteiten voor de uitvoering van het [1 strategisch plan]1 omschrijven.
----------
(1)<DWG 2018-07-17/04, art. 2, 010; Inwerkingtreding : 18-10-2018>
Art.4.[1 § 1. Om erkend te worden dient het "A.D.L." aan volgende voorwaarden te voldoen:
1° georganiseerd zijn onder één van beide vormen bedoeld in artikel 5, eerste lid;
2° zich ertoe verbinden uitsluitend de opdrachten bedoeld in artikel 3 te vervullen;
3° een verbintenis voorleggen van de gemeente, de aangrenzende gemeenten of andere plaatselijke partners om een deelname gelijk aan minstens 30 % van de krachtens artikel 9 toegekende subsidie in te brengen;
4° minstens twee personeelsleden voltijds te werk te stellen, onder wie minstens één houder is van een diploma ter bevestiging van een academische graad van master en de andere van een diploma van bachelor of van een getuigschrift van het hoger secundair onderwijs;
5° een strategisch plan uitwerken volgens de door de Regering bepaalde modaliteiten;
6° zich ertoe verbinden de Regering uiterlijk jaarlijks tegen 31 maart van elk jaar een jaarlijks activiteitenverslag waarvan de Regering de inhoud bepaalt, alsmede de jaarrekeningen over te maken uiterlijk binnen zeven maanden na afsluiting van de jaarrekeningen;
7° zich ertoe verbinden de personeelsleden bedoeld onder 4° een voortgezette opleiding te verstrekken volgens de door de Regering bepaalde modaliteiten;
8° zich inzetten voor acties inzake plaatselijke ontwikkeling waarin niet voorzien wordt door de bestaande operatoren, op het grondgebied van één gemeente dan wel meerdere aangrenzende gemeenten die globaal minder dan veertig duizend inwoners tellen;
9° de acties tot stand brengen in samenhang met de door de Regering gevoerde gewestelijke beleidsacties;
10° zich ertoe verbinden naar gelijke kansen te streven op het vlak van de maatschappelijke organen van het "A.D.L"., evenals in de uitoefening van de opdrachten bedoeld in artikel 3.
§ 2. Uiterlijk binnen zes maanden na de kennisgeving van de toekenning van erkenning gaat het "A.D.L." over tot de indienstneming in het kader van een arbeidsovereenkomst van de in § 1, 4°, bedoelde personeelsleden.
Indien een arbeidsduurvermindering krachtens de regelgeving die op het personeel van toepassing is, toegelaten wordt en indien de arbeidsduur kleiner is geworden dan een 4/5de, moet het plaatselijke ontwikkelingsagentschap het personeelslid dat in aanmerking komt voor de arbeidsduurvermindering, door een nieuw lid met hetzelfde niveau van kwalificaties vervangen. Het "A.D.L." kan nochtans een gemotiveerde afwijkingsaanvraag betreffende de bovenvermelde termijn bij de Regering volgens de door haar bepaalde modaliteiten indienen.
Wanneer een deeltijds tewerkgesteld personeelslid het plaatselijke ontwikkelingsagentschap definitief verlaat, is de verplichting tot voltijdse indienstneming bedoeld in § 1, 4°, in het kader van de vervanging van toepassing. Het plaatselijke ontwikkelingsagentschap kan nochtans een met redenen omklede afwijkingsaanvraag bij de Regering indienen volgens de door haar bepaalde modaliteiten om niet over te gaan tot dit soort vervanging tijdens een verlengbare duur van maximum één jaar .
De personeelsleden die vóór 1 januari 2019 ter beschikking van het "A.D.L." worden gesteld, kunnen tot hun definitief vertrek in hun functie worden gehandhaafd.]1
----------
(1)<DWG 2018-07-17/04, art. 21, 010; Inwerkingtreding : 18-10-2018>
Art.5.<DWG 2005-12-15/37, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 09-01-2006> Het plaatselijk ontwikkelingsagentschap wordt uiterlijk binnen de zes maanden na de erkenning in één van de volgende vormen georganiseerd :
1° een vereniging zonder winstoogmerk [1 met als enig doel]1 de plaatselijke ontwikkeling van één gemeente of meerdere aangrenzende gemeenten die een samenwerkingsverband hebben aangegaan, op voorwaarde dat de meerderheid der bestuurders vertegenwoordigers, benoemd door de algemene vergadering op de voordracht van de betrokken gemeente(n), zijn;
2° een autonoom gemeentebedrijf [1 met als enig doel ]1 de plaatselijke ontwikkeling van een gemeente.
De gemeente(n) die tot en met de datum van inwerkingtreding van dit decreet in aanmerking is (zijn) gekomen voor een subsidie als pilootproject voor een plaatselijk ontwikkelingsagentschap kan (kunnen) uiterlijk binnen de zes maanden na de erkenning haar (hun) plaatselijk ontwikkelingsagentschap organiseren in de vorm van een gewoon gemeentebedrijf met als enig maatschappelijk doel de plaatselijke ontwikkeling van een gemeente.
----------
(1)<DWG 2023-04-06/06, art. 86, 017; Inwerkingtreding : 02-11-2023>
Art.6.Er wordt een erkennings- en begeleidingscommissie voor het A.D.L., hierna de " commissie " genoemd, ingesteld.
De commissie heeft als opdrachten :
1° de regering gemotiveerde adviezen overmaken betreffende toekenning, de hernieuwing, de intrekking of de opschorting van erkenningen van de A.D.L's volgens de door de regering bepaalde modaliteiten.
2° adviezen uitbrengen ofwel op eigen initiatief ofwel op verzoek van de regering, over elk vraagstuk betreffende de A.D.L's.
