Details





Titel:

18 FEBRUARI 2004. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot toekenning van een toelage voor de prestaties uitgevoerd buiten de normale werkuren aan bepaalde personeelsleden van het Ministerie van de Franse Gemeenschap, van de Hoge Raad voor de Audiovisuele Sector en van de Instellingen van openbaar nut die onder Sector XVII ressorteren (VERTALING) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 01-03-2004 en tekstbijwerking tot 22-04-2022)



Inhoudstafel:

Afdeling 1. - Toelage voor overuur.
Art. 1-3
Afdeling 1bis. [1 - Toelage voor op zaterdag verrichte diensten.]1
Art. 3/1
Afdeling 2. - Toelage voor zondagse prestaties.
Art. 4
Afdeling 3. - Toelage voor nachtdienst.
Art. 5-7
Afdeling 4. - Opheffings- en slotbepalingen.
Art. 8-13



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1950033002  1992029779  1998029440 



Uitvoeringsbesluit(en):

2009029896  2019041870  2022040506 



Artikels:

Afdeling 1. - Toelage voor overuur.
Artikel 1. Er wordt, voor elk overuur, een toelage, vastgesteld op 1/1976e van de jaarlijkse globale brutowedde, toegekend aan de personeelsleden van het Ministerie van de Franse Gemeenschap, van de Hoge Raad voor de Audiovisuele sector en van de Instellingen van openbaar nut die onder Sector XVII ressorteren, die uitzonderlijk verplicht zijn prestaties uit te voeren die, alhoewel ze inherent zijn aan hun functie, niet als normale prestaties kunnen worden beschouwd.

Art.2. De Minister bevoegd voor Ambtenarenzaken neemt een beslissing over de mogelijkheid om bezoldigde bijkomende prestaties uit te voeren, op advies van de Inspecteur van Financiën voor de personeelsleden van het Ministerie van de Franse Gemeenschap.

Art.3. De Minister bevoegd voor Ambtenarenzaken en de functioneel bevoegde Minister nemen een beslissing over de mogelijkheid om bezoldigde bijkomende prestaties uit te voeren, op advies van de Inspecteur van Financiën of, naargelang het geval, van de Commissaris van de Regering voor de personeelsleden van de Hoge Raad voor de Audiovisuele sector of van de Instellingen van openbaar nut die onder Sector XVII ressorteren.

Afdeling 1bis. [1 - Toelage voor op zaterdag verrichte diensten.]1   ----------   (1)
Art.3/1. [1 § 1. Aan de in artikel 1er van dit besluit bedoelde personeelsleden die op zaterdag tussen 00.00 uur en 24.00 uur moeten werken, wordt voor elk gewerkt uur een toelage toegekend van 1/3952 van hun bruto globale jaarlijkse bezoldiging, wanneer deze arbeid in het kader van de normale arbeidstijd wordt verricht.
   § 2. Wanneer deze diensten buiten de normale arbeidstijd worden verricht, wordt de in § 1 bedoelde toelage toegekend en geven de gewerkte uren recht op terugbetaling.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BFG 2022-02-24/21, art. 5, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2022>


Afdeling 2. - Toelage voor zondagse prestaties.
Art.4. § 1. Er wordt aan de personeelsleden bedoeld in artikel 1 van dit besluit, die verplicht zijn prestaties op zon- en feestdagen tussen 0 en 24 uur uit te voeren, voor elk werkuur, een toelage, vastgesteld op 1/1976e van de jaarlijkse globale brutowedde, toegekend zoals bepaald in hetzelfde artikel 1, wanneer deze prestaties in het kader van de normale werkuren worden uitgevoerd.
  § 2. Wanneer deze prestaties buiten het kader van de normale werkuren worden uitgevoerd, wordt de toelage bedoeld in § 1 toegekend en de gepresteerde uren kunnen worden gerecupereerd.

Afdeling 3. - Toelage voor nachtdienst.
Art.5. Er wordt een uurtoelage voor nachtprestaties toegekend aan de personeelsleden bedoeld in artikel 1, waarvan het bedrag in artikel 7 wordt vastgesteld, volgens de in artikel 6 nader bepaalde regels.

Art.6. Onder nachturen worden verstaan de uren tussen 22 uur en 4 uur.
  Worden ook gelijkgesteld met nachturen, voorzover ze in de normale duur van voortgezette beroepsactiviteiten worden inbegrepen :
  werkuren vanaf 18 uur voor zover het werk ten vroegste op 22 uur eindigt;
  werkuren vanaf 4 uur tot uiterlijk 8 uur voorzover het werk uiterlijk om 4 uur begint.

Art.7.De uurtoelage bedraagt [1 2,55 euro]1 en is gekoppeld aan het spilindex 138,01. Het bedrag is gekoppeld aan de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen overeenkomstig de modaliteiten bepaald bij de wet van 1 maart 1997 houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld, met toepassing van de aanpassingscoëfficiënten die gelden voor de uitbetaling van bezoldigingen.
  ----------
  (1)<BFG 2009-10-29/20, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2009>

Afdeling 4. - Opheffings- en slotbepalingen.
Art.8.Dit besluit is niet van toepassing op de personeelsleden die titularis zijn van een graad van niveau 1 of die bezoldigd zijn in een schaal die gelijk is aan een graad van niveau 1.
  [1 In afwijking van het 1e lid, is dit besluit evenwel van toepassing op de personeelsleden [2 de Entreprise publique des Technologies Numériques de l'information et de la communication de la Communauté française]2p (ETNIC) houder van een graad op niveau 1 of bezoldigd in een schaal die overeenstemt met een graad van niveau 1.]1
  ----------
  (1)<BFG 2009-10-29/20, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2009>
  (2)<BFG 2019-04-24/14, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 01-06-2019>

Art.9. Het besluit van de Regent van 30 maart 1950 de toekenning regelend van toelagen wegens buitengewone prestaties wordt opgeheven.

Art.10. Het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 11 september 1991 houdende toekenning van een uurtoelage voor nachtprestaties aan de personeelsleden van de groep overheidsinstellingen voor jeugdbescherming, met open en gesloten regimes, van de Franse Gemeenschap wordt opgeheven.

Art.11. Het tweede lid van artikel 2 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 10 september 1998 waarbij een toelage wordt toegekend aan de personeelsleden van de Algemene Dienst Informatica en Statistieken van het Ministerie van de Franse Gemeenschap die nachtprestaties verrichten wordt opgeheven.

Art.12. Dit besluit treedt in werking op 1 maart 2004.

Art. 13. De Minister van Ambtenarenzaken wordt belast met de uitvoering van dit besluit.