De commissie bestaat uit :
1° één vertegenwoordiger van elke vice-president van de regering, behalve indien deze reeds wegens hun bevoegdheden vertegenwoordigd zijn;
2° één vertegenwoordiger van de minister van Economie;
3° één vertegenwoordiger van de minister van Tewerkstelling;
4° één vertegenwoordiger van de minister [1 van Plaatselijke Besturen]1;
5° vier vertegenwoordigers van de [1 "Conseil économique et social de la Wallonie" (Sociaal-Economische Raad van Wallonië)]1;
6° één vertegenwoordiger van de [2 Union des Villes et Communes de Wallonie" (Unie van de Waalse steden en gemeenten)]2;
7° [1 één vertegenwoordiger van het Departement Werk en Beroepsopleiding van het Operationeel directoraat-generaal Economie,Werk en Onderzoek van de Waalse Overheidsdienst]1;
8° [1 één vertegenwoordiger van het Departement Economische Ontwikkeling van het Operationeel directoraat-generaal Economie,Werk en Onderzoek van de Waalse Overheidsdienst]1;
9° [1 één vertegenwoordiger van het Departement Plaatselijke Besturen van het Operationeel Directoraat-generaal Plaatselijke Besturen, Sociale Actie en Gezondheid van de Waalse Overheidsdienst]1.
De vertegenwoordigers bedoeld in het derde lid [1 5° tot 9°]1 hebben een plaatsvervanger.
Het mandaat van de leden heeft een duur van drie jaar, hernieuwbaar.
Het wordt beëindigd :
1° bij ontslag;
2° indien de mandaatgever die een lid voorgedragen heeft, om diens vervanging verzoekt;
3° indien een lid de hoedanigheid verliest die zijn mandaat verantwoordde.
Het lid dat ophoudt zijn mandaat uit te oefenen voor de normale verstrijkingsdatum wordt vervangen [1 binnen drie maanden na de onderbreking van de uitoefening van het mandaat]1.
[1 ...]1
[1 De Regering wijst de voorzitter en de twee ondervoorzitters onder de vertegenwoordigers van de Ministers bedoeld in het derde lid, 2° tot 4° aan en benoemt de commissieleden op de voordracht van de organisaties die ze vertegenwoordigen.]1
[1 De Regering stelt de wezenlijke werkingsregels van de commissie vast en keurt haar huishoudelijk reglement goed dat met name de modaliteiten betreffende de voorzitter en ondervoorzitters, de dagagenda, de aanwezigheids- en stemquorums, de adviesvragen met name in geval in dringende noodzakelijkheid bepaalt.]1
De commissie kan een beroep doen op deskundigen.
----------
(1)<DWG 2013-11-28/17, art. 3, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
(2)<DWG 2017-02-16/37, art. 70, 008; Inwerkingtreding : 04-07-2017>
Art.7.[1 Na afloop van de oorspronkelijke erkenningsperiode van drie jaar, kan de erkenning worden verlengd voor hernieuwbare periodes van zes jaar.]1
----------
(1)<DWG 2022-12-21/67, art. 168, 016; Inwerkingtreding : 01-01-2023>
Art.8.[1 De Regering kan na advies van de Commissie een erkenningsbeslissing opschorten of intrekken indien het plaatselijke ontwikkelingsagentschap ophoudt te voldoen aan één van de voorwaarden vastgesteld in de artikelen 4 of 5, en dit, nadat ze de [2 wettelijke]2 vertegenwoordigers van het betrokken plaatselijke ontwikkelingsagentschap voor een verhoor heeft opgeroepen. De opschortingsbeslissing voorziet in een maximale termijn van zes maanden om zich aan die verplichtingen aan te passen. Indien het plaatselijke ontwikkelingsagentschap aan het einde van die termijn zich niet heeft aangepast aan de voorschriften van de beslissing, kan de Regering de erkenning opschorten.]1
De regering bepaalt de procedures voor de erkenning, de hernieuwing, de opschorting en de intrekking van de erkenning.
----------
(1)<DWG 2013-11-28/17, art. 5, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
(2)<DWG 2018-07-17/04, art. 22, 010; Inwerkingtreding : 18-10-2018>
Art.9.De regering verleent de erkenhet A.D.L. overeenkomstig de bepalingen van dit decreet en volgens de vereffeningsmodaliteiten die hij bepaalt, een jaarlijkse subsidie ter gedeeltelijke dekking van de personeels- en werkingskosten.
[1 In geval van erkenningsopschorting bedoeld in artikel 8 wordt de toelage verhoudingsgewijs aan de duur van de opschorting en, in voorkomend geval, per personeelslid verminderd, wanneer de niet-naleving van de verplichtingen de toestand van laatstgenoemde betreft.]1
----------
(1)<DWG 2013-11-28/17, art. 6, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
Art.10.[1 De controle op de toepassing van dit decreet en de uitvoeringsmaatregelen ervan wordt uitgeoefend overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 28 februari 2019 betreffende de controle van de wetgevingen en reglementeringen inzake het economisch beleid, het tewerkstellingsbeleid en het wetenschappelijk onderzoek alsook de invoering van administratieve geldboeten toepasselijk in geval van inbreuk op deze wetgevingen en reglementeringen ]1.
----------
(1)<DWG 2019-02-28/25, art. 133, 011; Inwerkingtreding : 01-07-2019>
Art. 11. De regering stelt de inwerkingtreding van dit decreet vast.
(NOTA : Inwerkingtreding vastgesteld op 01-04-2007 door BWG 2007-02-15/55, art. 14)